Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Beckers heeft het woord.
De vorige regering heeft een onderwijshervorming doorgevoerd, en hierbij werd een matrixsysteem ingevoerd. Er werd toen ook beslist dat de schoolbesturen zelf hun organisatiemodel konden kiezen. Het schoolconcept kan dus gebaseerd zijn op de matrix, zowel verticaal als horizontaal. Ook een combinatie van beide is mogelijk. De termen domeinschool, campusschool en verticale school werden toen in het leven geroepen.
In het decreet tot wijziging van de codex Secundair Onderwijs werd dan de mogelijkheid toegevoegd om domeinscholen of campusscholen bij decreet of besluit voordelen toe te kennen.
Ik weet niet of de zaken met elkaar in verband staan, maar in mijn eigen stad, en bijvoorbeeld ook in Leuven, merk je dat je met allerlei fusies zit, en dat daar ook tegen wordt geprotesteerd. Ik vraag mij af of het ene met het andere verband houdt. Ik wil de minister dan ook vragen hoe hij die fusies evalueert, en of er in de toekomst voordelen zullen worden toegekend aan de domein- en campusscholen. Welke initiatieven zult u in dit verband nemen?
Minister Weyts heeft het woord.
Met de nieuwe indeling van het studieaanbod van de tweede en derde graad, die vanaf september 2021 wordt uitgerold, komen er bijkomende mogelijkheden voor schoolbesturen om hun scholen te organiseren. De drie schoolconcepten – domeinschool, campusschool en verticale school – komen bovenop de bestaande indelingen en mogelijkheden: een middenschool, een college, een nijverheidstechnische school enzovoort.
Het secundaironderwijslandschap kent een grote diversiteit aan schoolmodellen en die diversiteit willen we ook behouden. Dat scholen een duidelijke identiteit en profiel hebben, vergemakkelijkt voor de ouders de keuze tussen diverse scholen.
De vrijheid van onderwijs, de vrijheid van keuze en van schoolmodel, blijft een belangrijk uitgangspunt. We moeten vertrouwen hebben in leerkrachten, klassenraden en schooldirecties. Ik zal niet de minister zijn die vanuit Brussel schiet of die vanuit de heup schiet op elke organisatorische beslissing van een school ergens in Vlaanderen, omdat ik niet geloof dat de praktische organisatie van scholen tot in de puntjes moet uitgetekend worden aan een tekentafel in Brussel. De Vlaamse overheid bepaalt wat leerlingen moeten kennen en kunnen. We moeten op dat vlak de lat hoger leggen. Maar het is aan de scholen en leerkrachten om te beslissen hoe ze dat pedagogisch gaan organiseren: zij krijgen vertrouwen en verantwoordelijkheid, en die is niet vrijblijvend. Scholen moeten excellent onderwijs aanbieden aan elke leerling en een correcte en doelgerichte besteding van de middelen garanderen.
De redenen waarom een schoolbestuur bepaalde beslissingen neemt om te herstructureren waren in het verleden meestal dat fusies neerkomen op een samenvoeging van scholen waarvan minstens één de rationalisatienorm niet bereikte, of een samenvoeging van scholen die onmiddellijk gevolgd werd door een afsplitsing. De recente herstructureringsplannen die door verschillende schoolbesturen in heel Vlaanderen worden voorbereid, zijn wellicht ingegeven door de modernisering van het secundair onderwijs en door bepaalde nieuwe mogelijkheden die worden geboden.
Een schoolbestuur bepaalt autonoom hoe het zijn school of scholen vormgeeft. Dat is de logica van de vrijheid van onderwijs. Een schoolbestuur kan zijn school of scholen reorganiseren onder de eigen bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Ik ga daar niet in beslissen. Zij moeten afwegen of, in geval van een fusie, de schaalvoordelen ook leiden tot schoolvoordelen. Het is hun zware verantwoordelijkheid om die afweging te maken. Daartoe moeten ze overleg plannen in de schoolraad en via het lokaal onderhandelingscomité, vooraleer er een fusie of een andere grote herstructurering doorgevoerd kan worden. Ze moeten dus ook luisteren naar de vertegenwoordigers van ouders, leerkrachten, leerlingen en personeel. We willen ook, conform het regeerakkoord, de betrokkenheid vergroten en ervoor zorgen dat er ab initio een groter draagvlak wordt gecreëerd. Elke school die zulke grote en fundamentele stappen zet, is gebaat bij een maximaal draagvlak. Men moet ervoor zorgen dat leerkrachten, ouders en leerlingen een sterke identificatie behouden met de school. Op dat vlak grijp je natuurlijk in. Dat is hun verantwoordelijkheid. Iedereen heeft het recht om bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur een klacht in te dienen als hij vindt dat de decretaal toegekende participatierechten geschonden zijn.
Dit is ongeveer de regelgeving en mijn appreciatie ter zake.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ik weet dat we dit bij de begroting nog gaan bespreken, maar gaat u dan middelen toekennen aan de scholen die zich gaan reorganiseren in campussen of domeinscholen? Of zal dat niet het geval zijn?
De heer Brouns heeft het woord.
Ik voel een zekere angst voor die schaalvergroting, die volgens mij niet echt nodig is. Als we vandaag naar de wereld kijken, stellen we niet alleen in de profitsector maar ook in de non-profitsector vast dat heel wat dienstverlenende organisaties en bedrijven zich anders zullen moeten organiseren om de juiste antwoorden te bieden op de complexiteit waarmee ze worden geconfronteerd. Niet alleen lokale besturen, politiezones, ziekenhuizen en woonzorgcentra zoeken schaalvoordelen. Zij doen dat net voor die zaken die vandaag ook in het onderwijs aan de orde zijn. We hebben het al gehad over de kostenbeheersing. Dat is maar één element. Er moet zo efficiënt mogelijk worden georganiseerd. Dat is volgens mij niet vreemd aan het onderwijs, en dat zie je ook in andere organisaties.
