Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, we zijn in januari, receptiemaand, nog volop nieuwjaarswensen aan het uitwisselen, maar de Limburgse cultuursector ontving eind 2018 van u nog een heel fijn kerstcadeau. In het kader van het Cultuurplan Limburg werden de professionele trajectbegeleiders aangeduid. U had in het najaar aangekondigd dat dat nog voor 2019 zou gebeuren, en dat heeft ook zo plaatsgevonden.
Sinds de aankondiging van het Cultuurplan in het najaar van 2017 werd er niet stilgezeten. De aanjager werd aangesteld. Hij maakte een landschapstekening op en schoof actiepunten naar voren. Organisaties als Z33 en Bokrijk engageerden zich als trekkers in het plan. Zij zullen andere organisaties inspireren en inhoudelijk en logistiek ondersteunen. Ook de medewerking van relatief nieuwe sectorale organisaties zoals het Limburgs Kunstenoverleg (LIKO) en Cultuurnet Limburg is belangrijk om bottom-up een draagvlak te creëren.
De zeven aanbevelingen, die al bij de aanstelling van de aanjager naar voren werden geschoven, komen ook terug in de opdracht van de trajectbegeleiders, zo hebben we gelezen in uw perscommunicatie. Zij zullen de organisaties in Limburg op diverse vlakken ondersteunen: op het vlak van strategie, communicatie, financiën en HR zullen de organisaties de juiste tools aangereikt krijgen om zich te versterken, en daarmee ook het cultuurlandschap in zijn geheel in Limburg, om finaal op eigen benen te kunnen staan. Na mijn vorige vraag in de commissie heb ik dit verder opgevolgd. Eind 2018 hebt u het nodige gedaan. We hebben dat in de pers kunnen lezen, maar ik had u er graag nog enkele vragen over gesteld.
Wat is het plan van aanpak van de trajectbegeleiders? Hoe zien zij de timing van hun opdracht, rekening houdend met de korte looptijd van het Cultuurplan? Hoe zullen de resultaten gemonitord worden? Op welke manier wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen van de aanjager? Welke concrete maatregelen zitten er nog in de pipeline? Op welke manier kan de trajectbegeleiding en het resultaat een duurzaam karakter worden gegeven, ook na de afloop van het Cultuurplan? We hebben hier de vorige keer allemaal benadrukt dat we daar het belang van inzagen dat het een verdere doorstart zou krijgen.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik ben zeker verheugd om ook hier, in de commissie, te kunnen bevestigen dat de eerste fase van het traject Cultuurplan Limburg goed is afgerond. De analyse van aanjager Pieter Jan Valgaeren werd eind december publiek gemaakt en haalde niet enkel de regionale, maar ook de Vlaamse pers. Samen met de aankondiging maakte ik bekend dat de consultants van Kessels & Smit, met onder andere mevrouw Hendrikx, en De CijferFabrik, met de heer Vermeiren, instaan voor de maatgerichte trajectbegeleiding van Limburgse culturele actoren, inderdaad een van de aanbevelingen uit de analyse van de aanjager.
Betreffende het plan van aanpak van de trajectbegeleiding kan ik u vertellen dat de trajectbegeleiders werden gekozen door een jury, net omwille van hun visie op het traject, hun ruime ervaring met de Limburgse cultuursector en hun inzichten in de problematieken waar kleine en middelgrote cultuurorganisaties vandaag de dag mee kampen.
Dat men resultaatgericht kan werken, was zeker een belangrijk criterium in het selectieproces. Een eerste overleg met de aanjager en de trajectbegeleiders vond plaats midden december 2018. Hier werd het plan van aanpak ook besproken.
