Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Voorzitter, minister, in het Europees Parlement werd een nieuwe auteursrechtrichtlijn goedgekeurd die het auteursrecht op het internet wil hervormen. Daar is jaren over gediscussieerd. Nu zijn er twee controversiële artikelen in de wetgeving.
Artikel 11 gaat over een uitgeversrecht bovenop het bestaande auteursrecht. Dat betekent dat nieuwsverzamelaars en persuitgevers tot twee jaar na publicatie moeten betalen voor het gebruik van stukken tekst of verwijzingen naar originele artikelen, die elders op het internet vrij beschikbaar zijn. Dit zal natuurlijk een impact hebben op de zoekplatformen. Het betekent dat recente artikelen moeilijker gevonden zullen worden via zoekplatformen want wanneer stukken tekst worden weergegeven in de zoekresultaten, zullen de zoekplatformen hier dus auteursrechten op moeten betalen per weergave. Ik denk dat dat buiten proportie is.
Artikel 13 wil gedeeltelijk een antwoord bieden op de problematiek van de ‘value gap’, namelijk dat auteurs niet correct vergoed zouden worden voor de content die op platforms gedeeld wordt.
Platforms zullen dus licenties moeten aangaan met degenen die er recht op hebben om die content te mogen delen. Dat geldt ook voor niet-commerciële gebruikers. Als een platform geen toestemming heeft, is het zelf aansprakelijk voor het illegaal ter beschikking stellen van auteursrechtelijke werken. Er wordt wel gesteld dat de beschikbaarheid van geüploade werken die geen inbreuk vormen op het auteursrecht niet verhinderd mag worden en dat er geen algemene monitorverplichting mag zijn. Maar in de praktijk zal men niet anders kunnen dan onrechtmatige content verwijderen.
Computerprogramma's kunnen misschien wel covers van Beyonce-nummers herkennen, maar geen parodieën detecteren, ze kunnen geen memes begrijpen en ze kunnen ook geen vorm van cultureel oordeel vellen. Ze zullen bijvoorbeeld niet kunnen uitmaken of het over een filmpje gaat van een lokale harmonie die een stuk van haar concert online heeft geplaatst. Hetzelfde geldt voor een filmpje van een of andere folkloristische stoet die hedendaagse muziek gebruikt want een computerprogramma kan waarschijnlijk geen rekening houden met nuances of context. Het gevaar bestaat dus dat legale inhoud verwijderd wordt en dat de vrijheid van internet en de vrijheid van meningsuiting in gevaar komen.
Minister, wat is uw visie op deze Europese richtlijn? Welke oplossing kan Vlaanderen bieden om ervoor te zorgen dat de nieuwe moderne online media, die deel uitmaken van het dagelijks leven van ons allemaal, nog werkbaar zijn? Hoe zorgen we ervoor dat de vrijheid van internet en de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar komen? Wat kunt u of uw opvolger ondernemen op korte of langere termijn?
Minister Gatz heeft het woord.
De vorige auteursrechtenrichtlijn dateert al van 2001. Ondertussen is er veel gewijzigd en hebben grote spelers zoals YouTube en Google News zich op de markt gevestigd. Dat is wel het minste wat we kunnen zeggen. De Europese regelgever vond het dan ook noodzakelijk om de gedateerde regels aan te passen aan de huidige en ook zo veel mogelijk aan de toekomstige samenleving.
De richtlijn past binnen een breder kader, namelijk de ‘Digital Single Market Strategy’ van de Europese Commissie, en heeft als doel de nationale verschillen zo veel mogelijk weg te nemen. De vrijheid die voordien bestond om auteursrechtelijk beschermd materiaal te uploaden was vrij groot. Dit zorgde ervoor dat de auteur geen vergoeding kreeg terwijl dergelijke platformen wel inkomsten verkregen uit onder andere reclame. Daar is een spreidstand, die men dan de ‘value gap’ noemt, aan de orde. De nieuwe richtlijn probeert dergelijke praktijken een halt toe te roepen of minstens te kanaliseren.
Het is vandaag nog niet duidelijk hoe men de nieuwe bepalingen zal omzetten en toepassen in de praktijk, met name wat dit zal betekenen voor de gebruiker en of er dus strenge filters zullen bestaan, waarvan u een aantal voorbeelden gaf. Verder kan ik echter stellen dat het auteursrecht een bevoegdheid is van de federale overheid, behorende tot de FOD Economie. Voor een verdere interpretatie van deze richtlijn kan ik dan ook naar deze instantie verwijzen vermits zij belast zal zijn met de concrete omzetting ervan.
Welke oplossing kunnen we vinden om de vrijheid van meningsuiting zo goed mogelijk in balans te brengen met de auteursrechten? Wanneer de richtlijn wordt omgezet, zal het belangrijk zijn om te bekijken wat de werkelijke impact zal zijn op de gebruiker, maar ook op de rechthebbenden, zodat een evenwicht kan worden gevonden. De richtlijn heeft als doel om het Europees kader verder te harmoniseren, niet om de vrijheid van meningsuiting in te perken. Dat werd expliciet benadrukt door EU-rapporteur Axel Voss. Om deze redenen werden dan ook rechten opgenomen, zoals omschreven in artikel 11 en artikel 13 van de richtlijn. Vermits het een federale bevoegdheid betreft, zal men in eerste instantie naar de impact van de richtlijn moeten kijken.
