Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een vraag om uitleg over de doorbraak van de zero-emissiewagens of, beter gezegd, over het gebrek daaraan. Sinds 2016 kan de Vlaming bij de aanschaf van een zero-emissiewagen een premie krijgen, met als bedoeling de verkoop van dergelijke voertuigen aan te zwengelen. Dat was althans de intentie.
De zero-emissiepremie wordt gedifferentieerd op basis van de catalogusprijs en was van toepassing op volledig elektrische wagens. Nadien zijn de waterstofwagens, die jammer genoeg nog in hun kinderschoenen staan, hieraan toegevoegd. Initieel was het de bedoeling de premie jaarlijks te laten dalen. Er was een afbouwscenario, maar ingevolge de structurele onderbenutting is uiteindelijk beslist dat de premie begin dit jaar nog steeds maximaal 4000 euro bedraagt. In het begin was de premie beschikbaar voor natuurlijke personen die een zero-emissiewagen aankopen. Sinds de herziening van het besluit van de Vlaamse Regering geldt de premie ook voor leasing. Verder is de procedure voor de premie vereenvoudigd en omgevormd tot een procedure in een stap. We dachten immers dat het gebrek aan succes aan de procedure lag, maar we hebben gemerkt dat dit niet heeft geholpen. In februari 2018 is de premie uitgebreid naar vzw’s en naar autodelen. Sinds 15 april 2018 komen, naast elektrische wagens en wagens op waterstof, ook elektrische motorfietsen en elektrische bromfietsen klasse B in aanmerking.
Sinds 2016 is jaarlijks voorzien in een maximumbudget van 5 miljoen euro. Voor de volledigheid van het verslag geef ik even de cijfers. In 2016 zijn 720 premies toegekend, voor een bedrag van 3.296.500 euro. In 2017 zijn 314 premies toegekend, voor een bedrag van 1.131.500 euro. Tot november vorig jaar ging het om 383 premies, voor een bedrag van 1.315.000 euro. De premie scoort dus al jaren sterk onder de verwachtingen. Het maximumbedrag aan premies is 3,3 miljoen euro, maar het maximumbudget is eigenlijk 5 miljoen euro.
In principe loopt de premie dit jaar af. We hebben recent vernomen dat Bobex in opdracht van de Vlaamse overheid een groepsaankoop voor elektrische wagens uitvoert. Het budget van de zero-emissiepremie wordt mede aangewend om in het kader van die groepsaankoop een goedkopere prijs te bedingen.
Door het overhevelen van het budget van vorig jaar zou nu 11,2 miljoen euro ter beschikking zijn.
Minister, hoeveel inschrijvingen binnen de groepsaankoop liepen er al binnen? Wat verwacht u van de groepsaankoop en bijgevolg de budgettering van de zero-emissiepremie? Welke bijsturingen zouden eventueel mogelijk zijn, als dat al nodig is?
Hoe evalueert u de premie? De voornaamste vraag: is er enige aanwijzing dat de premie een effect heeft op het aankoopgedrag van de mensen en effectief zijn doel bereikt? Daarover gaat natuurlijk de vraag. Ik zie u knikken, maar dat zou ik nu echt eens willen horen. Als je 5 miljoen euro hebt en je kunt er maar 1,3 miljoen euro van uitgeven, dan ben ik er niet zo zeker van dat dat effectief het geval is.
Dit jaar loopt de premie af. Welke toekomst ziet u als minister daarvoor?
Eind 2018 reden er een kleine 8000 elektrische wagens rond in Vlaanderen. Op het totaal van de wagens dat rondrijdt, is dat 0,22 procent. Vorig jaar kwamen er 2666 nieuwe elektrische wagens bij, wat overeenkomt met ongeveer 0,82 procent van de nieuwe voertuigen. Ik heb ondertussen ook al het cijfer van 1,94 procent gehoord, maar ik neem aan dat u dat naar voren zult brengen. De doelstelling is nog altijd 7,5 procent in 2020. Dan is natuurlijk de vraag hoe we daar zullen geraken.
Minister Peeters heeft het woord.
Er zijn ongeveer 2300 inschrijvingen binnengekomen op de groepsaankoop, mooi verdeeld over de vier modellen waarin de groepsaankoop voorzag. Twee derde daarvan bleek in aanmerking te komen om doorgestuurd te worden naar de constructeurs. Doorsturen wil zeggen dat er een oprechte interesse is in een testrit en in een eventuele aankoop. De ervaring wijst uit dat ongeveer 5 tot 10 procent van de inschrijvers effectief overgaat tot aankoop. De groepsaankoop en de interesse in de nieuwe elektrische modellen kunnen de premie uiteraard nog populairder maken, en dat was ook ons opzet.
