Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, in het verhaal van het klimaat past ook het verhaal van de energiefraude. De Vlaamse Regering treedt ook op tegen energiefraude. Een ontwerp van decreet betreffende het voorkomen, detecteren, vaststellen en bestraffen van energiefraude werd begin 2017 goedgekeurd. Dit decreet geeft een kader om beter te kunnen ageren tegen energiefraude. Het geeft de distributienetbeheerders de nodige middelen om effectief te kunnen optreden. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) is bevoegd voor een administratieve handhaving.
Op basis van de voorlopige cijfers – voorlopig omdat de cijfers van Infrax nog niet waren opgenomen waardoor enkel de cijfers van het Eandisgebied waren opgenomen – uit mijn schriftelijke vraag nummer 88 van 25 januari 2019 stellen we vast dat het aantal energiefraudedossiers en de gerecupereerde bedragen in 2018 sterk zijn toegenomen in vergelijking met 2017. In het ex-Eandisgebied steeg het aantal energiefraudedossiers van 510 in 2017 naar 1233 in 2018. De gerecupereerde bedragen stegen van 923.000 euro in 2017 naar meer dan 3,4 miljoen euro in 2018. De cijfers voor het ex-Infraxgebied voor 2018 zijn echter nog niet gekend.
Uit deze cijfers, die ondertussen de media hebben gehaald, blijkt heel sterk dat er een enorme toename is van wietplantages. Of dat iets wil zeggen over de vraag of er meer verbruik is dan vroeger, weet ik niet. In elk geval is er een enorm verschil. We spreken over gerecupereerde bedragen in 2017, enkel voor het ex-Eandisgebied, van 355.000 euro. Nu gaat het in het ex-Eandisgebied over 2.264.000 euro. Dat is enorm en dat heeft te maken met het feit dat er een duidelijk decreet is waardoor ze weten wat ze wel en niet mogen doen, dat er vermoedelijk ook een goede samenwerking zal zijn met de gerechtelijke diensten en dat de opsporingsmethodes verbeterd zijn.
Minister, hoe sporen de distributienetbeheerders energiefraude op? We merken op dat in dossiers van energiediefstal of metermanipulaties negen op de tien dossiers worden geseponeerd. Daarbij wordt aangegeven dat een dossier van zegelbreuk alleen als een fraudedossier wordt beschouwd als er ook effectief energiediefstal is. Is dit een verklaring voor het groot aantal niet-vervolgingen bij de dossiers? Op welke manier wordt energiediefstal vastgesteld?
Hoe evalueert u zelf het decreet van juni 2016 voor de aanpak van energiefraude en de resultaten? Creëert dit voldoende mogelijkheden voor de distributienetbeheerders om energiefraude op te sporen en te sanctioneren? Of wat zijn eventueel mogelijke verbeterpunten?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, de wijze van opsporing verschilt naargelang het fraudedomein.
De netbeheerders geven aan dat er bijvoorbeeld voor meterfraude en energiediefstal op dit ogenblik geen proactieve opsporing plaatsvindt. Voor dit soort energiefraude wordt namelijk het initiatief van de politie gevolgd. Er lopen wel gesprekken met de netbeheerders uit Nederland om kennis te delen over de detectiemethodieken die daar voor dit soort fraude worden toegepast.
Wanneer klanten met schulden verdwijnen bij de sociale leverancier, worden deze klanten wel actief opgespoord en teruggenomen van bij de commerciële leverancier. De klant wordt opnieuw in de portefeuille van de actieve klanten behandeld en de schuld wordt langs deze weg teruggevorderd. Op deze manier kan contractfraude worden tegengegaan.
Er is een derde vorm van fraude, in verband met de REG-premies. In het geval van aanvragen van REG-premies wordt steeds grondig gecontroleerd om potentiële fraudedossiers proactief te identificeren. Zo kunnen deze dossiers worden onderzocht op fraude vóór de uitbetaling, zodat zo min mogelijk premies opnieuw moeten worden teruggevorderd.
