Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, op de ministerraad van 21 december 2018 werd de mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering betreffende de bevordering van en bescherming van de fysieke, psychische en seksuele integriteit geagendeerd. Die bouwde voort op voorgaande plannen, onder meer de mededeling aan de Vlaamse Regering van 29 januari 2016, waarbij de ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Onderwijs, Jeugd en Sport hun engagement om te werken aan een sterk en duurzaam integriteitsbeleid hernieuwden, versterkten en ook verruimden.
Daarnaast wordt in de mededeling van 21 december 2018 ook ingegaan op het werk dat het Vlaams Parlement hieromtrent opleverde, namelijk de resolutie betreffende de voorstellen voor het versterken van de beleidsdomeinoverschrijdende aanpak tegen grensoverschrijdend gedrag, het decreet van 13 juli 2018 houdende de erkennings- en bemiddelingscommissie voor slachtoffers van historisch misbruik, en het decreet van 13 juli 2018 houdende wijziging van het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector en van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid.
Minister, in de voormelde resolutie vroeg het Vlaams Parlement prioriteit te geven aan een uitbreiding van zowel de bekendheid als de bereikbaarheid van 1712. De Vlaamse Regering wil daaraan uitvoering geven door enerzijds de uitbreiding van de openingsuren van 1712, waarbij 1712 één dag per week bereikbaar is tot 19 uur in plaats van 17 uur, en door anderzijds in de mogelijkheid te voorzien om op twee avonden per week te chatten met 1712. Hoewel dit inderdaad een uitbreiding is, is die wel uitermate beperkt. Minister – eigenlijk vraag ik dit aan de meerdere ministers, maar vandaag vraag ik het aan u –, is dit een eerste stap in de uitbreiding, of beschouwt u deze uitbreiding als voldoende en waarom?
In dezelfde resolutie werd ook gevraagd het uittreksel van het strafregister 569-2, het model bestemd voor het uitoefenen van een activiteit in contact met minderjarigen, te verplichten voor werknemers die in loondienst zijn of als zelfstandige werken én die een verantwoordelijkheid dragen over minderjarigen. Ik stel vast dat de Vlaamse Regering in deze mededeling nog altijd bezig is met een eerste fase, namelijk het opmaken van een inventaris van de stand van zaken, zowel feitelijk als juridisch. Welke planning en timing wordt vooropgesteld om uitvoering te geven aan deze vraag van het Vlaams Parlement?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, een uitbreiding van de permanentie op één avond per week en de opstart van de chatmogelijkheid binnen 1712 vormen inderdaad een eerste stap in het uitbreiden van de bereikbaarheid van 1712. Maar deze uitbreiding vraagt organisatorisch wel een aantal zaken. Zo moesten binnen 1712 onder meer afspraken worden gemaakt over het presteren van avonduren en moesten ook de technische uitbouw van de chat en de vorming van medewerkers worden geregeld.
Wat vooral belangrijk is, is dat we er in eerste instantie voor hebben gekozen om de uitbreiding van de permanentie-uren en de chatmogelijkheid niet zonder meer te installeren, maar om dit op een gemonitorde manier te doen, met het oog op een efficiënte inzet van middelen.
Van bij de start van de uitbreiding van de permanentie-uren werd gesteld dat er zal worden gemonitord wat deze uitbreiding betekent voor de instroom van oproepen en de inzet van 1712-medewerkers. Op basis van die resultaten zal dit gericht worden geëvalueerd en zal worden bekeken op welke manier hiermee kan worden verdergegaan. Hierbij zal dan ook worden bekeken of een wijziging nodig is aan de manier waarop de uitbreiding van de permanentie-uren in deze proefperiode werd ingevuld, bijvoorbeeld op een andere dag, op andere uren enzovoort, en zal ook de vraag naar eventuele uitbreiding worden bekeken. Deze evaluatie is gepland voor de komende weken.
