Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het thema ‘Energie’, meer bepaald het thema ‘Hernieuwbare energie’ in het beleidsplan 2030 van onze Vlaamse Regering, past uiteraard in de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030. Europa wil de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent reduceren. Daaraan koppelde Europa tegelijkertijd doelstellingen voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, die respectievelijk zijn vastgelegd op 32 en 32,5 procent tegen 2030.
Er zijn geen specifieke doelstellingen voor elke lidstaat inzake energie, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, maar uiteraard wordt elke lidstaat verondersteld een bijdrage te leveren aan die globale doelstelling. Ook ons land levert een bijdrage van 18,3 procent tegen 2030, een bijdrage die bestaat uit de afzonderlijke bijdragen van de verschillende entiteiten in dit land.
De Vlaamse bijdrage aan deze Belgische doelstelling is opgenomen in het Vlaams Energieplan 2021-2030 en is vastgelegd op 27.700 gigawattuur tegen 2030. In datzelfde Vlaams Energieplan wordt uitgegaan van een totaal energieverbruik van 222.870 gigawattuur in 2030, wat neerkomt op een aandeel van 12,4 procent hernieuwbare energie. Toch spreken eminente partijgenoten van u, minister, in de media over een aandeel hernieuwbare energie van 25 procent tegen 2030.
Gaat u ook uit van een bijdrage van 25 procent hernieuwbare energie tegen 2030?
Hoe zult u die doelstelling vertalen in het Vlaams Energieplan 2021-2030? De minister-president had u en andere collega’s al opgeroepen om na te gaan of we meer kunnen doen dan wat in het Vlaams Energieplan is vastgelegd. Misschien past dat daarin. Welke beleidsinitiatieven zult u daaromtrent nemen?
Ik geef wat meer toelichting bij de subdoelstellingen per technologie. Misschien gaat waterstof wel met een groot aandeel lopen, gezien de actualiteit. Wat zal de budgettaire impact zijn van een doelstelling van 25 procent, zoals hierin is opgenomen?
Minister Lydia Peeters heeft het woord.
De energietransitie is volop aan de gang en dat is en blijft een zeer belangrijke beleidsprioriteit. Daarbij pleit ik zowel voor doorgedreven investeringen in energie-efficiëntie als voor meer productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen. Ik zal dan ook wat dat betreft het gevoerde beleid voortzetten en pleiten voor meer inzet van zon, wind en groene warmte. We hebben daarvoor al heel wat actieplannen opgesteld. De Vlaamse Regering heeft die plannen goedgekeurd en voert ze nu volop uit. Ik kan verwijzen naar de gekende plannen, met name het Zonneplan, het Windplan en het Warmteplan.
De Europese doelstelling van 32 procent zal inderdaad worden ingevuld door de bijdragen vanuit de diverse lidstaten. Eind vorig jaar heeft België een ontwerp van klimaat- en energieplan 2021-2030 ingediend waarin een aandeel van 18,3 procent hernieuwbare energie tegen 2030 wordt vooropgesteld. In het Vlaams Energieplan is, zoals u juist citeert, een productiedoelstelling opgenomen van 27.700 gigawattuur.
Voor hernieuwbare energie is enkel de Europese doelstelling van 32 procent een bindende doelstelling. Volgens de Governanceverordening moesten de lidstaten hun ambities voor hernieuwbare energie rapporteren in hun klimaat- en energieplannen. De Europese Commissie zal deze plannen evalueren en controleren en nagaan of de bijdragen van de lidstaten voldoende zijn om de voor de globale EU vooropgestelde doelstelling te kunnen bereiken. Indien bijsturingen nodig zijn, zal de Commissie dit aangeven. Eventuele bijgestuurde plannen moeten tegen eind dit jaar worden ingediend.
U verwijst naar standpunten van eminente partijleden van Open Vld. Er zitten alleen maar eminente partijleden in Open Vld. U zult dat begrijpen.
Mijn partij heeft uiteraard altijd zeer hoge ambities, maar dat neemt niet weg dat ik uiteraard vasthoud aan wat de Vlaamse Regering heeft beslist. Dat standpunt is opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan en in het Belgisch Energie- en Klimaatplan. Daar houden we aan vast. We zullen nog zien hoe de Europese Commissie dit in de toekomst verder zal beoordelen en eventueel zal opvolgen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, indien ik het goed begrijp, hebben uw daarnet geciteerde eminente partijgenoten zich blijkbaar een beetje vergaloppeerd. In uw standpunt als Vlaams minister gaat u uit van ongeveer de helft van de doelstelling die zijn hebben vooropgesteld.
Wat ons betreft, mag het altijd meer zijn, maar dat moet in een berekend en realistisch plan worden gekaderd. U hebt net zelf vermeld dat we een Vlaams Energie- en Klimaatplan hebben, dat in een geïntegreerd ontwerp naar de Europese Commissie is gestuurd. Kunt u wat meer toelichting geven bij het proces van de komende weken? Hoe zullen de daarin vermelde doelstellingen en acties worden geëvalueerd? Waar en wanneer zullen er besprekingen zijn met de Europese Commissie en met andere eventuele stakeholders? Hoe kunnen eventuele bijsturingen aan het plan worden vormgegeven? Indien de Europese Commissie beslist dat het niet voldoende is of dat dit moet worden geëxpliciteerd, betekent dit opnieuw huiswerk voor de Vlaamse Regering en voor de andere entiteiten van dit land.
