Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dit is geen nieuwe kwestie, het is eerder een opvolgvraag. Op 10 oktober voerde Amnesty International een actie aan de Iraanse ambassade in Elsene, ter gelegenheid van de Internationale Dag tegen de Doodstraf. De mensenrechtenorganisatie koos specifiek voor deze locatie omdat het land toch een kwalijke reputatie heeft inzake terdoodveroordelingen.
Onder die groep terdoodveroordeelden in Iran bevinden zich opvallend veel mensenrechtenactivisten, en dat sluit uiteraard aan bij onze gevoeligheid voor normen en waarden, ook bij eerdere vragen. Als parlement zijn we daar in het verleden altijd heel bezorgd om geweest.
In die zin hebben wij een bijzondere band. We hebben in het verleden een resolutie goedgekeurd in verband met professor Ahmadreza Djalali, een arts gespecialiseerd in de rampengeneeskunde, en verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij zit sinds april 2016 opgesloten in Teheran, omdat hij wordt beschuldigd van samenwerking met vijandelijke staten en van activiteiten tegen de Iraanse nationale veiligheid. In oktober 2017 werd hij ter dood veroordeeld, zonder een eerlijk of openbaar proces. Hij vroeg zijn advocaat die hem werd toegewezen, om hoger beroep aan te tekenen, maar die advocaat heeft dat nooit gedaan. Dat bleek op 10 december 2017. Daarom heeft dit parlement in het najaar van 2017 twee resoluties kamerbreed goedgekeurd, waarin werd opgeroepen de doodstraf niet uit te voeren en de professor onvoorwaardelijk vrij te laten. Wij hebben toen uw voorgangers de opdracht meegegeven om in alle contacten met de Iraanse overheid de mensenrechten op de agenda te zetten, en te bepleiten dat de doodstraf in het algemeen zou worden afgeschaft. Universitaire samenwerkingen dienden opgeschort te worden, en ook handelsrelaties met Iran moesten on hold worden gezet.
We zijn ondertussen twee jaar verder. Het doodsvonnis werd gelukkig nog niet uitgevoerd, maar op zijn minst 180 anderen werden dit jaar wel al geëxecuteerd in Iran.
Ik heb een aantal opvolgvragen, want ik denk dat dergelijke situaties ons allemaal wakker kunnen houden. Hebt u enig nieuws over de huidige toestand van professor Djalali? Heeft hij contact met zijn familie en collega's? Is er op dit moment in juridische bijstand voorzien?
Welke acties heeft de Vlaamse Regering ondernomen, aansluitend op de resoluties, en ter uitvoering hiervan, om de mensenrechten en de afschaffing van de doodstraf te bepleiten in Iran? Staan de academische en handelsrelaties met Iran nog steeds on hold?
Uiteraard zijn er wel meer landen die de doodstraf uitvoeren en het niet zo nauw nemen met mensenrechten. In welke mate plant u volgende contacten met ambassades om dat thema ook daar op de agenda te plaatsen? En in welke mate hangen daar consequenties aan vast voor handels- en andere relaties?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voor ik punctueel op de vraag inga, wil ik nog meegeven dat ik van plan ben om dit dossier – het werk van de voorgaande Vlaamse Regering – verder te zetten. Ik zal daar straks meer in detail op ingaan. Ik voel me zelf ook specifiek verbonden, want ik ben zelf een alumnus van de VUB. Daar is dus toch een zekere verbintenis.
Ik heb helaas geen nieuws over de huidige toestand van professor Djalali. Wat heeft de Vlaamse Regering de vorige twee jaar gedaan? De vorige minister-president heeft talrijke gesprekken gevoerd met de Iraanse ambassadeur over het lot van de professor. Tijdens deze gesprekken heeft de minister-president telkens benadrukt dat Vlaanderen veel belang hecht aan mensenrechten, en dat we pleiten voor de afschaffing van de doodstraf. Die boodschap heeft hij ook per brief overgebracht aan president Rouhani en Ayatollah Khamenei. Hij heeft Ayatollah Khamenei ook om gratie verzocht. Hij heeft de zaak van professor Djalali ook verschillende keren aangekaart op Europees niveau, meer bepaald bij Hoge Vertegenwoordiger Mogherini, bij Europees Commissievoorzitter Juncker en bij Europees commissaris Frans Timmermans.