De gemiddelde premie bedroeg vorig jaar 3450 euro. U weet dat die varieert tussen de 2500 euro en de 4000 euro naargelang het model. Als dat vorig jaar gemiddeld 3450 euro bedroeg, dan betekent dat dat er in 2019 meer dan 3200 premies kunnen worden verstrekt. Of we dat effectief volledig moeten uitbetalen, zal de toekomst uitwijzen. Ik ga er alleszins van uit dat er voor 2019 voldoende budget voorhanden is. Mocht er een bijsturing nodig zijn, waarin voorzien is in de regelgeving, mocht in het derde kwartaal blijken dat er iets moet worden aangepast na een grondige evaluatie, dan zullen we dat op dat moment bekijken.
Ik hoor in uw vraag dat u niet echt een fervent aanhanger bent van de premie, en dat hebt u gisteren eigenlijk ook al gezegd. Wel, er is een enquête uitgevoerd waaruit bleek dat na een jaar premie 50 procent van de mensen geen of waarschijnlijk geen elektrische wagen zou hebben aangekocht zonder premie. Dat is één op twee. Onderzoek toont ook aan dat dit de meest effectieve maatregel is, wat samengaat met de vaststelling dat de aankoopprijs van een elektrisch voertuig nog altijd de grootste drempel blijft. Dat is meteen de reden dat het systeem in zeer veel Europese landen bestaat. Dat het effect van de premie onder de verwachtingen blijft, heeft veel te maken met het beperkte aanbod aan modellen – 60 procent van de verkoop betreft twee modellen –, de hoge levertermijnen en het feit dat ook met de premie de aankoopprijs van een elektrisch voertuig nog altijd een stuk hoger ligt dan van een niet-zero-emissievoertuig.
Zoals aangegeven, is een financiële ondersteuning bij aankoop van diverse voertuigtypes de meest effectieve maatregel. Er zijn voldoende redenen om de premie te behouden tot na 2019. Ik geef graag een aantal redenen mee.
De kloof met de doelstellingen blijft erg groot en de ambities gaan na 2020 verder omhoog. De particuliere markt is goed voor 50 procent van de totale markt. Voor de andere helft gaat het over bedrijfs- of leasingwagens. Bedrijven van hun kant kunnen aanspraak maken op fiscale aftrek. Dat is een andere maatregel die nog altijd geldt voor elektrische voertuigen. In diverse toekomstverkenningen wordt gesteld dat de prijzen van batterij-elektrische voertuigen en conventionele voertuigen naar elkaar zullen toegroeien, maar dat het nog tot ongeveer 2024 zal duren vooraleer ze gelijk zijn aan elkaar. De aankoopprijs van een batterij-elektrisch voertuig is de voorbije jaren tegen de verwachtingen in niet gedaald. De actieradius is voor dezelfde prijs wel gestegen, wat een pluspunt is. Het verschil met de traditionele wagens blijft groot en varieert rond de 10.000 euro. Er zit veel milieupotentieel in elektrische tweewielers, zowel in de overstap vanuit de wagen als in de overstap vanuit traditionele brommers en motorfietsen. Er is voor gekozen om de wagens te subsidiëren en op die manier de laadinfrastructuur rendabel te maken. Dat is ook een issue. In de groepsaankoop was er ook specifiek in voorzien dat laadinfrastructuur privé kon worden aangekocht.
De uitvoering van het actieplan zorgt voor veel stimulansen richting de beoogde transitie, onder meer door de uitrol van laadinfrastructuur die momenteel vooroploopt op de wagens. Als die stimulansen hand in hand kunnen gaan met financiële voordelen zal er een gecumuleerd effect zijn.
Aan het aanbod aan voertuigen schort er nog wat, maar dat is natuurlijk niet de verantwoordelijkheid van de overheid, wel van de constructeurs.
Ook in het buitenland worden steun en/of aankooppremies gegeven. Dat gebeurt onder andere in Spanje, Zweden en Oostenrijk. Ook zij hebben allemaal een premiesysteem, dus lijkt me dat niet echt een probleem.
