Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
De Vlaamse Regering liet bij haar aantreden weten dat de woonbonus vanaf 1 januari 2020 zal uitdoven, en dat er een compensatie zal komen. Veel mensen hebben daar vragen over, net zoals over de duolegaten.
De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) publiceerde op 3 oktober 2019 een artikel op zijn website, onder de rubriek ‘Nieuws’. Daarin wordt uitgelegd hoe alles vanaf 1 januari 2020 in zijn werk zou gaan. Ik vond dat nogal bizar, want het Vlaams Parlement moet dit allemaal nog in goede banen leiden en eventueel nog eigen klemtonen leggen in het ontwerp van decreet dat u wellicht zult indienen. Op die website spreekt men over een aantal vooropstellingen. Ik ga er een aantal van voorlezen, omdat het toch belangrijk is dat u eventuele fouten kunt weerleggen.
De datum van de authentieke leningsakte zal tellen als referentiedatum en niet de datum van het compromis als referentiedatum.
De wederopname van een lening, waarbij een deel van het afgeloste kapitaal terug als nieuwe lening opgenomen wordt, zal als een nieuwe, bijkomende lening worden beschouwd. Dat zou moeten gebeuren voor 1 januari 2020, met als referentiedatum hetgeen op dat moment geldt: de datum van de authentieke akte of de datum van aanvaarding van het kredietaanbod van die bijkomende lening.
De loutere herfinanciering zal niet als een nieuwe lening worden beschouwd. Een deel dat eventueel bijkomend ontleend wordt na 1 januari 2020, zal wel als nieuwe lening gelden.
De looptijdwijzigingen zullen worden geneutraliseerd, en de resterende looptijd van hypothecaire leningen zal bevroren worden op 31 december 2019. Zo kun je een lening die je daarvoor bent aangegaan, niet oneindig blijven rekken in de tijd.
De nieuwe verlaagde tarieven van het verkooprecht zullen als referentiedatum de datum van de authentieke verkoopakte nemen. Dat is dus anders dan gewoonlijk, want normaal gezien telt de datum van het compromis als de datum waarop twee partijen overeenkomen om een bepaald goed voor een bepaalde prijs te kopen of verkopen.
Er zal een voorgaande specifieke regeling worden uitgewerkt, zodat men niet moet werken met de aankoop-verkoopbelofte.
Ik vond het verwonderlijk dat dat op die website te lezen stond. Nu vroeg ik mij af of u daar toestemming voor geeft of moet geven. Hoe gaat dat in zijn werk met de informatie die de Vlaamse Belastingdienst publiceert op zijn website? Voorlopig gaat het om uitleg over nog onbestaande wetgeving. Als u dat niet goedkeurt of goedgekeurd hebt, is dat dan wel een goede manier van werken? Er staat momenteel nog van alles op de website dat waarschijnlijk aan wijzigingen onderhevig is, niet alleen wijzigingen die u zult aanbrengen via een ontwerp van decreet, maar ook wijzigingen die het parlement kan aanbrengen. Als er een ontwerp van decreet zou zijn, hebt u dat dan gegeven aan de Vlaamse Belastingdienst, want waar halen ze die informatie? Indien ja, wanneer mogen wij die hebben?
Op 11 oktober is er blijkbaar een update geweest van die informatie. Wat is er dan fout gecommuniceerd? Zouden er nog fouten in staan? Ik heb deze uitleg punctueel uiteengezet voor mensen die dit eventueel zouden horen. Welke van die punten is dan niet correct? Moeten die worden gewijzigd?
Minister Diependaele heeft het woord.
Het is een goed idee om het verhaal van de woonbonus eens grondig door te praten in de commissie. Dank u wel dus voor uw vraag om uitleg.
Ik som eerst enkele redenen op waarom we hebben geoordeeld dat het goed zou zijn om de woonbonus af te schaffen en vooral waarom we dat nu doen. Eerst en vooral, de woonbonus is een enorm duur systeem. Hij is ingevoerd in 2005 en bestaat dus ongeveer veertien jaar. Hij kost nu ongeveer anderhalf miljard euro aan de Vlaamse overheid. Die woonbonus is een fiscaal voordeel dat je kunt hebben ten belope van de termijn van een hypothecair krediet. Zo’n krediet duurt tussen de twintig en dertig jaar. Dat betekent dat in de komende zestien jaar, mocht die woonbonus voortbestaan, die kost zou blijven aangroeien. Er wordt geschat dat die zou oplopen tot 2,6 à 2,9 miljard euro. Dat is een kleine verdubbeling van de huidige kost.
