Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik heb deze vraag begin oktober ingediend, maar intussen is ze al een beetje door de actualiteit ingehaald. Toen ik de vraag indiende, was er nog heel veel onduidelijkheid over de werknemers van Thomas Cook. Het ging over een 500-tal werknemers. 150 daarvan zouden uit Brussel en Wallonië komen, 350 uit Vlaanderen. Intussen is de situatie al een klein beetje veranderd, in die zin dat er een overnemer is gevonden, het Spaanse Wamos, dat 62 van de 91 winkels heeft overgenomen en 200 van de 500 werknemers. Dat is natuurlijk een goede zaak, maar toch blijven nog een aantal vragen overeind.
Minister, wat gebeurt er met die 30 andere winkels en met de rest van de werknemers? Niet alle werknemers kunnen aan de slag bij de overnemer en het nog niet duidelijk is wat er met hen gebeurt. Klopt het dat het gaat over 150 Vlaamse werknemers?
Hebt u als minister van Werk de afgelopen weken contact gehad met Thomas Cook of met de overnemer, de directie of het personeel?
Op welke manier zullen de werknemers van Thomas Cook, dat nu in handen is van Wamos, op de arbeidsmarkt begeleid worden naar een nieuwe job? Krijgen zij een specifieke begeleiding? Over welk profiel gaat het?
Ik vind het wel opvallend om in de pers te lezen dat Wamos intussen op zoek is naar nieuwe werkkrachten omdat ze niet alle jobs ingevuld krijgen, terwijl er net een afvloeiing is geweest van ongeveer 150 mensen. Op welke manier kunnen die mensen begeleid worden naar een job daar?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Annouri, ik heb vanmorgen nog cijfers gekregen over het aantal personeelsleden dat door Wamos wordt overgenomen. De voorlopige teller staat op 165, met als doel er 190 over te nemen. Uit de personeelslijst die VDAB ontving van de curatoren, bleek dat 366 werknemers in Vlaanderen getroffen zouden worden. Ik heb u net gezegd dat een aantal daarvan mogelijk een doorstart kunnen maken bij de overnemer.
VDAB staat op dit moment in contact met de curatoren. Ik heb zelf nog geen contact gehad met de werkgever. Dat is bij een faillissement niet zo vreemd omdat er op het moment van het uitspreken van het faillissement geen werkgever meer is en het dossier vanaf dan opgevolgd wordt door de aangestelde curatoren. Dat is een heel normale gang van zaken. De getroffenen op de personeelslijst die VDAB ontving van de curator, krijgen een outplacementtraject aangeboden met een duurtijd van een jaar. Dit traject wordt door VDAB bekostigd via het Sociaal Interventiefonds.
Concreet zal het outplacementkantoor de betrokken werknemers uitnodigen voor een infosessie. Tijdens deze infosessies wordt toegelicht welke acties de verschillende betrokken partijen zullen ondernemen. Het aangestelde outplacementkantoor en VDAB zetten alles op alles om alle getroffen werknemers te bereiken en hen te informeren over hun outplacementverplichting. De sociale interventieadviseurs zien er ook nauwgezet op toe dat alle getroffenen ingeschreven zijn als werkzoekende bij VDAB of bieden hun de mogelijkheid om zich alsnog in te schrijven. De sociale interventieadviseurs zullen de getroffenen ook uitnodigen voor een individueel gesprek.
Vervolgens gaat het outplacementkantoor met deze mensen aan de slag om zo snel mogelijk een nieuwe baan te vinden of als zelfstandige te starten. Er wordt ook aandacht besteed aan opleiding en de erkenning van verworven competenties. Daarnaast kunnen de getroffenen ook een beroep doen op VDAB-dienstverlening, waaronder vacaturedatabank, gratis opleidingen enzovoort. In die gevallen dat er na de outplacement nog geen duurzame tewerkstelling is, zal er een warme overdracht naar VDAB gebeuren. Het is in elk geval onze intentie om alles op alles te zetten om via begeleiding op maat alle mensen aan een nieuwe job te helpen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De laatste cijfers zijn natuurlijk iets minder goed dan die die in de pers zijn verschenen. Daar ging het dan over 200. Het zijn er 190 op termijn, ‘ça va’ dan nog. 366 mensen in Vlaanderen: dat is een bevestiging van wat in de pers stond.
Zo'n outplacementtraject is goed. In het verleden hebben we gezien dat heel wat mensen daarmee geholpen worden en dat het percentage van mensen dat opnieuw aan de slag kan, redelijk hoog ligt. Dat is een waardevol traject.
