Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Nog tot dinsdag 5 maart wordt het merendeel van de radio-uitzendingen van de VRT uitgezonden vanop vier zendmasten die toebehoren aan Norkring. Dan komt er een einde aan de overeenkomst tussen Norkring en de VRT. Hoewel Norkring kandidaat was om de opdracht voort te zetten, heeft de openbare omroep na een openbare aanbesteding het uitzenden van de FM-programma's voor een volgende periode toegekend aan een ander bedrijf, het Nederlandse Broadcast Partners. Tot op heden is er echter nog steeds geen overeenkomst afgesloten tussen Broadcast Partners en Norkring, tenzij mijn informatie daarover ondertussen verouderd is. Daardoor komt potentieel de continuïteit van de radio-uitzendingen van de openbare omroep in het gedrang.
Dat vormde voor de VRT de aanleiding om een klacht in te dienen bij de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA), met het verzoek om voorlopige maatregelen op te leggen aan Norkring. Hoewel het Mededingingscollege van de BMA oordeelt dat “de VRT niet heeft aangetoond dat op dit ogenblik voldaan is aan de voorwaarden om voorlopige maatregelen te nemen die een nadeel voor de omroep vermijden”, zo stond op 24 januari te lezen in De Tijd, meent het college dat het algemeen economisch belang voldoende groot is om over een inbreuk op de mededingingsregels te spreken als op 5 maart de continuïteit van de programma’s van de VRT niet is verzekerd. Norkring is daardoor verplicht om de lopende dienstverlening vanop de vier zendmasten voort te zetten vanaf 5 maart, en dit tegen de voorwaarden die Norking in de aanbestedingsprocedure opgaf. Die situatie blijft van kracht tot er een akkoord is of tot de rechter zich over het verzoek heeft uitgesproken.
Broadcast Partners heeft van zijn kant immers een procedure aangespannen in de ondernemingsrechtbank in Antwerpen om Norkring op te leggen om tegen redelijke voorwaarden met het bedrijf een overeenkomst te sluiten die toelaat de uitzendingen te verzorgen.
Minister, aangezien de Vlaamse overheid via ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) een belang van 25 procent heeft in Norkring, wil ik graag van u vernemen welke bemiddelende rol u hebt opgenomen om tot een akkoord te komen en aldus de continuïteit van de radio-uitzendingen van de openbare omroep te vrijwaren. Het is toch niet mogelijk dat de radio-uitzendingen van de VRT op 5 maart opeens zouden uitvallen?
Minister, hebt u al gesprekken gevoerd met de betrokken partijen? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst? Zo nee, bent u van plan om hierin een bemiddelende rol op te nemen?
Bent u op de hoogte van de redenen waarom men niet tot een overeenkomst komt tussen Broadcast Partners en Norkring? Zo ja, kunt u die toelichten?
Kunt u het standpunt van de VRT en de beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit verder toelichten? Wat zijn volgens uw inschatting de concrete gevolgen en implicaties?
Indien er voor 5 maart geen akkoord wordt bereikt, wordt de VRT eigenlijk verplicht om verder te blijven werken met Norkring, die in de openbare aanbesteding niet als beste kandidaat naar voren kwam. Wat zijn de financiële en praktische gevolgen daarvan voor de openbare omroep?
Hebt u er zicht op wanneer de uitspraak van de ondernemingsrechtbank in Antwerpen wordt verwacht?
En ten slotte, overweegt de VRT om de aanbestedingsprocedure opnieuw op te starten, indien men niet tot een akkoord komt? Laat ons vooral hopen dat dat laatste geen waarheid kan worden.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik overloop kort de feiten. De VRT had in het verleden een distributieovereenkomst met Norkring, wat inhield dat Norkring instond voor de verspreiding van het FM-aanbod van de VRT. De VRT kreeg de frequenties toegewezen door de Vlaamse Regering en Norkring is eigenlijk de technische onderaannemer die de uitzendingen via FM verzorgt. In die hoedanigheid heeft Norkring zelf geen band met de Vlaamse Gemeenschap op basis van het Mediadecreet. Het Mediadecreet kent als het ware Norkring niet in de hoedanigheid van onderaannemer van de VRT.
Aangezien de overeenkomst met Norkring zal stoppen in 2019, heeft de VRT in 2017 voorbereidingen genomen voor een nieuwe distributieovereenkomst en in 2018 een call, een aanbesteding in de markt gezet.
De VRT besliste dan op 11 juni 2018 de nieuwe distributieopdracht te gunnen aan Broadcast Partners. Broadcast Partners wil blijkbaar een beroep doen op de infrastructuur van Norkring om de nieuwe uitzendingen van de VRT te verzorgen en daarover moet een overeenkomst worden gevonden. Norkring wordt in parallel door de Belgische Mededingingsautoriteit verplicht om de uitzendingen van de VRT via de vier grote masten voort te zetten tot er een overeenkomst gesloten is tussen Broadcast Partners en Norkring.