Wat betreft fraude met groenestroomcertificaten, wordt een deel van de dossiers geïdentificeerd door actieve eerstelijnscontroles die worden uitgevoerd bij de klantaanvragen. Dit zijn bijvoorbeeld wijzigingen van de certificaatgerechtigden of verhuizingen. Meldingen door klanten komen minder vaak voor, maar worden ook steeds onderzocht. Dossiers worden ook hier proactief opgespoord door een eigen onderzoek van de netbeheerders. Het gaat dan voornamelijk om het zoeken naar andere installaties gelinkt aan een frauduleuze installateur of keurder. Proactieve identificatie van dossiers op basis van data-analyse zal in de toekomst ook kunnen, maar is nu nog in de onderzoeksfase. De medewerkers van Fluvius die op de baan zijn, zoals technici en meteropnemers, kunnen melding maken van adressen waar zonnepanelen liggen die niet bekend zijn bij de distributienetbeheerders. Op basis van die meldingen worden dossiers niet-gemelde PV (photovoltaic) aangemaakt en opgevolgd.
U vroeg verder naar het aantal seponeringen. Een dossier wordt vaak geseponeerd omdat er onvoldoende bewijzen zijn. In sommige gevallen is het ook geen prioriteit om een dossier te vervolgen. Fluvius zal alleszins eerst intern bewijzen verzamelen om de energiediefstal aan te tonen. Ze doen dit door een analyse te maken van historische verbruiken om na te gaan of anomalieën in het verbruik zichtbaar zijn. Met de berekeningen en de vaststellingen ter plaatse van de techniekers maken zij een dossier aan en schrijven ze de netgebruiker aan om het verlies te recupereren. Als er enkel een zegelbreuk is en dus geen energiediefstal, is er volgens het Energiedecreet geen sprake van een onrechtmatig voordeel en dus is er in principe ook geen energiefraude. Deze dossiers worden dan ook afgehandeld als schadedossiers. En dan is er een verdere seponering, aangezien het probleem is opgelost.
Wat de evaluatie van het decreet betreft, weten we alleszins dat, sinds het regelgevend kader er is dat deze legislatuur is ingevoerd, een gecoördineerde aanpak van energiefraude mogelijk is en dat dat ook een pak makkelijker is dan vroeger. Het is nu bijvoorbeeld veel duidelijker wat er allemaal te verstaan valt onder het onrechtmatig verkregen voordeel en op welke manier dit moet worden berekend. Naast het terugvorderen van dat onrechtmatig verkregen voordeel kunnen de boetes hiervoor oplopen tot 20.000 euro per overtreding en kunnen ze ook makkelijker administratief worden geïnd door het Vlaams Energieagentschap. Er is vorig jaar – dat hebt u inderdaad in de pers kunnen lezen – voor een recordbedrag gerecupereerd uit dossiers rond energiefraude.
In het decreet is bepaald dat de distributienetbeheerders jaarlijks een rapport opstellen over het voorkomen, detecteren en vaststellen van energiefraude in het afgelopen jaar. Dat rapport wordt ons voor 1 mei 2019 bezorgd. Op dat moment zullen de definitieve en volledige cijfers en ook de analyse voor 2018 gekend zijn.
