Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Hendrickx heeft het woord.
Voorzitter, de vraag die ik wil stellen, werd deels al beantwoord. Minister-president, ik heb dit weekend, in de kranten en online, gelezen dat er al een deel van noodhulp werd toegekend. Uzelf en uw collega-minister Van den Heuvel hebben daarover gecommuniceerd.
Mijn vraag was aanvankelijk, onmiddellijk na de bekendmaking van de natuurramp in Malawi, Mozambique, en grote delen van het aansluitende Zimbabwe, waar ik de situatie een beetje ken, of bepaalde van onze projecten daar getroffen zijn, ‘geïmpacteerd’ zijn. Ik heb deels al een antwoord op mijn vragen, maar misschien zijn er nog enkele kleinere nieuwe evoluties, die ik dan graag van u verneem.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Hendrickx, de Mozambikaanse overheid beschouwt de gevolgen van de cycloon sinds 20 maart als een nationale noodsituatie. De voorlopige dodentol – en wellicht zullen we nooit de volledige cijfers kennen – ligt voor de 3 betrokken landen op 615: Mozambique 417, Malawi 59 en Zimbabwe 139. Dat zijn verschrikkelijk veel doden.
Er zijn in Mozambique minstens 400.000 mensen dakloos geworden. Heel wat toegangswegen zijn letterlijk weggeveegd, waardoor het voor hulpverleners uitermate moeilijk is om ter plaatse te komen en humanitaire goederen ter plaatse te brengen. Vooral in de kuststad Beira – dat hebt u allemaal vernomen – is de impact immens. Daar werd zo’n 90 procent van alle gebouwen vernield. In de provincies Sofala en Zambezia bevinden zich respectievelijk 246.000 en 211.000 mensen in een noodsituatie. Het Humanitarian Country Team raamt dat naar schatting 40,8 miljoen USD nodig is om de noden te lenigen.
De ambassade van Malawi heeft, naar aanleiding van het uitroepen van de noodtoestand daar op 8 maart 2019, een aanvraag tot hupverlening geformuleerd op 13 maart. In Malawi zijn er 840.000 mensen getroffen door de overstromingen in 15 districten. Er zijn 577 gewonden gemeld en 59 doden geregistreerd. Naar schatting 94.000 mensen zijn moeten vluchten. Er is heel wat directe schade, maar ook op middellange en lange termijn wegens het overstromen van de landbouwgebieden net vóór de oogst, waarbij heel wat vee gestorven is. De noden daar worden momenteel ingeschat op 11,86 miljoen dollar, waarvan voorlopig slechts 1,7 miljoen dollar werd opgehaald.
Eén zaak is duidelijk: het officiële dodencijfer zal, naar ik vrees, nog niet het totale dodencijfer zijn. Waarnemers ter plaatse konden in een aantal dorpen hogere aantallen gestorvenen tellen dan in de officiële cijfers waren opgenomen.
Vlaanderen biedt op drie manieren hulp: bilaterale landenstrategienota’s, internationale klimaatfinanciering en humanitaire hulp.
In het kader van de landenstrategienota’s is de samenwerking met Malawi structureel, maar bijsturing van de projecten is mogelijk. In Mozambique zijn we actief in de provincie Tete.
Het ziet ernaar uit dat de schade daar eerder beperkt is, zeker aan onze projectsites. Veel van de door Vlaanderen ondersteunde partners die werken in de gezondheidszorg, zijn nu betrokken bij het lenigen van de eerste noden. Dat betekent concreet dat die medewerkers worden uitgezonden naar de meest getroffen gebieden.
Zoals ik al zei, bevatten onze projectovereenkomsten een bepaling dat bij onafwendbare situaties, buiten de wil van de uitvoerende partner om – force majeure, zoals deze cycloon – kan worden afgeweken van de doelstellingen waartoe de partners zich eerder verbonden.
De partners kunnen een afwijking van de initiële plannen of een budgetherschikking aanvragen. We gaan die uiteraard een voor een bekijken, in functie van de situatie en de grote noden die er zijn.
Een tweede punt is de internationale klimaatfinanciering. Wij financieren ook flankerende projecten, ook op vlak van klimaat. U weet dat het Vlaams Klimaatfonds een financieringsbron is voor klimaatprojecten in onze partnerlanden en in de brede regio. Een positief punt daarbij is dat onze klimaatprojecten zeer bewust omgaan met klimaatrisico’s, waardoor ze beter voorbereid zijn tijdens door klimaat geïnduceerde noodsituaties.
Een voorbeeld daarvan is het Rode Kruis Vlaanderen, dat actief is in de grensregio tussen Malawi en Mozambique. Het door Vlaanderen ondersteunde project aangaande klimaatgerelateerde rampenparaatheid heeft precies tot doel om de weerbaarheid van lokale gemeenschappen te versterken. Dit project werkt in op de institutionele capaciteit voor het voorbereiden op klimaatrampen, het versterken van de paraatheid en het sensibiliseren van de bevolking voorafgaand aan de ramp. We kunnen stellen dat dit project nu helaas aan een praktijktest is onderworpen.