U peilt ook specifiek naar de doelstellingen en u zegt dat van januari 2017 tot augustus 2017 het aandeel nieuwe inschrijvingen in Vlaanderen 0,6 procent bedroeg, terwijl de doelstelling 2020 7,5 procent was. Van september 2018 tot december 2018 – kortom het laatste kwartaal 2018 – is dat percentage opgelopen tot 1,94, dus bijna 2 procent. Dat is toch al een forse sprong in het laatste kwartaal van 2018. Onze doelstelling blijft dan ook op die 7,5 procent nieuwe inschrijvingen voor 2020 liggen.
We moeten die ambities hooghouden en we hopen uiteraard dat we dat zeker kunnen volhouden. Alle acties die we nemen inzake zero-emissievoertuigen, zowel de premie als de fiscale voordelen, de campagne en de groepsaankoop, kortom alle vier de elementen die we hebben genomen voor de zero-emissievoertuigen, werken en kunnen zo de laatste koudwatervrees bij de mensen wegnemen en hen zodoende aanmoedigen om toch een zero-emissievoertuig of een batterij-elektrisch voertuig bij voorkeur te willen aankopen.
Minister, dank voor deze bemoedigende vooruitzichten. Mijnheer Diependaele, uw licht mag nog eens schijnen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat u zich laat misleiden.
Minister, we gaan er niet geraken. Op deze manier gaan we het niet halen en de instrumenten die u probeert te gebruiken, zijn de foute instrumenten. Ik denk dat u dat in uw uitleg hebt aangetoond, net zoals u dat gisteren hebt aangetoond. Ik ga hier even dieper op in.
U zegt dat er voor de groepsaankopen 2300 inschrijvingen zijn, maar 5 tot 10 procent – ik wil welwillend zijn – betekent dat we maximum 230 wagens gaan aankopen. De vraag is dan nog: hebben we effectief mensen overtuigd om die stap te zetten of zijn het mensen die – heel verstandig van hen – dat eigenlijk sowieso al van plan waren, maar om een betere prijs te bedingen, dan maar in dat systeem stappen?
Minister, u hebt het over voldoende budget. Ik twijfel er absoluut niet aan dat er voldoende budget zal zijn, integendeel. Ik denk dat er opnieuw te veel zal zijn.
Minister, die enquête en de logica, die moet u mij echt eens uitleggen. In 2018 zijn er 2666 elektrische wagens aangekocht. 383 daarvan hebben een premie aangevraagd. Dus, 383 van 2666. U hebt dan een enquête die zegt dat de helft van de mensen zich door die premie zouden laten overtuigen om zo'n wagen aan te kopen, terwijl van de 2666 aankopers er maar 383 de premie vragen. Dat is gratis geld. Mensen kunnen gratis geld krijgen, ze kunnen een paar duizend euro gratis krijgen, zomaar, door een eenvoudige aanvraagprocedure, en slechts 383 van de 2666 doen dat. Dan komt u als minister beweren dat de helft de aankoop zou doen dankzij die premie. Het gaat dan nog maar over 190 wagens, waarvoor we 1,3 miljoen euro veil hebben.
We moeten die 7,5 procent halen. 2018: 2666 wagens verkocht, 383 daarvan hebben een premie aangevraagd, en u zegt nu zelf dat we naar 1,94 procent gaan. Ik zou graag de cijfers daarvan eens zien, want het gaat alleen maar over de periode tussen september en december, maar hoeveel is dat voor het volledige jaar? Volgens mij is dat weer een beetje misleiding, want u hebt in een schriftelijke vraag aan mij geantwoord – ik citeer letterlijk: “De uitbreiding naar vzw's en autodeelbedrijven is geslaagd, maar wellicht nog niet voldoende bekend.” Dat gaat dus over 2018. Dan is de volgende zin: “Deze cijfers worden echter sterk beïnvloed door de aanvraag van één autodeelbedrijf voor in totaal 180 elektrische wagens.”
In die zin is dat wat de 1,94 procent verklaart. Dat zou ik eigenlijk willen weten. Want dan is het natuurlijk gemakkelijk om plots met cijfers af te komen van september tot december, terwijl het dat niet is wat we zoeken. We zoeken wel degelijk een cijfer voor het volledige jaar 2018. Ik zou willen weten wat daarvan het percentage is. Het zal daarvan afhangen of we die 7,5 procent effectief behalen.