De cijfers die nu al bekend zijn, kunnen we volgens mij alleen maar toejuichen. Het bewijst dat de aanpak, die ook decretaal verankerd is, effectief werkt. Energiefraude wordt krachtdadig aangepakt en iedereen draagt gelijk bij tot de kosten van het net. Wie dat niet doet, zorgt ervoor dat alle anderen meer betalen. Daarom is het van zeer groot belang om energiefraude vroegtijdig te detecteren en op te sporen, iets wat straks ook via datamining en profilering kan. Het decreet laat dat laatste wel al toe, maar het project zit nog in de onderzoeksfase. Datamining en profilering zullen in de toekomst een belangrijke bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen energiefraude.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wat ik mij afvraag in het kader van de REG-fraude (rationeel energieverbruik), de fraude met energiepremies, is of we daar wel duidelijk kunnen spreken over fraude. Zou het niet kunnen zijn dat het niet zozeer gaat om fraude, maar om onduidelijkheden in het aanvraagsysteem, waardoor mensen fouten maken en onjuiste of onvoldoende documenten indienen? Vooral bij de ondersteuning van warmtepompen hoor ik dat er nogal wat problemen zijn en dat er gediscussieerd wordt over de COP-waarde (‘coefficient of performance’) en over het feit dat het buffervat en de warmtepomp van hetzelfde merk moeten zijn, dat de koeling uitgeschakeld moet kunnen worden en dat het niet voldoende is dat het elektronisch is. Ik hoor dat er daaromtrent heel wat onduidelijkheden zijn en ik vraag me dan ook af of de cijfers hier effectief op fraude wijzen of veeleer op onduidelijkheden. Die leiden er eveneens toe dat premies achteraf gerecupereerd worden.
De heer Danen heeft het woord.
Energie en energiefraude zijn inderdaad zeer interessante thema’s, in die zin dat er vroeger blijkbaar heel weinig werd opgetreden tegen energiefraude omdat de instrumenten daartoe er niet waren. Nu wordt er meer en meer opgetreden.
Ik vind de opgehaalde bedragen wel nog steeds aan de lage kant. In centen lijkt het veel, maar relatief gezien gaan we de energieprijs er niet substantieel mee laten dalen, wat nochtans ooit de bedoeling was van uw voorganger, minister.
Als het gaat over metermanipulatie en het verbreken van zegels, stelt de heer Gryffroy dat negen op de tien dossiers geseponeerd worden. Ik had nochtans begrepen dat het VEA administratieve boetes kan innen. Is het VEA voor dit soort misdrijven dan niet gemachtigd om in te grijpen? Als het VEA inderdaad niet gemachtigd is, dan zou ik graag willen vragen om het decreet aan te passen om dat wel mogelijk te maken. Dat kan misschien aan het begin van de volgende legislatuur. Als je mensen hebt die het zegel breken, dan gaat dat in bijna alle gevallen om een misdrijf en daar stel je best een boete tegenover. Ik zeg niet dat die mensen een gigantisch zware boete moeten krijgen, maar ik vind wel dat je de spelregels moet volgen. Wie die niet volgt, moet gestraft worden. Dat lijkt me een sociale maatregel. Schrijf je daar geen boetes voor uit, dan is dat asociaal en ga je de prijs voor de anderen opdrijven. Dat kan de bedoeling niet zijn.
Mijn concrete vraag is dus of het VEA gemachtigd is om boetes op te leggen voor het verbreken van zegels of manipuleren van meters.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik zal het heel kort houden en wil zowel de vraagsteller als de minister bedanken voor respectievelijk de vraag en het antwoord.
Collega Danen, ik denk niet dat we ooit de illusie hebben gecreëerd dat we met de bestrijding van de energiefraude ook nog eens de factuur zouden kunnen doen dalen. Ik denk dat energiefraude bestrijden een kwestie is van rechtvaardigheid, maar we mogen niet in de val trappen van sommige partijen die de fraudebestrijding willen gebruiken om de begroting in evenwicht te brengen of de energiefactuur te verlagen.
Rechtvaardigheid is wel belangrijk.
Het is collega Tinne Rombouts die al een aantal jaren op die nagel klopt, wat uiteindelijk aanleiding heeft gegeven tot een decretaal kader en dat is een bijzonder goede zaak.
Minister, wat kunnen we leren over de manier waarop we ondersteuning bieden, over de premies en de manier waarop ze kunnen worden aangevraagd, en over de manier waarop fraude kan worden bestreden? Komen er bijsturingen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, wat eventuele onduidelijkheid over de premies betreft, verwijs ik naar het decreet waarin duidelijk staat dat de distributienetbeheerders straks een rapport zullen opstellen. Het is in eerste instantie de bedoeling dat men energiefraude gaat voorkomen, detecteren en vaststellen. En wanneer het gaat over onduidelijkheid in de documenten, gaat het specifiek over het luik ‘voorkomen’. Op dat moment is er nog geen sprake van energiefraude als dusdanig. Als er onduidelijkheden zijn, is er de proactieve aanpak en kan men anticiperen voor er sprake is van fraude. Wanneer achteraf blijkt dat er wel degelijk opzet in het spel is, zal dit zijn volledige weg moeten doorlopen. Wanneer er effectief sprake is van energiefraude, moet daartegen worden opgetreden.