Ik vond het enkel vreemd om te lezen dat Wamos op dit moment niet alle winkels dat het opnieuw geopend heeft, maximaal kan laten runnen omdat er niet voldoende personeel is. Ze willen nieuwe mensen aantrekken. Ik vind dat een beetje vreemd als er net 366 min 190 mensen op straat zijn gezet. Wil dat zeggen dat dat personeel geen winkelpersoneel is en niet omgevormd kan worden? Kan daar geen apart traject voor opgezet worden? Ze hebben toch ervaring binnen het bedrijf. Kunnen ze daar niet gewoon naartoe geleid worden? Dat lijkt me toch iets dat onderzocht moet worden. Hebt u er weet van of dit gebeurt?
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, het faillissement van Thomas Cook is natuurlijk een heel spijtige zaak. We zijn blij dat er toch al een overnemer klaarstaat om een deel van de mensen – en we hopen natuurlijk allemaal zoveel mogelijk – over te nemen.
Mevrouw Talpe had ook al een vraag gesteld aan de minister van Toerisme in de bevoegde commissie. Zij wist te zeggen – wat een treffend cijfer is – dat de hele reissector in problemen zit. Het aantal mensen dat via een klassieke reisoperator vakanties boekt, is serieus aan het dalen. Het cijfer van toeristen die onze kunststeden bezoeken, was gedaald van 24 naar 6 procent op enkele jaren tijd. Dat is waarschijnlijk een indicatie voor de hele sector.
Mijn vraag gaat dan ook wat ruimer. Overweegt u om met de reissector in overleg te gaan vanuit uw economiebevoegdheid om na te gaan of er iets kan gebeuren? Misschien komen er nog ‘Thomas Cooks’, weliswaar op kleinere schaal. Misschien kan met de reissector in overleg gegaan worden om iets proactief te doen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Ongena, het klopt inderdaad dat de sector wat in de problemen zit. Er wordt ook vaak gekeken naar de rol van digitalisering en globalisering. De opkomst bijvoorbeeld van digitale platformen zorgt ervoor dat mensen hun eigen ding doen en minder een beroep doen op dienstverlening. Ik ben zeker bereid om met de sector aan tafel te zitten, maar ik zou het dan in het algemeen willen doen en niet gefocust op één speler, om na te gaan welke mogelijke instrumenten er zijn. We kunnen die moderne platformen natuurlijk ook niet wegdenken of wegtoveren. Ze zullen altijd blijven.
Het interesseert mij wel – daarvoor vind ik een mooie kapstok in het regeerakkoord – hoe we mensen die in de sector werken, sneller of zelfs preventief klaar kunnen maken om in een veranderende wereld hun ding te kunnen doen. Het treft mij dat bij vele collectieve ontslagen de cultuur om flexibel te denken aan de toekomst niet echt aanwezig is. Ik druk mij nu heel voorzichtig uit. In ons regeerakkoord staat dat we een competentievisum willen ontwikkelen om de zoektocht naar een job voor mensen te faciliteren, waarbij de competenties die men heeft opgebouwd, in kaart worden gebracht en zichtbaar zijn. Als dat natuurlijk nog allemaal gemaakt moet worden op het moment dat er een probleem is, dan wordt er tijd verloren. We zouden er eigenlijk in moeten slagen dat mensen dit al hebben tijdens een job, wat het gemakkelijker kan maken om een transitie te doen. Dat zou ook iets preventief kunnen zijn.
We zullen hier nog vaker discussiëren over hoe de regering proactiever kan zijn en ervoor kan zorgen dat mensen in het kader van levenslang leren flexibel kunnen schakelen als dat nodig zou zijn. Door de methodieken die de overheid uitwerkt, kan er een duwtje in de rug gegeven worden.
Hoe komt het dat de winkels geen personeel hebben? Er moet natuurlijk aangeworven worden. Dat proces loopt. Het gaat niet enkel over winkelpersoneel. VDAB levert bijstand om te kijken welke profielen er zijn en wie kan worden ingeschakeld. Ik ga er dus van uit dat dit snel opgelost zal worden. Ik weet dat VDAB daar sowieso een actieve rol in speelt.
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat uw laatste bemerkingen misschien wel de belangrijkste zijn. We hebben hier de afgelopen vijf jaar in dit parlement al te vaak debatten gevoerd over bedrijven die overgaan tot een grote ontslagronde vanwege digitalisering en robotisering. Achteraf zeggen ze dan altijd: ja, we hadden onze mensen eigenlijk op voorhand moeten voorbereiden of veel meer vorming en scholing moeten geven.
Ik denk dat het een absolute prioriteit moet zijn van de regering om hierop in te zetten. Want als ze die arbeidsmarkt van de toekomst wil hebben, die digitalisering en robotisering omarmt als potentieel voor het creëren van jobs, dan denk ik dat die vorming en dat levenslang leren als DNA in die arbeidsmarkt en economie moeten zitten. Dat is vandaag nog te weinig het geval. Ik denk dat u daarvan absoluut een van de grote prioriteiten moet maken. Het staat in het regeerakkoord, maar de uitrol ervan zal minstens even belangrijk zijn. Ik kijk er dus naar uit om die debatten te voeren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.