Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Voor veel Vlamingen is het niet altijd even eenvoudig om een eigen woonst te verwerven; we hebben het er al de hele ochtend over. En een eigen woonst verwerven is, in Vlaanderen althans, altijd een belangrijke prioriteit geweest. De overheid verbindt er zich dan ook toe om eigendomsverwerving aan te moedigen en dat ook te ondersteunen. Dat hebt u deze ochtend al duidelijk naar voren gebracht.
Maar de samenleving evolueert: de bevolking neemt toe en vergrijst, de gezinnen worden kleiner en zijn steeds vaker divers samengesteld. Terzelfdertijd raakt Vlaanderen stilaan volgebouwd en zoeken almaar meer gezinnen en singles naar oplossingen om zowel aangenaam, betaalbaar als – vooral – duurzaam te wonen.
Deze omstandigheden dwingen ons om efficiënter gebruik te maken van de bestaande ruimte en om er vooral doordacht en creatief mee om te gaan. Nadenken over en experimenteren met nieuwe woonvormen is dan ook onvermijdelijk om voorbereid te zijn op de toekomst, waarin de vraag om woningen op maat van iedere Vlaming nog prangender zal zijn. Het Vlaams Regeerakkoord voorziet in dat verband expliciet in het stimuleren van het gebruik van nieuwe woonvormen.
Een van die nieuwe woonvormen zijn de zogenaamde ‘tiny houses’. Het concept komt vanuit de VS overgewaaid en begint ook in onze contreien steeds meer ingang te vinden. Het zijn kleine, compacte, vrijstaande woningen met een maximale woonoppervlakte van 50 vierkante meter en een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Dankzij het gebruik van allerlei slimme technologieën bieden ze evenwel het nodige comfort. Ze kunnen op een fundering staan of op wielen, en doen dienst als primaire woning en permanente verblijfplaats. De bouw kost gemiddeld enkele tienduizenden euro’s. Het concept is vooral erg in trek bij jongeren die nog geen eigen huis kunnen of willen kopen.
Nederland vervult een voorbeeldfunctie in de ontwikkeling van deze trend. De eisen voor particulieren die zelf bouwen werden er versoepeld, wat ruimte biedt voor bouwers van een dergelijk huis. En verschillende gemeenten hebben al initiatief genomen om plaatsen te creëren waar je in een dergelijke woning kunt wonen. De mogelijkheden om zich officieel in te schrijven bij de gemeente worden er momenteel onderzocht.
In België ontbreekt voorlopig nog elk wettelijk kader. In ons land wordt een tiny house nog niet als woning erkend, waardoor mensen zich er ook niet kunnen domiciliëren, met alle gevolgen van dien.
Bent u op de hoogte van de recente ontwikkelingen die zich voordoen op het vlak van nieuwe woonvormen? Welke mogelijkheden biedt de huidige regelgeving in de totstandkoming van tiny houses in Vlaanderen? Werden er al vergunningen voor tiny houses verleend? Welke stappen onderneemt u om de bestaande woonwetgeving te moderniseren, futureproof te maken en aan te passen aan nieuwe woonvormen zoals tiny houses?
Bent u bereid om met de betrokken partijen rond de tafel te zitten, knelpunten te bespreken en een traject uit te stippelen dat moet uitmonden in een wettelijk kader? Werden er binnen het kader van de ‘proefomgeving experimentele woonvormen’ proefprojecten opgestart die aanleunen bij of gelijkenissen vertonen met het concept tiny house? Zo ja, wat zijn de tussentijdse resultaten van dat proefproject?
Steeds meer mensen wensen om verschillende beweegredenen kleiner en slimmer te wonen. Op welke manier wilt u dat verder stimuleren en faciliteren? Ik dank u alvast voor uw antwoorden.
Minister Diependaele heeft het woord.
Nieuwe woonvormen zijn een actueel thema, maar het is ook een beetje een koepelbegrip voor heel veel verschillende initiatieven.
