Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, in juni bereikte de Europese Unie een akkoord over het handelsakkoord met MERCOSUR, het economische handelsblok bestaande uit Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay. Deze onderhandelingen vatten aan in 1999 en werden na twintig jaar eindelijk afgerond.
Specialisten waarschuwen ervoor dat de effectieve implementatie van dit verdrag verre van zeker is gezien de sterke oppositie hierover in diverse lidstaten. Indicatieve stemmingen in het Ierse en Oostenrijkse parlement draaiden al negatief uit. Tegelijkertijd wordt verwacht dat, na de vereiste juridische afwikkeling en Europese goedkeuring, het nog jaren zal duren vooraleer dit akkoord op de tafel van het Vlaams Parlement kan komen.
Desalniettemin lijkt het mij nuttig ons huiswerk nu al te maken. De economische impact van MERCOSUR wordt achtmaal zo groot geacht als die van het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA). Ik dien niemand in deze commissie eraan te herinneren hoeveel commotie dat laatste akkoord losmaakte. Het lijkt me dan ook raadzaam dat we ons hierop tijdig voorbereiden.
Dat MERCOSUR vooral impact zal hebben op onze voedingsindustrie staat buiten kijf. De handelsbalans tussen de Europese Unie en MERCOSUR is relatief in evenwicht, met ongeveer 40 miljard euro aan export en import aan beide kanten. Terwijl de EU echter vooral machines en afgewerkte producten exporteert, voert MERCOSUR voornamelijk landbouwproducten zoals vlees en suiker uit naar Europa.
Het geplande akkoord haalt voor bijna 4 miljard euro handelsbelemmeringen weg, wat bijvoorbeeld de 28 procent invoertarieven op Europese kaas doet wegvallen. Daar staat natuurlijk tegenover dat bijvoorbeeld Zuid-Amerikaans vlees aan veel gunstigere tarieven, doch in beperkte hoeveelheden, op de Europese markt kan komen.
De vraag is in hoeverre de Vlaamse landbouwsector voorbereid is op een implementatie van dit associatieverdrag. In het regeerakkoord wordt hier al op gealludeerd: “We pleiten er ook voor dat de EU financiële maatregelen kan treffen om negatieve effecten van nieuwe overeenkomsten voor bepaalde sectoren te verzachten.”
Zelf plant de Europese Unie tot 1 miljard euro overgangssteun en compensatiemaatregelen voor sectoren die nadelen zouden ondervinden van het akkoord.
Minister, hoe evalueert u de impact van het akkoord met MERCOSUR op de Vlaamse land- en tuinbouw? Hebt u voldoende zicht op de compensatiemaatregelen die de Unie in het vooruitzicht stelt? Op welke manier zou u deze eventuele nadelige effecten voor de betrokken Vlaamse sectoren opvangen en een zo pijnloos mogelijke transitie garanderen? Is hierover overleg gepland op Europees niveau? Werd er al interfederaal overleg gevoerd over de Belgische standpuntbepaling in de Europese Raad?
Minister Crevits heeft het woord.
Na 20 jaar onderhandelen zijn de onderhandelaars van de Europese Commissie en het MERCOSUR-handelsblok het op 28 juni 2019 eens geraakt over de tekst van een handelsakkoord. Dit handelsakkoord maakt deel uit van een bredere associatieovereenkomst waarmee de 28 lidstaten van de Europese Unie en de 4 Zuid-Amerikaanse MERCOSUR-landen hun toekomstige politieke en economische samenwerking willen bevorderen.
Het akkoord is nog niet van kracht. Het gaat om een zogenaamd gemengd akkoord, wat betekent dat het zowel door de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken en het Europees Parlement, als door de nationale en regionale parlementen van alle lidstaten moet worden bekrachtigd. We kunnen vandaag dus nog geen definitieve uitspraken of voorspellingen doen, want de ratificatieprocedure moet nog starten.
In het algemeen kan worden gesteld dat elke potentiële handelspartner zowel offensieve als defensieve belangen heeft. Bij handelsakkoorden komt het erop aan een billijk evenwicht te vinden tussen die verschillende belangen, wat uiteraard niet altijd evident is en ook de lange duurtijd van het onderhandelingsproces verklaart.
Als we binnen het MERCOSUR-akkoord specifiek naar onze Vlaamse land- en tuinbouwsector kijken, krijgen we een gevarieerd beeld. Voor bepaalde producten zoals verwerkte aardappelen, groenten en fruit, zuivel, bier, gesuikerde eetwaren enzovoort, biedt het openen van de Zuid-Amerikaanse markt kansen aan onze ondernemingen. Voor andere producten zoals rund- en kippenvlees en ook witte suiker, is het akkoord minder evident.
