Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb dit thema in deze commissie al een paar keer de revue laten passeren. Als ik de kans krijg, zal ik dat in de toekomst blijven doen.
Ik wil tijdens deze laatste commissievergadering Leefmilieu nog een vraag stellen over de ophaling van asbest aan huis. Dit dossier heeft in de schoot van de regering een lange weg afgelegd. In het regeerakkoord staat dat er een asbestafbouwplan zou komen. Dat is er ondertussen en is aangekondigd voor juli. Enkele weken geleden is het goedgekeurd tijdens de plenaire vergadering. Daaraan gekoppeld is opgenomen dat we sowieso particulieren en kmo's zouden helpen om van hun asbest af te geraken. Ik begrijp dat er weinig subsidie rechtstreeks aan de particulier zou worden verleend, maar dat de ophaling zou worden gefaciliteerd en dat er zou worden gezorgd voor de ‘ontzorging’, zoals dat zo mooi heet.
Uit mededelingen van uw voorganger, mevrouw Schauvliege, had ik begrepen dat daar snel mee van start zou worden gegaan. En inderdaad, in mei 2019 zouden gemeenten starten met de ophaling van kleine asbestpartijen aan huis, vaak georganiseerd door afvalintercommunales. Ik stel vast dat er momenteel nog maar 3 van de 25 afvalintercommunales een goedkeuring hebben gekregen, en daar maak ik mij zorgen over.
Zoals bekend, is asbest een goedje dat massaal werd toegepast in de bouwsector. Geleidelijk aan bleek dat asbest zeer schadelijk is voor de gezondheid. Bij het bewerken of verwijderen van asbesthoudende stoffen kunnen vezels vrijkomen die bij inademing zeer schadelijk kunnen zijn. Al te vaak werden er louter ad-hocmaatregelen genomen om asbest te verwijderen, wat een structurele aanpak hypothekeert.
Ik heb bij de ophaling van asbest aan huis een aantal vragen. Kunt u mij aangeven via welke methodes asbest aan huis kan worden opgehaald? Wat zijn de modaliteiten ter zake?
Hoeveel afvalintercommunales organiseren de ophaling van asbest aan huis? Zijn er ook gemeenten die deze activiteit autonoom opnemen? Kunt u mij aangeven hoeveel procent van de bevolking een beroep kan doen op asbestophaling aan huis?
Asbest is een gevaarlijk goedje. Hoe zorgen we ervoor dat burgers die gebruikmaken van deze ophaalmogelijkheid, dit in optimale omstandigheden kunnen doen, zodat blootstelling vermeden wordt?
Hoe zorgen we ervoor dat in heel Vlaanderen asbest aan huis kan worden opgehaald, het liefst door de afvalintercommunales omdat de Vlaming die organisaties het beste kent?
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Danen, dit onderwerp is de voorbije weken al regelmatig aan bod gekomen, en terecht. We zijn er samen van overtuigd dat we daarop moeten inzetten.
Binnen het subsidiebesluit Lokale Besturen bestaat de projectformule ‘bronophaling’ uit twee varianten.
De eerste variant is die voor kleinere volumes. Voor kleinere volumes zoals daken van tuinhuizen is het beproefde systeem van plaatzakken op maat van golfplaten het meest geschikt. In geval van leien wordt een werkwijze met een ‘big bag’ aanbevolen.
De tweede variant voor de inzameling aan huis van grotere hoeveelheden asbestcement bestaat uit een systeem van containers aan huis die voorzien zijn van een ‘inliner’.
Voor deze beide varianten verlopen de modaliteiten vrijwel analoog aan de organisatie van grofvuilophaling aan huis op afroep. De burger neemt contact op met de gemeente of – meestal – met de afvalintercommunale, waarna een afspraak wordt gemaakt voor de ophaling van het asbestcement aan huis. Daarbij krijgt de burger de nodige informatie over waar hij zijn twee persoonsbeschermingssets, de infofolder en desgevallend een platenzak of big bag kan verkrijgen.
Hoeveel afvalintercommunales organiseren zo’n ophaling? Met het budget van 2018 konden acht afvalintercommunales een project ‘bronophaling’ aanvatten waarmee asbestcement aan huis via zakken of containers wordt opgehaald. Voor het budget van 2019 ontving de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) van negen afvalintercommunales een subsidieaanvraag voor de organisatie van ‘bronophaling’. Er zijn geen gemeenten die de activiteit in 2018 autonoom opnamen. Voor 2019 is dat wel het geval, meer bepaald in drie steden en gemeenten.