Ik heb het gisteren zeer duidelijk gezegd en ik wil dit hier benadrukken: minister, ik denk niet dat u bij machte bent om dat getal zomaar te forceren. Ik ben daar zeer open en eerlijk in, ik ga daarover geen politiek spel spelen. De middelen en instrumenten van de overheid zijn beperkt om de mensen te overtuigen om hun consumentengedrag aan te passen. Dat heb ik altijd gezegd. De vraag is alleen: als we als overheid effectief overwegen om instrumenten te gebruiken om mensen aan te zetten hun aankoopgedrag bij te sturen, welke instrumenten gebruiken we dan?
Ik denk dat de premie een bewijs is van het feit dat we wel een leuk speeltje hebben om uit te delen, maar dat we er in de feiten niet in slagen om dat aankoopgedrag bij te sturen. Mijn pleidooi zou dan ook zijn dat we op die andere zaken inzetten. Er zijn andere zaken die we kunnen doen, waar ook vraag naar is. Uit enquêtes en uit studies blijkt ook dat mensen een omkadering verwachten. De laadpalen zijn daar het belangrijkste onderdeel van, in parkeergarages enzovoort. Op dat gebied hebben we een gigantische achterstand tegenover het buitenland, want u hebt verwezen naar andere landen zoals Spanje, maar ik denk niet dat dat de landen zijn die zo hard voorlopen op het gebied van elektrisch rijden en die ook premies geven. Ik denk dat we beter kijken naar de landen die wel vooroplopen, en dan zult u zien dat die veel meer inzetten op omkaderend beleid en laadpaalinfrastructuur enzovoort.
Ik zou eerder daarvoor pleiten, in plaats van vast te houden aan die premie, die niet meer is dan een leuk cadeautje.
De heer Danen heeft het woord.
Ik zou willen aansluiten bij de bemerkingen van collega Diependaele. Onze fractie is ook niet per se tegen groepsaankopen, maar die zouden het sluitstuk moeten vormen van een beleid dat echt kan wegen op het aandeel van zero-emissievoertuigen. Nu lijkt het zowat de basis van dat beleid te zijn, en dat is een beetje problematisch.
Het is net zoals bij de energieleningen – waar ik overigens achter sta –, toen de minister elke week kwam vertellen hoeveel extra energieleningen er werden aangevraagd. Ik vermoed dat het met die elektrische wagens ook zo zal zijn. Telkens wanneer er een paar wagens bijkomen, zult u dat contract allicht mee ondertekenen. Collega Gryffroy alludeerde daar ook al op in zijn vraag in de plenaire vergadering.
Ik vind het vooral belangrijk om te horen hoe u ervoor gaat zorgen dat we die 7,5 procent wel halen. U hebt al een aantal elementen aangeraakt, maar ik wil graag een substantiëler antwoord horen. Dat lijkt mij heel erg belangrijk.
Ik vind het ook heel cruciaal dat de overheid zelf het goede voorbeeld geeft. Ik vraag regelmatig het aantal zero-emissievoertuigen op bij de administratie, maar dat aandeel is heel miniem: nauwelijks 1 of 2 procent. Dat aandeel is heel erg klein. Als je vraagt om als maatschappij naar 7,5 procent te gaan, dan moet je ervoor zorgen dat de eigen administratie minstens 10, 12 of zelfs 15 procent haalt.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega Diependaele, ik zou u toch willen vragen om wat optimistischer naar de toekomst te kijken, en om er toch in te willen geloven dat we de doelstellingen halen. Ik zei het daarnet al tegen collega Gryffroy, toen het over hernieuwbare energie ging. Nu gaat het over de zero-emissievoertuigen, en wat dat betreft doe ik opnieuw een oproep om toch wat optimistischer naar de toekomst te kijken, en te geloven in de vooropgestelde doelstellingen.
Eerst en vooral zijn de groepsaankopen slechts een van de maatregelen die de Vlaamse overheid neemt om mensen te overtuigen tot de aankoop van een zero-emissievoertuig. De overheid heeft vooral de taak om mensen te informeren, te sensibiliseren en te overtuigen om tot de aankoop van een zero-emissievoertuig over te gaan. We moeten hen zeker ook faciliteren.