U mag nu zelf aangeven hoe we dat zouden hebben opgelost in de Vlaamse begroting voor de komende zestien jaar – dat interesseert me heel erg. Hoe zouden we aan die 2,6 of 2,9 miljard euro komen? Het is een heel duur systeem.
We zitten op een historisch moment met bijna belachelijk lage intresten. Een cijfervoorbeeld: je koopt een huis in 2005 op het moment dat de woonbonus is ingevoerd. Een huis van 250.000 euro met een lening op twintig jaar. Met een intrestvoet van ongeveer 5 procent – toen lag die zo hoog – zou je over de volledige looptijd een intrestlast betalen van 143.000 euro. In die twintig jaar gecumuleerd betaal je dus 143.000 euro. Vandaag ligt de rente rond 1,6 procent. Hoeveel betaal je dan voor hetzelfde huis van 250.000 euro? Dan betaal je 43.000 euro. Dat is een verschil van 100.000 euro. Door de historisch lage intrestvoeten betaal je vandaag over de volledige duurtijd van je lening 100.000 euro minder. Dat voordeel is vele malen groter dan de woonbonus ooit geweest zou kunnen zijn. Het voordeel vandaag door de lage intrestvoet is vele malen groter dan het voordeel van de woonbonus ooit is geweest. Iedereen mag me komen overtuigen waarom het geen goed idee zou zijn, of niet het juiste moment zou zijn om die af te schaffen. Dit is perfect te verantwoorden.
Het belangrijkste argument is dat zowat alle studies – de eerste studies zijn al van 2014 en dus nog niet zo oud – hebben aangetoond dat het ontegensprekelijk is dat de woonbonus nagenoeg volledig in de prijzen wordt opgenomen en de prijzen dus omhoogduwt. De woonbonus was origineel bedoeld om ervoor te zorgen dat jonge gezinnen de mogelijkheid zouden krijgen om een eigen woning te kopen. Dat is niet gelukt in die zin dat het volledige bedrag wordt meegerekend in de afbetalingscapaciteit en op die manier de prijzen omhoog heeft gedreven.
Ik heb ook nooit gezegd dat dit de woningprijzen zou doen dalen. Dat kan ik niet zeggen, omdat er nog veel factoren zijn die de woningprijzen omhoogduwen. Het is wel met zekerheid een van de factoren die de woningprijzen omhoogduwt en die factor nemen we nu weg.
Een andere factor zijn trouwens die lage intrestvoeten. Daar kan ik niet aan raken. Dat effect zal er nog altijd zijn, maar het effect van de woonbonus kunnen we wel wegnemen en dat gaan we nu ook doen. Die opwaartse druk op de prijzen nemen we weg door die afschaffing.
Een laatste punt is eerder principieel. Het zit op nog plaatsen in het regeerakkoord. Als we een voordeel geven, is het goed dat de mensen dat krijgen op het moment dat ze het het meest nodig hebben. In dit geval is dat bij de aankoop van de woning. Iedereen weet dat men dan moet krabben om de registratierechten bij elkaar te krijgen. We hebben ervoor gekozen om de registratierechten te laten dalen. Een fiscaal voordeel heeft men dikwijls nodig bij de aankoop van een woning. Dat betekent niet dat men dat tien jaar later nog in dezelfde mate nodig heeft, in vele gevallen niet. we hebben ervoor gezorgd dat men dat nu krijgt en niet meer later.
De idee achter de regelgeving is het behoud van de verworven rechten. Iedereen die al gebruik maakt van de woonbonus zal dat voordeel behouden, ook de komende jaren. We doen eigenlijk een soort bevriezing. We gaan geen nieuwe instroom meer toelaten en we gaan ook niet aanvaarden dat men na 1 januari 2020 het voordeel dat men al heeft door die woonbonus, nog gaat uitbreiden.
