Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, de distributienetbeheerders zijn verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van het netwerk en voor de aansluiting van de meters. Daarnaast hebben ze ook een aantal wettelijke verplichtingen op sociaal-economisch, ecologisch en technisch vlak. Die verplichtingen zijn vooral door decreten opgelegd en worden de openbaredienstverplichtingen (OVD's) genoemd. Ik denk dan aan de premies voor rationeel energieverbruik (REG), voor een totaalbedrag van ongeveer 130 miljoen euro, of aan het opkopen van de groenestroomcertificaten.
De OVD's worden door middel van de distributienettarieven in de elektriciteitsfactuur verrekend. Eind 2018 heeft de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) ervoor gepleit deze OVD's op een andere manier te financieren.
Minister, ik weet dat in uw partij en uw kabinet, maar ook bij ons, al langer wordt nagedacht over een kerntakendebat over wat nu al dan niet in de distributiekosten thuishoort. Ook voor de VREG staat de huidige financiering in schril contrast met de doelstelling om hernieuwbare energiebronnen aantrekkelijk te maken en te evolueren naar een koolstofarme energieproductie.
Ik maak hierbij altijd een randbemerking. Hoe goedkoper de elektriciteit is, hoe interessanter het is voor mensen met een warmtepomp en hoe minder interessant het is voor mensen met zonnepanelen. Het mes snijdt altijd langs twee kanten.
Ik vind het ergens logisch dat er een andere financieringsmethode voor de distributiekosten moet komen. Indien we een andere financieringsvorm kunnen vinden, zullen de distributiekosten en dus ook de elektriciteitsfactuur dalen. Ik zou u hierover dan ook enkele vragen willen stellen.
Wat is uw mening over het voorstel de OVD's op een andere manier door te rekenen? Ziet u mogelijke alternatieven? Hebt u dit reeds laten onderzoeken en wat zijn de conclusies? Wat zou de impact zijn op de elektriciteitsfactuur en op de belastingdruk op de Vlamingen in het algemeen?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik ben er zeker voorstander van de financiering van de OVD's van de netbeheerders zo veel mogelijk uit de distributienettarieven voor elektriciteit te halen. Dit is in het verleden altijd gezegd en daar houd ik me natuurlijk ook aan.
De financiering door middel van de distributienettarieven heeft diverse implicaties. Hoe hoger het elektriciteitsverbruik, hoe meer iemand bijdraagt aan de financiering van de transitie van een centraal naar een decentraal elektriciteitssysteem. Alle gezinnen en bedrijven zijn op het elektriciteitsnet aangesloten, wat niet zo is met de fossiele brandstoffen voor verwarming.
Een belangrijk nadeel van de distributienettarieven is dat er een wezenlijke impact is op de elektriciteitsfactuur, waardoor bijvoorbeeld de businesscase van een investering in een warmtepomp negatief wordt beïnvloed. Anderzijds wordt de businesscase voor elektriciteitsbesparing en zonnepanelen positief beïnvloed. Bijkomend nadeel is dat er geen impact is op de aardgas- en stookoliefactuur, waardoor de stimulans om om te schakelen naar andere manieren om te verwarmen, veeleer beperkt is. Daarom is het belangrijk om een goed evenwicht te zoeken tussen financiering via de factuur – omdat dat ook de energie-efficiëntie stimuleert – en via de uitgavenbegroting van de Vlaamse overheid.
In deze legislatuur heeft de Vlaamse Regering al een belangrijk aandeel van de kostprijs van de openbaredienstverplichtingen via de energieheffing en de begroting gefinancierd. In 2018 ging het om een bedrag van 191,1 miljoen euro: 130 miljoen euro voor het uit de markt halen van de groenestroom- en warmte-krachtcertificaten, 55,1 miljoen euro voor de vergoeding van de door de netbeheerders uitbetaalde energiepremies, en 6,8 miljoen euro voor de vergoeding van de uitgaven van de netbeheerders in het kader van de uitvoering van de energiescans en de sociale energie-efficiëntieprojecten.
De VREG moet nog berekenen welke impact die vergoedingen vanuit de Vlaamse begroting zullen hebben op de elektriciteitsdistributienettarieven voor de komende jaren. Die trend willen we alleszins ook in 2019 verderzetten. Op die manier kunnen we de kosten van de openbaredienstverplichtingen in de tarieven zoveel mogelijk verminderen, terwijl er toch een opvangnet voor de financiering blijft, indien zou worden beslist om de financiering vanuit de begroting te verminderen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u. Als we de persnota van de regulator bekijken, kunnen we zien dat we nu qua distributienetkosten zelfs lager zitten dan het niveau van januari 2014. We hebben een piek gehad in januari 2017. Sindsdien is het weer gedaald, en dat voor alle types van afnemers. Prosumenten betalen minder voor hun prosumententarief, gemiddeld 8 procent. Bedrijven betalen gemiddeld 14 procent minder voor 2019. Ook de injectietarieven zijn met 5 procent gedaald voor 2019. En ook voor de klassieke gezinnen is het gedaald met 4 of 5 procent. Je ziet dus wel degelijk een dalende trend, onder meer doordat die groenestroomcertificaten voor een groot stuk al zijn opgelost, en heel terecht.