Voor de reeds vastgelegde bedragen van de subsidieaanvragen op het budget van 2018 correspondeert dit met een bereik van ongeveer 24 procent van de Vlaamse bevolking en voor de nog lopende subsidieaanvragen met ongeveer 52 procent van de Vlaamse bevolking. Dat is dus ruim een verdubbeling.
Hoe omzichtig wordt hiermee omgegaan? Met de subsidieformules in het Subsidiebesluit wenst de Vlaamse overheid via de lokale besturen de burger financieel gericht te ondersteunen bij de meerkost voor asbestverwijdering en professioneel te begeleiden in het veilig verwijderen van risicovolle asbesttoepassingen. Informeren over de risico's en de wijze waarop de burger zelf veilig hechtgebonden asbest kan verwijderen, vormt de basis. Een preventieve infofolder is dan ook verplicht te overhandigen aan de burger, net als twee persoonsbeschermingssets voor de personen die de werken effectief uitvoeren. Sommige afvalintercommunales werkten daarbij reeds stapsgewijze instructievideo's uit die de burger als bijkomende handleiding kan gebruiken. De website asbestinfo omvat alle nodige informatie waarmee lokale besturen of afvalintercommunales aan de slag kunnen om burgers adequaat te informeren. Op basis van de recente projectervaringen en goede praktijken maken ook meer verfijnde toolkits voor lokale besturen hun opwachting en zullen die voor hen een projectvereenvoudiging betekenen. De OVAM biedt daarnaast ook asbestopleidingen aan voor lokale toezichthouders en andere medewerkers over hoe zij kunnen omgaan met eventuele incidenten.
Hoe kunnen we dat verder verruimen? Enerzijds zullen goede praktijken van de huidige pioniers leiden tot meer verfijnde ‘best practices’ en gestandaardiseerde formats die afvalintercommunales kunnen hanteren bij de organisatie van bronophalingsprojecten. Hiermee kan een efficiëntieverhoging nagestreefd worden van de projectformule ‘bronophaling’. Anderzijds zullen de huidige gerichte en doeltreffende subsidies voor de meerkost van asbestverwijdering nodig blijven als financiële incentive. Voor de nieuwe dakbedekking spoort het asbestafbouwbeleid samen met energiedoelstellingen zoals het plaatsen van dakisolatie, relighting en het aanwenden van het zonnepanelenpotentieel. Gecombineerde projecten van asbestverwijdering en energierenovatie liggen dan ook in de lijn van de verwachtingen, waarbij zij een wederzijds aanjagend effect op elkaar uitoefenen. Dankzij subsidies en een breed draagvlak bij de lokale besturen verwacht ik dat de formule ‘bronophaling’ in de verdere toekomst gestandaardiseerd zal worden in het recurrente aanbod van lokale besturen of afvalintercommunales voor de Vlaming.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u, minister. Uw antwoord ontgoochelt mij, in die zin dat ik ervan uitging – en ik had toch sterk begrepen dat de woorden van de vorige minister ook in die richting gingen – dat we in Vlaanderen eigenlijk vrij massaal gebruik konden maken van die afvalophaling aan huis. Ik stel vast dat dat nu nog maar voor een op de vier zo is. Vanaf 2019 zou het ongeveer de helft zijn. (Opmerkingen van minister Koen Van den Heuvel)
De helft, inderdaad. Maar wat dan met die andere helft? Het is belangrijk om iedereen mee in bad te krijgen. Het stoort mij heel erg dat die communicatie nogal voortvarend is. Men kondigt iets aan, het lijkt alsof iedereen daarvan kan gebruikmaken en dan blijkt dat dat helemaal niet het geval is. Dat vind ik heel jammer.
U verwacht dat die ophaling binnenkort bij het normale aanbod van de intercommunales zal komen of dat de gemeentebesturen hiermee aan de slag zullen gaan. Maar de vraag is: wat zult u doen om dat te realiseren? Het verhaaltje dat er proefprojecten moeten komen, ben ik eigenlijk wat beu gehoord. Want er zijn de voorbije jaren proefprojecten gebeurd. Er is geleerd. Men weet ondertussen wat kan, wat moet, wat niet werkt. Dus is mijn vraag: wat zult u concreet doen om ervoor te zorgen dat 100 procent van de Vlamingen kan gebruikmaken van die afvalophaling aan huis? Want velen wachten daarop.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Allereerst wil ik onderstrepen dat het een goede zaak is dat asbest binnenkort aan huis zal worden opgehaald door een aantal intercommunales. Ik begrijp de opmerking van collega Danen dat hij liever wil dat dit door alle intercommunales gebeurt. Dat kan ik alleen maar bepleiten. Het zou goed zijn indien deze initiatieven zich over heel Vlaanderen zouden verspreiden.
