Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Van der Vloet heeft het woord.
Minister, communicatie is belangrijk voor iedereen en heel in het bijzonder voor de doelgroep van personen met een beperking. Ook in de vorige legislatuur heb ik daar vaak op gehamerd en heb ik daar geregeld vragen over gesteld.
Je hoort toch meermaals negatieve signalen. Ook nu krijg ik die weer door. Mensen geven aan dat informatie over de sector hen laattijdig bereikt en dat schriftelijke communicatie vaak moeilijk begrijpbaar is. Ik ben zelf nog eens gaan kijken op de website van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Ik vind dat altijd een kluwen om daar je weg in te vinden. We hoorden dat ook bij mensen met een beperking, dat het een hele tocht is als je iets moet gaan zoeken op die website. Dat bemoeilijkt het voor hen om de juiste informatie te vinden.
Nochtans staat of valt alles met de juiste communicatie. Daarom lijkt het mij belangrijk om daar in deze regeerperiode extra aandacht voor te hebben. Om de communicatie te verbeteren, zijn er reeds enkele stappen gezet. Zo is er sinds kort ook een rol weggelegd voor de gebruikersverenigingen in de vorm van een informatieloket. Dat is beslist in een besluit van de Vlaamse Regering op 1 maart 2019.
Ik heb daar de volgende vragen over, minister. Welke stappen worden er in deze legislatuur gepland om de communicatie en de informatiedoorstroom naar personen met een beperking en hun context te optimaliseren en te garanderen? Welke stappen worden er gezet om de stem van de personen met een beperking mee te nemen in de uitwerking van beleidsmaatregelen? Wat houdt de rol van de gebruikersorganisaties inzake het geven van de juiste informatie precies in? Op welke manier wordt dat tot op heden door hen uitgevoerd?
Minister Beke heeft het woord.
Er wordt op dit ogenblik volop gewerkt om het nieuwe regeerakkoord te vertalen in een beleidsnota. Op basis van de projecten en de doelstellingen die daarin geformuleerd worden, zal het VAPH een plan uitwerken om de realisatie van die doelstellingen te ondersteunen met een communicatieaanpak, waar nodig en binnen het kader van de beschikbare middelen.
Vandaag wordt er heel sterk geïnvesteerd in communicatie naar gebruikers. Er zijn verschillende initiatieven. U hebt verwezen naar de website van het VAPH. Dat is een algemene website, waar de VAPH-dienstverlening beschikbaar is voor personen met een handicap en hun omgeving. Ze vinden daar procesinformatie en wegwijsinformatie. Je hebt de website voor de professionelen. Je hebt de website met de digitale nieuwsbrief waar alles in gemeld wordt. Er zijn ook heel wat brochures. Ik heb er meegebracht: ‘Starten met het persoonsvolgend budget’, ‘Wegwijs in het persoonsvolgend budget’, ‘Ondersteuning op maat voor minderjarigen’, ‘Hulpmiddelen en aanpassingen’, ‘De zorgzwaarte bepalen: wat en hoe?’, ‘Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH)’, ‘Diensten ondersteuningsplan (DOP)’, ‘Handicap door een ongeval: hoe, wat, waar naartoe?’, ‘Uw rechten en plichten bij uw zorgaanbieder’. We hebben ook het blad ‘Sterk’. En er is ook nog het blad van het VAPH: ‘Vlaanderen is Welzijn. Op weg naar volwaardige participatie van personen met een handicap.’ En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik denk dus niet dat het aan informatie ontbreekt voor de mensen.
Er is ook nog een sprekerspool, die inspeelt op een aantal vragen vanuit de doelgroepen. Er is een telefoonnummer, de VAPH-lijn: 02 249 30 00. Daar kunnen personen met een handicap en hun omgeving, en professionals, terecht met vragen. Specifiek rond de transitie zet het VAPH ook in op heldere en persoonlijke brieven. Het VAPH organiseert ook regelmatige infosessies. Ik heb eerder al verwezen naar de infosessies die we in november zullen houden in verband met correctiefase 2.
