Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Op 9 oktober vond een gedachtewisseling plaats in de Kamer met de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw, en Maatschappelijke Integratie, minister Ducarme, over de besmetting met listeria in een vleesverwerkend bedrijf in Nederland. Daar zei de minister dat een aantal elementen onder de bevoegdheid van het ministerie van Volksgezondheid vallen, maar dat er ook een aantal zijn die vallen onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen, waaronder de melding van gevallen van listeriose op hun grondgebied. De Gemeenschappen zelf zouden bepalen vanaf wanneer het federale onderzoekscentrum Sciensano op de hoogte gebracht wordt van gevallen van besmetting. Aan Franstalige kant zouden alle gevallen gemeld moeten worden, maar in Vlaanderen zal dat pas gebeuren na twee gevallen.
Klopt de informatie over die bevoegdheidsverdeling?
Wat is uw houding tegenover de verschillende invulling van die meldingsplicht? Zijn er goede argumenten om te wachten tot er een tweede besmetting is alvorens dit te melden? Is men daar in Wallonië misschien net iets te snel mee? Of denkt u dat het Waalse model op dit vlak voor verbetering zou kunnen zorgen en voor eventueel een sneller onderzoek naar besmettingen door een listeriabacterie uit voeding?
Minister Beke heeft het woord.
De melding van humane listeriosegevallen is inderdaad een bevoegdheid van de Gemeenschappen. Alleen is het niet zo dat die melding door artsen en klinische laboratoria aan Sciensano moet gebeuren, maar rechtstreeks aan Zorg en Gezondheid, met name aan de artsen infectieziektebestrijding van Zorg en Gezondheid. Sciensano is immers een wetenschappelijke instelling van de federale overheid en maakt geen deel uit van de Vlaamse overheid, tot op dit ogenblik. Wel werkt Zorg en Gezondheid nauw met hen samen en ontvangen ze voor beide surveillancetaken ook een Vlaamse subsidie.
Het in de aanhef vermelde ‘toezicht op besmettelijke ziektes’ is duidelijk een preventiezaak en dus eveneens een bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en niet van de federale overheid. De verzameling van gegevens over listeriose om de impact ervan te kennen op de gezondheid van de bevolking en om de evolutie ervan door de tijd te volgen, gebeurt via het peillaboratorianetwerk beheerd door Sciensano. Het wordt eveneens door de Vlaamse overheid gesubsidieerd.
Tot september 2009 waren individuele gevallen van listeriose ook in Vlaanderen meldingsplichtig aan de artsen infectiebestrijding van Zorg en Gezondheid. Bij de toenmalige herziening van de wetgeving is listeriose als specifieke te melden aandoening geschrapt en onder de ruimere noemer gebracht van voedselinfecties, waarvoor melding inderdaad slechts moet gebeuren vanaf twee gevallen.
De reden was tweevoudig en blijft vandaag nog altijd overeind. Vooreerst was er de vaststelling dat, wegens de vaak lange tijd tussen besmet en ziek worden bij listeriose, bij een geïsoleerde individuele melding in het verleden zowat nooit een bron kon worden gedetecteerd, ondanks intensieve bevraging. Weinigen herinneren zich immers, soms meer dan dertig dagen na datum, nog wat ze exact gegeten hebben.
De andere reden om listeriose als specifiek verplicht te melden aandoening te schrappen, waren kosten-batenoverwegingen met enerzijds het afstemmen van de te melden infectieziekten op de capaciteit van onze dienst verantwoordelijk voor infectieziektebestrijding en anderzijds de lasten voor de meldende arts.
De primaire preventie van voedselgerelateerde listeriose gebeurt het best en in de allereerste plaats brongericht. Belangrijk zijn hygiëne en stringente controles op listeriose ter hoogte van de productieprocessen van behandeld vlees, zoals bijvoorbeeld de snijmachines voor charcuterie.
Een secundaire preventie of vroegdetectie van clusters kan gebeuren door de analyses van de onderzochte humane stalen via de al genoemde peillaboratoria, de kiemanalyses door het nationaal referentiecentrum, en ten slotte door de melding bij het voorkomen van twee of meer gevallen.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is voor mij heel helder.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Er was deze zomer een onderzoek waarvan de resultaten eigenlijk pas in oktober gemeld werden via het Europese waarschuwingssysteem. Ik weet niet of u daarvan op de hoogte bent? Mocht dat niet zo zijn, dan zou ik u in zijn algemeenheid willen vragen hoe die informatiedoorstroming kan verbeteren. Want blijkbaar is er toch een heel lange tijd overheen gegaan. Mocht u dat specifieke geval niet kennen, dan is dat geen probleem. Ik heb het ook niet vermeld in mijn vraag. Maar het is wel iets waar we misschien eens naar kunnen kijken, zodat die meldingen zo snel mogelijk kunnen gebeuren.
Minister Beke heeft het woord.
Ja, ik wil dat zeker eens bekijken met Zorg en Gezondheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.