Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Om de omschakeling naar een ecologischer en veiliger transport te ondersteunen voorzag de Vlaamse overheid in steun vanaf het najaar 2017 voor de uitgaven van een aantal maatregelen gedurende drie opeenvolgende kalenderjaren.
Op 22 september 2017 keurde de Vlaamse Regering het besluit definitief goed voor het toekennen van subsidies aan ondernemingen voor uitgaven ter bevordering van ecologisch en veilig goederenvervoer.
De maatregel richt zich tot ondernemingen met een exploitatievestiging in het Vlaamse Gewest en met minstens een vrachtwagen of samenstel voor het vervoer van goederen over de weg waarvan het maximaal toegestane gewicht meer dan 3,5 ton bedraagt.
Minister, hoe evalueert u het succes en het effect van deze subsidies? Zal de huidige regering, met het oog op de geplande besparingen in kmo-subsidies, deze subsidie nog verlenen voor de jaren 2020,2021 en 2022? Plant u deze subsidies desgevallend te hervormen? Zo ja, in welke zin? Welke andere initiatieven wilt u desgevallend nog nemen om ecologisch en veilig goederenvervoer te ondersteunen?
Minister Crevits heeft het woord.
De subsidie past binnen de flankerende maatregelen die werden getroffen ten aanzien van het goederenvervoer over de weg bij de invoering van de kilometerheffing. We hebben daarover afspraken gemaakt met de sector. Die steunmaatregel is gelanceerd in het najaar 2017 en loopt tot 31 december 2019. De maatregel is gefinancierd door het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken vanuit de provisie voor de kilometerheffing. Om de omschakeling naar veiliger en ecologischer transport te ondersteunen, voorzien wij in subsidies voor een pakket aan investeringen die aangevraagd kunnen worden via het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). We willen op die manier een versnelling realiseren op het vlak van groenere en veiligere voertuigen. Dat komt niet alleen ten goede van de sector maar ook van de mensen.
Het gaat onder meer over investeringen in rijassistentiesystemen voor energiezuinig en verkeersveilig rijgedrag, extra veiligheidsvoorzieningen, extra voorzieningen met een positieve impact op het milieu en op de geluidslast, maatregelen voor een betere ergonomische vormgeving van de bestuurdersplaats of maatregelen ter vermijding van diefstal. De steun bedraagt maximaal 100.000 euro per onderneming voor uitgaven verricht in de drie kalenderjaren 2017, 2018 en 2019. Daar kan men al iets mee doen. Op de website van VLAIO vindt men alle informatie.
Er is voor geopteerd om deze subsidiemaatregel te organiseren zoals die georganiseerd is. Na de indiening van een aanvraag geldt een controleperiode en dan volgt een automatische uitbetaling. Om ervoor te zorgen dat het budget niet ontspoort, is het jaarlijks maximaal uit te keren subsidiebedrag vastgelegd op 36 miljoen euro.
We hebben nog niet alle budgetten uitgegeven. Er zijn in 2017 708 dossiers ingediend, in 2018 1865 en in de eerste helft van 2019 344. Het maximumbudget werd dus niet uitgegeven in 2017 en 2018. Einde 2018 werd door de Vlaamse Regering beslist het steunplafond op te trekken van 3000 euro naar 5000 euro per vrachtwagen omdat we zagen dat de budgetten niet opraakten en omdat er vragen waren vanuit de sector.
Voor de goedgekeurde aanvragen in 2017 en 2018 kregen de ondernemingen de mogelijkheid om hun dossiers te herzien. Zo wilden we iedereen gelijk behandelen, anders zaten we met een ongelijke behandeling. Deze herzieningen worden afgerond op het budgetjaar 2019.
Aangezien de steun aangevraagd moet worden op basis van gefactureerde uitgaven per kalenderjaar, piekt het aantal steunaanvragen doorgaans in het laatste kwartaal en zelfs de laatste maand van het jaar. Het is dus nog niet mogelijk om uitspraken te doen over het succes in 2019.