De producten die de MERCOSUR-landen exporteren naar de Europese Unie moeten weliswaar aan dezelfde hoge Europese standaarden inzake voedselveiligheid voldoen, maar wat mij betreft mag dit nog veel verder gaan. Als bewuste Europese consumenten mogen we niet alleen naar de winkelprijs en de veiligheid van ingevoerde producten kijken, maar verdient ook de manier waarop die producten ginds werden geproduceerd, onze aandacht.
De recente aandacht die er was voor niet-duurzame praktijken in MERCOSUR-landen – denk maar aan ontbossing of aan het afbranden van percelen voorafgaand aan de teelt met risico op overslaande brand naar omliggende bossen –, toonde aan dat die bezorgdheid binnen de Europese Unie breed wordt gedeeld. Om tot duurzame handelsrelaties te komen, is het primordiaal dat beide handelspartners voldoende aandacht besteden aan productierandvoorwaarden zoals arbeidsomstandigheden, milieu, natuur, klimaat en dierenwelzijn. Handel kan net een instrument zijn om positieve evoluties in gang te zetten in het land van oorsprong. Daar zitten dus ook wel mogelijkheden in.
Wat het verlagen van de douanetarieven betreft, is het belangrijk te onderstrepen dat het akkoord in een geleidelijke infasering voorziet. Bij een eventuele toekomstige inwerkingtreding zal er dus geen plotselinge marktverstoring optreden door grote toevoer van gevoelige producten.
Om de gevolgen van het akkoord op de landbouw in de Europese Unie op te vangen, heeft Europees landbouwcommissaris Phil Hogan bekendgemaakt dat een steunpakket van 1 miljard euro in het vooruitzicht wordt gesteld. Dit steunpakket zal beschikbaar zijn op het moment dat er een negatieve impact wordt vastgesteld. Maar nogmaals, we zijn nu voorop aan het lopen, het akkoord moet nog worden geratificeerd, en we zijn zover nog niet. Zoals u zelf aangaf, collega Joosen, hebben we geen glazen bol en is er geen garantie dat het akkoord alle hordes in de Europese Unie zal kunnen nemen.
Gelet op de grote belangen voor Vlaanderen, zullen wij dit dossier zeer nauwgezet opvolgen zodat, mochten er negatieve gevolgen zijn, die effectief kunnen worden gecompenseerd.
Ik wil starten met een kanttekening te maken. Het is heel belangrijk om te onderstrepen dat het gaat over veel meer dan alleen landbouw. Er zijn veel sectoren bij betrokken. Vlaanderen heeft veel te winnen bij goede handelsakkoorden en handelsassociaties. We mogen dat totaalplaatje zeker niet uit het oog verliezen.
Wat het aspect landbouw betreft, kijken we naar de defensieve belangen. Het gelijke speelveld bewaken, is zeer belangrijk. De kwaliteitsnormen en de productievoorwaarden zijn zeer belangrijk. De kwaliteitsnormen van die producten moeten voldoen aan de Europese normen, en dat geeft toch wat bezorgdheden in de sector. Daar moeten we heel waakzaam voor zijn.
Minister, ik ben ook blij dat u hebt aangegeven dat er heel wat potentieel is. Er zijn wat offensieve belangen voor de sector. Onze Vlaamse land- en tuinbouw heeft nood aan nieuwe markten en aan bijkomend groeipotentieel. Dat mogen we zeker niet negeren. Ik ben blij hier uw visie over te vernemen. Het is inderdaad nog een beetje voorbarig om te kijken hoe we het Europese steunpakket dat in het vooruitzicht staat, kunnen invullen. Ik ben toch blij te vernemen dat als dit concreet wordt, u dat zeker zult bekijken en het Vlaamse standpunt duidelijk zult maken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik ben heel verwonderd over uw antwoord, maar ook wel blij voor een deel. Ik heb gisteren in de commissie Buitenlands Beleid een voorstel van resolutie voorgelegd met de vraag om invloed uit te oefenen bij Europa om ervoor te zorgen dat er echt wel voorwaarden opgelegd worden inzake ontbossing. U verwijst naar het feit dat er heel wat bedenkingen zijn op de manier waarop een aantal landbouwproducten worden geproduceerd. Dat was net een onderdeel van dit voorstel van resolutie. Het is gisteren weggestemd door collega's van CD&V, Open Vld, de N-VA en het Vlaams Belang. Ik was daar zelf heel verwonderd over, want er werd toen heel duidelijk aangegeven dat iedereen bezorgd was over de ontbossingspraktijken, de afbrandingspraktijken en de onderdrukking van de inheemse volkeren in het Amazonewoud. Dat werd daar heel duidelijk gesteld. Ik heb toen heel duidelijk aangehaald dat wij vinden dat een aantal producten die op die manier zijn ingevoerd, de markt ontwrichten, ook hier in Vlaanderen. U geeft het hier nu letterlijk toe. Ik hoop dat wat u hier zegt, u ook echt zult proberen te bepleiten, want gisteren was die wegstemming toch wel een verrassing, want het is iets waar we het allemaal over eens zijn. Ik hoop dat dat wel degelijk zal leiden tot aanpassingen en bijstellingen van het handelsakkoord, zodat we een halt kunnen toeroepen aan de ontbossingen en alles in het werk kunnen stellen om vanuit Europa dat duidelijke signaal te geven.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ik dank de minister voor het antwoord en mevrouw Joosen voor de pertinente vragen. Minister, ik ben blij dat u dat level playing field ruimer ziet met zaken als een duurzame productie en ook dierenwelzijn. Dat zijn zaken die wij zeer belangrijk vinden en die we toch niet terugvinden bij de handelspartners waar het nu om gaat. Ze wekken in de sector wel bezorgdheid op over hoe wij daar dan nog mee kunnen concurreren. De concrete vraag is wel hoe u denkt dat om te zetten in beleid op het ogenblik dat MERCOSUR zou worden geïmplementeerd.
