Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Landuyt heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, midden januari kaartte ondernemersorganisatie het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) West-Vlaanderen het probleem aan van verzadiging op de E403 tussen Brugge en Roeselare. Ook de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) West-Vlaanderen komt daar geregeld op terug. Concreet vraagt men een oplossing voor de files die de laatste jaren toenemen op dit traject. De voorstellen gaan van gebruik van de pechstrook als spitsstrook tot het aanleggen van een derde rijstrook. Uiteraard ziet men het liefst een derde rijstrook gerealiseerd worden, aangezien de E403 de belangrijkste toegangsweg is geworden in West-Vlaanderen en het openbaar vervoer er niet zo perfect is geregeld.
Het toegenomen verkeer op die as is ook een teken van de groeiende economie in West-Vlaanderen. Volgens Voka zijn investeringen nodig om die positie als sterk ondernemende regio te bewaren. Daarom pleit Voka voor het aanleggen van een derde rijstrook van Roeselare tot Brugge, in beide richtingen.
In een reactie daarop bevestigt uw Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) dat de autosnelweg inderdaad stilaan verzadigd is. “Het was vroeger een rustige snelweg, maar de laatste jaren is het verkeer daar exponentieel toegenomen. Zodra een vrachtwagen of tragere wagen een inhaalmanoeuvre inzet, stropt het verkeer op de twee rijstroken.” Zo stelt het AWV.
Het AWV zou naar verluidt al tellingen hebben uitgevoerd om de evolutie van het toegenomen verkeer en de daarbij gepaard gaande ongevallen in kaart te brengen. Het Vlaams Verkeerscentrum zou vorig jaar ook een studie hebben uitgevoerd naar de mogelijkheden van een derde rijstrook. Ook werd bekeken hoe de pechstrook als spitsstrook zou kunnen functioneren.
Nogmaals, zowel Voka, UNIZO als alle andere sociale partners dringen aan op maatregelen, want iedere ochtend kun je in de buurt van Brugge de files gewoon zien groeien tot aan Ruddervoorde, voor hen die de streek kennen.
In elk geval is er voor geen van beide scenario’s geld ingeschreven in de meerjarenplanning, zo zegt het AWV, noch voor een derde rijstrook, noch voor het installeren van een spitstrook. “Maar dat er iets moet gebeuren, staat vast”, zo zegt uw Agentschap Wegen en Verkeer.
Minister, zijn er tellingen van de voorbije jaren beschikbaar van de files en de ongevallen op de E403 tussen Brugge en Roeselare?
Bestaat er een studie van het Vlaams Verkeerscentrum en is die beschikbaar?
Hoe staan u en de regering tegenover de idee om een bijkomende strook aan te leggen?
Hoe staat men tegenover het voorstel, in het bijzonder ook van UNIZO, om van de pechstrook een spitsstrook te maken?
Hoe zit het met uw meerjarenplanning? Kunt u dit er nog tussenschuiven?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega Landuyt, zoals u zelf aangeeft, heeft het AWV via het Vlaams Verkeerscentrum een studie laten uitvoeren. Die studie gaat vrij ruim: het gaat niet enkel over de wegcapaciteit op het tracé dat u aanduidt, maar het gaat van de E403, dus de N31 van Roeselare, tot aan de connectie met de A11. Desgewenst kan ik die studie aan de commissie bezorgen.
Op het hoofdwegennet is er in dubbele tellussen voorzien op alle complexen en wisselaars. De gegevens van die lussen komen altijd in realtime binnen in het Vlaams Verkeerscentrum. De lussen registreren het aantal voertuigen en kunnen ook nagaan welke de lengteklassen zijn. Ze kunnen een onderscheid maken tussen een gewone persoonswagen en een vrachtwagen. Ook de snelheid wordt geregistreerd.
Die studie bevestigt dat er een aantal capaciteitsproblemen zijn. De studie werd niet daarom uitgevoerd, maar wel om te zien vanwaar de verkeersstromen komen. Maar de studie zegt ook dat oplossingen niet bepaald voor de hand liggen, aangezien er een aantal flessenhalzen zijn.
Het opheffen van de verkeerslichten op de N31 – het knooppunt Brugge en de aansluiting met die A11 – heeft een positief effect gehad op de doorstroming, maar bijkomende maatregelen liggen moeilijk in die zone. Er is namelijk zo goed als geen ruimte om te zorgen voor extra wegcapaciteit. Ook op de E403 zelf zijn die mogelijkheden beperkt. Enerzijds is er die ruimtebeperking, maar anderzijds is er ook het gegeven van de verschillende op- en afritten en het op- en afrittencomplex dat moet worden aangepakt, want anders creëer je daar een nieuwe flessenhals.
Op basis van de studie van het Vlaams Verkeerscentrum blijkt in ieder geval dat het grootste knelpunt op dit tracé het knooppunt van Brugge zelf is, waar de E40 en de E403 samenkomen. Welke oplossing je ook kiest, je zult steeds dát eerst moeten aanpakken en dan, in een cascade, iets anders. Daarom heb ik ook gevraagd om onze energie daarop te concentreren en in eerste instantie dát te bekijken. Eerst moet dus de verkeerswisselaar E40-E403 in Brugge worden geoptimaliseerd en van daaraf kun je dan andere mogelijkheden en opportuniteiten onder ogen nemen.
De heer Landuyt heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de informatie en in het bijzonder voor de studie, die u aan de commissie zult bezorgen. Als ik het goed heb begrepen, komt het er nu op aan te plannen hoe de verkeerswisseling in Brugge zal worden aangepakt. De bijkomende vraag is of er in dit verband een intentie is of een opdracht is gegeven. Zijn na de studie conclusies uit de vaststellingen getrokken?
