Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, dinsdag 5 februari 2019, was niet enkel voor u een heuglijke dag, maar het was ook een belangrijke dag voor het klimaat. ‘Sign For My Future’ werd namelijk boven het doopvont gehouden. Het gaat om een heel erg breed gedragen Belgisch klimaatinitiatief zonder partijpolitieke of commerciële insteek. De initiatiefnemers eisen een ambitieus klimaatbeleid, zodat ons land tegen 2050 klimaatneutraal wordt. Opmerkelijk is dat het hier gaat om het grootste en maatschappelijk breedst gedragen klimaatinitiatief dat ons land heeft gekend. De initiatiefnemers vragen mensen heel duidelijk hierop in te tekenen en op die manier te zorgen voor een positief mandaat dat door heel de samenleving wordt gedragen. Indien ik goed ben geïnformeerd, zijn nu al veel meer dan honderdduizend handtekeningen verzameld.
Ik heb een vraag die eenvoudig te beantwoorden valt, maar misschien iets moeilijker uit te voeren is. Het collectief ‘Sign For My Future’ pleit voor een klimaatwet, een klimaatraad en een investeringsprogramma. Dit alles moet de transitie mogelijk maken. Staat u achter die eisen? Wat zult u doen om die eisen in te willigen?
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de voorbije dagen al een paar keer verklaard dat we de verschillende burginitiatieven die het klimaat op de agenda plaatsen, moeten koesteren. Ik denk dat die positieve energie belangrijk is en het bewustwordingsproces stimuleert. De klimaatverandering wordt op de agenda geplaatst en het besef dat dit bepaalde gevolgen heeft die we niet kunnen ontkennen, begint bij de bevolking door te dringen.
Ik denk dat dat belangrijk is. Het initiatief ‘Sign for my Future’, een coalitie van jongeren, bedrijfsleiders, middenveldorganisaties, media en de academische wereld, draagt bij tot de burgerdemocratie en zorgt ervoor dat iedereen deelneemt aan het debat. Dat is op zich een goede zaak om het bewustwordingsproces te stimuleren voor diegenen die er nog aan mochten twijfelen.
U vraagt drie elementen: de klimaatwet, het investeringspact en de klimaatcommissie. Laat me misschien beginnen bij de klimaatwet, die het reductiepercentage van de hoeveelheid broeikasgassen moet vastleggen tegen 2050. We moeten ons afvragen of zo’n wet nu wel het meest geschikte instrument is om tot resultaten te komen. We stemmen wetten en we maken decreten om tot bepaalde resultaten komen. De vraag van collega Ronse was ook hoe we de bescherming van de open ruimte willen afdwingen. Je hebt dan wel een klimaatwet, maar de vraag is of dat het meest geschikte instrument is om op het veld doelstellingen te halen. Het is namelijk niet door een wet met hoge doelstellingen goed te keuren in het parlement dat die uitstoot van broeikasgassen automatisch met 50 of 55 procent zal dalen.
In dit land zitten we natuurlijk met allerlei institutionele omstandigheden. Bij wet vallen alleen de federale maatregelen te nemen. Zoals u weet zijn er echter heel wat klimaatrelevante bevoegdheden die zich op het regionale niveau bevinden, waaronder Energie, Mobiliteit, Industrie, Wonen en Landbouw. Een bijzondere wet zou meteen ook raken aan de Belgische bevoegdheidsverdeling. Dat is in dit land geen vanzelfsprekendheid en er zou overigens een tweederdemeerderheid voor nodig zijn.
Een klimaatdecreet, met alleen Vlaamse bevoegdheden, kan dat? In mijn ogen is een klimaatpact de enige manier om in het huidige België een samenhangend klimaatbeleid gestalte te geven met resultaten op het terrein. Dat moet verankerd worden in een samenwerkingsakkoord dat de verschillende parlementen in België aanvaarden. Dat pact zou de verschillende overheden op hun verantwoordelijkheid wijzen.
Een investeringspact zou deel kunnen uitmaken van dergelijk klimaatpact. Er zijn trouwens al verschillende partijen die daar voorstellen rond gedaan hebben. Ik stel voor om afspraken te maken tussen de verschillende overheden, onder meer ook over de verdeling van de opbrengsten van de veiling van uitstootrechten in de periode 2021-2030, de zogenaamde ‘burden sharing’. We hopen daarover besprekingen op te starten in de Nationale Klimaatcommissie. Het investeringspact is dus een optie, maar dan als onderdeel van het klimaatpact.
