Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, er zijn zo van die zekerheden die op tijd en stond terugkomen, en die ook voorspelbaar terugkomen. Een daarvan is het verhaal van de fietshelm en het al dan niet verplichten van het dragen van die helm.
In een memorandum voor de verkiezingen van 26 mei pleit Vias institute ervoor om de fietshelm te verplichten tot 14 jaar. Ze staven dat met een enquête die stelt dat 82 procent van de Belgen er voorstander van is en dat in een op de drie zware ongevallen de fietser kans loopt op een hoofd- of hersenletsel. Bij kinderen van 0 tot 14 jaar loopt dit zelfs op tot een op de twee.
Geregeld duikt in de media een oproep op voor de verplichte fietshelm, meestal zo rond de start van het nieuwe schooljaar. Dat levert ook altijd geanimeerde debatten op tussen de voor- en de tegenstanders.
In een reactie op dit voorstel stelde u dat u niet ongevoelig bent voor deze verplichting – ik denk dat ik uw genuanceerde reactie zo juist weergeef – maar dat u wel waarschuwt voor een negatief gevolg, namelijk dat jongeren vanwege die fietshelm de fiets thuis laten en kiezen voor andere vervoersmodi, omdat de fietshelm niet echt cool zou zijn binnen bepaalde leeftijdscategorieën.
Binnen het Vlaams Huis van de Verkeersveiligheid is het onderwerp ook al aan bod gekomen. De conclusie destijds was dat een verplichting niet nodig was. Ook binnen de belangenverenigingen is niet iedereen voorstander. De Fietsersbond bijvoorbeeld vreest vooral dat jongeren minder gaan fietsen.
De Nederlandse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft hierover in 2016 een factsheet gepubliceerd en zet daarin heel wat wetenschappelijke feiten op een rij. Dat is een heel interessant document. De conclusie is dat een fietshelm enkel optimale bescherming biedt bij ongevallen tot 20 kilometer per uur. In ongevallen met gemotoriseerd verkeer is de bescherming dus significant minder. De SWOV rekende uit dat het voor kinderen tot 11 jaar kan leiden tot 5 doden en 140 ernstig gewonden minder in Nederland. Over de afname van het fietsgebruik bij een helmplicht is de wetenschap minder eenduidig. Volgens sommige studies leidt het tot een vermindering, volgens andere juist weer niet. Kortom, ook op wetenschappelijk vlak is er nog heel wat studiewerk nodig om tot een uniforme of gedragen mening te komen.
Wat wel duidelijk is: het gaat niet om de fietshelm alleen. Dat moet duidelijk zijn. Dat hebt u ook altijd gezegd in uw reacties. Het neemt bijvoorbeeld de oorzaak van fietsongevallen niet weg. Om de verkeersveiligheid voor fietsers te verhogen, is er ook nood aan een veilige fietsinfrastructuur en een goede verkeersopvoeding, zowel voor de fietsers om veilig te rijden, als voor het gemotoriseerde verkeer om hoffelijk te zijn ten aanzien van de fietsende medemens.
Minister, u zegt open te staan voor het voorstel van Vias. Welke stappen gaat u verder ondernemen? Gaat u bijvoorbeeld de verplichte helmdracht voor fietsers, ongeacht de leeftijdscategorie, opnieuw laten onderzoeken door het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid?
Een andere optie is om verder in te zetten op de sensibilisering rond de fietshelm bij kinderen. Denk aan de actie Helm Op Fluo Top van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde, die heel veel succes heeft gehad. Meer dan 1400 scholen doen daaraan mee. Gaat u verder inzetten op sensibilisering? Wordt de doelgroep van de actieve senioren bijvoorbeeld ook meegenomen?
Minister Weyts heeft het woord.
Er is inderdaad heel wat wetenschappelijk onderzoek gebeurd naar de effectiviteit van de fietshelm. En dat is zeer eenduidig, namelijk dat zo’n fietshelm altijd een goed idee is. De vraag is natuurlijk – en daar gaat heel de discussie over – of een verplichting ook een goed idee is, en zo ja, voor alle leeftijdscategorieën of voor bepaalde leeftijdscategorieën. Ik geef ook even mee dat wij ter zake niet bevoegd zijn. Wij kunnen wel een leuke discussie voeren, maar het is uiteindelijk op federaal niveau dat daarover desgevallend beslist zou moeten worden.