Nog zeer recent heeft het Steunpunt Wonen een nieuw onderzoeksrapport opgeleverd over de tweede golf nieuwe wooninitiatieven. Het rapport bevat een overzicht van tal van nieuwe wooninitiatieven, met een focus op gemeenschappelijke woonvormen.
Minister Homans initieerde een proefomgeving voor nieuwe woonvormen die momenteel volop loopt. Mijn administratie en ik volgen de nieuwe woonvormen dus zeker op. We zijn daar zeker van op de hoogte en we bekijken hoe we dat kunnen begeleiden.
Uw vraag gaat specifiek over een nieuwe woonvorm, de tiny houses. Daarover is in Vlaanderen veel minder gekend. We proberen echter alle nieuwe woonvormen te bekijken, dus ook deze vorm zal worden opgevolgd.
Tiny houses moeten zich momenteel inpassen in de bestaande regelgeving. Binnen het woonbeleid is er vooral interferentie met de minimale kwaliteitsvereisten. De minimumvereisten van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit van de Vlaamse Wooncode zijn van toepassing op alle woningen, dus ook op nieuwe woonvormen en tiny houses, voor zover het over onroerende constructies gaat. Deze vereisten zijn minimaal opgevat en kaderen in het grondrecht op menswaardig wonen. U hebt ook gezegd dat ze op funderingen kunnen staan, maar dat hoeft niet, ze kunnen ook verplaatsbaar zijn. Dan zijn wij niet bevoegd.
Zoals in het regeerakkoord is bepaald, zal ik onderzoeken of er een specifiek beoordelingskader nodig is voor nieuwe woonvormen. Het uitgangspunt van die oefening is dat we nieuwe woonvormen willen faciliteren voor zover ze kwaliteitsvol zijn en dus het grondrecht op menswaardig wonen garanderen.
Daarnaast moeten tiny houses ook voldoen aan de regelgeving van andere beleidsdomeinen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan ruimtelijke ordening. Daarover kan ik als minister van Wonen geen uitspraken doen omdat ik niet bevoegd ben. Uw vraag of al vergunningen werden verleend voor tiny houses, kan ik bijgevolg ook niet beantwoorden. U kunt deze vraag misschien aan de minister van Ruimtelijke Ordening stellen, maar ik weet ook niet of zij daar een antwoord op zal kunnen geven.
Ik verwees al naar de proefomgeving nieuwe woonvormen die momenteel lopende is. Ik wil het beleid dat nieuwe woonvormen faciliteert verderzetten en zal daartoe ook de nodige initiatieven nemen. Ik zal daarom in de eerste plaats in kaart brengen welke belemmeringen er voor nieuwe wooninitiatieven zijn binnen het woonbeleid. Er is natuurlijk wel bepaalde regelgeving die we kunnen aanpassen om tiny houses mogelijk te maken, maar dat is dan zonder in te grijpen in die basiskwaliteitsvereisten die we vragen.
We zullen daarvoor gebruikmaken van een tussentijdse evaluatie van de proefomgeving voor nieuwe woonvormen en we beperken ons tot nieuwe wooninitiatieven die een meerwaarde kunnen zijn om huishoudens menswaardig te laten wonen en die passen binnen een duurzaam ruimtegebruik.
Daarnaast zullen we samen met andere beleidsvelden van de Vlaamse overheid een evenwichtig en coherent regelgevend kader uitwerken voor nieuwe wooninitiatieven. Ik heb het dan over de beleidsdomeinen Omgeving, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en Financiën en Begroting. We hebben daarbij expliciet aandacht voor de effecten van regelgeving op nieuwe wooninitiatieven die zich richten tot kwetsbare groepen op de woningmarkt.
Indien ik tijdens de hogervermelde initiatieven vaststel dat een nieuwe proefomgeving nuttig kan zijn voorde ontwikkeling van nieuwe wooninitiatieven, zal ik daarvoor het nodige initiatief nemen.
