Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
In het Zonneplan werd ook een doelstelling uitgewerkt om PV-installaties (photovoltaic) langs spoorwegbermen mogelijk te maken. De beschikbare ruimte bevat immers heel wat potentieel. Een eerste proefproject werd gesitueerd op de spoorwegberm tussen Leuven en Aken. Concreet gaat het over het traject van een tiental kilometer langs de hst-lijn (hogesnelheidstrein) tussen Haasrode en Hoegaarden, waar tot 10 megawatt aan PV-vermogen zou kunnen worden geïnstalleerd. Dit project diende het pad te effenen voor andere investeringen op de spoorwegbermen.
We dachten: oké, dat is een nieuw en veelbelovend project. Maar blijkbaar is dat niet het geval. Want op basis van het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 22 februari, lees ik dat het project het station nooit heeft verlaten. Er werd een bestek opgemaakt, maar geen enkele partner bleek geïnteresseerd. Er bleven blijkbaar te veel onduidelijkheden over de bodemstabiliteit of de kosten van de netaansluiting. Op basis daarvan heeft Infrabel beslist om het project stop te zetten en zich te concentreren op projecten waarvan de haalbaarheid beter gegarandeerd is, namelijk zonnepanelen op de gebouwen. In dit geval spreken we dus niet meer over de trein der traagheid, want de trein is gewoon afgeschaft.
De vraag naar de stand van zaken komt hier regelmatig terug.
Minister, wat zijn de redenen waarom het project van PV-panelen op spoorwegbermen niet kostenefficiënt is? Hoe kan een oplossing worden geboden aan de uitdagingen voor de bodemstabiliteit en de kosten van de netaansluiting?
Op welke manier zult u Infrabel aanzetten tot sense of urgency om versneld maatregelen te treffen voor het klimaat en nieuwe ambitieuze projecten op te zetten voor duurzame energieproductie bij Infrabel?
Minister Peeters heeft het woord.
Hoewel in een kwalificatieproces zeven ondernemingen waren geselecteerd, heeft uiteindelijk geen enkele van deze kandidaten een bod uitgebracht voor het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen op de proeflocaties van Infrabel op de spoorwegbermen van het hst-traject in Bierbeek.
Het onderzoek van Infrabel daaromtrent bij deze potentiële kandidaten gaf aan dat er een te grote onzekerheid was rond een aantal technische gegevens, voornamelijk de bodemstabiliteit van de bermen en de mogelijkheid tot en kosten van een netaansluiting in deze specifieke locaties. Dat speelt om tot een kostenefficiënt systeem te komen.
U begrijpt dat ik niet bevoegd ben voor de uitdagingen van de bodemstabiliteit. Op vraag van mijn voorganger, toenmalig minister van Energie Bart Tommelein, heeft Infrabel het Vlaams onderzoekscentrum EnergyVille ingeschakeld om de problematiek rond de netaansluitingen te laten onderzoeken, met het resultaat dat het faciliteren van de netaansluiting van deze grootschalige PV op deze locatie een hoge kost zal omvatten.
Het is het resultaat van al deze gegevens samen dat maakt dat om technische en financiële redenen wordt afgezien van het verder faciliteren van fotovoltaïsche zonnepanelen op de spoorwegbermen van de hst-lijn.
Dat is de reden ook waarom Infrabel besliste om de focus te leggen en middelen in te zetten op hernieuwbare-energieprojecten waarvan de haalbaarheid vandaag beter gegarandeerd is, om zo bij te dragen aan de verduurzaming van de energievoorziening. Dit betreft het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen op gebouwen.
Ik voorzie hier verder geen acties rond, aangezien deze problematiek al meermaals met Infrabel expliciet werd besproken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We kunnen de problematiek van Infrabel vergelijken met de problematiek die werd aangekaart door Comeos. Je kunt inderdaad de vraag stellen of het plaatsen langs de spoorwegbermen technisch de meest interessante oplossing is, aangezien ze ook veel daken hebben van onderhoudswerkplaatsen. Recent werd in mijn gemeente zo’n onderhoudsplaats geopend. Daarop liggen er ook geen zonnepanelen. En zo komen we weer tot dezelfde discussie over het economische potentieel. Doordat de spoorwegen hun elektriciteit zeer goedkoop kunnen aankopen, is het voor hen altijd interessanter om aan te kopen via de normale aankoopprocedure en dus rechtstreeks van het net, dan zelf zonnepanelen te plaatsen. Ze zitten daar namelijk met een negatieve internal rate of return (IRR).
En zo komen we weer in de discussie van daarnet: we kunnen het maar oplossen als we er inderdaad een ‘local energy community’ van kunnen maken, waardoor je er andere zonneverenigingen bij kunt betrekken. Enzovoort.
Ik heb geen bijkomende vraag, maar wilde gewoon die opmerking meegeven. We zitten hier een beetje in dezelfde discussie als daarnet over Comeos.
De heer Danen heeft het woord.
We hebben die discussie ook al gevoerd in de plenaire vergadering, één of zelfs twee keer.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Infrabel het niet heel erg graag wil. Zoals de heer Gryffroy zegt, heeft dat waarschijnlijk te maken met het feit dat ze hun energie bijzonder goedkoop aankopen. Ik vind het belangrijk dat we hen aanzetten tot de nodige urgentie.
Misschien kunnen we een aantal – misschien bindende – richtlijnen over hernieuwbare energie naar voren schuiven waarop ze zich moeten beroepen als ze zichzelf van energie willen voorzien.
Voor mij kan het niet dat een bedrijf dat zoveel energie verbruikt, zelf te weinig het goede voorbeeld geeft.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil nog even kort opmerken dat het verhaal van Comeos niet volledig te vergelijken is met dat van Infrabel. Infrabel zit met zijn installatie te ver af van het net en heeft technisch een aantal problemen om de energie rechtstreeks te injecteren. Dat is niet zo bij grote winkelcomplexen. Comeos kan, in het kader van de energiebeleidsovereenkomst (EBO) die we hebben gesloten, tot een werkend businessmodel komen. Daarvoor verwijs ik naar mijn vorige antwoorden. Ik denk dat er tussen Comeos en Infrabel toch een duidelijk verschil is.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik ben het niet helemaal eens met uw technische opmerking. Ik heb gezegd dat ik het wel eens ben met uw opmerking over de spoorwegbermen, maar Infrabel heeft toch andere mogelijkheden? De daken van stations, de daken van de werkplaatsen… Maar nee, die gebruiken ze niet.
Jawel, ze zullen deze optie bestuderen, en ik weet waar het zal eindigen. Omdat ze hun elektriciteit zo goedkoop aankopen, halen ze nooit een positieve IER. Dat kun je maar oplossen als je derden laat investeren en dat gaat alleen via local energy communities. Ik denk dat we gewoon geduld moeten hebben tot die local energy communities er zijn. Er is voor Infrabel geen puur economisch potentieel als het alleen met de daken werkt, want het sluit zich dan aan op de meest nabije hoogspanningscabine. Infrabel heeft voor heel België een aankooppolitiek aan een supergoedkope prijs. Ik denk de goedkoopste omdat Infrabel gigantische volumes nodig heeft.
We hebben dus wat tijd nodig. Ik ben echter ook geen voorstander van wat de heer Danen zegt. We moeten Infrabel geen verplichting opleggen, want als je hen verplicht om met een negatieve IER te werken, dan wordt die ergens door iemand betaald. Ofwel komt dat dan van de algemene middelen ofwel wordt het in het treinticket verrekend. Ik wil ook niet dat straks het treinticket een deel van de zonnepanelen moet betalen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.