Er zijn vroeger ook debatten geweest. Ik ben inderdaad niet ongevoelig voor heel de argumentatie. Soms zegt men dat een gordel vroeger ook facultatief en niet verplicht was, niettegenstaande dat iedereen wist dat dat wel zijn voordelen had. Men heeft dat dan uiteindelijk verplicht en nu is iedereen dat heel gewoon, vindt iedereen dat de meest normale zaak van de wereld. Dat is juist. Er wordt ook een vergelijking gemaakt met het skiën. Ik vind die minder op haar plaats, omdat skiën natuurlijk recreatief en uitzonderlijk is. Het gaat niet over een dagelijkse verplaatsing die we met zijn allen doen.
Daarom heb ik in het najaar van 2015 aan het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid gevraagd om zich daarover uit te spreken. Dat leek me het meest uitgelezen platform daarvoor, met een heel diverse samenstelling. Er waren niet alleen de ‘usual suspects’ op het vlak van verkeersveiligheid. Bijvoorbeeld de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen zit daar aan tafel, net als de Fietsersbond, maar evengoed de Vlaamse Automobilistenbond (VAB), Touring en transportfederaties. Die waren unaniem, tot mijn verrassing, moet ik zeggen: het nettoresultaat zou negatief zijn. Opnieuw, het is maar een aanvoelen, maar men vreest een nettoverlies op het vlak van het aantal fietsers. Ook zou de associatie van een fiets met een verplichting ertoe leiden dat heel wat jongeren zouden afhaken.
Er waren ook andere overwegingen. Ik krijg regelmatig mails van bezorgde ouders die zeggen dat ze niks meer te zeggen hebben aan hun kinderen, dat ze hen niet kunnen verplichten om die helm te dragen, maar als ik dat ga verplichten... Mijn gezag dat boven het ouderlijke gezag gaat: dat is op zich al een vreemde vaststelling. (Opmerkingen)
De vraag is dus maar of dan het wettelijke gezag boven het ouderlijke gezag zou gaan. Dat weet ik niet.
Het is bij mijn weten ook vrij uitzonderlijk. Het is niet zo dat wij een uitzonderlijk land zijn omdat de helmplicht niet bestaat. Ik denk dat de situatie andersom is. Landen waar de helmplicht wel bestaat, zijn redelijk uitzonderlijk, en dat zijn niet de fietslanden die we allemaal kennen. In die landen is er geen helmplicht.
Maar goed, ik vind echt dat de andere zijde ook valabele argumenten heeft. Dat met betrekking tot die gordel speelt zeker.
Ik kan dan ook niet anders dan meegaan met het advies van het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid. Anders zou het ook een beetje onnozel zijn dat we dat advies hebben gevraagd. Het blijft echter natuurlijk zo dat het duidelijk is dat het dragen van een fietshelm voor fietsers van alle leeftijdscategorieën een goede zaak is. Die leeftijd is immers dan ook nog een discussie: waarom tot 14 en niet voor de rest? De volwassenen gaan eventjes zeggen wat die anderen allemaal moeten doen.
Ik ondersteun de onderliggende boodschap dat kinderen zich veilig met de fiets zouden moeten kunnen verplaatsen. Daarom blijf ik inderdaad inzetten op sensibilisering, en we doen toch wel heel veel op dat vlak. De boodschap die we steeds meegeven, is dat er geen wettelijke verplichting bestaat om die fietshelm te dragen, maar dat dat wel de veilige keuze is, voor elke fietser. We hebben onze actie Helm Op Fluo Top, die alsmaar crescendo gaat.
Ik zie ook bij mijn eigen kinderen dat dat spaarsysteem werkt. Ze doen dat graag, gewoon voor de idee van sparen op zich, want de belangrijkste prijzen zijn bijvoorbeeld een bezoek aan de zoo en een bezoek aan Planckendael. Mijn jongste dochter is daar al zo dikwijls geweest, dat is het niet, maar toch gaat zij heel nauwgezet sparen en zorgt ze ervoor dat ze een helm altijd combineert met een fluohesje als ze met de fiets gaat, gewoon vanuit de ratio van sparen voor iets dat je uiteindelijk krijgt.
We hebben nu de ambitie om één leerling op twee te bereiken. Dat gaat dus alsmaar crescendo. Dan spreek ik over het basisonderwijs. We hebben ook de fietsbrevetten en Het Grote Fietsexamen, waarbij we ook altijd aanraden om de fietshelm te dragen. In het secundair onderwijs komt de helmdracht ook ter sprake, onder andere in het kader van de campagnes ‘Veilig naar school’ en ‘Op pad met een groep fietsers’. Ook tijdens de Verkeersweken hebben we daar dus aandacht voor.
