Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, ik heb deze vraag om uitleg ingediend op basis van het antwoord op een schriftelijke vraag over een heel concreet lokaal dossier. Uit het antwoord bleek evenwel dat er geen structurele evaluaties zijn van de contacten tussen het departement en de lokale besturen.
In het gros van de Vlaamse gemeenten vormen de gewestwegen natuurlijk de belangrijkste assen van het wegennetwerk. Deze gewestwegen vallen niet onder de bevoegdheid van de lokale besturen. Desondanks is het logisch dat de steden en de gemeenten een zekere stem hebben als het op de gewestwegen aankomt. Hun mening en advies over de verkeersafwisseling, eventuele aanpassingen, heraanleg enzovoort zou moeten worden gehoord. Het lokaal bestuur kent de situatie ter plekke immers beter dan de gewestelijke administratie. Het zou dan ook logisch zijn dat aan de vragen van de lokale besturen in verband met verbeteringen of veranderingen gehoor wordt gegeven.
Minister, het heeft me verbaasd dat uit uw antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt dat er geen informatie of cijfers beschikbaar zijn over het contact tussen de lokale besturen, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Indien een lokaal bestuur een vraag over een gewestweg heeft, een aanpassing vraagt of inspraak wil, wordt dit niet bijgehouden. Dat is moeilijker om te monitoren. Indien een lokaal bestuur vraagt om de verkeersveiligheid op een gewestweg te verbeteren, wordt dit niet bijgehouden. Indien een vraag van een lokaal bestuur kan worden ingewilligd, wordt dit niet bijgehouden. Dit leent zich niet tot een evaluatie van de wisselwerking, een evaluatie waarover u zelf hebt verklaard dat ze niet structureel gebeurt of kan gebeuren. Het is momenteel niet duidelijk of lokale besturen bij AWV of bij de administratie terechtkunnen en het is momenteel onmogelijk te controleren of dit op een correcte wijze verloopt.
Minister, waarom worden de aanvragen van lokale besturen met betrekking tot gewestwegen niet gemonitord? Bent u zelf van mening dat dergelijke vragen en contacten niet beter zouden worden bijgehouden? Op welke wijze zal dit in de toekomst wel gebeuren?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, het klopt dat ik in mijn antwoord op een schriftelijke vraag heb geschreven dat we dit niet centraal bijhouden. Daar zijn verschillende motieven voor, waaronder praktische motieven. Dit gebeurde trouwens ook niet voor ik minister werd. Het gaat om zeer veel verschillende vragen die zowel formeel als informeel langs verschillende kanalen worden gesteld. Die vragen worden grotendeels gecapteerd door de reeds bestaande structuren en vooral door de toekomstige structuren. Ik verklaar me nader.
Mijn administratie ontvangt vragen van steden en gemeenten langs de telefoon, per mail, per briefwisseling of langs het meldpunt van het AWV. Tegelijkertijd komen heel wat vragen en bezorgdheden mondeling aan bod tijdens de overlegmomenten, bijvoorbeeld in de Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid (PCV) of in de gemeentelijke begeleidingscommissie. Dat komt daar allemaal aan bod. Die vragen worden altijd opgenomen in de verslaggeving. Dat wordt gecapteerd in de verslagen van die vergaderingen.
Die vragen komen bij heel wat verschillende actoren in de administratie terecht. De vragen over het lokaal onderhoud komen terecht bij de verantwoordelijke voor het wegendistrict. De bezorgdheden in verband met lopende projecten komen terecht bij de projectmanagers van die projecten. Bezorgdheden over plaatsen op de gewestwegen waarvoor nog een project is ingediend, komen terecht bij de regiomanagers, bij de afdelingshoofden van de territoriale afdelingen van AWV of bij de mobiliteitsbegeleiders. Die vragen worden door verschillende experts en verantwoordelijken opgevolgd. Dat heeft natuurlijk te maken met de aard van de vraag en met de expertise van diegenen die de vraag uiteindelijk behandelen.
We zijn vanzelfsprekend niet doof voor de bekommernissen van de lokale besturen. Net daarom denk ik dat het toekomstig instrument in het ontwerp van decreet betreffende de basisbereikbaarheid het meest optimale is. Los van de vraag of we dit allemaal in databanken moeten onderbrengen, is het belangrijkste volgens mij dat we die bekommernissen beantwoorden.
Dankzij het decreet Basisbereikbaarheid zorgen we voor een structurele betrokkenheid van de lokale besturen in het totale mobiliteitsbeleid. Dat is tot op heden nog niet het geval. Ik heb u beschreven dat er PCV’s en GBC’s zijn. Die zijn eerder van een occasionele aard. Door de introductie van de vijftien vervoerregio's in heel Vlaanderen kunnen we eindelijk op een structurele basis het overleg organiseren, niet alleen ten aanzien van bijvoorbeeld het Agentschap Wegen en Verkeer maar ook ten aanzien van alle lokale mobiliteitsspelers. Ik heb er daarom voor gezorgd dat die allemaal vertegenwoordigd zijn.
Zowel het Agentschap Wegen en Verkeer als het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, maar ook De Lijn en zelfs de Vlaamse Waterweg hebben hun interne structuur aangepast zodat ze elk met een soort van accountmanager per regio werken. Struikel niet over die term, want bij sommige entiteiten is de benaming anders maar komt het op hetzelfde neer. Deze mensen werken per vervoerregio in een team Mobiliteit en Openbare Werken moeten ervoor zorgen dat er vanuit de administratie met één stem gesproken wordt. Ze capteren dus de bezorgdheden van de steden en gemeenten en zorgen ervoor dat die in de administratie op de juiste plaats terechtkomen. Zij zijn het aanspreekpunt – voor het eerst op structurele basis – van de lokale besturen, georganiseerd per vervoerregio. Daar verwacht ik het meeste van. We zullen eindelijk een structureel persoonlijk contact bewerkstelligen. Het allerbelangrijkste lijkt mij dat men oor voor elkaar heeft.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb inderdaad weet van dat team MOW. Het is inderdaad het belangrijkste dat de bekommernissen gehoord en beantwoord worden. U wilt die teams structureel betrekken in het verkeersbeleid. Ik ben blij om dat te horen, maar ik vrees dat als niet wordt bijgehouden welke vragen er binnenkomen van de lokale besturen, er moeilijk zicht is op de urgentie van bepaalde problemen.
Het gaat ook niet alleen over de verkeerssituatie. Andere lokale plannen moeten worden afgestemd op de werken vanuit het Agentschap Wegen en Verkeer. Dat wordt niet altijd voldoende opgevolgd. Dat horen we heel vaak bij lokale besturen. Recent was er nog een overleg met afvaardigingen van lokale besturen. Het ging dan bijvoorbeeld over lokale plannen voor rioleringswerken die niet konden starten als gevolg van de slechte terugkoppeling door het agentschap. Dergelijke besognes hebben we meermaals horen terugkomen.
Het mag ook niet alleen afhangen van connecties die lokale besturen hebben met het agentschap en de administratie.
Ik kijk er uit naar hoe we binnenkort binnen de vervoerregioraden die bekommernissen zullen kunnen meenemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.