In het licht van dergelijke studies wordt de link met het openbaar vervoer gelegd. Een studie is niet nodig om vast te stellen dat het tijdens de spitsmomenten bijzonder druk is in de richting van Roeselare en in de richting van Brugge, vooral aan de verkeerswisseling. Kan dat woon-werkverkeer op een of andere manier in kaart worden gebracht? Kan het openbaar vervoer in beide richtingen al dan niet worden aangepast?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, in de rand van deze vraag om uitleg wil ik toch nog even melden dat ik het nog altijd raar vind welke vragen om uitleg ontvankelijk of onontvankelijk worden verklaard. Er is, met alle respect voor de vraag om uitleg, gevraagd naar tellingen. Die vraag om uitleg is ontvankelijk verklaard. De vraag om uitleg over de grensovergangen naar Frankrijk die ik heb ingediend, is echter onontvankelijk verklaard. U kunt hier niets aan doen, maar ik wil dit nog eens luidop zeggen.
Mijnheer Landuyt, ik onderschrijf zeker uw vraag om uitleg. We horen dagelijks radioberichten over opstoppingen van Ruddervoorde of Lichtervelde tot in Brugge. Dit is dus zeker een problematiek die moet worden aangepakt. Ik heb er bedenkingen bij of een derde rijstrook of spitsstroken zouden helpen. Zoals net is aangehaald, zit de grootste bottleneck bij de aansluiting van de E40 op de E403. Dat knooppunt zal eerst moeten worden aangepakt vooraleer eventueel een derde rijstrook kan worden aangelegd.
Hopelijk kan het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) binnenkort toch wat budget vrijmaken. De noden zijn groot en er zijn in West-Vlaanderen nog andere prioriteiten die we graag aangepakt zouden zien. Als er meer geld naar West-Vlaanderen zou komen, zouden enkele Vlaamse volksvertegenwoordigers ongetwijfeld heel tevreden zijn.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, er gaat veel geld voor de mobiliteit naar West-Vlaanderen. Het is een record deze legislatuur. Ik deel de bezorgdheid om de problematiek. Dit is op een aantal jaren zeer sterk gegroeid. Vroeger kon iemand probleemloos zonder files tot in het centrum van Brugge rijden. Dat moeten we vandaag niet meer proberen. De files verschuiven, maar ik ben het ermee eens dat we eerst naar de bron moeten kijken. Dat is dan die verkeerswisselaar tussen de E403 en de E40.
Ik zou een pleidooi willen houden om tijdens die tellingen ook eens na te gaan of er een mogelijkheid is om bestemmingspatronen te zien. Waar komt welke auto vandaan en waar gaat welke auto naartoe? Gaat het effectief om die verkeerswisselaar naar de E40? Ik vermoed eigenlijk dat heel veel mensen naar het centrum van Brugge en verder rijden. Dat is mijn buikgevoel – en ik heb nogal wat buik, dus ik zit er meestal niet echt naast.
Het lijkt me interessant dit te zien, want het is frappant dat er personen alleen in hun wagen in de file staan, maar dat parallel met de R403 een zeer performante spoorlijn ligt. De treinen stoppen in Roeselare, Torhout en Brugge. Mensen kunnen zo snel in het centrum van Brugge geraken. Die bestemming kan interessant zijn om het openbaar vervoer te stimuleren.
Mijnheer Maertens, u hebt het dan over combimobiliteit.
Mevrouw Fournier, de commissiesecretaris zal uw bekommernissen omtrent de ontvankelijkheid aan de commissievoorzitter overmaken. Mijnheer Landuyt, ik ga ervan uit dat u de commissievoorzitter te gepasten tijde uitgebreid zult bedanken voor het ontvankelijk verklaren van uw vraag om uitleg.
Voorzitter, ik denk dat u nu gebruik kunt maken van uw bevoegdheid om die vraag om uitleg ontvankelijk te verklaren.
Mijnheer Landuyt, bedoelt u de vraag om uitleg van mevrouw Fournier? Die vraag om uitleg is al onontvankelijk verklaard.
Voorzitter, ik ondersteun dat volledig. Aangezien ze de vraag nu heeft gesteld, zou ik daar nu op antwoorden dat het in orde is.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb het AWV gevraagd intern na te gaan hoe we dat complex in Brugge zouden kunnen aanpakken. We doen altijd zo. Eerst bekijken we het intern en vervolgens zetten we een echte studieopdracht in de markt. Normaal gezien zal die ruimere studieopdracht volgend jaar volgen.
Ik zal de studie ter beschikking stellen. Ik weet niet in welke mate floating car data zijn gebruikt. Dat is wel nodig om te zien hoe de verkeersstromen zich tot elkaar verhouden en evolueren.
Ik herhaal nog eens de conclusie dat we eerst dat complex moeten aanpakken. Daar gaan we nu aan beginnen. Het zal wat voeten in de aarde hebben, want we zitten daar volgens mij met enige beperkingen op het terrein in Brugge. Het startschot is alleszins gegeven.
De heer Landuyt heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de concrete stappen, maar mijn vraag is of in die studies op een of andere manier rekening kan worden gehouden met het woon-werkverkeer en bijgevolg ook met het openbaar vervoer. We kunnen zien dat er op de spitsmomenten veel woon-werkverkeer is. Indien we dat op een andere manier kunnen oplossen, is dat nooit verkeerd. Wat is de oplossing voor die link tussen het agentschap, dat met wegen bezig is, en De Lijn, die met bussen bezig is?
De vraag om uitleg is afgehandeld.