Ik heb daarstraks al gezegd dat we dat op tal van manieren doen. We doen dat via fiscale maatregelen – de vrijstelling van de belasting op de verkeersinstelling en de vrijstelling van de verkeersbelasting – en via de campagne ‘Van Euh naar Aha’. Die campagne, die ik gisteren toegelicht heb, is duidelijk zichtbaar op de website www.milieuvriendelijkevoertuigen.be. Op die website gaan we de mensen overtuigen van het comfort, maar zeker ook van de klimaatimpact van milieuvriendelijke voertuigen. Ook daar zetten we ten volle op in. En ook de groepsaankoop vormt een onderdeel van onze strategie.
Ik wil vooral nog meegeven dat die groepsaankoop loopt van 15 januari tot 15 mei. Als u vandaag vraagt of ik daar al een evaluatie over kan geven, dan moet ik neen antwoorden. Dat kan pas nadat we de volledige periode van de groepsaankoop hebben doorlopen, op 15 mei.
Zo overstijgen we ook de saloncondities, want u weet dat heel wat automerken op dit ogenblik nog heel wat saloncondities geven. De Vlaamse overheid gaat die groepsaankoop uiteraard niet organiseren, maar wel faciliteren. Het is de firma Bobex die werd geselecteerd om de groepsaankoop te organiseren. Na 15 mei krijgen we een duidelijk zicht op het uiteindelijke effect van deze maatregel – een van de vier maatregelen – bij het overtuigen van mensen om een milieuvriendelijk voertuig aan te kopen.
De overheid kan natuurlijk niet alles doen; we moeten sowieso ook kijken naar de fabrikanten. U weet dat niet alleen de overheid een belangrijke rol speelt in het overtuigen van mensen. Ook de prijs van de voertuigen, de laadinfrastructuur en de actieradius zijn belangrijke aspecten. Ook hier kan ik verwijzen naar de website, want u weet dat heel wat mensen minder dan 20 kilometer per dag afleggen met hun voertuig. En dat zou eigenlijk de meest interessante doelgroep zijn om onmiddellijk over te schakelen op een elektrisch voertuig.
Wat de vragen van collega Danen betreft, wil ik toch nog eens duidelijk stellen dat de groepsaankoop zeker niet onze enige maatregel is, en dat het niet de basis vormt van de genomen maatregelen. Ik herhaal dat ook ons laadpalenplan een belangrijk element is. We hebben ook ons actieplan Clean Power for Transport, dat binnenkort geëvalueerd wordt. Die evaluatie zal aan de Vlaamse Regering voorgelegd worden, en ze kan desgewenst ook hier toegelicht worden. Daarnaast zijn ook de andere maatregelen heel belangrijk: de groepsaankoop, de premie, de fiscale maatregelen en de campagnes. Dat wil ik zeker benadrukken.
U vraagt ook naar het voorbeeldgedrag dat we moeten tonen. Ik weet niet of u het hebt meegekregen, maar vorige week of de week daarvoor hebben we aan de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) een twaalftal zero-emissievoertuigen kunnen leveren. Die zullen vooral door de controleurs van VLABEL worden gebruikt.
Met die twaalf zero-emissievoertuigen die VLABEL nu ter beschikking heeft, komen wij nu al aan 15 procent van het autopark van VLABEL. Wij doen dus voldoende voor de doelstellingen. Wij hebben ook de andere collega’s binnen de Vlaamse Regering opgeroepen om dit voorbeeld van VLABEL zeker te volgen. Ik kan u ook nog zeggen dat wij op het kabinet zero-emissievoertuigen hebben. Wat dat betreft, geven wij zeker het voorbeeld.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister, ik ben van nature zeer optimistisch. Het feit dat ik dat hier niet ben, zou op zich al een teken aan de wand moeten zijn.
In uw tweede antwoord bent u helemaal rond die olifant gefietst. Die cijfers, die doelstellingen: ze zijn zeer moeilijk.
Voorzitter, ik las vorige week in de krant dat u hebt gezegd: “Er is meer ambitie nodig en die wil ik ondertekenen.” Wij kijken naar de cijfers die duidelijk maken of we die ambities door instrumenten en door het beleid zullen halen en concluderen dat u daar een Scud afvuurt. Het is mijn taak als parlementslid om te bekijken of we met het geld dat we hier voor die premie inzetten, effectief het resultaat halen dat we willen halen. Ik herhaal het nog eens heel duidelijk. U geeft het verhaal over die campagne en hebt het over het feit dat u hierop als overheid maar een beperkte invloed hebt. Ik heb zelf aangegeven dat ik daar volledig achter sta. Ik ben het daar volledig mee eens. Maar ik blijf erbij dat de premie die u uitdeelt en waar we zeer veel geld in steken, meer een spielerei is en in de feiten niets te maken heeft met het halen van die doelstelling. Het lukt niet om met die premie die doelstelling te halen. Ik ben ervan overtuigd dat we dat geld beter kunnen gebruiken voor andere zaken. Het is mijn taak om dat te doen. Wij willen u daarin ondersteunen. Wij willen er absoluut verder over nadenken, maar zoals het er nu voor staat en met de antwoorden die u nu geeft, zullen we geen stappen vooruit zetten.
