Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
In Eeklo werden vanaf augustus de prijzen van alcoholische dranken in de cafetaria van het dienstencentrum verhoogd. Bedoeling van het stadsbestuur is om het alcoholverbruik te doen dalen en concurrentie met andere horecazaken te vermijden. Houthalen-Helchteren ging voor een verbod op alcoholhoudende dranken voor senioren, maar trok inmiddels de beslissing terug.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) stelde in een reactie dat heel wat colleges nadenken over het aanbieden van alcoholische dranken in dienstencentra en het aanbieden van een meer gevarieerd aanbod van niet-alcoholische dranken.
De gemeente Eeklo en de stad Aalst werden geadviseerd door de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD). Zij kanten zich tegen het goedkoop aanbieden van alcoholische dranken aan ouderen omdat ouderen behoren tot de groep die het vaakst dagelijks alcohol drinkt en dagelijks drinken kan leiden tot verslaving. De maatregel is volgens de VAD bedoeld voor mensen die elke dag drie of vier keer zwaar bier drinken.
De senioren zijn minder blij met de maatregel. Eerst en vooral bedraagt de prijsstijging voor wijn of zwaar bier toch 1 euro terwijl gepensioneerden het vaak financieel al moeilijk hebben. Daarnaast zijn ze boos wegens het betuttelende karakter van de maatregel.
Minister, wat is uw standpunt met betrekking tot deze maatregel?
Om het drankmisbruik bij een beperkte groep aan te pakken, neemt men een maatregel die alle ouderen treft. Vindt u dit een goede werkwijze?
De ouderen voelen zich betutteld. Ze zijn van mening dat ze zelf wel kunnen oordelen wanneer ze te veel drinken of wanneer drinken niet combineerbaar is met de geneesmiddelen die ze innemen. We hebben de mond vol van de patiënt als actor in de gezondheidszorg en van het betrekken van ouderen bij de maatschappij. Vindt u dat de lokale overheid niet beter in overleg was gegaan met de senioren met betrekking tot alcoholgebruik in plaats van deze maatregel te nemen?
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel voor deze vraag. Overleg over de maatregelen die genomen worden, is natuurlijk bijzonder belangrijk. Het verhogen van de prijs en verbreden van het aanbod van niet-alcoholhoudende dranken zijn voorbeelden van omgevingsinterventies. Dit zijn effectieve maatregelen die kunnen passen binnen een breder beleid van alcohol en alcoholpreventie.
De VAD heeft een draaiboek ter beschikking voor lokale dienstencentra (LDC’s), dat hen op weg helpt om een alcoholbeleid te voeren. In dat draaiboek wordt voorgesteld om een werkgroep op te richten met bezoekers en personeel van het lokaal dienstencentrum. Op die manier kan er participatief worden gewerkt rond maatregelen die door iedereen gedragen worden.
Zoals ook in het draaiboek van de VAD beschreven staat, is het belangrijk om ook in te zetten op educatie, afspraken en regels en het aanbieden van zorg en begeleiding. Het geheel aan maatregelen zorgt voor een effectieve aanpak van overmatig drinken in een LDC. Mensen die overmatig drinken in een LDC kunnen immers voor zowel de vrijwilligers als de andere bezoekers voor overlast zorgen.
Het klopt dat het verhogen van de prijs betrekking heeft op alle bezoekers van een LDC, maar een onderscheid maken tussen klanten is principieel onaanvaardbaar.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Zoals u in het begin al zei, is overleg zeer belangrijk. Ik vind het dan ook wel jammer dat er in dit geval geen overleg heeft plaatsgevonden.
U zegt ook dat de VAD een draaiboek heeft. Volgens dat draaiboek zou er een werkgroep moeten worden opgericht, het liefst in samenspraak met de bewoners. Ik denk dat dit een betere aanpak zou vergen. Misschien is het toch aan te raden dat de VVSG in overleg gaat met lokale besturen, waarbij men eerder deze aanpak naar voren schuift, in plaats van te kiezen voor een betuttelende aanpak, zonder enig overleg.
De heer De Reuse heeft het woord.
Een dienstencentrum is inderdaad een plaats waar mensen samenkomen, en elkaar ontmoeten. En hoe kan men dat beter doen dan met een drankje en een versnapering, om voor wat sfeer en gezelligheid te zorgen?
Maar als het over prijszetting gaat, mogen ze ook geen concurrentie vormen voor de reguliere horeca. Ik denk dat men daar ook rekening mee dient te houden, want sommige dienstencentra hanteren inderdaad zogenaamde bodemprijzen.
Mijn collega haalde het voorbeeld van Houthalen-Helchteren aan. Dat leek mij nu niet meteen een goed voorbeeld, aangezien daar een verbod werd ingesteld. Dat was niet vanuit een gezondheidsperspectief, maar eerder vanuit een religieus perspectief, gecombineerd met het uitsluitend aanbieden van halalmaaltijden. Maar daar is de gemeente dan zelf van teruggekeerd.
Wat het verbod op alcohol betreft: dat lijkt mij geen goed idee. Hier zou het gezond verstand moeten spreken, waarbij sensibilisering inderdaad goed is. De handleiding kan men downloaden van de website van de VAD. Daar zit een mooi actieplan in vervat. Het lijkt mij inderdaad een goed voorstel dat de VVSG alle gemeenten vraagt om dat te laten implementeren. Zo kunnen we tot een goede oplossing komen die door iedereen wordt gedragen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
De N-VA pleit tegen een verbod op alcoholhoudende dranken in lokale dienstencentra. Een algemeen verbod is al helemaal niet wenselijk als het gestoeld is op levensbeschouwelijke overwegingen – dit naar aanleiding van de situatie in Houthalen-Helchteren.
We wensen dan ook een aanpak op maat, zoals ook de VAD suggereerde. Die aanpak bestaat uit vier pijlers, en kan worden uitgewerkt per lokaal dienstencentrum. Die vier pijlers draaien rond regelgeving en rond het verduidelijken van welk gedrag rond alcoholgebruik er wordt verwacht binnen het dienstencentrum, en welk gedrag onaanvaardbaar is. Vrijwilligers en bezoekers krijgen duidelijke regels, zodat ze zekerheid hebben over wat wel en niet kan.
Een tweede pijler is het reageren bij bezorgdheid. De derde pijler draait rond informeren en vorming geven. De vierde pijler bestaat uit structurele maatregelen
Minister Beke heeft het woord.
Ik denk dat iedereen daarin zijn verantwoordelijkheid moet nemen. De VVSG kan daar, wat ons betreft, ook de rol in spelen die zij moeten spelen als koepelorganisatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.