Verslag vergadering Commissie ad hoc
Verslag
De heer Steenwegen heeft het woord.
Voorzitter, hier zit duidelijk een groentje. Ik was me er niet van bewust dat het tijdstip van indienen van een vraag om uitleg bepaalt wanneer die wordt behandeld. Ik zal er in het vervolg aan denken om ze vroeger in te dienen.
Minister, eind 2019 moeten de lidstaten aan de Europese Commissie een definitief Nationaal Energie- en Klimaatplan voor de periode 2021-2030 voorleggen. Ons land moet daarmee aangeven hoe het zal bijdragen aan de langetermijndoelstellingen van het Akkoord van Parijs.
Er werd eind 2018 een ontwerpplan neergelegd bij de Europese Commissie. De Commissie legt op – omdat het plan een grote impact zal hebben op alle burgers – om daarrond een duidelijke inspraak te organiseren. Spijtig genoeg is die vrij laat gekomen: pas in juni is de publieksbevraging gestart om te eindigen half juli.
Ondertussen waren de aanbevelingen van de Europese Commissie op het ontwerpplan al in uw bezit. En, niet onverwacht geeft de Europese Commissie aan dat het ontwerpplan duidelijk tekortschiet op heel wat vlakken. Er worden ambitieuzere doelen gevraagd, en ook inzake de te nemen maatregelen en de financiering zijn er veel vragen naar verduidelijking.
Na die evaluatie en de aanbevelingen van de Europese Commissie hebben we op 18 september kennis kunnen nemen van de resultaten van de volksbevraging. Meer dan 60.000 mensen namen daaraan deel. Ook daaruit blijkt dat er een vraag is vanuit de bevolking om ambitieus te zijn, om een sterk en ambitieus klimaatbeleid te voeren. Een meerderheid van de mensen vindt dat het veel te traag gaat, dat er getreuzeld wordt en vraagt dat er meer vaart achter wordt gezet, dat er actie wordt ondernomen. Ik denk dat die vraag van vele andere kanten uit de maatschappij komt: uit de industrie, de sectoren enzovoort. Zij vragen om een ambitieus klimaatplan, precies om onze economie voor te bereiden op de maatschappij van de toekomst die een koolstofarme maatschappij zal zijn, of we dat willen of niet.
De tijd is kort. We moeten nu op basis van de input van zowel Europa als van de publieksbevraging ons ontwerpplan aanpassen. We hebben daarvoor niet zoveel tijd. Mijn vragen gaan daarover.
Hoe gaan we tot een definitief plan komen? Welke aanbevelingen van de Europese Commissie en de volksbevraging zullen we opnemen in ons definitief plan? Aangezien we de aanbevelingen van de Commissie reeds lang hebben, wat is er al gebeurd om daar werk van te maken, en om dat voor te bereiden? Op welke manier zal de Vlaamse Regering in overleg treden met de andere deelregeringen en de Federale Regering om tot een definitief plan te komen dat beantwoordt aan de bekommernissen? Welke procedure zal daarvoor worden gevolgd? Is er nog overleg met de verschillende regeringen om tot een definitief plan te komen?
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Steenwegen, dit is een heel pertinente vraag. Het is een belangrijke en terechte vraag. Ik ga u echter sterk moeten ontgoochelen met mijn antwoord.
Ik wil me niet verschuilen achter van alles en nog wat. Ik kan als ontslagnemend minister, drie, vier dagen voor het aantreden van een nieuwe regering, niet ingaan op deze vragen. Dit zal een kernopdracht zijn voor de nieuwe Vlaamse Regering.
Over de aanbevelingen en de aanpassingen die de nieuwe regering zal opnemen, kan ik niet spreken in de plaats van die nieuwe regering. Ik kan wel zeggen dat de administratie zowel de aanbevelingen van de Commissie als de resultaten van de volksenquête bekijkt.