Zoals aangegeven, dooft deze maatregel uit einde 2019. Als antwoord op uw vraag naar de mogelijke gevolgen van de besparingen voor de maatregel en een eventuele verlenging, deelde minister Peeters mee dat de middelen voor deze subsidie zijn voorzien in de ontwerpbegroting. De minister van Mobiliteit en Openbare Werken onderzoekt hoe ze hier op de meest geschikte manier mee kan omgaan. Voor uw vraag naar de mogelijke hervormingen verwijs ik u door naar minister Peeters. Zij bekijkt de meest geschikte maatregel. Er is wel budget voor. Zij onderzoekt of een hervorming al dan niet aan de orde is.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik heb die cijfers ook gekregen. In 2017 werden inderdaad 1738 steunaanvragen ingediend voor een totale subsidie van 8,5 miljoen euro. Voor 2018 zaten we met 1865 aanvragen voor een totaal van bijna 21 miljoen euro. Er is voor 2019 nog wel wat geld over. Ik wil hier ook even benadrukken dat de sector het heel moeilijk heeft. Een verderzetting van die steun is heel hard welkom. De sector heeft te maken met de hoge dieselaccijnzen, de concurrentie met het Oostblok, het feit dat transport nog altijd een knelpuntberoep is, de kleine winstmarge, de steeds strengere milieunormen. Een verderzetting van die subsidie is zeker welkom.
U zei juist dat het uitdooft in 2019, maar dat er toch nog middelen zijn voorzien in de begroting. Mag ik er dan van uitgaan dat het opnieuw gaat over 36 miljoen euro?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Voorzitter, ik ben hier ook kakelvers in deze commissie. Een van de voordelen daarvan is inderdaad dat men de zaken vanuit een kakelverse optiek kan bekijken.
Dat is trouwens altijd heel nuttig bij subsidies. Men moet subsidies altijd evalueren en het effect ervan nagaan. Bij deze specifieke subsidie moeten we inderdaad de vraag stellen wat het gebruik ervan is. Daar heeft de minister al op geantwoord. Maar ook: wat is de effectiviteit ervan? De vraag die we moeten stellen, is: als we de subsidie niet zouden geven, zou er dan nog steeds geïnvesteerd worden in veiligheid en ecologisch vrachtvervoer?
Het regeerakkoord voorziet in een aantal alternatieven. Het zet onder andere fel in op het transport over het water en het spoor. Een belangrijke struikelblok is dat de drempel om het vervoer om te schakelen – de overslag van goederen zoals dat heet – voor veel transporteurs redelijk hoog is. De spoor- en transportfederaties hebben daarom deze zomer een voorstel gedaan om dat vervoer over water en spoor te stimuleren door daar extra flankerende maatregelen voor te voorzien. Volgens hun berekeningen zou dat jaarlijks 750.000 vrachtwagenritten van de weg kunnen halen.
De vraag of we die subsidies naar water- en spoorvervoer moeten omschakelen, is in mijn ogen onbeantwoord. We vragen ons af of er eventueel denksporen zijn om de subsidies voor ecologisch en veilig transport te hervormen, zodat de mogelijkheden voor water- en spoorvervoer meer worden gestimuleerd, zoals ook in het Vlaams regeerakkoord staat.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Vande Reyde, wat de voortzetting van de middelen betreft, heeft minister Peeters bevestigd dat de middelen er zijn. Ik wil, aansluitend op uw suggestie, nog even vermelden dat we het vervoer over het water en andere mogelijke alternatieven uiteraard moeten ondersteunen. Maar deze maatregel is specifiek genomen toen de kilometerheffing voor vrachtwagens is ingevoerd. De maatregel laat de sector toe zich versneld te vergroenen. Het is lastig nu zomaar te zeggen dat we dat geld voor iets anders zullen gebruiken.
Mevrouw Malfroot, op dat vlak kan ik u niet tegenspreken. De kilometerheffing heeft effecten op de sector. We hebben gesteld dat we zouden zorgen voor meer mogelijkheden om te verduurzamen en te vergroenen. Dat komt de mensen en de bedrijven ten goede.
Minister Peeters heeft verklaard dat de budgetten blijven en dat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) beschikbaar is om dit volledig te organiseren. We moeten in eerste instantie naar de sector zelf blijven kijken, zonder hiermee afbreuk te doen aan de gerechtvaardigde shift naar het water die nodig is.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. We zullen dit verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.