Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Minister, we hadden vandaag al enkele vragen met een hoog politiek karakter. Mijn vraag om uitleg is een heel technische vraag, maar wel belangrijk voor de goede, moderne werking van de besturen in de gemeenten en de provincies.
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen worden geregeld in het decreet van 30 mei 2008. Artikel 4, paragraaf 3, tweede lid van dat decreet bepaalt dat de financieel beheerder onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten, zonder kosten voor de belastingschuldige.
Bepaalde lokale en provinciale besturen zouden er de voorkeur aan geven om de aanslagbiljetten op een digitale manier naar de belastingplichtigen te versturen. Het is evenwel niet duidelijk in hoeverre de huidige regelgeving deze procedure al dan niet toelaat.
Daarom is het ook relevant te verwijzen naar artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008. Dat artikel houdt een verwijzingsregel in waardoor de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB) van toepassing zijn op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 302 van het WIB, dat valt onder titel VII, hoofdstuk 1 van het WIB, stelt daarbij het volgende: “Al de mededelingen betreffende de aangifte en de controle, alsmede de aanslagbiljetten betreffende de inkomstenbelastingen moeten in gesloten omslag aan de belastingschuldigen gezonden worden.
In afwijking van het vorige lid kan de belastingplichtige, mits hij een uitdrukkelijke verklaring in die zin aflegt, er evenwel voor opteren om de aanslagbiljetten uitsluitend door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt, te ontvangen. In dit geval geldt de aanbieding via dergelijke procedure als rechtsgeldige kennisgeving van het aanslagbiljet. Wanneer het aanslagbiljet betrekking heeft op een gemeenschappelijke aanslag als bedoeld in artikel 126, § 1, moeten beide belastingplichtigen zich uitdrukkelijk akkoord hebben verklaard.
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van de in het vorige lid bedoelde procedure.”
Artikel 11 van het decreet – onze Vlaamse bevoegdheid – van 30 mei 2008 stelt tevens dat de verwijzingsregel naar de bepalingen van het WIB van toepassing zijn voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. Hoger vermeld tweede lid van artikel 302 van het WIB heeft evenwel niet specifiek betrekking op de belastingen op inkomsten. De bepaling handelt over de verzending van de aanslagbiljetten en is ook van toepassing op de lokale en provinciale belastingen.
Minister, hoe staat u tegenover de mogelijkheid voor gemeenten en/of provincies om aanslagbiljetten digitaal te versturen? In welke mate maken de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 het volgens u al dan niet mogelijk dat lokale en provinciale besturen hun aanslagbiljetten voor de belastingen die ze opleggen, digitaal te versturen? Hebt u dienaangaande specifieke bijkomende richtlijnen aan de gemeenten en provincies overgemaakt?
Hebt u reeds vragen gekregen van gemeenten en/of provincies over de mogelijkheden tot het digitaal versturen van aanslagbiljetten? Zijn er gemeenten en/of provincies die, niettegenstaande de onduidelijkheid in de regelgeving, toch hun aanslagbiljetten langs digitale weg hebben verstuurd? Welke houding hebt u als toezichthoudende overheid dan tegen een dergelijke werkwijze aangenomen? Hebt u al laten onderzoeken in welke mate een aanpassing van het decreet van 30 mei 2008 aangewezen is om de digitale verzending van aanslagbiljetten door gemeenten en/of provincies op een sluitende en rechtszekere manier mogelijk te maken?
Artikel 3.3.5.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt dat de aanslagbiljetten in gesloten omslag aan de belastingschuldigen worden toegezonden. In een tweede lid wordt daar evenwel aan toegevoegd dat, zodra de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie voor een bepaalde belasting het daarvoor vereiste elektronische platform ter beschikking stelt, de belastingschuldigen er evenwel kunnen voor opteren om de aanslagbiljetten voor die belasting te ontvangen door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt.
De aanbieding via een dergelijke procedure geldt als rechtsgeldige kennisgeving van het aanslagbiljet. In welke mate kan dit artikel, dat louter betrekking heeft op de eigen Vlaamse belastingen, eventueel van toepassing zijn of als inspiratie dienen voor een aanpassing van het decreet van 30 mei 2008?
Minister Homans heeft het woord.