Dat kan op verschillende manieren. Een hypothecaire krediet sluit je af voor een bepaalde opening. Je maakt een hypothecaire opening – dat is sowieso voor dertig jaar – en die kun je dan volsteken met die lening. Als een deel daarvan afbetaald is, gaan we na januari 2020 niet meer toelaten dat het resterende deel dat is afbetaald opnieuw wordt ingevuld, omdat je dan je voordeel opnieuw kunt vergroten. Hetzelfde geldt voor de looptijd. Je gaat de looptijd nog kunnen verlengen maar het voordeel dat je krijgt van de woonbonus niet. We doen een soort bevriezing op 1 januari 2020.
Hoe is dat precies gelopen? Daarin hebt u wel gelijk. We hebben daar in het begin, het is allemaal heel snel gegaan, alles aan gedaan om dat recht te zetten. We hebben ervoor gekozen om het moment van de afschaffing van de woonbonus – 1 januari 2020 – te koppelen aan het verlijden van de hypothecaire akte. Dat is zeer logisch, omdat we wilden vermijden dat mensen die al een compromis getekend hadden wel nog de tijd hadden om de hypothecaire akte om te zetten, want zij hebben natuurlijk de beslissing al genomen met oog op de woonbonus. Aan de andere kant wilden we ook vermijden – en ik vind het zeer jammer dat er actoren zijn op het terrein die andere dingen hebben aangemoedigd – dat er plots nog een rush op de woningmarkt zou komen, daardoor dikwijls veel te hoge prijzen zouden gaan betalen en toch nog snel een compromis zouden proberen te tekenen om nog gebruik te kunnen maken van de woonbonus. Dat hebben we willen vermijden. Daarom hebben we voor de afschaffing van de woonbonus het moment van het verlijden van de hypothecaire akte gekozen.
In de regelgeving stond dat voor de registratierechten sowieso het moment van de registratie van het compromis stond. Daar zaten we met een gat. Dat is inderdaad – en dat is op een bepaald moment gecommuniceerd – helemaal mijn verantwoordelijkheid. Pas daarna hebben we gemerkt dat er een gat zat. Dat hebben we zo snel mogelijk opgelost. We hebben heel snel samengezeten met de notarissen, met de immobiliënsector, met de bouwsector, met de eigen administratie en met Febelfin, de banken. Met al die mensen hebben we samen gezeten om alle mogelijke hypotheses te kunnen overlopen en we zijn tot het eensgezinde standpunt gekomen dat we het best voor de beide momenten, zowel voor de verlaging van de registratierechten als voor het stopzetten van de woonbonus, het moment van de akte te nemen. De registratierechten zijn gekoppeld aan het verlijden van de verkoopakte. De woonbonus is gekoppeld aan het verlijden van de hypothecaire akte. De banken hebben uitdrukkelijk bevestigd dat die twee samenvallen. Een bank gaat geen hypothecaire lening toekennen zonder dat er een onderliggend pand is, zonder dat ook de verkoop getekend is. Om die reden vallen die twee akten altijd samen en valt er niemand tussen die twee stoelen.
Wat punt met betrekking tot het voorrecht van het parlement betreft, mevrouw Van dermeersch, daag ik u uit om ermee naar buiten te gaan. Ik stuur u alle mails door die ik gekregen heb en dan mag u aan de mensen zeggen dat wij geen duidelijkheid zouden gegeven hebben, omdat we wilden wachten op het parlement. Alle respect voor het parlement, ik ben zeker mijn parlementaire reflex niet kwijt, absoluut niet. Jullie mogen aanpassen zoveel als jullie willen, dat is zonder twijfel jullie bevoegdheid, maar het zou absoluut onuitlegbaar zijn en onverantwoord om naar de buitenwereld toe geen duidelijkheid te geven.
Er zijn jonge mensen met plannen om een woning te bouwen of te kopen en we vonden het onze absolute plicht om die mensen duidelijkheid te verschaffen. U zegt nu tegen mij dat dat voorstel van decreet eerst langs het parlement had moeten gaan. Wel, dan moet u al die mensen maar zeggen dat het zeer onterecht was om hen die duidelijkheid te verschaffen.
Voor fiscale maatregelen erkent de rechtsspraak dat we met terugwerkende kracht rekenen, vanaf het moment dat die fiscale maatregel wordt gecommuniceerd. Dat is misschien nog het belangrijkste punt. Je mag de aankondigingsdatum gebruiken om een fiscale regeling te laten ingaan. Ook de Raad van State aanvaardt dat.