Via het communicatieoverleg PVF, met een ruime vertegenwoordiging van de sector, wordt er afstemming georganiseerd rond de communicatie. Op het vlak van toegankelijkheid levert het VAPH inspanningen om de toegankelijkheid van zijn websites voor iedereen, ook voor slechtzienden, blinden, kleurenblinden, ouderen en mensen met een auditieve of motorische handicap, voortdurend te verbeteren.
Een tweede pijler in de communicatie is deze die door het middenveld wordt georganiseerd. Het VAPH erkent en subsidieert diverse organisaties om personen bij te staan bij het verkennen en aanvragen van de noodzakelijke ondersteuning. Dat zijn de diensten maatschappelijk werk van ziekenfondsen, de diensten ondersteuningsplan (DOP’s), de gebruikersorganisaties, de multidisciplinaire teams. De zorgvragers kunnen bij het doorlopen van hun proces inzake vraagverheldering worden geholpen door de tool voor ondersteuningsplanning www.mijnondersteuningsplan.be, een gebruikersorganisatie of een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds, of ze kunnen een traject bij een DOP doorlopen. Het VAPH vergunt en subsidieert vijf bijstandsorganisaties die budgethouders kunnen bijstaan in het opstarten, besteden en beheren van hun persoonsvolgend budget (PVB) en die informatie verstrekken over de besteding van dat PVB. Ik verwijs hierbij ook naar de rol van de gebruikersverenigingen met informatieloket, die ik zo meteen nog zal vermelden.
Wat het zorg- en ondersteuningsaanbod betreft, kunnen personen met een handicap en hun omgeving terecht op de Wegwijzer VAPH-ondersteuning www.vaph.be/wegwijzer. Tot slot kan de persoon met een handicap of zijn wettelijk vertegenwoordiger via het e-loket http://mijnvaph.be altijd zijn persoonlijk dossier raadplegen.
Het VAPH kent een stevige traditie inzake het actief bevragen en betrekken van alle stakeholders. De basisstructuur voor deze advisering bestaat uit het Raadgevend Comité van het VAPH, waarin alle belangrijke stakeholders zijn vertegenwoordigd, met onderliggende permanente werkgroepen die de adviezen voor het Raadgevend Comité voorbereiden. Een Bureau samengesteld uit de voorzitter en de ondervoorzitters van het Raadgevend Comité en de voorzitters van de permanente werkgroepen bereidt de agenda van het Raadgevend Comité samen met de administratie voor. Naast die reeds uitgebreide basisadviesstructuur werden binnen de contouren van het project PVF voor meerderjarige personen met een handicap nog extra organen in het leven geroepen, zoals de taskforce, die u ongetwijfeld kent en die waar nodig ad-hocwerkgroepen kon samenroepen om concrete dossiers voor te bereiden, en een communicatieoverleg om de communicatie inzake PVF steeds consequent met alle betrokken partners en waar nodig in de aanwezigheid van andere administraties voor te bereiden. In elk van die adviesorganen, formeel en informeel, worden steeds vertegenwoordigers van de gebruikers of de gebruikers zelf betrokken. We kunnen dus wel spreken van een participatief model, waar ook personen met een handicap zelf, als volwaardige medepartner met de andere belanghebbenden, mee nadenken over en vorm geven aan het beleid.
Met het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van gebruikersverenigingen met informatieloket voor personen met een handicap en van gebruikersverenigingen met informatieloket voor collectieve overlegorganen, wordt inderdaad voorzien in een subsidie voor de gebruikersverenigingen. Zo kunnen zij hun informatieopdracht ten aanzien van individuele gebruikers en groepen vervullen. Het besluit voorziet in een subsidie voor twee te onderscheiden opdrachten: een subsidie voor de gebruikersverenigingen die een informatieloket voor individuele personen met een handicap organiseren, en een subsidie voor de gebruikersverenigingen die een informatieloket voor collectieve organen organiseren. In beide gevallen kunnen de betrokken gebruikersverenigingen aanbevelingen formuleren inzake de uitvoering van het beleid voor personen met een handicap.
