Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het Mediafonds van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) schrapt de tweede subsidieronde voor Vlaamse fictiereeksen, aangezien het voor 2019 beschikbare budget reeds volledig werd toegekend tijdens de eerste ronde. Zo wordt in De Standaard van 9 maart geciteerd uit een brief van het Mediafonds aan de audiovisuele productiesector.
Of de derde subsidieronde voorzien voor september alsnog zal doorgaan, is momenteel koffiedik kijken.
Minister, u liet in de pers alvast uw ongenoegen blijken over de gang van zaken en sluit een verhoging van de middelen uit. Er zou op maandag 11 maart een overleg plaatsgevonden hebben tussen het VAF en u, met als uitkomst dat het VAF “intern zal bekijken of en op welke manier een interne budgetverschuiving mogelijk is om de derde ronde, gepland in september, alsnog te kunnen laten plaatsvinden”.
Ondertussen zullen talrijke producenten zich genoodzaakt zien om projecten op de lange baan te schuiven of zelfs af te gelasten. Dat noopt mij tot volgende vragen.
Minister, in de pers liet u optekenen dat u een verklaring verwachtte voor deze manier van werken, die volgens u niet van behoorlijk bestuur getuigt. Kunt u toelichten wat de uitkomst van uw gesprek met het Mediafonds was? Hebt u uw mening over het verloop van de eerste subsidieronde – en het toekennen van het volledige budget – ondertussen bijgesteld?
Er wordt aangegeven dat het VAF zelf een uitkomst dient te zoeken om alsnog de derde subsidieronde te laten plaatsvinden, desnoods met een interne budgetverschuiving. Welke pistes worden verder nog door het Mediafonds verkend?
U verwacht voor eind maart een plan van aanpak. Mogen we daaruit opmaken dat dit eerst aan u wordt voorgelegd?
Hebt u tevens overleg gepleegd met de productiesector? Wat zijn momenteel hun voornaamste bezorgdheden?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik begin met de context te schetsen waarbinnen de recente beslissing van het VAF/Mediafonds plaatsvond.
De beheersovereenkomst 2018-2021 van het Mediafonds bepaalt dat er jaarlijks minstens twee indieningsrondes moeten worden georganiseerd. Daarnaast wordt jaarlijks op 1 november voorafgaand aan het jaar van de aanvragen de globale deadlinekalender voor alle steunaanvragen bij het VAF – dat zijn dan de drie fondsen samen – publiek gemaakt. Hierbij werden er voor het Mediafonds – dus de tv-reeksen – drie deadlines vooropgesteld.
Bij de indieningsronde van 10 december 2018 werden negen steunaanvragen ingediend, die zoals steeds voor advies werden voorgelegd aan een beoordelingscommissie. Het advies werd gevolgd en begin maart beslist door de raad van bestuur van het VAF. De beslissing houdt in dat deze middelen worden toegekend aan de betrokkenen, maar het concrete betalingsritme verschilt naargelang van het soort ondersteuning.
Ik kreeg van het VAF een overzicht van het recente commissieadvies over de ingediende aanvragen. Ik zal u dit overzicht bezorgen.
De commissie adviseerde productiesteun aan twee grote reeksen – een voor Eén en een voor VTM – en aan een kinderreeks voor Ketnet. Verder gaf de commissie ook groen licht voor twee scenariopremies – voor Eén en VTM Kids – en een ontwikkelingspremie voor SBS.
In totaal kende het VAF 3.205.000 euro toe aan zes fictieprojecten, waaronder twee high-endreeksen die het grootste deel van dit bedrag voor hun rekening nemen.
Binnen de beheersovereenkomst van het Mediafonds is er bepaald dat de steun voor high-endreeksen maximum 1,3 miljoen euro mag bedragen. Ik heb met het VAF de situatie besproken.
Ik zal eerst op uw tweede en derde vraag antwoorden. Het VAF heeft alle budgettaire mogelijkheden onderzocht en zal na een interne herschikking binnen de contouren van de beheersovereenkomst 2018-2021 van het Mediafonds in het najaar een tweede ronde voor fictiereeksen inrichten. Voor deze ronde zal nog een budget van circa 400.000 euro ter beschikking gesteld worden. Dit zal gebeuren via een interne budgettaire herschikking binnen het Mediafonds.
