Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, tijdens het WK voetbal kwam het onderwerp van het uitzenden van gokreclame al uitgebreid aan bod in deze commissie. Er was toen veel te doen over het uitzenden van reclameboodschappen die aanzetten tot gokken, met name op onze openbare omroep.
De VRT kan op basis van de autonome bedrijfsvoering zelf bepalen welke commerciële boodschappen zij wil programmeren of niet. Maar op 20 juni antwoordde u in deze commissie dat u verwacht dat de VRT een ethische verantwoordelijkheid zou nemen en gaf u aan dat de openbare omroep een ethische code zou uitwerken over de reclamevoering van het bedrijf.
Wij zijn dan ook verbaasd dat wij in diverse media bij monde van uw federale collega minister Geens vernemen dat de VRT in de periode van het WK geweigerd zou hebben om een preventiecampagne van de Kansspelcommissie, met name over gokken op voetbalwedstrijden, uit te zenden.
Minister, als de bewering klopt dat de VRT dat heeft geweigerd, waarom is dat gebeurd? Wat zijn de motieven daarvoor geweest? Heeft de VRT intussen al werk gemaakt van de ethische code rond gokreclame waar u over sprak? Wat werd hierin opgenomen en hoe zal ze deze ethische code kenbaar maken en implementeren? Is de VRT bereid om, net zoals de Pro League, een protocolakkoord te sluiten met de Kansspelcommissie om ervoor te zorgen dat er enkel nog verantwoord reclame wordt gemaakt voor gokken en dat er sensibiliseringsacties komen om mensen te wijzen op de gevaren daarvan?
Minister Gatz heeft het woord.
Dank u wel voor deze opvolgingsvraag. Ik begrijp dat de positie van het gokwezen, om het algemeen te noemen, niet alleen in deze commissie aan de orde is, maar ook gisteren aan de orde was in de plenaire vergadering met betrekking tot de bussen van De Lijn. Wij hebben het hier uiteraard al over gehad. Ik heb er toen melding van gemaakt dat een federaal wetsontwerp dat gokreclame wil verbieden tijdens onder meer de uitzendingen van sportwedstrijden, onderweg was.
De federale overheid heeft op 28 oktober 2018 het koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor het uitbaten van kansspelen en weddenschappen via informatiemaatschappijinstrumenten uitgevaardigd, dat een dergelijke verbodsbepaling bevat. U weet misschien dat er is bepaald dat dit besluit pas in werking treedt op 1 juni 2019. Daarover gaan we het op zich niet hebben, maar deze stand van zaken lijkt me wel belangrijk omdat finaal de communicerende vaten tussen het Vlaamse en het federale niveau in dezen niet onbelangrijk zijn.
De VRT laat me weten dat zij geen vraag gekregen heeft van de Kansspelcommissie om mee te werken aan een dergelijke preventiecampagne en dat ook de Vlaamse Audiovisuele Raad (VAR) dergelijke vraag niet heeft gekregen. Dat is het antwoord dat ik u kan geven.
Tijdens het WK voetbal in 2018 zond de VRT wel zogenaamde billboards – men kan dat disclaimers noemen – van de Belgian Association of Gaming Operators (BAGO) uit rond de voetbalwedstrijden. Die riepen op om verstandig met gokken om te gaan.
Ik kom tot uw tweede en derde vraag. De VRT verzekert me absoluut voorstander te zijn van duidelijke regels omtrent reclame voor gokspelen en stelt ook de recent aangenomen federale wetgeving strikt na te leven. Dat spreekt voor zich.
De VRT zegt me op dit ogenblik dat ze geen zicht heeft op de inhoud van de afspraken tussen de Pro League en de Kansspelcommissie, zoals het opmaken van een protocolakkoord. Ze gaat hier momenteel dan ook niet verder op in, maar staat zeker open voor verder overleg, maar dan op basis van gesprekken en feitelijke elementen.
Deze temporisering ten aanzien van de federale wetgeving die op komst is, heeft ertoe geleid dat de VRT op dit ogenblik nog geen ethische code rond gokreclame gemaakt heeft. Dat is de stand van zaken die ik vandaag kan meegeven.
De wetgevende initiatieven zijn dus hangende. Die zullen een invloed hebben op de totstandkoming van een code. Dit wordt zeker vervolgd.
Mijnheer Vandaele, twee zaken maken vandaag de zaken wat moeilijker. Ten eerste: wanneer is er welke federale wetgeving en wanneer treedt die in werking? Ten tweede: het niet-onbelangrijke gegeven hoe de openbare omroep maar ook De Lijn en anderen zich verhouden ten opzichte van private gokbedrijven en ten opzichte van de Nationale Loterij. Dat blijft iets heel moeilijks, waar ik op dit ogenblik nog geen antwoord op heb.
Maar ik dank u voor uw suggesties in functie van het protocolakkoord met de Pro League. Ik denk dat het de VRT wel moet aanzetten om tot verdere stappen te komen, zelfs al is het niet onlogisch dat men nakende federale wetgeving zou afwachten.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk een complex probleem, daar hebt u zeker gelijk in. Gisteren hadden we de vraag over De Lijn. We weten ook dat de grootste speler bij ons een overheidsbedrijf is, namelijk de Nationale Loterij. Het is zeker complexer dan het op het eerste gezicht lijkt.
Als je het bant op televisie, staat het wel nog rond het voetbalveld. We hebben heel die discussie in het verleden ook al gevoerd. Maar dat mag onze openbare omroep er niet van weerhouden om toch iets te doen. Terecht of ten onrechte, maar wij verwachten van onze openbare omroep altijd dat hij op die terreinen een voorbeeldfunctie heeft. Waarschijnlijk meer dan naar andere overheidsinstellingen kijken wij naar onze openbare omroep. Het staat ook in de beheersovereenkomst dat zij daar een ethische verantwoordelijkheid hebben. Ik denk niet dat dat er bij De Lijn in staat, bij wijze van spreken. We kijken dus, terecht of ten onrechte, toch naar die openbare omroep als voorbeeld.