Met de Nationale Klimaatcommissie kom ik tot het derde voorstel, dat van een klimaatraad met onafhankelijke deskundigen die beleidsbeoordelingen maakt en ook adviezen en aanbevelingen doet. Ik denk dat dat op verschillende domeinen een heel nuttig instrument is. Ik heb absoluut geen enkel bezwaar tegen een dergelijk forum om het debat te voeden en te objectiveren en dus ook om de uitdaging aan te gaan het debat te concretiseren, want in deze discussie is dat belangrijk. Het is dus een nodige stap, maar we mogen daar niet blijven zitten. Als verantwoordelijke politici mogen we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen, want in een representatieve democratie kunnen zulke fora ons adviseren en aanbevelingen geven, maar zijn het uiteindelijk de regering en het parlement die stappen voorwaarts moeten zetten en beslissingen moeten nemen en uitvoeren.
De heer Danen heeft het woord.
Ik moet zeggen dat wij wel sterk geloven in klimaatwetten en -decreten, omdat er een richtinggevend kader moet zijn waar we instrumenten aan kunnen koppelen om effectief doelstellingen te bereiken. In dit korte tijdsbestek zal ik u echter niet kunnen overtuigen van de noodzaak van zo’n wet; wij zullen ter zake wel initiatieven nemen in dit parlement, althans voor een klimaatdecreet.
Wat het investeringsprogramma betreft, heb ik gehoord wat u hebt gezegd. Het klopt dat dat het een integraal onderdeel zal zijn van zo’n klimaatpact. We staan echter voor de grootste uitdaging van onze generatie. Tijdens de industriële revolutie zijn er heel wat investeringen geweest die op dat moment veel geld kostten, maar waarop we onze welvaart wel voor een stuk gebouwd hebben. Nu moeten we stappen zetten om onze regio klaar te stomen voor de toekomst. Grote investeringen zullen daar zeker integraal deel van uitmaken.
U hebt gezegd dat u de idee van een klimaatraad mogelijk wel genegen bent. Bent u dan bereid om zo’n raad op te richten? Ik vind het immers een beetje aandoenlijk of geen blijk van goede politiek dat de klimaatspijbelaars, de bosbrossers, nu een klimaatraad oprichten, terwijl de politiek achterblijft. Het is fantastisch dat de bosbrossers zich verenigen en met voorstellen komen. Ik ondersteun dat volledig, maar eigenlijk zou het de politiek moeten zijn die zulke instrumenten opricht om zich te laten adviseren. Mijn vraag is dus tweeledig. Bent u bereid om zo’n klimaatraad te installeren en, daaraan gerelateerd, hebt u al rond de tafel gezeten met de initiatiefnemers van ‘Sign for my Future’ of bent u daartoe bereid?
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Danen, we moeten natuurlijk zoveel mogelijk doen wat het klimaatbeleid betreft. We moeten zo ver als mogelijk gaan, dat heb ik ook al dikwijls gezegd, maar we mogen ook de internationale context niet uit het oog verliezen. Wij denken net zoals de minister dat een klimaatwet misschien wel aan het doel voorbijgaat. We schieten onszelf daarmee in de voet, vrees ik, want op dat moment kunnen mensen naar de rechtbank stappen om de overheid aan te klagen. Het uiteindelijke resultaat daarvan ken ik niet.
Zoals ik al vaak gezegd heb in deze commissie, is elke ton staal die hier geproduceerd wordt, milieuwinst, want als die ergens anders geproduceerd wordt, in een land waar de normen veel lager liggen, dan is dat uiteindelijk geen goede zaak voor het milieu, maar een slechte. Met een klimaatwet in een klein land als Vlaanderen doen we niet veel meer dan onszelf in de voet schieten, vrees ik. Dat staat dan nog los van het feit dat we daarmee op een subtiele manier gaan herfederaliseren, wat voor ons natuurlijk nooit een aantrekkelijk perspectief is.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik ben altijd een beetje op mijn hoede als de institutionele complexiteit van België wordt ingeroepen om iets niet te doen, om eerlijk te zijn. Het hoeft niet via een bijzondere wet te gaan – zonder ons te veel toe te spitsen op hoe we het juridisch moeten plaatsen –, maar een wet of decreet heeft het voordeel dat het het meest duidelijke en stabiele kader is voor zowel de politiek en de samenleving. Dat is de belangrijkste reden voor zo’n initiatief. Misschien moet het wel via een wet én een decreet én een samenwerkingspact, vanwege die institutionele complexiteit. Ik weet het niet, want ik ben ook geen juridische specialist in zulke zaken, maar ik zie wel de meerwaarde in van een duidelijk kader.