Gezien de financiële indicatoren van elk fonds, is het volgens het VAF in realiteit niet mogelijk om middelen van het Filmfonds aan te wenden voor het Mediafonds en vice versa. Ook laten de middelen binnen het Filmfonds niet toe dat daar overschotten gerealiseerd kunnen worden. Het Gamefonds heeft zijn eigen doelstellingen, bedient een andere doelgroep, en kan met zijn eigen dotatie van 1,73 miljoen euro moeilijk aangesproken worden.
Het plan werd reeds door het VAF aan mij voorgelegd. Ik licht graag deze herschikking kort toe. Het Mediafonds beschikt nog over een resterend bedrag fictie van 48.000 euro. Vorig jaar was er reeds een overbesteding voor fictie. Dergelijke afwijkingen zijn, binnen de bepalingen van de beheersovereenkomst, toegestaan. In de praktijk wordt elke overbesteding echter onmiddellijk het jaar nadien gecompenseerd. De marge die de beheersovereenkomst toestaat, wordt op die manier niet gebruikt. Het VAF heeft echter besloten om de compensatie in 2019 toch niet door te voeren zoals oorspronkelijk is voorzien. Hierdoor komt er 300.000 euro beschikbaar voor fictie. Daarnaast gaat het VAF uit van een beperkt aantal vrijgaven en enkel kleine interne herschikkingen in de loop van het jaar. Het VAF schat dit bedrag op ongeveer 50.000 euro. Samenvattend levert deze herschikking dus 48.000 euro resterende middelen, 300.000 euro compensatie voor 2019 die niet werd doorgevoerd, maar mogelijk is volgens de beheersovereenkomst, en 50.000 euro vrijgaven en varia op. Dat komt neer op een totaal van 398.000 euro.
De raad van bestuur van het VAF heeft beslist om deze tweede ronde enkel open te stellen voor aanvragen voor ontwikkelings- en scenariosteun. Het beschikbare bedrag is immers te laag om aan een fictiereeks productiesteun toe te kennen. Met deze middelen zal het VAF dit jaar nog een beperkt, maar wezenlijk aantal projecten kunnen ondersteunen.
Dan moeten we misschien, maar wel voorzichtig, het recente OTT-besluit in herinnering brengen. Dat is dit jaar al van toepassing, er is een specifieke bepaling voor 2019 voorzien. Dit najaar wordt een bijdrage verwacht. Of dit concreet zal gebeuren, dan wel via een erkende coproductie of via een storting aan het Mediafonds, is op dit moment nog niet helemaal duidelijk.
Op de uitkomst kunnen we nu niet vooruitlopen. Het hangt af van de keuzes die gemaakt worden en/of de beslissing van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). Dat zou in zeker mate positief kunnen meespelen.
Heb ik overleg gepleegd met de productiesector? De raad van bestuur van het VAF heeft de beslissing recent genomen. Daarover zal men nog communiceren. Het is ook de rol van het VAF als fonds om dit verder op te nemen.
Ik ga nu in op uw eerste vraag. U hebt mijn ongenoegen wel gemerkt toen ik in de media reageerde. Het is in het verleden nog gebeurd dat een door het VAF gestelde deadline voor het Mediafonds enkel opengesteld werd voor scenario- en ontwikkelingssteun wegens een beschikbaar budget dat in de loop van het jaar verminderd was. Dat was ook het geval in de laatste ronde van 2015. Dus dat kan.
Dit jaar is er meer budget bij gekomen met 2 miljoen euro, maar er is eveneens ook een mogelijkheid tot hogere steunbedragen voor productie.
Ik heb de verklaring gekregen. Er was het positief advies van de beoordelingscommissie en de daaropvolgende beslissing van de Raad van Bestuur om dit advies te volgen. Het VAF heeft volgens zijn autonomie gehandeld.