Wat kunnen we doen op korte en lange termijn? Het is een richtlijn die een omzetting in nationale wetgeving veronderstelt en noodzakelijk maakt. Als minister van Cultuur, Jeugd en Media, en als vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid, kan ik nagaan welke rol mijn opvolger of ik kan spelen bij de omzetting ervan. Er kan dan worden bekeken of ook het Vlaamse niveau mogelijk een rol kan spelen wanneer de richtlijn op federaal niveau wordt omgezet, met aandacht voor de rechten van de auteurs én van de gebruikers.
U weet misschien dat Vlaanderen vertegenwoordigd is in de Raad voor de Intellectuele Eigendom. Die Raad werd bij de FOD Economie opgericht bij koninklijk besluit van 5 juli 2004. Het gaat om een adviesorgaan dat bestaat uit deskundigen en vertegenwoordigers van de middens die betrokken zijn bij de intellectuele eigendom. De hoofdopdracht is de minister die de intellectuele eigendom tot zijn bevoegdheid heeft, adviseren over aangelegenheden die verband houden met de intellectuele eigendom.
De Raad voor de Intellectuele Eigendom is samengesteld uit twee secties: de sectie ‘Industriële Eigendom’ en de sectie ‘Auteursrecht en Naburige rechten’. Deze laatste sectie is belast met de problemen over auteursrecht en naburige rechten. Dat had u al kunnen afleiden uit de titel. De Vlaamse Gemeenschap is wel degelijk vertegenwoordigd in dit deel van deze Raad.
Indien de omzetting van de richtlijn ter sprake komt in deze Raad, meer bepaald in de sectie ‘Auteursrecht en Naburige rechten’, dan kan en zal de Vlaamse Gemeenschap er ook haar visie en bezorgdheden ter sprake brengen. Maar ik denk dat het ook te maken zal hebben met het algemene evenwicht dat in de nieuwe richtlijn in elk geval gekozen is – gevonden misschien nog niet.
Ik begrijp dat uw vraag vanuit gebruikersstandpunt inderdaad tot een bepaalde bezorgdheid kan leiden. Anderzijds denk ik dat we ook allemaal moeten zeggen dat vanuit auteursoogpunt het evenwicht helemaal zoek was. De vraag zal nu zijn: hoe kan de concrete toepassing van de richtlijn, niet alleen in ons land maar ook in andere landen, ertoe leiden dat we daar een beter en vooral werkbaar evenwicht in kunnen vinden?
Ik denk dat er wel nog redelijk wat discussies zullen zijn vooraleer we daar terechtkomen. Maar ik vind de stap die het Europees Parlement heeft gezegd – en ik zeg dat ten persoonlijke titel – wel een goede. Er moest hoe dan ook iets gebeuren.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is dus nog afwachten. Want zoals u zegt, zullen er nog heel veel discussies volgen.
Ik ga ermee akkoord dat het world wide web, het internet, een zodanig groot gegeven is geworden dat er aangepaste regelgeving nodig is. Dat die gedateerde regels worden aangepast, zeker wat het auteurswerk betreft, kan ik mij inderdaad voorstellen. Ook dat het niet allemaal correct verliep en dat het prettiger was voor de gebruikers dan voor de auteurs die blijkbaar niet of niet voldoende werden vergoed.
Mijn enige punt – en dat is ook wat ik van collega Anneleen Van Bossuyt hoor – is dat de tekst zeer vaag is, heel veel ruimte laat voor interpretatie en eigenlijk meer vragen oproept dan antwoorden geeft.
We zijn tegenwoordig allemaal op onze hoede voor fake news. Maar de toegang tot correct nieuws, correcte bronnen mag niet worden beknot maar moet net gefaciliteerd worden voor iedereen. Ik hoop dat dat ook zal blijken na die vele discussies.
Zoals u zegt, zullen er nog vele discussies volgen. We volgen het op.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het debat dat zich daarover de afgelopen maanden heeft afgespeeld, is heel interessant. We konden op internet YouTube-filmpjes bekijken die tegen de wijziging of tegen die artikels bedoeld waren.
