Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, recent trokken de kustvissers aan de alarmbel over de snel teruglopende vis- en garnaalbestanden in de Vlaamse kustzone. In deze 12 mijlszone mag wettelijk uitsluitend door vaartuigen met een motorvermogen van maximum 300 pk worden gevist. Toch zou de overgrote meerderheid van de daar aanwezige schepen aanzienlijk grotere motorvermogens voeren. Hierdoor kan veel langer en intenser worden gevist, met oneerlijke concurrentie voor de bonafide vissers en snel teruglopende vispopulaties als mogelijk gevolg.
In Nederland legde de NOS in een eigen onderzoek bloot dat ruim de helft van de 75 grootste kustvissersboten een veel ruimer vermogen heeft dan toegelaten. Uw bevoegde Nederlandse collega gaf reeds toe dat de controle volledig ontoereikend was het afgelopen decennium. Vlaamse kustvissers gaven in reactie op dit Nederlandse onderzoek dan weer toe dat heel wat van onze eigen vaartuigen eveneens opgevoerd werden om in deze wedloop der Lage Landen niet kopje-onder te gaan.
Minister, hoe evalueert u de bevindingen van het Nederlandse onderzoek? In hoeverre correspondeert dit met de bevindingen en signalen die we hierover in Vlaanderen krijgen?
Op welke manier wordt momenteel voorzien in controle en handhaving? Bent u van mening dat de controles toereikend zijn? Kan men de controles makkelijk omzeilen? Worden ze aangekondigd?
Voorziet u in initiatieven teneinde het gelijke speelveld te garanderen, al dan niet in samenwerking met uw federale collega?
Ziet u de afgelopen tien jaar een opmerkelijke daling in het aantal kustvaartuigen tot 300 pk? Ziet het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) de afgelopen tien jaar een opmerkelijke daling in het vis- en garnalenbestand in de 12 mijlszone?
Minister Crevits heeft het woord.
Vlaanderen is bevoegd voor de uitvoering van het Europees visserijbeleid, maar de certificering, controles en handhaving van het motorvermogen van binnenlandse vaartuigen valt onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Motorvermogens van buitenlandse vaartuigen worden gecertificeerd door de vlaggenstaat van dat vaartuig.
De controles op het motorvermogen zijn zo’n specifieke, technische aangelegenheid dat ze worden aangekondigd tijdens de visreis die aan de controle voorafgaat.
Er is binnenkort een overleg tussen ons departement en de FOD Mobiliteit en Vervoer ingepland om deze problematiek te bespreken. Na dit overleg kunnen gezamenlijke vervolgacties worden opgezet.
Ik heb uiteraard kennis genomen van het Nederlandse onderzoek. Ik heb mijn administratie opdracht gegeven om die problematiek nader te onderzoeken en zo nodig daar het juiste vervolg aan te geven. De eerste actie is dus dat we samen zitten met de administratie.
De afgelopen tien jaar zien we een algemene daling van het aantal Belgische vissersvaartuigen. In 2008 lag dit aantal nog op 100 vissersvaartuigen, waarvan 49 binnen het kleinvlootsegment tot 300 pk. In 2018 waren er 68 vissersvaartuigen, waarvan 33 behoren tot het kleinvlootsegment. Het totale bestand is dus gezakt. In die periode behoorde steeds ongeveer de helft van de vloot tot het kleinvlootsegment. Het kleinvlootsegment en de recreatieve vissers zijn actief in de 12 mijlszone. Die daling is dus niet sterker dan de algemene daling.
Het VLIZ coördineert, in samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO), enkel het Belgisch monitoringsprogramma voor de recreatieve zeevisserij. ILVO staat in voor de jaarlijkse nationale visserijmonitoring en de officiële rapportage aan Europa van de visstocks in de Belgische mariene wateren. Deze visbestanden worden opgevolgd voor de volledige Noordzee, en niet specifiek voor de 12 mijlszone. De toestand in deze specifieke zone is dus moeilijker in kaart te brengen. ILVO ziet wel signalen dat de volwassen tong en volwassen pladijs het de laatste jaren minder goed doen binnen de 12 mijlszone.
Dan kom ik tot de garnalen, die heel belangrijk zijn in het kader van mijn familienaam. Hoewel de visserijdruk op de garnaal sinds de jaren negentig gestegen is, kan ILVO de afgelopen tien jaar geen structurele daling in het garnaalbestand vaststellen. Zowel ILVO als, voor de recreatieve zeevisserij, het VLIZ merkt wel grote schommelingen die eigen zijn aan de soort. Naast visserij- en predatiedruk spelen ook weer en klimaat een rol in deze schommelingen van het bestand. Het schommelt wel, maar er is geen structurele daling.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We delen duidelijk de bezorgdheid om onze Vlaamse visserijsector. De sector kent al heel wat uitdagingen en deze komt daar nog eens bovenop.
De bevoegdheden inzake controle en handhaving zitten inderdaad enigszins verspreid, maar de ervaring leert ons dat het in zulke verhalen belangrijk is dat een betrokken partner het voortouw neemt. We rekenen er toch op dat dit in deze kwestie ook moet kunnen. Ik hoor dat er alvast een eerste overleg zal plaatsvinden met de federale collega's. Dat lijkt mij een heel goede zaak. De enige oplossing hier is controle, handhaving en serieuze sancties. Bonafide vissers verliezen hun broodwinning. Fraudeurs worden de facto beloond. Ik ben blij dat we daar hetzelfde over denken en dat er een initiatief zal worden genomen.
De Europese Commissie zal zich ook buigen over dit probleem. De commissie ziet mogelijkheden in het verplichten van een tachograaf die een overschrijding van de maximale vermogens registreert. Ziet u daar ook een oplossing in?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik zal de vraag over de tachograaf bekijken met mijn administratie. Ik kan daar nu geen antwoord op geven. Het is een suggestie die ik meeneem.
Mevrouw Joosen heeft het woord
Het is zeker iets dat bekeken moet worden.
Ik ben er ook tevreden over dat het regeerakkoord duidelijk de uitdagingen voor de Vlaamse visserijsector erkent en de visserijsector echt ziet als een volwaardig onderdeel van ons Vlaams voedselbeleid. Het is nu aan ons om antwoorden te bieden op de uitdagingen. Daar liggen kansen en we kijken uit naar verdere initiatieven ter zake.
De vraag om uitleg is afgehandeld.