Ik blijf erbij dat dit niet de meest vooruitziende beslissing was. Niet elk project had een even hoge score gekregen van de beoordelingscommissie.
Ik heb begrepen dat het VAF in de toekomst, vanaf het goedkeuringsjaar 2020, zal bekijken hoe het beter kan anticiperen op de instroom van de vele en hoogwaardige projecten ten opzichte van de beschikbare middelen. Het fonds zal bekijken hoe het in zijn werking meer rekening kan houden met de oproepen en het beslissingsproces dat het volgt. Het VAF zal daartoe een voorstel uitwerken. In welke mate dit implicaties heeft voor het reglement of de beheersovereenkomst zal dan moeten blijken.
Een beheersovereenkomst is een beheersovereenkomst. Het is wel degelijk de bedoeling dat men zich daaraan houdt. Als daarin staat dat er twee of meer rondes moeten gebeuren, dan is dat niet zomaar afgesproken. Je kunt zeggen: een overeenkomst is een overeenkomst, het is juridisch belangrijk en blablabla. Maar bon, een overeenkomst wordt wel degelijk met een bepaalde doelstelling gesloten. Wat ik belangrijker vind, is dat het gelijkheidsbeginsel hier niet in acht is genomen. Als men vanuit de sector weet dat er verschillende rondes zijn, dan moet men zich daar ook op kunnen instellen. Mocht ik beslissen om via de projecten voor het Kunstendecreet te zeggen: ‘Dat zijn hier allemaal zeer goede projecten, ik ga de volledige pot van het Kunstendecreet in de eerste ronde opdoen’, dan zou ik hier gefusilleerd worden, en terecht.
Wat doen wij dan? Wij ontwikkelen een soort jurisprudentie rond die projecten, waar ik terecht regelmatig over ondervraagd word. We zeggen daarbij dat we die projecten wel degelijk gaan subsidiëren, en andere niet. En dan zorgen we dat we een te verantwoorden, redelijke manier vinden om de middelen te verdelen over verschillende rondes. We gaan nu ook van drie naar twee rondes. Op zichzelf is dat minder belangrijk.
Men kan dat niet zomaar laten vallen als men een openbaar bestuur is. En een fonds is dat. De autonomie van een fonds is recht evenredig met zijn vermogen om zijn eigen boontjes te doppen. Ik ben voor fondsen, in tegenstelling tot voorgangers en dergelijke meer. Ik vind dat het VAF en het Vlaams Fonds voor de Letteren zeer goed werk leveren. En zij doppen hun eigen boontjes. Dat moeten ze wel doen. Wil dat daarom zeggen dat men niet meer middelen mag vragen? Neen, men mag zeker meer middelen vragen. We hebben deze legislatuur het Gamefonds kunnen versterken en het Mediafonds op zich. Ik vind het dus zeker te verantwoorden dat er een vraag is om het Filmfonds en/of het Mediafonds verder te versterken, maar niet op deze manier. Men kan niet plots zeggen: hier is alles goed, wij gaan alles vrijgegeven en, minister, u moet maar meer geld op tafel leggen. Zo werkt de autonomie van een fonds niet. Dan ondergraaft het zijn eigen mogelijkheden.
Dat heb ik willen zeggen. U ziet dat ik het nu ook weer met dezelfde vurigheid zeg. Het is gewoon een kwestie van goede afspraken en ook van eerlijkheid ten opzichte van zichzelf en van zijn voogdijminister, maar ook ten opzichte van de sector. We hebben een goed gesprek met het fonds gehad, een fonds waar ik overigens de grootste waardering voor heb en dat zeer goed werk verricht. Maar men moet wel weten dat dit de manier is waarop het fonds de voorbije jaren uitstekend gewerkt heeft. Ik ga ervan uit dat dat dan ook in de toekomst kan gebeuren. We hebben nu een oplossing gevonden. De vraag om meer middelen an sich bij elke begrotingsronde is terecht. Die moet dan bekeken worden. Die kan bekeken worden, daar heb ik op zichzelf geen problemen mee, maar niet ad hoc.
We hebben deze namiddag de twee fondsen op bezoek, en die zullen dat dan ook vragen, denk ik.