Norkring heeft me laten weten dat het een procedure in kortgeding is gestart voor de Brusselse rechtbanken tegen de overeenkomst tussen de VRT en Broadcast Partners. Norkring laat verder ook weten dat het de VRT ondertussen een nieuw voorstel heeft gedaan voor verdere uitzendingen via de vier opstelpunten. Tot zover de feiten zoals ik ze ken.
Heb ik gesprekken gevoerd? Ik ben er door beide partijen van op de hoogte gesteld dat er problemen zijn. Maar ik was en ben niet bereid om hierin tussen te komen: hoe de VRT de technische uitzendingen van haar radioaanbod verzorgt, valt onder de verantwoordelijkheid van de gedelegeerd bestuurder. Bovendien is ook Norkring een autonoom commercieel bedrijf. Dat de VRT eigendom is van de Vlaamse Gemeenschap en dat ook Norkring in haar aandeelhoudersstructuur PMV heeft, belet niet dat dit twee autonome bedrijven zijn waar ik als minister voor Media niet in tussen kan of mag komen. Dit zijn commerciële bedrijven met CEO’s die rapporteren aan hun raden van bestuur en die tegenover die raden verantwoording afleggen over de operationele zaken en de dagdagelijkse leiding, en dat is niet een zaak van de minister van Media.
Wat zijn de redenen dat men voorlopig niet tot een overeenkomst komt? Het gaat over de rechtstreekse toegang tot de vier hoge zendmasten van Egem in West-Vlaanderen, Genk in Limburg, Schoten in Antwerpen en Sint-Pieters-Leeuw in Vlaams-Brabant. Broadcast Partners vraagt een overeenkomst met Norkring voor het gebruik van die masten. Dit is een contractuele en commerciële aangelegenheid tussen de betrokken partijen waarin ik niet wens tussen te komen.
Wat is precies de beslissing van de BMA? Wat zijn de gevolgen en implicaties? De VRT heeft de BMA ingeschakeld om, bij wijze van voorlopige maatregel, een verplichting op te leggen aan Norkring om de continuïteit van de FM-uitzendingen van de VRT te verzekeren. De BMA heeft dit verzoek ingewilligd. De integrale beslissing van de BMA is tot op heden, 28 januari 2019, de dag waarop het ontwerpantwoord was opgemaakt, nog niet gepubliceerd, aldus de VRT.
Wat als er geen akkoord tijdig wordt bereikt? Wat zijn daarvan de financiële en praktische gevolgen? De BMA legt op dat de verdere uitzendingen moeten gebeuren aan de prijs van het best and final offer – de finale offerte dus – van Norkring. Aangezien dit luik volgens de VRT hoger was dan de offerte van Broadcast Partners, zal dit inderdaad in dat geval volgens de VRT een meerkost impliceren. Wat mij anderzijds wel geruststelt, is dat de continuïteit van de FM-uitzendingen verzekerd is voor de luisteraar.
Wanneer wordt de uitspraak van de ondernemingsrechtbank in Antwerpen verwacht? Volgens de VRT zou dit midden maart zijn. Het zit dus niet helemaal conform die deadline van 5 maart en de mogelijke tussentijdse uitspraak.
Overweegt de VRT om de aanbestedingsprocedure opnieuw op te starten, indien men niet tot een akkoord komt? Nee, dit is volgens de VRT niet aan de orde.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik begrijp uw standpunt, maar het brengt niemand echt veel verder. U zegt dat u er niet in wilt tussenkomen en dat u dat ook niet zult doen.
Ik onthoud dat het niet 5 maart, maar wel midden maart zal zijn. Verder onthoud ik dat enerzijds – en dat is het goede eraan – de continuïteit van de uitzendingen wel gegarandeerd zal blijven, maar dat de VRT anderzijds toch wel met een serieuze meerkost te maken zal hebben, zoals ik vreesde.
Het is natuurlijk een heel vervelende aangelegenheid. Ik hoop dat de ondernemingsrechtbank in Antwerpen zo snel mogelijk een uitspraak kan doen. Op dat moment kunnen we zien of de VRT het alleen kan oplossen dan wel of er moet worden ingegrepen. Het is een heel vervelende kwestie.
De heer Van Daele heeft het woord.
Minister, uw antwoord verrast een beetje maar we hebben er wel begrip voor dat u er niet in wilt tussenkomen. Laten we hopen dat het niet ten koste gaat van de continuïteit want dat zou toch wel jammer zijn. We begrijpen dat u ons geruststelt en dat u zegt dat zij die continuïteit moeten garanderen. Laten we het hopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.