Uit het geplande onderzoek zal moeten blijken of tiny houses in dit kader ingepast kunnen worden. Hoewel er zeker voordelen zijn aan tiny houses, moet nog goed onderzocht worden of ze ook relevant zijn voor een duurzaam woonbeleid, waar we, in samenwerking met de minister van Omgeving, ook streven naar duurzaam ruimtegebruik en wonen op goede locaties.
Uit het antwoord op de vorige vraag blijkt al dat ik zal samenzitten met de relevante beleidsvelden van de Vlaamse overheid. Het is moeilijker om samen te zitten met elk afzonderlijk initiatief. Tiny Houses is immers maar één voorbeeld van een nieuwe woonvorm.
De proefomgeving nieuwe woonvormen was gericht op vormen van gemeenschappelijk wonen of vormen van erfpacht- en opstalconstructies waarbij de eigendom van de grond en de eigendom van de woning worden gescheiden. Er zitten dus geen projecten van tiny houses in de proefomgeving maar dat kan nog veranderen.
Het moet in de eerste plaats de vrije keuze van de bewoner zijn om op een bepaalde manier te wonen. Het is mijn mening dat we in dat kader er absoluut voor moeten zorgen dat de mogelijke juridische hinderpalen verdwijnen, in samenspraak met de andere bevoegde ministers. Kleiner en slimmer wonen is niet beperkt tot die tiny houses, er zijn nog heel wat andere initiatieven. Gemeenschapswonen is er daar zeker een van. Dat zorgt voor minder plaatsgebruik en zit momenteel wel in de proefomgeving.
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, dank u wel. Van minimale kwaliteit gaan we sowieso uit.
Wat betreft ruimtelijke ordening: in de streek waar u vandaan komt, kwamen enkele jaren geleden het fenomeen van de weekendhuisjes en de vraag hoe men daarmee omgaat, nogal prangend naar voren. Het is dus zeker en vast niet de bedoeling om de weekendhuisjes om te vormen naar tiny houses en te zeggen dat ze allemaal vergund kunnen worden, terwijl ze in een bos staan en dergelijke meer. Dat zeker niet. Maar het is wel een interessant gegeven. Als je naar Nederland kijkt, is het interessant om eens te kijken wat mogelijk is. Want het gaat over jongeren en over duurzaam wonen, maar daarnaast gaat het ook over oudere mensen die in grote huizen wonen, daar meestal verloren in lopen en niet noodzakelijk nog altijd goed ter been zijn. Voor hen zou een tiny house een goede oplossing kunnen vormen. Het is interessant om eens te bekijken op welke manier we daar kunnen mee omgaan want niet iedereen is gemaakt om in een gemeenschappelijke woonvorm te wonen.
Ik ben heel blij dat u dat verder wilt onderzoeken. Het lijkt me ook interessant om daar de steden en gemeenten bij te betrekken en eens met hen aan de tafel te gaan zitten en te bespreken wat de verschillende mogelijkheden zijn en op welke manier zij daarnaar kijken. Het zal u niet verbazen dat we groot voorstander zijn van het feit dat u de juridische hinderpalen wilt wegwerken.
U hebt gesproken over de proefomgeving gemeenschappelijke erfpacht. Is het mogelijk om dat eens in de commissie naar voren te brengen op een moment dat we dat geëvalueerd hebben en te kijken in welke mate we de nodige informatie daarover aan de steden en gemeenten kunnen verstrekken, zodat we daar verder kunnen mee werken? Ik denk dat erfpacht een bijzonder interessante vorm is om verder in Vlaanderen uit te rollen en meer bekend te maken.
Minister Diependaele heeft het woord.
Er is blijkbaar een tussentijdse evaluatie. Die kan op vraag van het parlement hier worden toegelicht als u dat wilt. Die zal nu begonnen zijn. Dat zal nog een tijdje duren, maar ze is in elk geval voorzien. Ik denk dat die na een jaar wordt opgestart. Zodra die rond is, kan ze zeker worden toegelicht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.