Breng hen mijn groeten over.
We zullen dat met plezier doen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
We zullen met plezier de groeten van u overmaken.
U hebt gelijk, minister. Het laatste wat u zei, over dat gelijkheidsbeginsel, dat is gewoon cruciaal. Als je als producent, als indiener, weet dat je op twee momenten kunt indienen, dan is het heel onfair om er ineens mee geconfronteerd te worden dat die tweede ronde niet kan doorgaan omdat het geld op is.
Dat neemt niet weg – en dat het u ook gezegd – dat we, in de volgende legislatuur, zullen moeten kijken hoe we het VAF op een betere, structurele manier kunnen spijzen. U weet welke oplossingen ik daar alvast voor heb. Toen we vorige week het OTT-uitvoeringsdecreet (over-the-topspelers) behandeld hebben, hebben we ook aangegeven dat de audiovisuele sector zegt dat 2019 een rampjaar dreigt te worden, ten eerste door de teruglopende middelen uit de tax shelter en ten tweede door het feit dat het geld op is bij het VAF. Hun roep naar meer middelen is dus absoluut terecht, alleen deel ik uw mening dat dit niet de manier is om dat signaal te geven.
Ik heb nog een klein bijkomend vraagje. Die 300.000 euro in compensatie, vanwaar komen die? Waar worden die dan weggehaald?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Het is natuurlijk jammer dat de middelen van het Mediafonds voor de fictiereeksen allemaal zijn aangewend, maar aan de andere kant hebben we de zenders daar niet over horen klagen.
Je moet de afweging maken of niet beter alle middelen naar drie kwaliteitsvolle reeksen gaan dan dat de koek wordt verdeeld in allemaal kleine stukjes en er minder kwaliteitsvolle dingen uit voorkomen. Ik ben het wel met u eens, minister, dat er twee rondes zijn afgesproken en dat dit verplichtingen schept.
Het VAF moet voor zijn middelen pleiten in het kader van de beheersovereenkomsten, maar niets belet om makers, scenaristen, regisseurs en acteursgildes hun belangenwerk te laten doen. Zij kunnen tussentijds zeggen dat er te weinig budget is omdat er te veel goede aanvragen zijn. Dat is wel hun rol en niet die van het VAF. Ik denk dat enig onderscheid in dezen wel menselijk is.
Minister Gatz heeft het woord.
We zijn het eigenlijk grotendeels eens. Het antwoord met betrekking tot die 300.000 euro zou ik u technisch schriftelijk kunnen bezorgen, want dat geld is er wel degelijk. Maar ik stel voor dat u vanmiddag onmiddellijk aan het VAF vraagt om daar meer uitleg over te krijgen. Het gaat over niet-aangewend geld dat men had kunnen aanwenden, maar dat men niet aangewend heeft. Hoe dat juist gaat, behoort tot de autonomie van het fonds. Zij zijn beter geplaatst om u dit technisch uit te leggen.
Of er minder reeksen met meer middelen moeten worden gemaakt of niet? We denken op dit ogenblik een werkbaar evenwicht gevonden te hebben in de beheersovereenkomst. Dit kan in de toekomst natuurlijk herbekeken worden. Ik sluit dat niet uit. Dat veronderstelt altijd keuzes. Mevrouw Van Werde, u zei heel terecht dat de zenders die iets hebben gekregen heel tevreden zijn, want er is een andere zender die minder tevreden is, om maar iets te zeggen.
Voor de productiesector is er wel wat verwarring geschapen. Maar goed, ik beschouw dit als een incident dat nu gesloten is. Dat incident leidt tot de terechte vraag of het fonds niet versterkt moet worden. Ja, op termijn. Dat gebeurt bij begrotingen.
Men zal tegelijkertijd moeten zien dat de fijne, delicate rol die een fonds op zich heeft – anders heeft eigenlijk de minister die om ervoor te zorgen dat er wordt vooruitgegaan en dat een maximaal aantal partijen tevreden wordt gehouden en gegeven wordt waar ze recht op hebben –, opnieuw wordt opgenomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.