Voor alle duidelijkheid: dat doen we hier nog niet. De regeling gaat in op 1 januari 2020. Maar in die zin wordt de aankondigingsdatum van het voorstel door de regering aanvaard. Het valt dus te verantwoorden dat we het oordeel van het Vlaams Parlement niet afwachten.
Het staat u echter vrij om die regeling nog naar goeddunken aan te passen, mits er een meerderheid voor wordt gevonden in het parlement.
Minister, ik vermoed dat het ontwerp van decreet al in een ver stadium zit, en ik zou dat dan ook zo snel mogelijk willen bestuderen en bekijken, want mensen moeten inderdaad zekerheid krijgen en de Vlaamse Regering moet hier duidelijk over communiceren. Ik begrijp dan ook dat de regering hier al over heeft gecommuniceerd.
Als u echter al zo ver staat, dan vermoed ik dat er al een ontwerp van decreet klaar is. Daarom dring ik er ook op aan om dat zo snel mogelijk in te dienen, zodat het parlement zijn werk kan doen. Zo kunnen we ook zekerheid krijgen rond de wetgeving.
Ik kan u volgen als u zegt dat de woonbonus een heel duur systeem is en dat er betere mogelijkheden zijn om een woonbonus te organiseren. Dat klopt ook. Vlaanderen heeft sinds de zesde staatshervorming slechts een lichte wijziging aangebracht aan het systeem van de woonbonus. De andere regio’s zijn daar verder in gegaan. Zo heeft het Waalse Gewest de 'chèque habitat' ingevoerd en dat is goed bekeken.
Nu, als men de woonbonus afschaft, dan valt die weg uit de federale korf van artikel 145 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting. Dat is een goede zaak, want dan wordt die federale korf voor belastingvermindering groter. Die bestaat enerzijds uit die woonbonus, en anderzijds uit belastingvermindering voor eventuele andere woningen en belastingaftrek voor premies van individuele levensverzekeringen.
Als het eerste luik wegvalt, dan kan men op de belastingaangifte een grotere premie krijgen via die federale korf – de belastingvermindering voor een andere woning waarop men een hypothecaire lening aangaat, en een belastingaftrek voor premies van individuele levensverzekeringen. Men kan dan een groter bedrag van de belastingen aftrekken via die niches. De woonbonus gewoon schrappen lijkt mij echter niet optimaal. Ik denk dat het woonbonussysteem een Vlaamse woonfiscaliteit moet worden, want sinds de zesde staatshervorming beschikken we over die mogelijkheid.
U zegt dat we de mensen willen geven wat ze nodig hebben. Als iemand een huis koopt, dan moet men dikwijls alles bij elkaar rapen om ook nog de registratierechten te bekostigen. Mensen hebben dus inderdaad wel nood aan financiële hulp op het moment van aankoop. U zegt echter ook dat we de woonbonus gewoon kunnen schrappen, want de intresten zijn momenteel laag. Daarin kan ik u niet meteen volgen, want er is geen garantie dat de intresten ook in de toekomst laag zullen blijven. Op dat vlak kan ik uw redenering niet helemaal volgen.
Ik denk dat er een systeem van Vlaamse woonfiscaliteit moet komen, dat meer rekening houdt met de toekomst en niet enkel met het heden. Ik begrijp wel dat u zich, vanwege de vaak tegenvallende registratierechten, nu op het heden richt, maar er moet ook op lange termijn een Vlaamse woonfiscaliteit worden uitgewerkt. Dan mogen we absoluut niet de 'chèque habitat' van het Waalse Gewest kopiëren, want die is enkel voor bepaalde nichegroepen bestemd. Het is wel goed dat dit uit de federale korf zou blijven, zodat de belastingaftrek daar vergroot wordt, maar nogmaals: we mogen niet zomaar die woonbonus afschaffen. We moeten nadenken over de invoering van een eigen, Vlaamse woonfiscaliteit.
Collega Van dermeersch vraagt waar het decreet is. Ik heb dat gelezen in de beslissingen van de Vlaamse Regering. Daar staan de teksten al in, en het is ook al voor advies naar de SERV gestuurd. Het staat in het programmadecreet van vrijdag. Daar is dus al openheid over en het is al klaar.