Daarbij is het uiteraard cruciaal dat zo’n proces goed begeleid wordt en een participatief proces is waarin zoveel mogelijk mensen mee zijn. In het geval van onderwijs moet er daarvoor gedragenheid zijn in uw korps om dat tot een goed einde te kunnen brengen. Ik deel volledig de mening dat het tot de autonomie van de inrichtende macht behoort om die keuze weloverwogen te maken.
Tot slot kan ik u geruststellen op het vlak van fusies, door enige ervaring in het landschap van de politie. Kleinschaligheid is mogelijk in die grootschaligheid. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar je kunt die kleinschaligheid perfect organiseren in de grootschaligheid. Er zijn vandaag heel wat campusmodellen in het Vlaamse onderwijslandschap die zich zodanig organiseren dat de leerlingen niet het gevoel hebben dat ze opgaan in een grote mastodont.
We moeten de autonomie inderdaad bij de scholen durven te leggen. Zij moeten zich zodanig kunnen organiseren dat het op een efficiënte wijze kan, ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs.
De heer Coel heeft het woord.
Collega's, ik begrijp dat de minister niet vanuit Brussel aan de tekentafel gaat zitten om voor alle scholen te bepalen hoe zij zichzelf moeten organiseren. Wij staan volledig achter die autonomie.
Maar ik verwijs naar het voorbeeld uit Leuven dat de vorige vraagsteller had aangehaald: drie sterke scholen met een sterk lerarenkorps, met voldoende leerlingen, een duidelijk pedagogisch project en een duidelijk profiel, waar weinig aanwijsbare redenen zijn om naar een soort van eenheidsworst te evalueren. Het is dan ook bijzonder jammer om vast te stellen dat er daar vanuit de inrichtende macht initiatief wordt genomen om dat dusdanig te herorganiseren, zonder draagvlak. Daar is dan toch iets misgelopen in het participatief project. Er zijn bijna tweeduizend mensen op straat gekomen om te protesteren tegen die gang van zaken.
Ik juich dus toe dat in dit regeerakkoord werd opgenomen dat we die participatie zullen verankeren, dat die belangrijker wordt en dat er daarmee meer rekening zal worden gehouden. Onze fractie hoopt dat die betrokken inrichtende macht nog eens goed nadenkt en in overleg treedt met het korps en de betrokken ouders en leerlingen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik willen wijzen op drie zaken die niet onbelangrijk zijn.
Eén, er worden hier een aantal woorden door elkaar gehaald. Fusie, schaalvoordelen, schaalvergroting, schoolvergroting: dat zijn natuurlijk allemaal andere zaken. Niemand kan tegen schaalvoordelen zijn. Maar als je met drie scholen samen computers aankoopt, dan hoef je niet te fusioneren, dan hoef je ook geen scholen te laten verdwijnen, of te laten opgaan. Je kunt dat ook vandaag al, binnen je scholengemeenschap. We moeten dus opletten dat we niet alles door elkaar halen.
Twee, ik ben in het voorjaar van 2019 in Nederland naar een heel grote scholenfusie geweest. Het probleem daar is dat de leerkrachten niet meer weten wie de directeur is. Als de directeur binnenwandelt op de school, dan herkent niemand hem als directeur. Ik wil graag inpikken op wat de minister zei, over de identificatie met de school. Want dat is heel juist. Collega, straks staat er een vraag over het Inschrijvingsdecreet op de agenda. Als het de ouders niet zou uitmaken in welke school hun kind schoolloopt, dan zou er ook niet zoveel te doen zijn rond kamperen, wachtlijsten, enzovoort. Als ouder kies je voor een bepaalde school, omdat er daar een bepaalde sfeer is, een filosofie, een pedagogisch project. Wat de minister daarover zegt, klopt.
Het is heel vreemd dat je als dienstverlener in de dienstverlening je dienst, die gewild is door de klanten – ouders en leerlingen – gaat veranderen, en dat die ouders, die klanten op straat moeten komen om duidelijk te maken dat ze die dienst willen houden. Als het een dienstverlening is, wil je toch niet dat die alles omdraaien? Ik verwijs naar Pelt, Lokeren, Roeselare enzovoort. Ik wil er toch toe oproepen om daar heel voorzichtig te zijn. Schaalvoordelen? Ja. Maar op het moment dat je schoolfusies, schoolverdwijning wilt doen, moet je toch zeker dat participatief project lopen. Maar als mensen al de straat op beginnen te komen, dan weet ik toch niet of dat project, die stappen, goed gevolgd zijn, of de klanten dat inderdaad willen. Los van schaalvoordelen, want daar kan niemand tegen zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan weinig toevoegen aan wat ik al heb gezegd in mijn antwoord.
Opnieuw, we leggen de verantwoordelijkheid en de bevoegdheid volledig bij de schoolbesturen en die hebben er zelf alle belang bij om ervoor te zorgen dat ze een bonus hebben op het vlak van schaalvoordelen en schoolvoordelen. Dat is het meest essentiële. Ik kan natuurlijk niet ingrijpen in beslissingen die worden genomen of die al werden genomen. Ik hoop wel dat we het participatief traject kunnen versterken en ik hoop dat de maatschappelijke agitatie ter zake wel wat kan worden weggenomen.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik heb daar verder niet veel aan toe te voegen. Ik denk dat we op dezelfde golflengte zitten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.