In de getroffen districten werden er op voorhand 217 mensen getraind in eerste hulp, en werden er in Mozambique noodhulpgoederen voor 500 families opgeslagen in het centraal gelegen opslaghuis van Caia, vlakbij de Zambezi-rivier. Het is positief dat het Rode Kruis er zo in slaagde om de hulpgoederen ter plaatse te krijgen, nog voordat meerdere toegangswegen werden vernield door de cycloon.
Vlak na de ramp werd er in beide landen gebruikgemaakt van de ‘crisis modifier’ om medewerkers – ook vrijwilligers – meteen uit te sturen voor een assessment van de getroffen regio’s. Op basis van dit assessment wordt de responsstrategie bepaald en gebudgetteerd. Ik zei al dat de opgeslagen noodhulpgoederen in Caia meteen na de ramp werden vrijgemaakt en verdeeld onder de betroffen bevolking.
De komende weken zal in beide landen verder gebruik worden gemaakt van de ‘crisis modifier’ om humanitaire hulp te bieden aan de getroffen bevolking. De ‘crisis modifier’ is een budget binnen het project voor dringende noodhulp tijdens de uitvoering van het project. De inspanningen van Rode Kruis Vlaanderen zijn trouwens vermeld in het VRT- journaal.
En dan zijn er de humanitaire acties, de noodhulp. Sinds deze regeerperiode maken we de bewuste keuze om een substantieel deel van ons humanitair budget te reserveren voor structurele noodhulp in onze partnerlanden. Met de steun van Vlaanderen – bijna 479.000 euro – werd in Mozambique een nieuwe coördinatiestructuur uitgebouwd: het COSACA-consortium van Oxfam, Save the Children en Care. Die structuur heeft tot doel een betere coördinatie te faciliteren van het rampenmanagement in Mozambique.
Voor 2019 is er ook voorzien in een vernieuwing van de structurele hulp voor Malawi. Gelet op de noodsituatie wil ik die steun zo snel mogelijk toekennen. Ik heb bij de inspectie van Financiën een dossier ingediend – dat gaat dan naar de minister van Begroting – om dat bedrag van 479.000 euro vlugger te kunnen toekennen aan het Resilience Window van het Acceleration Fund in Malawi, beheerd door UNDP Malawi (United Nations Development Programme). Daarvan zou 160.000 euro al onmiddellijk kunnen worden ingezet.
Het gaat eigenlijk om een gelijkaardige inzet als bij het Central Emergency Response Fund (CERF). U weet dat we het CERF structureel ondersteunen. De middelen worden op voorhand toegekend, maar hier is het toegespitst op Malawi. We dragen nu jaarlijks 600.000 euro bij aan het VN-noodhulpfonds CERF, dat naar aanleiding van de tropische cycloon Idai 20 miljoen dollar toewijst aan Mozambique, Zimbabwe en Malawi. Het CERF kan dus onmiddellijk structureel optreden. Ik heb hier al dikwijls gezegd dat het belangrijk is om daar een structurele bijdrage aan te leveren, zodat professionelen gecoördineerd kunnen optreden met grote middelen.
Zoals ik al zei, heeft de Vlaamse Regering dat vorige vrijdag beslist. Het gaat om mijn laatste noodhulpmiddelen voor dit jaar. We hebben unaniem beslist dat we ons niet aan de regel van zeven twaalfden houden. De volgende minister zal vanaf september nog wel middelen vinden. Minister Koen Van den Heuvel heeft ook middelen vrijgemaakt vanuit de internationale klimaatmiddelen, waarvan nog niet alles toegewezen was. We stellen dus allebei een bedrag ter beschikking. Het gaat om 100.000 en 150.000 euro. Zo hebben we Rode Kruis Vlaanderen onmiddellijk kunnen helpen met 250.000 euro. Rode Kruis Vlaanderen verricht in die omstandigheden trouwens altijd uitstekend werk.
Daar zullen de meest dringende noden mee gelenigd worden: veilig water, een voorlopig onderdak en de nodige basisgoederen voor mensen die volledig zijn afgesloten, geen middelen meer hebben en van wie het land overspoeld is. De noden zijn enorm.
We slagen er op de drie manieren waarop we samenwerken met onze landen in om vanuit onze relatief bescheiden positie een sterke bijdrage te leveren aan het lenigen van de noodhulp. Zodra ik toestemming krijg van de Inspectie van Financiën en van de minister van Begroting zal ik ook voor Malawi 479.000 euro vervroegd vrijmaken. Normaal worden die pas op het einde van het jaar uitbetaald.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Er is weinig repliek vereist.
U eindigt met te zeggen dat onze bijdragen eerder bescheiden zijn. Ik wil dat toch tegenspreken, want net door ons alert en spoedig optreden, tonen we aan hoe we als relatief kleine partner toch in staat zijn tot grootse prestaties. Met de schrijnende toestanden waardoor deze landen nu worden getroffen, zullen deze prestaties zeer hartelijk worden onthaald.
De vraag om uitleg is afgehandeld.