Wat de academische en handelsrelaties betreft: op 26 april 2018 beslisten de Vlaamse rectoren unaniem om alle nieuwe vormen van academische samenwerking met Iraanse kennisinstellingen op te schorten. Deze beslissing is nog steeds van kracht, en wordt ook gehandhaafd.
Wat de handelsrelaties betreft: de terugtrekking van de Verenigde Staten uit het nucleair akkoord met Iran heeft een aantal moeilijkheden met zich meegebracht voor de handelsrelaties met Iran. Maar deze moeilijkheden staan los van de situatie van professor Djalali. Ze hebben ook niet tot gevolg gehad dat de handelsrelaties met Iran volledig on hold staan.
Wat de andere landen met de doodstraf betreft, vraagt de Vlaamse Regering van elke overheid respect voor de fysieke integriteit van haar burgers. De Vlaamse Regering verzet zich resoluut tegen de doodstraf en steunt daarom de beweging voor de wereldwijde afschaffing van de doodstraf. Om die reden was Vlaanderen een medesponsor van het Wereldcongres tegen de doodstraf dat in februari 2019 in Brussel plaatsvond. We zetten ons principieel en volop in voor het respect voor de mensenrechten en dat dringt ook door in ons buitenlands beleid. We dragen actief de waarden uit die zijn vervat in de internationale en Europese mensenrechtenverdragen, wat het verzet tegen de doodstraf omvat.
De problemen op het vlak van de mensenrechten worden consequent aangekaart, in de eerste plaats door middel van onze internationale en Europese contacten. Waar de opportuniteiten zich aandienen, gebeurt dit ook bilateraal. Zo is de zaak van professor Djalali consequent op de agenda gezet tijdens onze contacten met de Iraanse autoriteiten, met de Zweedse autoriteiten en met de Europese Commissie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Mijn fractie steunt heel graag het voornemen de behandeling van dit dossier en van deze voor deze persoon dramatische kwestie op dezelfde wijze en in dezelfde richting voort te zetten. Aansluitend bij de ambitie in het Vlaams regeerakkoord, denk ik dat Vlaanderen ook op Europees vlak de lead kan nemen om dit op de agenda te blijven plaatsen. Ik begrijp ook dat we hier niet kunnen toveren en dat we niet alle wereldwijde situaties zullen oplossen vanuit het kleine Vlaamse Gewest.
Ik heb gemerkt dat het in de uitleg vooral over soft power gaat. Het gaat dan om diplomatieke contacten, om het schrijven van brieven en het aankaarten tijdens gesprekken. Wat Iran betreft, zie ik een aantal hardere kwesties. Zoals in de resolutie is bepaald, zijn de academische relaties on hold gezet, en dat geldt op dit ogenblik ook voor de handelsrelaties.
Minister-president, ik denk niet dat ik straks nog zal aanvullen, maar ik heb nog een afsluitende vraag. Ziet u met betrekking tot andere landen eventueel nog stappen die op het vlak van de veeleer harde power moeten worden gezet of wenst u zich in de eerste fase te beperken tot overleg?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw verklaring dat u zich met dezelfde kracht zult inzetten voor het dossier van professor Djalali als uw voorganger heeft gedaan. Professor Djalali is een collega aan de VUB. Ik ben blij dat we ons hier als alumni en ik zelfs als werknemer van de VUB voor zijn dossier inzetten. Voormalig minister-president Bourgeois heeft dit dossier op alle mogelijke fora aangekaart.
In 2018, nog voor we hier de kamerbrede resolutie hebben aangenomen, die we trouwens ook in de Senaat hebben aangenomen, heb ik toenmalig minister-president Bourgeois opgeroepen om misschien wat hardere taal te spreken indien Iran de taal van het recht en van de mensenrechten niet wil verstaan. Dat is dan de taal van het geld. Op dat ogenblik was een zending van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) naar Iran gepland. Die zending heeft plaatsgevonden. De universiteiten hebben besloten hun academische relaties met Iran te stoppen. In welke mate bent u bereid dit door te trekken en met het FIT na te gaan of we de Vlaamse handelsrelaties met Iran kunnen stopzetten?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ik wil u vooreerst danken voor het stellen van deze vraag om uitleg. Resoluties zijn geen vodjes papier en we moeten dit nauw opvolgen en evalueren. Dit is een oproep om in elke resolutie een termijn in te stellen om ze effectief uit te voeren.