Het staat inderdaad op het internet. Het gehele programmadecreet dat de Vlaamse Regering vorige vrijdag heeft goedgekeurd, staat erop. We hebben de frequently asked questions (FAQ’s) er zo snel mogelijk op gezet, omdat ik ervan overtuigd ben dat het nog altijd gerechtvaardigd is om de mensen duidelijkheid te geven. Als je daar een andere mening over hebt, mag je dat gerust aan die mensen gaan uitleggen.
Ik volg uw redenering niet helemaal, want Vlaanderen is bevoegd voor de eigen woning, voor de gezinswoning. Tweede en andere woningen zijn nog steeds een federale bevoegdheid. Ik ben ook vragende partij om dat allemaal naar Vlaanderen te halen. Wij voeren een goede woonfiscaliteit ten aanzien van de eerste woning, temeer omdat we ondertussen de registratierechten laten dalen van 10 naar 6 procent, en naar 5 procent als je een energetische renovatie laat doen. We hebben dus al heel wat gedaan. In Wallonië is het nog altijd 12,5 procent. Dat is toch meer dan het dubbele van wat we in Vlaanderen hebben.
Mevrouw Van dermeersch, we weten inderdaad niet of die lage intresten zo laag blijven. We weten wel dat de woonbonus in de tussentijd zijn opwaarts duwende effect op de huizenprijzen zal verliezen. Dat is natuurlijk ons beleid op lange termijn. Dat is de moeilijke keuze die we nu uitleggen aan de mensen, om dat effect eruit te krijgen. Als de intresten opnieuw stijgen, zal de opwaartse druk op de woningprijzen wegvallen. Dan gaan we naar een stabilisatie van de woningmarkt. Dat zou ook een goede zaak zijn voor de jonge gezinnen. Ons beleid past dus perfect in het macro-economische plaatje, waaraan de huizenmarkt onderhevig is. Ik denk dus dat we een heel verstandige keuze maken om die beslissing nu te nemen.
Ik heb nog een laatste opmerking. Wat het Waalse Gewest heeft gedaan met de woonfiscaliteit, moeten we niet kopiëren. Het enige voordeel is dat men daar door de woonbonus te schrappen deze kan omvormen tot hun eigen woonfiscaliteit. Ze hebben trouwens een eigen Waals wetboek voor inkomstenbelasting gemaakt, want ze hebben een artikel toegevoegd. Ze hebben wel gezorgd dat de woonbonus uit de federale korf valt en dat is ook voordelig voor Vlamingen. Daarom wil ik erop aandringen dat we een Vlaamse woonfiscaliteit verder uitwerken, maar die moet natuurlijk verdergaan dan wat u voorstelt.
Puur uit interesse: met wat dan verdergaan? Ik denk dat we nu ten aanzien van de eigen woning een heel goed beleid voeren. Dat is trouwens een eenvoudig beleid en dat is ook belangrijk. Wat zou een verdergaande woonfiscaliteit zijn? De tarieven zijn we al aan het verlagen. Misschien kunnen we daarin nog verder gaan. Wat kunnen we nog meer doen?
In de toekomst moet u rekening houden met intresten die verhogen. Het Waalse Gewest geeft een 'chèque habitat' en dat heeft het in een apart artikel in het Wetboek Inkomstenbelasting ingevoerd. Wij kunnen dat als Vlamingen uiteraard ook. Als het Waalse Gewest daarvoor bevoegd is, kunnen wij dat uiteindelijk ook en kunnen we een geheel eigen regeling uitwerken. Ik zeg niet dat we de 'chèque habitat' moeten kopiëren, want dat is voor mensen met een inkomen lager dan 81.000 euro. Maar we kunnen er toch eens over nadenken om een aparte fiscaliteit in te voeren en om onze eigen artikelen in het wetboek inkomstenbelasting in te voeren.
We hebben toch een eigen regeling, een eigen woonfiscaliteit. De intresten stijgen en met de afschaffing van de woonbonus pikken we daar op lange termijn perfect op in. De 'chèque habitat' moeten we niet invoeren volgens u. Dat moeten we inderdaad niet doen, dat ben ik met u eens. Mijn vraag is wat we dan wel moeten doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.