Wat zal er nu gebeuren? Het traject zal van start gaan met een interactieve kick-off met alle actoren op 20 februari 2019. We hopen op een talrijke groep inschrijvers, die zich daarna zal opsplitsen in kleinere werkgroepen om gedurende tien maanden in verschillende terugkommomenten hun eigen communicatie-, financieel, strategisch en personeelsbeleid te versterken. Er zal ook individuele begeleiding zijn. Die verloopt via een beurtenkaart die elke deelnemer gedurende het traject een aantal keer kan inzetten. Om een maximale gedragenheid van het veld te krijgen, toetsen we het globale plan van aanpak nog voor de kick-off af bij de afgevaardigden van enkele grotere spelers of koepels, de sociaal-culturele sector, het cultureel erfgoed, de kunstensector via het LIKO en de cultuurcentra via C-mine Cultuurcentrum en CC Muze. Deze kick-off fungeert dus niet alleen als een feestelijk startschot, maar ook als een eerste kennismakings- en reflectiemoment. Al van bij de start zal input worden gevraagd van de deelnemers en zullen de volgende stappen van het traject met hen worden afgetoetst. Via intervisiegroepen en tussentijdse evaluaties, zowel van het traject als van de eigen vooruitgang op het vlak van de managementdomeinen, worden de resultaten gemonitord.
De aanbevelingen van de aanjager in verband met talentontwikkeling, proactief personeelsbeleid en de samenwerking met private actoren komen als werkpunten aan bod in de trajectbegeleiding. De aanbevelingen over het stimuleren van de bovenlokale afstemming van het cultuurbeleid, het oprichten van een labo voor sociaal-artistiek werk, het belichten van vakmanschap, het blijvend inzetten op euregionale samenwerking en het oprichten van een bovenlokale depotinfrastructuur richten zich tot het veld zelf. Er liggen dus een aantal ijzers in het vuur, het ene al wat concreter dan het andere.
Ik wil hier nogmaals pleiten voor een geëngageerd en actief cultureel netwerk in Limburg. Dat is er, maar het kan nog versterkt worden. Mijn administratie zal zich daarom in het voorjaar in Limburg tijdens een motivatiemoment – nee, ik vind deze termen niet zelf uit, mevrouw Christiaens – tot organisaties met trekkerspotentieel wenden om de kansen en drempels van een dergelijke voorbeeldrol te bespreken. Er gaat hierbij ook aandacht uit naar een cultuurcentrum dat een trekkersrol kan opnemen in het speerpunt ‘Brede cultuurparticipatie’.
De aanjager kan in deze tweede fase van het Cultuurplan Limburg, waarin we operationeler worden, een rol blijven spelen als lokale gids, bijvoorbeeld door een infomoment te organiseren over de bestaande subsidiestromen van de Vlaamse overheid of over specifieke beleidswijzigingen die relevant zijn voor het Limburgse culturele veld. Ik denk maar aan het decreet bovenlokale cultuurwerking, dat uiteraard niet alleen, maar zeker ook voor Limburg belangrijk is.
Uiteindelijk moet de aanjager zich overbodig maken. Ik loop hier echter niet op vooruit. Uw terechte vraag gaat over het vervolg van het Cultuurplan Limburg. In de zomer zal blijken of dat vervolg er komt. Op dit ogenblik zou ik dat eerder bevestigen, maar hoe dit juist zal gebeuren, zal pas in de zomer blijken wanneer de nieuwe ploeg aan zet is.
Hoe kunnen we dit duurzaam maken? De administratie zal in 2019 het traject opvolgen en ondersteunen via drie hoofdopdrachten. Ten eerste volgt de administratie de trajectbegeleiding mee op, niet als architect, maar wel als stakeholder. Hier hoort ook een evaluatie van de trajectbegeleiding in het midden van 2019 bij. Ten tweede organiseert de administratie een motivatiemoment om onder andere potentiële trekkers te engageren. Ten derde zal een finale algemene evaluatie van de realisaties uit het Cultuurplan Limburg 2018-2019 worden opgemaakt in het najaar van 2019.
De duurzaamheid van het traject ligt in de doelstelling om een lerend netwerk te vormen. De kick-off zal fungeren als een eerste kennismakingsmoment. Al van bij de start van het begeleidingstraject scheppen en stimuleren de trajectbegeleiders de mogelijkheid waarbij organisaties met gelijke noden ook elkaar kunnen en willen raadplegen en ondersteunen. Door daarnaast - onder andere via een motivatiemoment met potentiële trekkers - netwerkvorming te stimuleren, hoop ik ook op een duurzaam peer-to-peer-leren zodat mensen elkaar versterken. Het Cultuurplan Limburg is in grote mate voorwaardenscheppend. Het is ook zeker gericht op zelfontplooiing en self empowerment. Ik hoop en ben er ook van overtuigd dat de actoren uit het veld ook zelf hun verantwoordelijkheden opnemen om een dergelijk informeel netwerk te verankeren.
