Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, deze vraag gaat over een bezorgdheid die ik al enkele jaren heb. Het is goed om af en toe eens te informeren hoe het er intussen mee gesteld is.
In april 2018 werd tijdens een hoorzitting in de commissie Energie de conceptnota van collega Gryffroy voor een nieuwe regelgeving betreffende het innovatief delen en financieren van zonne-energie besproken. Enkele maanden later kondigde de toenmalige minister aan dat hij zonnepanelen nog meer wou stimuleren. Zo stelde hij in juli nog dat hij een fiscaal gunstregime zou willen uitwerken om burgers en bedrijven nog meer in zonnepanelen te laten investeren. In hetzelfde jaar stelde ook het Limburgse Nuhma dat burgers binnenkort zouden kunnen investeren in zonnedaken op overheidsgebouwen in hun gemeente. Het rendement van die groene energie zou dan rechtstreeks als korting op hun stroomfactuur kunnen worden ingebracht.
In het antwoord op mijn vraag met nummer 2190 gaf de minister aan dat er niet echt decretale beperkingen bestaan om particulieren mee te laten investeren in hernieuwbare-energieprojecten, aangezien dat al gebeurde in een aantal proefprojecten. De minister wou echter nog een stap verder gaan, om de impact van een investering in een hernieuwbare-energieproject rechtstreeks zichtbaar te maken op de energiefactuur. Die laatste stap is echter niet zo evident. Om daarvoor een oplossing te vinden, werd een project rond zonnedelen opgestart. In dat project hebben de distributienetbeheerders de taak om de nodige stappen te zetten om de leveranciers te overtuigen.
Mijn partij wenst constructief mee te werken aan het stimuleren van hernieuwbare energie. We hebben daarvoor nog een voorstel van resolutie betreffende de uitrol van een ‘fast lane’ voor zonne-energie in Vlaanderen in de pijplijn zitten.
Minister, tijdens de commissiezitting van 20 juni 2018 gaf de toenmalige minister geen duidelijk antwoord op mijn vraag over het reeds lang geleden aangekondigde fiscale gunstregime betreffende PV-installaties (fotovoltaïsche installaties) voor bedrijven en gezinnen. Kunt u mij daarvan een stand van zaken geven? Ik denk dat dat extra nodig is, vooral omdat we vaststellen dat de investeringen in PV-installaties niet de richting uitgaan die wij wensen. Zeker de middelgrote installaties blijven wat achter.
Vorig jaar hebben de distributienetbeheerders de taak gekregen om de energieleveranciers te overtuigen om het rendement van investeringen in hernieuwbare energieprojecten rechtstreeks in de energiefactuur te verrekenen. Wat is daarvan de stand van zaken?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Danen, u geeft aan dat de zonne-energie op dit ogenblik wat vertragend loopt, maar ik wil nog eens duidelijk stellen dat de cijfers die een aantal weken geleden in de pers kwamen niet de laatste definitieve cijfers zijn die nog gevalideerd moeten worden. Intussen is er wel een update binnen, maar ook die is nog niet volledig definitief. Uit de recentste cijfers die wij voorhanden hebben voor 2018 blijkt dat er 211 megawatt geplaatst is. En we verwachten dat daar nog zo’n 20 megawatt bij zal komen. Dat zou toch betekenen dat er zeker nog een groei is ten opzichte van het jaar voordien.
U hebt verwezen naar een aankondiging van mijn voorganger, minister Tommelein, in de commissievergadering van 20 juni 2018 over fiscale gunstmaatregelen, maar we vermoeden dat daaromtrent wat verwarring is ontstaan. U gaf in uw vraag zelf aan dat het niet helemaal duidelijk was. Collega Tommelein verwees daarmee expliciet naar de winwinlening, die werd uitgebreid naar de coöperaties, via een aanpassing van het Winwindecreet. Daardoor kunnen ook energiecoöperaties gebruik maken van dat instrument. Dat is dus een extra financiële stimulus om te investeren in zonne-energie.
Dat leunt dan ook ten volle aan bij de hernieuwbare-energierichtlijn, die ook vraagt dat de lidstaten energiegemeenschappen zouden faciliteren. Die maatregel is dus reeds uitgevoerd. Er komt dan verder ook geen nieuwe maatregel.
Het project rond zonnedelen bij de distributienetbeheerders is op dit ogenblik nog steeds lopende, maar het kent alleszins al vordering of vooruitgang. Er is een leverancier gevonden waarbij een virtueel proefproject is gestart. Op dit moment wachten we de resultaten van dat virtuele project af. Op basis van die resultaten zal dan in de toekomst verder worden bekeken of er effectief een proefproject kan worden opgezet waar gezinnen en bedrijven kunnen aan deelnemen of in participeren.
Dat kan natuurlijk allemaal pas gebeuren als men alle informatie heeft over de statistische stimulatie die op dit ogenblik in uitvoering is, in het kader van dat proefproject.
Ik hoop dat ik daarmee al uw vragen heb beantwoord.
De heer Danen heeft het woord.
Over cijfers kunnen we natuurlijk heel lange en heel interessante discussies voeren. Maar als we de PV-doelstellingen tegen 2020 willen halen, dan moeten we inderdaad meer doen dan in 2018. Al zijn die cijfers misschien nog voor een update vatbaar.
Ik vind het vooral belangrijk dat mensen echt aan zonnedelen kunnen doen, en dat mensen echt het gevoel hebben dat ze kunnen deelnemen aan een ander zon- of windproject. Ik hoop dat die proefprojecten snel tot goede resultaten leiden.
Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om een ander gerelateerd probleem aan te kaarten. We weten dat heel wat particulieren een overcapaciteit hebben aan zonnepanelen. Op zich is dat een systeemfout in de regelgeving die men destijds heeft gemaakt. Dat kunnen we nu niet meer veranderen. Maar we stellen vast dat mensen op het einde van het jaar, bij de meteropname, nog snel energie opmaken. Men gaat dan elektrisch verwarmen in plaats van de reguliere installatie te gebruiken, of men gaat allerlei elektrische toestellen gebruiken. Sommigen maken echt misbruik van het systeem door de energie gewoon te laten wegstromen, om toch maar de meter op nul te krijgen.
We zouden ervoor moeten kunnen zorgen dat ook de particulieren hun overtollige stroom kwijt kunnen. Ik weet dat de digitale meter een deel van de oplossing kan zijn. Maar het lijkt mij een belangrijke kwestie in tijden van stroomschaarste. Onze stroom zal allicht ook de komende winters nog schaars blijven want ik geloof niet dat de kerncentrales de volgende jaren nog gigantisch zullen floreren.
Het is dan ook belangrijk dat mensen geen stroom verkwisten, maar dat ze die stroom net kunnen delen met hun buren. En wat mij betreft kan dat virtueel. Het lijkt mij alleszins een interessante piste om de komende jaren te onderzoeken. Want ik begrijp dat de digitale meter er nog niet onmiddellijk komt, of toch zeker niet meteen breed wordt uitgerold. Particulieren die stroom overhebben, moeten die stroom kunnen doorverkopen aan anderen, bijvoorbeeld aan hun buren. We gaan natuurlijk geen rechtstreekse lijn trekken, maar we kunnen dat dan virtueel op de een of andere manier verwerken.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vragen. U vraagt of we al de doelstellingen zullen halen. Wel, ik denk dat er de afgelopen maanden nog heel wat belangrijke projecten op touw zijn gezet die ervoor zullen zorgen dat we effectief extra inzetten op hernieuwbare energie en op een bijkomende groei aan zonnepanelen. Ik denk daarbij enerzijds aan de nieuwe regelgeving die werd goedgekeurd inzake de directe lijnen. Anderzijds is er ook de ondersteuning van de drijvende zonnepanelen. U weet dat Limburg wat dat betreft een koploper is, collega Danen. Dat is een heel positief verhaal.
We hebben ook nog een aantal grote privéprojecten lopen op basis van de specifieke bandingfactor. En vorige week nog hebben we aan het zonnepark Vliegasstort Terhills een goedkeuring gegeven voor een voorlopige bandingfactor. Zo kunnen we ook daar effectief inzetten op drijvende zonnepanelen.
We hebben dan nog een aantal andere grote installaties. Ik denk aan het Kristal Solar Park in Lommel, waar de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) volop op inzet, en aan Volvo Gent, waar er ook heel wat extra wordt geïnvesteerd in extra zonne-energie. Ik heb daarmee een antwoord gegeven op uw eerste bijkomende vraag.
Wat uw vraag over zonnedelen betreft, kan ik alleen maar beamen wat u hebt gezegd. We hopen dat we de resultaten daarvan zo snel mogelijk hebben en dat die resultaten positief zijn. Zo kunnen we dat proefproject effectief laten uitrollen want momenteel gaat het slechts om een virtueel proefproject. Maar we hopen dat we daar zo snel mogelijk de resultaten van kennen.
U had ten slotte nog een vraag over mensen met een stroomoverschot. Zij verkwisten die stroom omdat ze het niet op het net kunnen zetten of er geen vergoeding voor krijgen. U verwijst zelf naar de digitale meter. Met die meter kunnen we effectief meten wat de afname is, wat de injectie is en hoeveel overtollige elektriciteit men heeft. Hoeveel stroom kan men effectief op het net zetten? Dat lijkt me een zeer belangrijk element bij het zoeken naar een oplossing.
U weet ook dat er in het ontwerp van decreet, dat nu in het parlement voorligt, wel degelijk werd voorzien in een terugleververgoeding voor de prosumenten. Zij kunnen dan wel degelijk een vergoeding krijgen voor de stroom die ze opnieuw kunnen injecteren, of die ze op dit ogenblik al opnieuw injecteren. Ik hoop dat het parlement daar zo snel mogelijk uitsluitsel over geeft en dat we verder kunnen werken aan die terugleververgoeding. Want dat is het optimale element om energieverkwisting te vermijden – of het nu hernieuwbare of klassieke energie is. Energie verkwisten is sowieso geen goede zaak, en ik denk dat onze digitale meter en onze terugleververgoeding daar in de toekomst een antwoord op kunnen bieden.
De heer Danen heeft het woord.
Er ligt inderdaad nog heel wat werk op de plank. Het is belangrijk dat we daar een oplossing voor vinden. Ik wil ook een lans breken voor middelgrote installaties: daken van scholen, overheidsgebouwen, fabrieken of kantoorgebouwen. Ik stel vast dat er nog heel veel daken zijn met een gigantisch potentieel waar weinig mee gebeurt. Dat verdienmodel of die businesscase zit momenteel nog niet goed. Ik hoop echt dat we stappen vooruit kunnen zetten met de nieuwe instrumenten die eraan komen.
Het zou toch fantastisch zijn dat ouders op een reguliere manier kunnen instappen in een zonneproject van de school van hun kinderen. Dat vertaalt zich dan in een korting op hun energiefactuur. Ik denk dat we naar zo’n model moeten evolueren. Zo zal het draagvlak voor hernieuwbare energie alleen maar groeien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.