Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
We moeten blijven inzetten op rationeel energiegebruik. Door rationeel om te springen met energie vermindert het verbruik, wat zich vertaalt in een verlaagde energiefactuur en minder milieuvervuiling.
Wie vandaag een huis verkoopt of verhuurt moet een energieprestatiecertificaat (EPC) kunnen voorleggen. Dit document geeft aan hoe energiezuinig en -efficiënt het gebouw is en heeft daarmee een sensibiliserend karakter. Een EPC is eveneens verplicht voor publieke gebouwen, met name gebouwen waarin publieke organisaties gevestigd zijn die aan een groot aantal personen overheidsdiensten verstrekken.
Een EPC voor publieke gebouwen wordt opgemaakt door een erkende energiedeskundige type C of een interne energiedeskundige en is gebaseerd op het gemeten werkelijke jaarverbruik van de publieke organisatie. Vanaf 1 januari 2015 moeten alle publieke gebouwen die groter zijn dan 250 vierkante meter over een EPC beschikken. Het EPC moet op een voor het publiek opvallende plaats uitgehangen worden.
Eind 2018 vervallen de eerste certificaten voor publieke gebouwen en moet het EPC worden vernieuwd. Voor een aantal gebouwtypes, waaronder zorginstellingen en scholen werden recent nog energieaudits of potentieelscans opgemaakt. In de beleidsbrief Energie 2018-2019 wordt aangegeven dat deze documenten zullen worden hergebruikt en worden aanvaard om te voldoen aan de EPC-verplichting voor publieke gebouwen. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) zal daarvoor een alternatieve procedure uitwerken die gebruik maakt van de informatie uit de Terradatabank.
Voor welke publieke gebouwen moet het EPC worden vernieuwd? Hoe zult u dit controleren en opvolgen?
Welke werkwijze hanteert het VEA om de energieaudits of potentieelscans te hergebruiken om te voldoen aan de EPC-verplichting voor publieke gebouwen? Zijn beide instrumenten compatibel en voldoende op elkaar afgestemd?
Minister Peeters heeft het woord.
Zoals u weet, is een EPC voor publieke gebouwen in principe tien jaar geldig. Het klopt dat de eerste EPC’s eind 2008 en begin 2009 werden opgemaakt, wat betekent dat de eerst opgemaakte EPC’s ondertussen zijn vervallen.
Voor de EPC’s die vervallen zijn, kan men via de gewone werkwijze documenten en vragenlijsten invullen op de webapplicatie van het VEA en zo een vernieuwing aanvragen. Dat kan allemaal worden opgevolgd. Ik kan u ook nog meedelen dat alle lokale besturen in het najaar van 2018 een schrijven hebben ontvangen om alle EPC’s te vernieuwen.
Het VEA laat nog weten dat er sinds het laatste trimester van 2018 een toename op te merken is van het aantal ingediende EPC’s voor publieke gebouwen.
In 2017 waren er 171 nieuwe EPC’s opgemaakt, in 2018 was dat aantal al verdubbeld tot 338, en de eerste twee maanden van 2019 werden al 214 EPC’s ingediend. Met deze eerste twee maanden van 2019 zitten we al boven het totale aantal EPC’s in 2017. Deze evolutie wijst er wel degelijk op dat de vernieuwing van de EPC’s volop op gang is gekomen.
Het VEA heeft in overleg met het Vlaams Energiebedrijf inderdaad ook de piste geopend om voor een aantal doelgroepen het nieuwe EPC te laten opmaken via de Terra-databank. Hiervoor kunnen dan de data die beschikbaar zijn in Terra worden gebruikt. Deze ontwikkeling loopt nog. Het VEA blijft de voortgang in de verdere ontwikkeling van het Terra-project door het Vlaams Energiebedrijf opvolgen. Pas zodra er duidelijkheid is, inclusief over de vraag of deze piste een meerwaarde biedt voor de specifieke doelgroep, zal ze actief worden gepromoot.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Die aantallen stellen mij deels gerust omdat men er volop mee bezig is. Er moet volop worden ingezet op die koppeling met de Terra-databank, want daar zijn de gegevens van de verbruiken beschikbaar. In die Terra-databank zitten ook oppervlaktes. Er zitten voldoende gegevens in om semiautomatisch het EPC te laten uitkomen. Anders zou het ook wel eens kunnen – dat was de schrik die ik meer dan een jaar geleden had – dat we onvoldoende EPC-deskundigen zouden hebben om het allemaal op te maken, terwijl de gegevens er eigenlijk zijn. Zo zijn die ook nuttig om te kunnen gebruiken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.