Het informatieloket voor individuele personen met een handicap moet ervoor zorgen dat individuele zorgvragers op een laagdrempelige wijze worden geïnformeerd over de diverse mogelijkheden op het vlak van zorg en ondersteuning, over de specifieke aanvraagprocedures enzovoort. Om die opdracht te vervullen kan er worden gewerkt met verschillende tools: telefonische helpdesks, informatiesessies, brochures, filmpjes enzovoort. Het informatieloket voor collectieve overlegorganen moet voor deze overlegorganen de nodige informatie ontsluiten, verduidelijken en duiding geven om hen bij te staan bij het uitvoeren van hun opdracht binnen de voorziening.
De Katholieke Vereniging Gehandicapten (KVG), de Vlaamse Federatie van Gehandicapten (VFG) en andere samenwerkingsverbanden met gebruikersverenigingen ontvingen ondertussen reeds een vergunning voor het oprichten van een infoloket voor personen met een handicap. De Federatie van Ouderverenigingen en Gebruikersraden in voorzieningen voor personen met een handicap (FOVIG) ontving de vergunning voor het oprichten van een infoloket voor collectieve overlegorganen. De vijfde en laatste resterende vergunning, ook voor het oprichten van een infoloket voor collectieve overlegorganen, moet nog worden toegekend. Het selectieproces hiervoor loopt. Zodra dat is afgerond, worden de gebruikersverenigingen die hiervoor een aanvraag deden, van het resultaat op de hoogte gebracht.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, dank u wel. U hebt enorm veel opgenoemd van wat we allemaal hebben. Maar als ik mijn collega’s zou vragen of ze weten waar ze moeten zijn indien zij een persoon met een beperking kennen, dan denk ik dat de meesten het niet zouden weten. Er is enorm veel informatie. En dat is nu net het probleem. Iedereen weet iets, maar niemand kent eigenlijk het totale plaatje en weet waar men eigenlijk moet zijn. U zegt dat men naar het VAPH kan bellen. Vaak hoor ik dan dat zij verschillende verhalen krijgen. Dat is ook weer moeilijk. U zegt dat men het ook zelf kan via http://mijnvaph.be. Maar voor velen is het ook al een hele onderneming om daarop te geraken.
Ik zag dus de oplossing in dat informatieloket, dat op een laagdrempelige manier de informatie geeft. Ik hoor dat er een x-aantal vergunningen gegeven zijn, en dat er nog een vijfde wordt toegekend. Ik neem aan dat dat nu nog niet loopt, want ik kan daar bijna geen informatie over vinden.
Zitten die dan over heel Vlaanderen verspreid? Is het voor iedereen bereikbaar, of hoe moet ik dat zien? Ze kunnen inderdaad wel telefoneren, maar vaak komen de mensen ook graag persoonlijk langs. Hoe zitten die dus over de regio’s verspreid en wanneer gaan ze effectief van start?
Er wordt ook een kwaliteitskader voor gehanteerd. Wie gaat dat juist opvolgen en wat houdt dat nu precies in? Daar heb ik ook nog niet genoeg zicht op.
Minister Beke heeft het woord.
De vijfde vergunning moet nog worden toegekend, dat is nog niet gebeurd. Wat de regionale toestanden betreft, daarvoor dienen de infosessies die daarrond georganiseerd worden.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
U spreekt over infosessies door het VAPH, en door dit en door dat. Er is weer enorm veel annbod. Ik zou heel graag hebben dat een persoon met een beperking weet naar welk telefoonnummer hij moet bellen.
02 249 30 00.
En daar wordt dan juist, snel, vlot en correct het antwoord gegeven, zodat men weet bij welke diensten men moet zijn. U haalt dan zelf aan dat de gebruikersorganisaties, die na de poorten zitten, hun budget hebben. Maar het zou mooi zijn als dat loket toch de algemene informatie zou kunnen geven.
Waren ze nu van start gegaan? Daar heb ik precies nog geen antwoord op gehad.
Die vijfde? Neen.
Neen, allemaal. U noemt de KVG, de VFG en de FOVIG.
Ik ga ervan uit dat die zijn toegekend.
Omdat men daar eigenlijk niets van terugvindt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.