Het is natuurlijk gemakkelijk om voortdurend te vragen om scherpere doelstellingen en nog grotere ambities. Wij hebben die opmerking ook al vorige week in de plenaire vergadering gemaakt. Wij kunnen daar gerust in meegaan, maar uiteindelijk zullen we de instrumenten en de middelen moeten hebben om die doelstellingen te halen. Dat stel ik hier ter discussie en de cijfers geven mij gelijk.
Mijnheer Diependaele, u kunt zich het debat van vorige week herinneren over meer ambitie. Dat ging voor alle duidelijkheid over de zero-emissieambitie voor de hele economie in 2050 en over wat daarvoor nodig is. Dat ging niet over een onderdeel daarvan. Ik dank u zeer voor uw kritische vraag.
Het is de taak van het parlement om het beleid te evalueren en om te bekijken hoe wij een aantal gedeelde ambities kunnen halen.
Ik zal het citaat vervolledigen: “in 2030 een klimaatneutraal Vlaanderen en in 2050 zero-emissie”.
Dat is fout geciteerd. In het verslag van het parlement staat het anders.
Dat maakt nu niet veel uit. Het punt is natuurlijk dat er voortdurend wordt geijverd voor scherpere doelstellingen. Ik zeg het nog eens: als je er nog eens de middelen en instrumenten aan verbindt om ze te halen, kunnen we erover nadenken. Maar uit de feiten van vandaag blijkt dat we die 7,5 procent in 2020 in elk geval niet zullen halen.
Mijnheer Diependaele, als u het toestaat, wil de minister graag nog een extra verduidelijking aanbrengen.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, ik wil toch nog heel even heel duidelijk stellen dat u tegen die premie bent. Maar als een zero-emissievoertuig ongeveer 10.000 euro meer kost, en men kan een premie krijgen van 4000 euro, dan is dat een belangrijke ‘drive’ voor mensen om over de streep te komen. Daar blijf ik bij. Dat is een heel belangrijk gegeven. Als ik de sprong zie die we in het laatste kwartaal van 2018 hebben gemaakt, dan hoop ik alleszins dat we die 7,5 procent gaan halen, maar u kunt mij nu echt niet vragen om de doelstelling te verlagen naar 4 of 5 procent. We moeten inderdaad een zo hoog mogelijke ambitie hebben. We moeten allemaal samen, met alle maatschappelijke geledingen, ervoor zorgen dat we die targets halen. Daar blijf ik bij.
Mijnheer Diependaele, u hebt uiteraard het laatste woord.
Ik had ook gedacht dat 4000 euro op een aankoop van 40.000 euro iets zou uithalen. Daarom hebben wij het ook een kans gegeven, wij hebben dat mee ondersteund. Bij toenmalig minister Tommelein – of was het nog mevrouw Turtelboom? – hebben wij dat alle kans willen geven. Maar nu blijkt uit de cijfers dat het niet kan. 383 aanvragen op 2660 aankopen. En dan zegt de enquête die u zelf naar voren brengt, dat slechts de helft daarvan het verschil heeft gemaakt. Dat zijn er dus ongeveer 190. Dan denk ik dat we eerlijk moeten zijn met onszelf en onderzoeken of er geen betere manier is om dat geld in te zetten. Als je dan onderzoekt waarom de elektrische mobiliteit niet grondig doorbreekt en nog niet de doorstart neemt die ze zou moeten nemen, dan blijkt het vooral over laadpaalinfrastructuur en dergelijke te gaan. Prijs is maar een van de onderdelen daarvan. Ik doe een positieve oproep om dat ook eens te bekijken.
Dat is een zeer nuttige oproep, mijnheer Diependaele. Dit onderwerp zal zeker nog voer voor discussie en debat leveren over hoe we ons collectieve wagenpark verder kunnen vergroenen. Bedankt voor uw bijdrage.
De vraag om uitleg is afgehandeld.