De afvalintercommunales doen niet alleen die ophaling aan huis van asbest. Er zijn ook al een aantal intercommunales die dankzij Vlaamse subsidies aan een sterk verlaagd tarief materiaal en expertise ter beschikking stellen, zoals de minister al aanhaalde. Op die manier drukken we de prijs voor de burger en is dat ook een aanzet voor de burger om mee te helpen het asbest zelf te verwijderen. En dat is natuurlijk wat we willen: hoe sneller het wordt opgeruimd, hoe beter. Maar het moet op een veilige manier gebeuren.
Minister, in het antwoord op een schriftelijke vraag liet u weten dat er in 2019 al zeventien aanvragen werden ingediend door lokale en bovenlokale besturen voor subsidies in verband met – toen zeer algemeen – asbestinzameling en asbestverwijdering. Waarover gaan deze aanvragen? Past dit opnieuw in het verhaal van die afvalintercommunales die ervoor zorgen dat het goedkoper wordt voor de burger? Of gaat het ook over deze ophaling aan huis? Concreet: waarop zijn die subsidies of die zeventien aanvragen van toepassing?
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Ik dank u voor de bijkomende vragen.
De asbestproblematiek is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. De problematiek wordt aangepakt. De inventaris werd de voorbije maanden geoperationaliseerd. Daaruit blijkt dat niet iedereen in Vlaanderen ervan overtuigd is dat het nodig is. Maar het is duidelijk dat we daar de lijn hebben aangehouden. Het zal de volgende jaren een heel belangrijk instrument zijn, dat ook nog zal worden geïntegreerd in de Woningpas. Zo is er duidelijke informatie en weet iedereen waar het op staat.
Ik begrijp het ongeduld van collega Danen en in tweede instantie van collega Wouters. Kan het tempo een beetje worden opgedreven, zodat het bereik dat dit jaar op 52 procent ligt, kan worden uitgebreid? We zullen samen met de OVAM bekijken of we daar een versnelling kunnen inbouwen.
Er zijn wat mij betreft een aantal belangrijke aspecten. Mijnheer Danen, het zijn geen proefprojecten meer. Ze zijn operationeel, volwassen. Er zijn twee varianten. De nodige voorzichtigheidsprincipes worden gehanteerd. De tool is er. Met de inventaris hebben we nog een ander, stringenter kader gemaakt in het recente verleden. Alles is nu beschikbaar.
Nu kunnen we bekijken hoe we de uitrol – die binnen enkele maanden op meer dan 50 procent zal zitten, wat een verdubbeling is ten opzichte van vorig jaar – kunnen versnellen. Ik wil absoluut samen met de OVAM bekijken hoe we die kunnen versnellen, zodat, mevrouw Wouters, dat bereik sneller kan worden vergroot.
De heer Danen heeft het woord.
Op eerdere vragen over de problematiek van asbest en om het te versnellen, werd vaak geantwoord dat we niet de capaciteit van aannemers hebben, maar hier speelt dat helemaal niet. Het gaat echt over huis-, tuin- en keukenkarweien die op een goede manier moeten worden uitgevoerd. Vandaar dat we die beschermingspakketten erbij zetten. Mensen die thuis nog een oud afdak hebben of een oud hok dat ze willen afbreken, daar gaat het in veel gevallen over. De mensen zijn daar nu al lang op aan het wachten. 100 procent van de Vlamingen betaalt belastingen – daar mogen we toch van uitgaan –, dus verwacht ik ook dat 100 procent van de Vlamingen gebruik kunnen maken van de diensten die daarvoor voorzien zijn.
Nogmaals, de communicatie daarover was heel fors in de maanden juli en augustus, en vorige maand opnieuw. Ik verwacht dat er bij een forse communicatie ook een forse dienstverlening hoort.
Ik zal dit dossier blijven opvolgen. Ik ga voor 100 procent van de Vlamingen die kunnen gebruikmaken van de dienst om hun asbest te laten ophalen, want nu blijven veel te veel Vlamingen in de kou staan. Mensen zijn vaak al lang aan het wachten om die werken uit te voeren, en dat kan dus niet. Wat zouden we ervan vinden als maar de helft gebruik zou kunnen maken van de energiepremies of van de energielening? Vlaanderen zou op zijn kop staan. We moeten hier dan ook echt voorsprong nemen en vooruitgaan. Ik zal dit dossier alleszins van heel nabij blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.