Minister-president, het spreekt voor zich dat mijn fractie heel bezorgd is om het lot van de Iraanse professor. We hopen dat we deze verwerpelijke veroordeling alsnog kunnen omkeren. Het staat buiten kijf dat we al onze federale en regionale diplomatieke kanalen moeten benutten om deze zaak verder aan te kaarten. Het is dan ook essentieel dat Vlaanderen aan de kar blijft trekken, niet enkel in verband met dit specifieke geval, maar in verband met alle andere gevallen waarbij de doodstraf in het vizier komt.
Uit uw antwoord is gebleken dat u hiervoor strijdt. U verwijst naar brieven, gesprekken, overlegmomenten, het aankaarten op het niveau van de EU en de opschorting van bepaalde relaties, zij het dan niet de handelsrelaties. Ik volg u hierin wel, maar ik wil toch oproepen om heel alert te zijn. Als andere drukkingsmiddelen in het vizier komen, moet u die zeker benutten in deze zaak.
Mijnheer Vaneeckhout, dank u. Het is belangrijk en zelfs cruciaal dat we dit onder de aandacht houden. Er is helaas de laatste jaren en maanden weinig goed nieuws te melden over dit dossier.
Minister-president, ik ben blij dat u het engagement opneemt om het engagement van de vorige minister-president voort te zetten. Het was voor hem bijna een persoonlijke zaak. Ik merk dat dit voor de nieuwe minister-president ook zo is.
Het kan misschien een idee zijn om de opvolger van mevrouw Mogherini, die waarschijnlijk op 1 december zal beginnen als Hoge Vertegenwoordiger, hierover te contacteren. De vorige Vlaamse Regering had hierover goede contacten met mevrouw Mogherini. U kunt dan misschien meteen de resolutie over Catalonië meesturen. Josep Borrell zal daar zeker ook in geïnteresseerd zijn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik ga eerst in op de vraag over de harde power van het geld. Wat de handelsrelaties betreft, moeten we ten aanzien van alle landen die zich nog van de doodstraf en dergelijke toestanden bedienen het Europese platform betreden. U zult het met mij eens zijn dat de internationale politiek een tamelijk cynisch gebeuren is. Zeker als het over internationale handel gaat, zegt iets in mij mij dat als wij dat ding stopzetten en wij niet gemeenschappelijk optreden, andere Europese landen er wel van zullen profiteren. Er zal geen product minder naar die landen gaan, maar het zal via andere kanalen dan de onze gebeuren. Ik heb dat in deze commissie al eens naar aanleiding van een ander dossier gezegd: daar is mijn houding dat we moeten proberen Europees op te treden. Dat is met meer power, met meer kracht. Dan zullen er daadwerkelijk gevolgen zijn in die landen.
Ik neem de suggestie om met een hele bundel resoluties van het Vlaams Parlement naar de opvolger van Mogherini te gaan, ter harte. Ik zal na de inwerkperiode van de opvolger zeker trachten die contacten en die lijnen open te leggen om dergelijke kwesties te bespreken.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Wat betreft de handelsrelaties ben ik het ermee eens dat het te verkiezen valt om dat op het Europese niveau te doen. Ik reken erop en mijn fractie zal een steun zijn om als Vlaanderen in Europa daarin een leidende rol op te nemen. We verschillen soms van mening over hoe snel je het dan op het Vlaamse niveau moet doen. Met betrekking tot bijvoorbeeld wapenembargo’s maken wij een andere inschatting. Dat vergt een ander type maatregelen dan handelsrelaties die op Europees niveau worden afgebouwd of on hold worden gezet.
Ter afronding vraag ik daar de nodige consequentie in. Ook in de westerse wereld zijn er landen die op dit moment nog de doodstraf hanteren. Europa kan dit signaal geven aan onze vrienden aan de andere kant van de oceaan, de Verenigde Staten. In 2019 werd de doodstraf in een aantal staten, nadat het er een aantal jaren niet was gebeurd, opnieuw echt uitgevoerd. Ik denk en ik hoop dat we ook op die manier hetzelfde signaal geven en dezelfde consequentie van waarden en normen in de westerse wereld aan de dag leggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.