Ik snap wel dat zij eerst kijken naar wat er uiteindelijk in de federale regelgeving zal staan en wat daarmee gebeurt. Dat is begrijpelijk. Wat mij wel verbaast, is uw antwoord op de eerste vraag. Blijkbaar is er nooit een vraag aan de openbare omroep geweest. We halen het natuurlijk uit de pers, maar de bron daarin is toch wel zeer onbesproken, namelijk uw federale collega Geens. Wie zou kunnen vermoeden dat hij de waarheid geweld zou aandoen? Dat is nu de laatste minister van wie ik dat zou verwachten. Ik zou het veeleer van u verwachten dan van uw collega Geens. (Gelach)
Toch hebben we hem hier betrapt op minstens een onzorgvuldigheid.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Bedankt voor de vraag, collega Vandaele.
Minister, ik begrijp niet goed dat de VRT temporiseert en op federale wetgeving wacht. Dat is helemaal niet nodig. Niets houdt de VRT tegen om eigenhandig een kader uit te werken. De problematiek van gokverslaving is vreselijk. Het is een onderschatte problematiek, die minstens even verwoestend is als andere verslavingen. De Hoge Gezondheidsraad heeft in 2017 al aangegeven een verbod te willen op alle vormen van reclame voor gokken. Ex-gokverslaafden geven zelf ook aan dat ze daar voorstander van zijn, omdat reclame voor gokken, die overal zichtbaar is in het straatbeeld, het hen moeilijk maakt. Het normaliseert het gokken, en dat maakt het voor hen veel moeilijker.
Wij zijn er dus echt van overtuigd dat we naar een totaalverbod op gokreclame moeten. We hebben daar een voorstel van decreet over ingediend. We wachten nog op het advies van de Raad van State. En dan hoop ik dat we daarmee aan de slag kunnen, zodat we op zijn minst al op radio en televisie een verbod hebben. In Brussel heeft de MIVB zelf beslist om geen gokreclame meer op de bussen te zetten. Het antwoord van minister Weyts gisteren was bijzonder teleurstellend. We moeten die problematiek gewoon durven aan te pakken. Ik reken op alle collega’s om daar samen aan mee te helpen.
Ik wil me ook nog even aansluiten namens mijn fractie, eerst met een flauw grapje: de bus van De Lijn nemen is alvast elke dag een gok, laat dat duidelijk zijn, vandaar dat die reclame daar wel goed past.
De VRT zit elk jaar met het excedent van het plafond van reclame-inkomsten – dit jaar zou het beter moeten zijn – van 10 procent boven het geplafonneerde gedrag. Het weigeren van gokreclame zou niet eens beletten dat zij onder het plafond zouden duiken. Ik vind dat een flauwekulantwoord van de VRT. Educatie is toch een van de kerntaken van de VRT. Als de VRT dan dit soort praktijken doet, terwijl een omroep inderdaad veel meer impact heeft op de publieke opinie dan pakweg een bus van De Lijn, vind ik dat niet kunnen. Ik vind het echt heel flauw dat ze op die manier reageren en dat ze ons dwingen om initiatieven te nemen om wettelijke regelingen te maken. Dat moet er sowieso komen, maar van zo’n huis van vertrouwen zou ik toch een voorbeeldfunctie verwachten.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil nog twee elementen aanbrengen om het perspectief ten aanzien van de verschillende parlementsleden mee te geven. In de gegeven omstandigheden is het goed dat ik de VRT uitdrukkelijk vraag om contact op te nemen met de Kansspelcommissie, omdat dit een minstens ongemakkelijk communicatief misverstand is. Ik weet ook niet wat de feiten zijn, maar in hun plaats zou ik dat doen. Ik zal het hun dan ook vragen, want dat laat hen toe om te bekijken wat er is misgegaan met die vraag die al dan niet zou zijn toegekomen. Dat laat hun ook toe om te bekijken of er een protocolakkoord, zoals gesuggereerd door de heer Vandaele en zoals het met de Pro League is afgesloten, mogelijk is. Het zal in elk geval een inhoudelijk gesprek mogelijk maken.
Het laat hun ook toe – en zo kom ik bij mijn tweede punt – om de brug te maken naar de ethische code om bijkomende elementen bij wijze van voorbeeld te kunnen uitrollen. Ik ga me niet uitspreken over het voorstel van decreet dat hier waarschijnlijk wel op een gegeven moment in deze vergadering zal toekomen. Dat is het parlementaire debat dat dan zal moeten plaatsvinden. Maar met betrekking tot de opvolging van de vraag wil ik toch aan de openbare omroep vragen om in alle openheid en in alle rust het gesprek met de Kansspelcommissie aan te gaan en te kijken welke bijkomende stappen kunnen worden gezet.
De heer Vandaele heeft het woord.
Door de complexiteit van het dossier en blijkbaar het misverstand rond de communicatie van minister Geens, was ik daarnet misschien uitermate mild voor de VRT. Ik bracht zelfs wat meer begrip op dan de collega’s van Groen en sp.a. Het doet mij in dezen plezier dat zij voluit willen gaan. En ook de minister zegt dat ze niet te lang moeten wachten op alles wat nog gebeurt, ook op federaal niveau, om zelf al iets te doen.
Dat is een goed antwoord, minister. Als dat lukt, zijn we toch een stap vooruit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.