Tot slot wil ik u ook oproepen om heel duidelijk te communiceren. Er zijn partijen die, wanneer het gaat over energiebeleid, al lang aan het zwalpen zijn. Er moeten kerncentrales zijn of niet. Er moeten gascentrales zijn of niet. Rechtlijnigheid en duidelijkheid zijn nodig in het energiedebat en zeker in het energiebeleid. Ook met betrekking tot de doelstellingen voor hernieuwbare energie zijn rechtlijnigheid en duidelijkheid nodig. Ik hoop dat u al uw eminente partijgenoten zult bijbrengen wat op dit vlak de doelstellingen zijn en niet zijn.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, jullie omschrijven zichzelf als ecoparticipationisten, een woord dat niemand moet proberen driemaal na elkaar uit te spreken. Wat het zwalpen betreft, denk ik dat uw partij net de partij is die zwalpt. Minister De Crem zegt het ene en de heer Beke zegt het andere. Wij zijn altijd heel duidelijk geweest.
Wat me in deze discussie opvalt, is dat het soms een cijferfetisj is geworden. Op dat vlak moet ik me bij u aansluiten. Er wordt over 25 procent gesproken alsof het 25 procent is. De Europese Commissie heeft het over 32 procent en wij zullen dan 25 procent halen. In het Vlaams Energie- en Klimaatbeleidsplan, dat door de Vlaamse Regering is goedgekeurd, gaat het echter om 12,4 procent. Dat kan uiteraard nog wijzigen in functie van het totale energieverbruik. Dat is logisch, want het betreft een procentueel aandeel.
Minister, indien iemand in uw eigen partij iets anders beweert dan wat in het Vlaams Energie- en Klimaatplan staat, zou u als minister duidelijk moeten maken wat nu juist is afgesproken. U zou de doelstelling van 12,4 procent moeten verdedigen en niet mogen toelaten dat met cijfers wordt gegoocheld. Ik heb dit zelf meegemaakt tijdens een vergadering van een interfederale klimaatcommissie. Binnen het uur werd met getallen tussen 40 en 100 procent gegoocheld. Dat kan zonder enige vorm van impactanalyse.
Mijnheer Bothuyne, mijn vraag sluit aan bij wat u hebt gezegd. Indien de Europese Commissie stelt dat heel de EU aan 32 procent moet geraken en dat alle landen nog een tandje moeten bijsteken, is de vraag in welke mate we kunnen rekenen op een deftige impactanalyse in plaats van op gegoochel met cijfers.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, met betrekking tot de vraag over de verdere details in verband met het Belgisch Energie- en Klimaatbeleidsplan dat bij de Europese Commissie is ingediend, weet u al dat minister Van den Heuvel dit ten volle opvolgt. We hebben momenteel nog geen terugkoppeling van de Europese Commissie gekregen. Dit wordt ergens in mei 2019 verwacht. Ik denk echter dat minister Van den Heuvel dit vanop de eerste lijn volgt. Hij kan u hier meer over vertellen.
Uw tweede opmerking was dat er wordt gezwalpt. Er zijn tal van uitlatingen geweest en er zou geen rechtlijnigheid of duidelijkheid zijn. Ik denk dat iedereen op zijn beurt moet spreken. Mijn partij heeft alleszins wel degelijk duidelijkheid en rechtlijnigheid naar voren geschoven.
Mijnheer Gryffroy, volgens u wordt er gegoocheld met cijfers zonder zicht op de impact. Ik denk dat altijd duidelijk is gesteld dat er Vlaamse doelstellingen, Belgische doelstellingen en Europese richtlijnen zijn. Dat maakt misschien het grote verschil. Wat hernieuwbare energie betreft, zijn de Europese richtlijnen geen bindende doelstellingen voor België.
Wat hernieuwbare energie betreft, hebben we voor België 18,2 procent vooropgesteld. U weet dit, want dit staat in het Belgisch Energie- en Klimaatplan. Met al onze offshore activiteiten hoop ik bij dat percentage te landen. We moeten de lat echter zo hoog mogelijk leggen.
Mijnheer Bothuyne, u hebt net verwezen naar de ontwikkelingen in verband met waterstof die gisteren in de pers zijn verschenen. Dat is een zeer positief verhaal en ik denk dat we ten volle de kaart van ontwikkeling en innovatie moeten trekken. We moeten dan opnieuw de lat zo hoog mogelijk leggen, om op die manier hopelijk de ambities inzake hernieuwbare energie te halen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende toelichting. Uw eminente partijgenoten hebben zich wat vergist en vergaloppeerd. Geen probleem, iedereen maakt fouten. Iedereen moet voor zijn eigen deur vegen, maar ik denk dat het belangrijk is om op dit vlak eenduidig te zijn, zeker vanuit het beleid en de partij van de minister. Het is voor de sector bijzonder belangrijk duidelijke boodschappen over de doelstellingen te verkondigen. We hopen en rekenen erop dat al uw eminente partijgenoten in de toekomst op dezelfde lijn zullen zitten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.