Ik hoop dat ik heb aangetoond dat het Cultuurplan Limburg wel degelijk iets om het lijf heeft als een structuurondersteunend plan. Op de uitkomst moeten we nog even wachten. Ik wil u toch ook nog even zeggen dat ik bij de laatste ronde voor projectsubsidies in het kader van het Kunstendecreet, die op 15 januari is goedgekeurd, mijn engagement heb getoond om een aantal Limburgse dossiers te stimuleren. In die zin zitten we nu in een soort flow. In de zomer of het najaar moet het vervolg daarvan worden geëvalueerd. Ik ben er echt van overtuigd dat dit is wat we kunnen doen en wat we moeten doen. Dit kan tot de doorbraak leiden waar we allemaal van dromen, namelijk dat de Limburgse culturele wereld zich in al zijn facetten en op een evenwaardige manier in Brussel vertegenwoordigd zal voelen ten opzichte van de andere provincies of regio’s.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Dank u wel voor uw heel uitvoerige antwoord.
Ik ben heel tevreden dat er een heel aantal concrete maatregelen zijn genomen dat er een heel aantal netwerkmomenten en acties komen.
Het is normaal dat we in het eerste jaar een heel traject hebben doorlopen waarvoor ook de juiste mensen op de juiste plaats moesten worden gezocht. Er moest ook veel afgetoetst worden, waardoor we soms een klein beetje op onze honger zaten.
Maar ik ben heel tevreden met uw opsomming van alle concrete acties en met de pijlers waar u zich op richt: enerzijds de kick-off en anderzijds de versterking van de trekkende rol vanuit de administratie om naar het lerend netwerk te evolueren.
Ik heb nog een bijkomende vraag: u zei dat de resultaten in het najaar van 2019 zichtbaar zouden zijn maar is het niet aangewezen om die monitoring ook tussentijds op te volgen? Is dat voorzien zodat we in het najaar van 2019 in het worstcasescenario niet tot een bepaalde conclusie moeten komen? Het is toch nodig om die monitoring tussentijds te evalueren en desgevallend bij te sturen.
Wat de duurzaamheid betreft, zijn er heel veel engagementen. Ik begrijp ook dat die na de zomer met de nieuwe ploeg zullen moeten worden bekeken maar ik hoor toch ook van u dat u die ondersteuning nodig vindt.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de informatie die u hebt gegeven. We hebben altijd gezegd dat we het plan alle kansen willen geven. Op dat vlak sluit ik me aan bij mevrouw Christiaens. Ik heb wel nog een bijkomende vraag. U hebt over de ronde van de projectsubsidies gezegd dat er opnieuw Limburgse initiatieven zullen worden ondersteund. Ik heb daar niets op tegen maar u kent mijn steeds terugkerende opmerking. Ik vind het goed zolang die initiatieven de kwaliteitstoets doorstaan, er moet een meerwaarde zijn om een projectsubsidie toe te kennen aan die initiatieven.
Minister Gatz heeft het woord.
Mijnheer Meremans, de spanningsboog die u aangeeft, ken ik ook. Wanneer Limburgse projecten zeer goed zijn, worden ze meestal geselecteerd. Als ze goed of voldoende zijn, dan maken ze kans om opgevist te worden, maar niet daaronder. Dat blijft een spanningsveld en het is precies de bedoeling om dat spanningsveld op te heffen.
Mevrouw Christiaens, we zullen ervoor zorgen dat er tussentijdse evaluatiemomenten komen, aan het einde van de lente en in de zomer, zodat duidelijk wordt hoe dit evolueert. Uiteindelijk zal het ook gedeeltelijk een veruitwendiging zijn van het aantal ingediende projecten, dat jammer genoeg nog altijd relatief laag ligt, en het aantal goedgekeurde projecten. We zullen er dus voor zorgen dat er niet één evaluatiemoment is maar dat er tussentijdse evaluaties komen. Dat ligt in de handen van aanjager en trajectbegeleiders onder de supervisie van onze administratie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.