Na het allemaal zo een beetje gevolgd te hebben, denk ik dat er hier toch een vrij evenwichtige beslissing genomen is door het Europese niveau. Wij hebben vernomen dat zowel de individuele gebruikers als de kleinere bedrijven – want er wordt een onderscheid gemaakt – toch voldoende beschermd zouden moeten zijn door deze richtlijn. Het is inderdaad afwachten wat het in de praktijk zal betekenen. Wij kijken daar ook met veel belangstelling verder naar uit. We hopen dat er hier een evenwicht zal zijn op het terrein, tussen enerzijds auteursrechten beter beschermen – wat niet echt meer het geval was op het grote internet, of het was toch heel moeilijk voor hen om tegen die grote platformen op te kunnen – en anderzijds ook het recht op vrije meningsuiting. Ik heb toch begrepen dat er heel wat uitzonderingen voorzien worden voor quotes, parodieën, karikaturen. Men heeft geprobeerd om alle elementen samen te brengen en tot een evenwichtige regeling te komen. Hoe die nu in de praktijk gaat uitdraaien, is op dit moment echt nog wat koffiedik kijken, maar we volgen het zeker op. Het is absoluut een interessante discussie.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil gewoon heel kort aansluiten bij collega Brouwers. Die filmpjes die door YouTube en Google zelf gemaakt zijn – vooral YouTube – heb ik vooral ervaren als propagandafilmpjes ter bescherming van het eigen inkomstenmodel van YouTube. Die hebben er zelfs toe geleid dat in Duitsland jongeren op straat zijn gekomen om te betogen, omdat ze dachten dat YouTube beperkt zou worden. Natuurlijk is YouTube een heel belangrijk kanaal voor content voor jongeren, maar mijn inschatting is dat er hier met de Europese regelgeving effectief geprobeerd wordt om voor de ongebreidelde toegang en het inkomstenmodel van YouTube, van aangeleverde content waar nauwelijks iets tegenover staat, toch een maat te vinden. Ik denk ook – zoals collega Brouwers – dat we gaan moeten zien wat dat in de praktijk geeft. Ik geloof echter niet dat er nu sprake zou zijn van censuur of wat dan ook, of van beknotting van de expressiviteit en creativiteit op YouTube.
Het is een heel moeilijke materie. Ik wil dat illustreren met het stemgedrag in het Europees Parlement over dat dossier. Die Piratenpartij heeft op dezelfde manier gestemd als de N-VA, wat eigenlijk absoluut totaal onlogisch is, als je normaal de politieke ideologieën naast elkaar zou leggen – ik verwijt niemand iets. Maar waarom zeg ik dat? Het gaat over een discussie over de vrije toegang tot informatie, maar ook tot artistieke content, niet te vergeten. Journalisten worden ook vaak via auteursrechten vergoed. Die toegang moet oneindig zijn, zo vrij en zo open mogelijk – wat we allemaal wel graag hebben, denk ik. Maar de vraag blijft wie er nu centen aan verdient. Zijn het de journalisten, de uitgevers, de artiesten, hun uitgevers? Of zijn dat vooral de Googles, Amazons, YouTubes van deze wereld? Dat is de balans die je moet maken. Ik wil u eerlijk toegeven dat wij intern ook een ferme discussie gehad hebben, en de Groenfractie in het Europees Parlement – die eigenlijk geen Groenfractie is, maar een verzameling van een aantal piraten en meer gezette burgers – heeft verdeeld gestemd. Dit om maar aan te geven dat die discussie daar ook even hard leeft.
Maar het gaat hier toch over het feit dat je creatieve content en journalistieke content niet mag gebruiken om geld mee te verdienen, bij wijze van spreken met andermans zweet, of andermans creatief materiaal niet mag exploiteren zonder dat die daarvoor vergoed wordt. Ik denk dat ieder van ons het erover eens zal zijn dat je daar een balans in moet zoeken. Maar het is waar: fake news zal niet aan auteursrechten onderworpen worden, mag ik aannemen, echt nieuws misschien wel een beetje. We moeten ook eerlijk zijn: we moeten onze artiesten ook een beetje beschermen, maar ook onze uitgevers, en ook onze journalisten. Google heeft jarenlang een nieuwsbrief en nieuwssite gemaakt, waarbij ze uit alle mogelijke media artikels haalden – ik weet niet of ze het nu nog doen. Dat is natuurlijk een beetje eenvoudig, je maakt daarrond dan reclame, en het is kassa, kassa. Dat is ook niet fair.
Het is een zeer moeilijke balans, maar nu cd’s en platen al lang iets voor grote freaks zijn en alles voor de rest digitaal is, vind ik dat de maker het in ieder geval verdient op een eerlijke manier te worden vergoed, al gaat het om kleine beetjes. Ik wil dat opmerken omdat ik dat ik zelf vanuit mijn muzikale achtergrond heb meegemaakt. Veel mensen in mijn omgeving hebben er hard voor geijverd zelf een klein graantje aan hun eigen werk te mogen verdienen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik ben het er helemaal mee eens dat de discussie zeker moet worden gevoerd. De praktijk zal uitwijzen of we een mooi evenwicht zullen vinden. Ik heb nog een bemerking. Als die filtersystemen op de leest van grote Amerikaanse bedrijven zijn geschreven, is dat een probleem. Naar wie gaat het geld? Zal dat allemaal correct verlopen?
Mevrouw Van Werde, uw nuanceringen zijn correct en terecht. Het is niet zwart-wit en het is niet eenduidig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.