De chatmogelijkheid binnen 1712 is een enigszins ander verhaal. Deze mogelijkheid werd pas recent, begin 2019, opgestart. Het is momenteel nog te vroeg om uitspraken te doen over de verdere uitbreiding van de chat. Maar ook dit zullen we monitoren, zowel naar instroom als naar inzet van de 1712-medewerkers. Het zal hierbij belangrijk zijn dat de chat een aantal maanden de kans krijgt om te groeien en dat de mogelijkheid tot chatten kan worden meegenomen in onze communicatie over 1712, zodat mensen weten dat 1712 voortaan ook bereikbaar is via chat. Een monitoring van de chat kan belangrijk zijn, zodat we dit verhaal kunnen evalueren en, waar nodig, bijsturen.
We wijzen u er ten slotte graag op dat de 1712-chat drie avonden per week bereikbaar is en geen twee avonden, zoals u in de vraag hebt aangegeven.
Verder blijft het natuurlijk ook zo dat er een goede samenwerking is tussen 1712 en de 106, het teleonthaal. Personen die buiten de uren dat 1712 bereikbaar is contact wensen, worden natuurlijk ook verder geholpen via of doorverwezen naar 106.
Een algemene verplichting van het uittreksel van het strafregister 569-2 voor alle werknemers die in loondienst zijn of als zelfstandige werken én die een verantwoordelijkheid dragen over minderjarigen is geen evidentie vanwege de veelheid van personen die onder het toepassingsgebied van de beleidsdomeinen Welzijn, Sport, Jeugd en Onderwijs kunnen vallen of vallen en ook vanwege de verschillen in de diverse sectorale regelgevingen.
Dit noopt tot het in de mededeling aangegeven onderzoek, zowel juridisch als feitelijk. We hopen dat dat onderzoek kan worden afgerond binnen een drietal maanden. De bevindingen ervan zullen bepalen of en hoe we beleidsmatig verdere initiatieven kunnen nemen.
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord
Wat 1712 betreft, verwees ik naar de manier waarop de mededeling aan de Vlaamse Regering werd geformuleerd. Die deed mij echt denken dat de erg beperkte uitbreiding die er nu komt een eindpunt zou zijn. Ik hoor dat dit niet zo is en dat dit zal worden gemonitord om op een efficiënte manier op te volgen. Dat is positief.
In verband met het strafregister of het uittreksel ervan, begrijp ik uw antwoord ook. Het is een proces dat moet groeien, maar binnen twee tot drie maanden zal er daarover uitsluitsel komen. Daarop zal ik dus ook niet verder ingaan, hoewel het mij niet meer dan logisch lijkt dat het er ook in deze sector zou moeten komen, aangezien het in de andere sectoren ook zo is.
De inventaris van de stand van zaken waarvan sprake in de mededeling aan de Vlaamse Regering, is natuurlijk een belangrijke eerste stap om de verschillen weg te werken. Ik betreur wel dat dit dossier nog altijd in die eerste fase lijkt te zitten. Op 18 oktober 2018 heb ik minister Muyters hier al over ondervraagd. Hij bevestigde dat het de bedoeling was om dit nog deze legislatuur af te werken. Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Jeugd zei minister Gatz het volgende: “Over het uittreksel uit het strafregister lopen IKW’s. In januari zal duidelijk zijn wat in dit verband verwacht wordt.” Ik vind dus dat daar nu duidelijkheid over moet komen en die opvolgingsvraag lijkt me zeker terecht. Ik kijk uit naar de opvolging.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik wil u danken voor uw antwoord. Het is goed dat dit constructief wordt aangepakt. De problematiek vraagt een constructieve aanpak. Ik denk dat we dat hier aan het uitrollen zijn. Men kan niet zomaar uitbreiden zonder dat allemaal zeer goed te bestuderen, en in overleg met de eigenlijke actoren en mensen die dat vrijwillig allemaal doen en verder moeten werken. Wat betreft het onderzoek dat nu gebeurt in verband met het uittreksel van het strafregister, is het noodzakelijk om goed en gestaag door te werken. De constructieve aanpak is inderdaad de aanpak die nodig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.