Zoals ik daarnet al zei, verwachten wij binnenkort een advies van het klimaatopvolgpanel. Dat zal wel een aantal interessante opinies bevatten. Dat zal worden samengebald. De nieuwe Vlaamse Regering zal daar onmiddellijk, want de tijd dringt, werk van maken, niet alleen voor het klimaat maar ook om hier tegen het eind van het jaar een aangepast plan voor te leggen, en dit in samenspraak met de andere regio’s. Binnen de administratie wordt alles goed voorbereid om een hapklare brok te maken zodat de nieuwe regering en de nieuwe minister van Klimaat – in coördinatie al dan niet – daarmee aan de slag kunnen.
Welke aanpassingen er gaan gebeuren, welke aanbevelingen men gaat doorvoeren, zult u volgende week aan de nieuwe minister moeten vragen. Het spijt me.
Minister, enerzijds begrijp ik uw antwoord, maar anderzijds kan ik mij toch niet van de indruk ontdoen dat de huidige regeringen een ontwerpplan hebben ingediend waarvan ze wisten dat het volledig ondermaats was.
Ik som een aantal aanbevelingen van de Europese Commissie op. Er is te weinig informatie over het beleid. Er zijn maatregelen nodig om de uitstoot te reduceren van vooral de zeer belangrijke sectoren transport en gebouwen. Het ambitieniveau voor de productie van hernieuwbare energie moet gevoelig worden opgetrokken. De doelstelling voor energie-efficiëntie moet worden verhoogd. Er zijn verduidelijkingen nodig op het vlak van doelstellingen en budgetten voor onderzoek, innovatie en competitiviteit. Dit is allemaal informatie waarvan u wist dat u ze moest leveren, maar die niet in het plan staan. Er is meer kwantitatieve informatie nodig over de investeringsbehoeften die nodig zijn om doelstellingen te bereiken. Deze informatie ontbreekt deels in het plan. Er werd een lijst gevraagd van alle energiesubsidies, inclusief die voor fossiele brandstoffen, en alle acties om ze uit te faseren. Ook dat vraagt de Europese Commissie, maar zit niet in het plan. Het is eigenlijk een schande dat een ngo zoals het World Wildlife Fund (WWF) een studie moet maken en uitbesteden, en dus geld moet besteden, om uit te zoeken welke subsidies er allemaal zijn op de verschillende beleidsniveaus, ook op Vlaams niveau. Dat ontbreekt in het plan.
Ik kan alleen maar vaststellen dat het toch vrij serieuze aanbevelingen zijn tot een sterke correctie van het oorspronkelijke plan. Bij de opmaak van het plan moest men toch beseffen dat het plan, zoals het nu is opgemaakt, echt wel ondermaats was.
In die zin, minister, kan ik uw uitleg niet helemaal begrijpen. Ik hoop dat de volgende regering wat ambitieuzer is. Een ambitieus klimaatbeleid is goed voor iedereen: voor onze industrie, voor jobs, voor de leefomgeving en voor de gezondheid. Het niet-voeren van een ambitieus klimaatbeleid zal negatief zijn voor onze economie en zal op termijn veel meer geld kosten dan het voeren van een ambitieus beleid.
Wij zullen blijven aandringen op een grotere ambitie, vanuit het belang van onze economie, ons milieu, enzovoort.
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Ik begrijp uw bezorgdheid. U zegt dat we niet langer mogen talmen om antwoorden te geven aan de Europese Commissie. Ik ben ervan overtuigd dat de nieuwe Vlaamse Regering zowel de uitgangspunten van de Europese Commissie en de bevolkingsbevraging als het advies van het Klimaatpanel als uitgangspunt voor het nieuwe beleid zal nemen.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Het is niet mijn ongeduld dat hier een rol speelt. Het is het ongeduld van heel veel mensen in de maatschappij die denken dat het nu eindelijk tijd wordt om te handelen en maatregelen te nemen. We weten dat de doelstelling voor 2020 achterblijft, maar we beseffen veel beter dat er systemische veranderingen nodig zijn, juist om die langetermijndoelstellingen te halen en dat we daar zo snel mogelijk mee moeten beginnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.