Mijnheer Danen, de bedragen die zijn geïnd, zijn volgens u niet hoog genoeg. Hoe lager die bedragen, hoe minder energiefraude. Ik wil er ook op wijzen dat het decreet nog geen twee jaar zo is, we zitten dus nog altijd in de eerste fase. Er is één volledig jaar doorlopen. Het VEA kan boetes opleggen maar wanneer het specifiek gaat over meterfraude en zeker wanneer het gaat over criminele activiteiten, wordt dat vaak vastgesteld door de politie en is er de gerechtelijke procedure. In dat geval kan men niet interveniëren en kan het VEA niet automatisch boetes opleggen.
Wanneer er geen sprake is van een onrechtmatig voordeel, dus wanneer een meter alleen beschadigd is, dan moet volgens het decreet ook geen fraudedossier worden opgesteld en wordt dit via een schadedossier verder afgehandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil erop wijzen dat in 2017 de gerecupereerde bedragen 1,1 miljoen euro bedroegen. Wanneer ik dat extrapoleer naar 2018, spreken we over 4,1 miljoen euro. (Opmerkingen van Johan Danen)
Dat is niet de vraag. De bedoeling is dat er niet gefraudeerd moet worden. En als er wel wordt gefraudeerd, dan moeten er voldoende tools zijn bij de distributienetbeheerders en bij het VEA om fraude zo goed mogelijk op te sporen omdat ze anders wordt verrekend in de factuur. Daarom moeten we ook keihard optreden. Dankzij het decreet hebben we die verviervoudiging wel kunnen detecteren.
Volgens de communicatie van toenmalig minister Tommelein kan de factuur worden verlaagd als gevolg van de fraude. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik antwoord gewoon op uw vraag en ik zag dat u aan het praten was met uw collega. Ik wil er enkel op wijzen dat fraude er niet zou moeten zijn maar als ze er is, moeten er tools zijn om ze op te sporen. Het gerecupereerde bedrag is verviervoudigd. Als u dat niet genoeg vindt, bent u misschien Sinterklaas of iemand anders, maar voor mij is dat een gigantisch succes. (Opmerkingen van Johan Danen)
Voor groene stroomcertificaten is het bedrag verdubbeld, voor energiepremies is het bedrag maal drie, als het gaat over energiediefstal is het bedrag maal drie, als het gaat over plantages is het bedrag maal acht. Ik zou dus niet durven zeggen dat er onvoldoende gebeurt. We zien duidelijk dat het decreet werkt, en u gaat dat misschien niet plezant vinden, maar ik moet het in elk geval vaststellen.
Ten tweede ben ik ook benieuwd naar het rapport dat de distributienetbeheerder moet opmaken. Als we over energiediefstal spreken, is het zeer goed te definiëren wat opzettelijk is en wat niet. Als het over energiepremies gaat, denk ik dat daar de grens iets meer flou is. Dus daar ben ik benieuwd om van de distributienetbeheerder te weten te komen hoeveel dossiers ze inderdaad in het traject ‘voorkomen’ hebben proberen te steken, of wat echt als opzettelijke fraude beschouwd wordt.
Ik zou in elk geval zeggen dat wat gefraudeerd wordt, door iedereen betaald wordt. We moeten dat dus keihard aanpakken. We zien dat het decreet werkt: maal vier, van 1 miljoen naar 4 miljoen, ik beschouw dat als een succes.
Ik wil misschien ook nog even in herinnering brengen dat het antwoord van de minister verwijst naar de evaluatie die verwacht wordt op 1 mei.
De vraag om uitleg is afgehandeld.