Wat ‘Sign for my Future’ betreft, vind ik het natuurlijk goed, minister, dat u het initiatief ondersteunt. Ik zie echter ook dat er een aantal negatieve reacties zijn ten aanzien van het initiatief. Ik vind dat er eigenlijk iets te zeggen is voor beide benaderingen. Net het feit dat er zoiets kan bestaan als ‘Sign for my Future’, met een heel breed draagvlak en met de ‘usual suspects’, en het feit dat ook diegenen die indertijd verketterd werden, daar ook een rol in spelen, net dat heeft een meerwaarde. Die radicale critici houden iedereen scherp en hebben dus een rol te spelen in het hele verhaal. Laat die twee dus maar naast elkaar bestaan.
Voorlopig ben ik blij dat u het initiatief steunt, al hoop ik dat u toch nog iets meer zult doen dan uw steun verbaal te betuigen door een opening te laten richting dat stabiel kader, zoals een wet en/of een decreet.
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Ik heb al gezegd in mijn antwoord dat we moeten proberen om de institutionele discussies in dit complexe landje uit de weg te gaan.
Vandaar het idee van het klimaatpact waar je elke overheid voor zijn verantwoordelijkheid stelt. Er worden daarover duidelijke afspraken gemaakt en dan moet elk niveau maar uitmaken in welke mate ze dat willen verankeren.
Dan uw concrete vraag, mijnheer Danen, over die klimaatcommissie of klimaatraad. Ik dacht dat ik daarover duidelijk was: ik ben daar voorstander van. Ik zie de volgende dagen net als vorige week ook verschillende experten, maar de tijd is kort – als ik dat zo mag zeggen. Donderdag en vrijdag heb ik natuurlijk eerst de leidinggevende ambtenaren van de verschillende agentschappen en departementen gezien. Ik vond het goed om eerst naar de eigen ambtenaren te luisteren. Er zijn natuurlijk ook een aantal middenveldorganisaties, de klassieke en de nieuwe. Ik probeer ook dat brede veld te zien. De experten komen er donderdag of vrijdag ook aan.
Het forum in een klimaatraad is voor mij geen probleem. Voor mij kan dat opgericht worden.
De heer Danen heeft het woord.
Ik denk dat we inderdaad structurele maatregelen nodig hebben. Er zijn al zeker stappen gezet, maar ik denk dat het nog niet goed genoeg is.
Een kleine anekdote: ik werd gisteren geïnterviewd door een paar studenten en die hadden net voor mij een van uw collega’s geïnterviewd. Ik zeg niet wie het was, maar het was een van uw collega’s. Zij hadden de minister de vraag gesteld wat die ging doen om een beter klimaatbeleid op poten te zetten. “Eerst moeten jullie je best doen”, antwoordde de minister. “Jullie moeten eerst zorgen dat jullie goed studeren, dat jullie zorgen dat jullie voor oplossingen kunnen zorgen, dat jullie niet te veel vliegen.” Ik vond dat een nogal paternalistisch antwoord en ook een antwoord waar ik wel vragen bij had. Ik denk dat er een sterk beleid nodig is, en een beleid dat kan worden omkaderd door een wet.
Wij zijn daar duidelijk voorstander van. Laat ons proberen om in die zaken waarin we elkaar kunnen vinden, elkaar tijdens de volgende weken en maanden ook inderdaad te vinden om echt stappen vooruit te zetten, zodat we echt een aanzet kunnen geven voor klimaatinspanningen – ook voor de volgende regeerperiode. Laat ons verder kijken dan de waan van de dag, want we hebben echt geen tijd meer te verliezen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.