Verenigingen kunnen bij de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) terecht voor workshops die ze samen met de leden kunnen volgen. Een daarvan is ‘Veilig op een veilige fiets’.
Ook het opleidingsaanbod voor bedrijven, ‘Safe2work’ met sensibiliserende acties en andere activiteiten rond veilig verkeer en duurzame mobiliteit heeft aandacht voor de fietshelm.
Het onderwerp krijgt ook de nodige aandacht op onze campagnesite www.veiligverkeer.be.
Daarnaast neemt, zoals u ook zelf vermeldde, het dragen van de fietshelm jammer genoeg de oorzaken van fietsongevallen niet weg. Dat blijft een zaak van investeringsbudgetten die nog moeten stijgen om ervoor te zorgen dat de fietsinfrastructuur zo verkeersveilig mogelijk wordt.
De heer Keulen heeft het woord.
Uw antwoord is helder. Het is ook goed om dat te blijven uitdragen. We kunnen die fietshelmverplichting telkens opnieuw aankaarten. Het dragen van een helm kan nooit kwaad, integendeel, het is veilig, maar wanneer het als een verplichting wordt opgelegd, zou de nettowinst verloren gaan. Als zelfs verenigingen van ouders die kinderen hebben verloren in het verkeer die conclusie bijtreden, wie zijn wij dan om daar verder op door te bomen?
Via sensibilisering aan de ene kant en de aanpassing van de infrastructuur aan de andere kant proberen we sturend te werken en de omgeving veilig te maken. Dat is een blijvende opdracht. Ik heb vrede met uw antwoord, minister.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
In de commissie en ver daarbuiten vinden wij de veiligheid van fietsers een topprioriteit. We hebben ook al aangekaart dat het aandeel van de zwaar gekwetste fietsers in het verkeer de laatste jaren groter is geworden. Het is belangrijk dat we bijkomende maatregelen nemen maar onze partij vraagt zich ook af of het verplichten van de fietshelm een goed idee is.
De vraag naar sensibilisering is wel echt aan de orde met als doel de fietshelm maximaal te dragen. Er zullen ook andere bijkomende inspanningen moeten worden geleverd voor de fietsveiligheid. Ik verwijs daarbij graag naar onze conceptnota fietsveiligheid waarin we pleiten voor conflictvrije lichten, verkeersveilige infrastructuur en het veiliger maken van schoolomgevingen. Minister, u hebt 10 miljoen euro vrijgemaakt voor het veilig maken van de schoolomgevingen waarbij de gemeenten nog eens 10 miljoen euro extra kunnen bijleggen. Zijn er daar al specifieke aanvragen voor binnen? Hoe zit het met dit project?
De Gezinsbond pleit voor een kindnorm in het verkeer. Daarbij moet het verkeer worden bekeken vanuit de ogen van een kind. Om die norm te kunnen hanteren zijn er nog verdere onderzoeken nodig. Minister, bent u het invoeren van die norm genegen? Zo ja, zult u dan opdracht geven om daar verder onderzoek naar te voeren?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik denk dat de Fietsersbond in zijn reactie op dat advies gelijk had dat in Nederland fietsland of fietsland Nederland amper fietshelmen te spotten zijn en dat de beste manier om de veiligheid voor fietsers te verhogen is om nog meer mensen op de fiets te krijgen. Minister, ik hoor u zeer graag zeggen, want dat is eigenlijk het fundamentele punt, dat de fietshelm de onveiligheid of ongevalsrisico’s voor fietsers niet wegneemt en dat het onze job is om op de oorzaken te focussen binnen onze bevoegdheid en ervoor te zorgen dat er maximaal wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de veiligheid van de Vlaamse fietsers.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de ondersteuning in het kader van de verkeersveiligheid van de schoolomgevingen betreft, heeft de Vlaamse Regering mijn voorstel een tweetal weken geleden principieel goedgekeurd. Het moet wel nog terugkomen voor een tweede lezing en een definitieve goedkeuring. Pas dan kan ik de brieven versturen maar geen nood, we zullen dat doen met retroactieve werking.
Alle dossiers vanaf 1 januari komen dus in aanmerking. Dat is ook een duidelijke communicatie naar de gemeenten toe. Daarbij wensen we ook het principe van de retroactiviteit te huldigen.
Het is nog even afwachten tot wanneer het terugkomt van de Raad van State. De termijn loopt nu. Dan hebben we een tweede goedkeuring in de schoot van de Vlaamse Regering. En dan is er een rechtsbasis om een officieel schrijven te kunnen doen aan de gemeenten in kwestie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.