Een tweede aspect is de ontbossing. U hebt er zelf naar verwezen. Afgelopen maandag was er bij de federale collega's een delegatie op bezoek van lokale bevolkingsgroepen die kwamen pleiten om MERCOSUR niet goed te keuren. Dat is natuurlijk begrijpelijk omdat zij degenen zijn die ontheemd geraken door wat daar gebeurt.
Het is ook goed dat ze een appel doen op ons verantwoordelijkheidsbesef en daarvoor ook de Europese Unie aanspreken, maar Vlaanderen neemt vandaag natuurlijk op heel veel vlakken al heel wat verantwoordelijkheid op. We hebben aandacht voor verantwoorde soja – daar bestaat zelfs een actieplan voor –, ons witblauw is ongeveer het meest eco-efficiënte rundveeras, we zoeken ook alternatieven voor ingevoerde soja enzovoort. De vraag is of we die goede praktijken vanuit Vlaanderen ook kunnen overbrengen naar de rest van Europa en hoe we dat kunnen doen, en op welke manier we ook in Vlaanderen nog een tandje zouden kunnen bijsteken.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Sorry dat ik namens onze fractie ook nog het woord neem, maar ik kom even terug op de opmerking van mevrouw Schauvliege naar aanleiding van de commissievergadering Buitenlands Beleid van gisteren rond het Amazonewoud, waar we allemaal de bezorgdheid hebben gedeeld over de ontbossing, en waar we ook hebben aangekondigd dat we ons niet konden vinden in de bewoording van de resolutie die voorgelegd werd, omdat die bepaalde sectoren redelijk erg viseerde. Maar we hebben ook aangekondigd dat we een nieuw initiatief zullen opstarten. Ik denk dus dat we daar wel zullen kunnen landen en onze bezorgdheid zeker kunnen delen en tonen dat we die ontbossing echt wel problematisch vinden. Dat komt dus zeker in orde.
Mevrouw Schauvliege, ik dacht dat u zeer gelukkig zou zijn met mijn antwoord. Het is niet omdat de resolutie weggestemd wordt, dat er geen bezorgdheden zijn. Ik heb net in alle openheid mijn bezorgdheden geuit, ik heb mijn engagement ook gegeven dat ik er samen met de collega’s over ga waken dat die evenwichten bewaard blijven. U zou gelukkig moeten zijn. Het is natuurlijk niet aan mij om uw geluk te bepalen, maar in mijn perceptie zou u evengoed gelukkig kunnen zijn met mijn antwoord, en zeker met de aanvulling van collega Talpe, die stelt dat in de commissie Buitenlands Beleid ook een initiatief genomen zal worden.
U hebt inderdaad een punt dat dit over veel meer gaat dan over de landbouw alleen. Dit is veel breder. Maar de vraag is hier gesteld door collega Joosen in het kader van de impact op de landbouw. Ik heb mij dus vanuit mijn bevoegdheden gematigd positief/negatief getoond, maar toch ook wel bezorgd over de mogelijke effecten, en met de vraag om niet alleen rekening te houden met de prijs, maar ook met de wijze waarop producten geproduceerd worden. Ik merk dat steeds meer mensen in Vlaanderen daar gevoelig voor zijn. Als er zulke verdragen komen, moeten we die gevoeligheden dus ook meenemen in de beslissing over het al dan niet ratificeren.
Ik wou kort nog aanvullen dat we allemaal die bezorgdheid rond de ontbossing van het Amazonewoud delen. Daar is gisteren ook een debat over geweest, en wij willen dat ook aangaan. Er is gisteren ook expliciet gezegd dat er nog een initiatief zal volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.