Collega Kennes, dit is een weliswaar technische, maar zeer terechte vraag. Ik verontschuldig mij op voorhand voor mijn zeer technisch en soms saai antwoord. Hoe sta ik tegenover de mogelijkheid voor gemeenten en/of provincies om aanslagbiljetten digitaal te versturen? Door de verwijzing naar het Wetboek van de Inkomstenbelastingen in het Vlaamse decreet van 30 mei 2008 over de invorderingsprocedure van gemeente- en provinciebelastingen, bezitten de lokale besturen vandaag al de juridische mogelijkheid om hun aanslagbiljetten digitaal te versturen naar belastingplichtigen die dat wensen.
Het spreekt vanzelf dat dit ook praktisch moet mogelijk zijn. In de praktijk komt daar heel wat bij kijken, bijvoorbeeld de noodzakelijke informaticatoepassingen, de beschikking over de juiste contactgegevens, voldoende privacygaranties enzovoort.
Deze veelvuldige problemen zijn er de oorzaak van dat er vandaag amper of geen gebruik wordt gemaakt van deze juridische mogelijkheid. In de nabije toekomst zou de federale eBox hiervoor perspectieven kunnen bieden. De eBox werd in januari 2018 gelanceerd en is een individuele, beveiligde en gemakkelijk raadpleegbare elektronische brievenbus. Vorig jaar zijn reeds een aantal federale overheidsdiensten ingestapt in de eBox. Onder andere MyPension, MyMinFin en de eBox Sociale Zekerheid werden in het systeem geïntegreerd.
In de volgende fases zullen andere organisaties, overheden en zelfs bedrijven hun dienstverlening aan de eBox kunnen koppelen, waaronder de lokale besturen. Mijn administratie, het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), volgt deze ontwikkelingen van nabij op.
Heb ik reeds vragen gekregen van gemeenten en/of provincies over de mogelijkheden tot het versturen van aanslagbiljetten voor lokale en provinciale belastingen via digitale weg? Hoe gemeenten de verzending van hun aanslagbiljetten regelen, overeenkomstig de verplichtingen en mogelijkheden in het decreet van 30 mei 2008 en het WIB, is een zaak van de gemeenten zelf. Het is de autonomie van de gemeenten. Ik geef een voorbeeld. De stad Gent laat vandaag toe dat bedrijven hun aangifte voor de gemeentelijke belasting op bedrijfsvestigingen digitaal indienen. Dat gebeurt vandaag dus in de stad Gent. Een volledig digitale procedure waarbij gemeentelijke aanslagbiljetten elektronisch verstuurd worden naar burgers en bedrijven, wordt bij mijn weten echter nog nergens toegepast. Ikzelf, mijn kabinet noch mijn administratie hebben hierover concrete vragen gekregen.
Heb ik reeds laten onderzoeken in welke mate een aanpassing van het decreet van 30 mei 2008 aangewezen zou zijn? Een aanpassing van het decreet van 30 mei 2008 lijkt me niet meteen vereist. Waarom niet? Artikel 4, paragraaf 3, tweede lid legt enkel de ‘onverwijlde verzending’ van de aanslagbiljetten op, zonder te regelen op welke manier dat moet gebeuren. Door de verwijzing naar artikel 302 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen staat voor de lokale besturen de mogelijkheid open om de verzending van de aanslagbiljetten op elektronische wijze te doen, mits een oplossing voor de problemen die ik in mijn antwoord op uw eerste vraag heb gegeven.
Mijnheer Kennes, met alles wat ik al geantwoord heb, is uw vierde vraag dan eigenlijk zonder voorwerp, want het decreet van 30 mei 2008 maakt dit reeds juridisch mogelijk.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heel duidelijke uitspraak. Ik heb begrepen dat er provinciebesturen zijn die nog wat worstelen met de vraag of het nu kan of niet kan. Ook gemeentebesturen zijn het aan het onderzoeken. Ik noteer hier heel duidelijk dat u zegt dat u er positief tegenover staat en dat de combinatie van het decreet en het Wetboek van de Inkomstenbelastingen de mogelijkheid om het elektronisch te doen, openlaat. Maar er moeten wel heel wat garanties worden ingebouwd rond rechtszekerheid, privacybescherming en dergelijke meer. Dat is evident. Daar zitten we helemaal op dezelfde lijn. Ik noteer dus dat een decreetswijziging niet nodig is, mits aan die voorwaarden voldaan is. Minister, ik dank u voor uw heel duidelijk standpunt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.