Wij zouden het moeten vragen aan de regulator, want die zit onder toezicht van het parlement, maar zou het niet beter zijn dat men samen met het Vlaams Energieagentschap en de regulator een taskforce probeert op te richten, om goed te simuleren wat de invloed van het beleid is op het distributienettarief? Zal dat nog verder dalen door het feit dat de groenestroomcertificaten verder opgekocht en vernietigd gaan worden? Zijn er nog andere besparingen mogelijk? En over welke bedragen zouden we dan spreken? Zou het niet beter zijn om de regulator samen met VEA aan tafel te zetten, om daar tot goede berekeningen te komen, zodat we niet, zoals in het verleden na het debacle met de ‘Freyafactuur’, opnieuw gepakt worden door plotse stijgingen van het distributienettarief die we moeilijk konden voorzien? We zien nu dat het weer daalt doordat we constant de aandacht erop houden. Het zou goed zijn dat het in de toekomst verder kan dalen, maar dat we ook goed op voorhand weten wat de impact van het beleid is op het distributienettarief.
De heer Danen heeft het woord.
Er is een tijd geweest dat de openbaredienstverplichtingen betaald werden uit de algemene middelen – wij allemaal, dus. Maar dan heb je wel het verschil dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dat is nu helemaal niet het geval. Ik wil u dus vragen, minister, of u bereid bent om bij een volgend begrotingsrondje, misschien in een volgende legislatuur, de optie te onderzoeken om die ODV’s weer uit de factuur te halen en ze in de begroting te stoppen, zoals het vroeger ooit het geval was, en wat ook beter was.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw bijkomende vragen. Ik heb daarnet in mijn introductie al duidelijk gesteld dat ik zeker vragende partij ben om die ODV’s zoveel mogelijk uit de elektriciteitsfactuur te halen. Dat lijkt me heel duidelijk.
We hebben natuurlijk geen glazen bol; we weten niet wat er in de volgende legislatuur zal worden beslist. Maar als u specifiek naar mijn standpunt vraagt, dan wil ik meegeven dat ik zeker opensta voor een overleg met de VREG en met het Vlaams Energieagentschap. Zo kunnen we samen bekijken wat het best mogelijke evenwicht is voor de financiering van de ODV’s, die we, zoals in de voorbije jaren, zoveel mogelijk vanuit de begroting willen financieren. Maar dan moeten er ook de nodige budgetten op tafel worden gelegd.
We moeten zoeken naar een goed evenwicht. U vraagt ook om dat mee te financieren via de energieheffing, maar daar ben ik zeker geen vragende partij voor. U weet ook dat dat uiteindelijk toch weer op de factuur als dusdanig zal verschijnen. Dat is een minder goede zaak. Als er in de volgende legislatuur in de algemene begroting voldoende budgetten voorhanden zijn om die ODV’s te financieren, dan zijn wij daar zeker voorstander van.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik denk niet dat ik heb gesproken over een energieheffing. Dat is ook niet onze intentie. In het regeerakkoord was er wel ooit sprake van een Vlaamse energiebijdrage, en dat lijkt me zeker een mogelijkheid. Maar dat is niet hetzelfde als een energieheffing. Die Vlaamse energiebijdrage is dan vrijgesteld van btw, waardoor de mensen automatisch geen btw meer betalen op de ODV’s, en dat is op zich weer een besparing.
We moeten de volledige oefening maken: wat kunnen we uittrekken voor een Vlaamse energiebijdrage zonder btw, en wat is er mogelijk vanuit de algemene middelen? Ik ben het overigens niet eens met het voorstel van collega Danen: alles gaat naar de algemene middelen, en de sterkste schouders dragen de zwaarste last. Want in de praktijk gaat het dan over de bedrijven – de bedrijven zullen alles wel betalen. Laten we niet vergeten dat die bedrijven ook voor jobs en voor de economie zorgen. Ook de algemene middelen moeten worden betaald, en dan zou je opnieuw de belastingen moeten verhogen. Daar ben ik absoluut geen voorstander van. Het zal een verzameling zijn van verschillende opties.
Collega Danen, u spreekt over verschuivingen. Maar dat zijn opnieuw federale bevoegdheden, want wij hebben geen impact op accijnzen op stookolie en dergelijke.
De vraag om uitleg is afgehandeld.