Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, als u mij toestaat wil ik graag eerst mijn bijdrage leveren aan de Gedichtendag met een gedicht voor fijnproevers. Het is een gedicht van Rutger Kopland over iets, voorzitter, minister, collega's, dat u graag wel eens lust.
Jonge sla
Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen, kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.
Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog,
in vochtige bedjes, nee.
Minister, mijn vraag gaat over de problemen, waarvan we vorige week in de media hebben kennisgenomen, over tientallen nieuwe trajectcontroles die voor onbepaalde tijd buiten werking zullen blijven door technische problemen bij de federale politie. Naar verluidt beschikt zij niet over voldoende componenten – wat dat ook moge wezen – die nodig zijn om de nieuwe installaties op te starten.
Minister, dat bericht verbaasde mij toch een beetje, want als er iets is dat wij u niet kunnen verwijten, is het dat u onvoldoende zou communiceren over uw beleidsintenties en zeker over de trajectcontroles. Ook tussen de communicatie en de realisatie durft al eens wat tijd overheen gaan, ik kan me dus niet voorstellen dat men op het federale niveau niet wist dat u bezig was met de uitrol van bijkomende trajectcontroles.
Ik heb ondertussen in de media gelezen dat u aan uw federale collega, bevoegd voor de binnenlandse zaken, minister De Crem, hebt gezegd dat u zelf wel in gang zult schieten en de nodige bestellingen van technische componenten zult doen die de federale politie niet gedaan heeft. Dat ontlokte minister De Crem de uitspraak dat het zijn voorganger was, voormalig minister Jambon, die vergeten was die bestelling te plaatsen.
Minister, over hoeveel trajectcontroles gaat het? Ik las in de media dat het gaat over 18 trajectcontroles. Op welke locaties? Dit antwoord kunt u me eventueel schriftelijk overmaken. Hebt u een zicht op de duurtijd van het probleem? Hoelang zullen die nog buiten werking zijn? Wat is het probleem precies? Moet het overleg tussen Vlaanderen en de federale politie anders worden aangepakt om dit probleem te vermijden in de toekomst?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik werd inderdaad in kennis gesteld van de technische problematiek met betrekking tot het gebruiksklaar zetten van de trajectcontroles. Kort en bondig komt het erop neer dat de federale politie over onvoldoende zogenaamde connectoren beschikt. Dat is niet iets fysieks, het gaat over licenties die nodig zijn om de data te kunnen verwerken. Per gehomologeerde snelheidscamera, per roodlichtcamera en per trajectcontroletraject is een dergelijke licentie nodig om de datapakketten die gegenereerd worden van vermoedelijke overtreders, te kunnen verwerken tot een proces-verbaal. Alle connectoren zijn momenteel in gebruik door reeds bestaande installaties. Dat zijn voornamelijk snelheidscamera’s en roodlichtcamera’s waardoor er slechts in beperkte mate mogelijkheid was om nog extra trajectcontroles te koppelen.
Wat is de huidige stand van zaken? Volgens de gegevens van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) zijn er momenteel 33 trajectcontroles geïnstalleerd op het terrein. Daarvan zijn er 25 effectief operationeel. 8 trajectcontroles kunnen momenteel nog niet worden gebruikt. Bij 6 daarvan heeft dat te maken met het feit dat de federale politie nog niet beschikt over die connectoren. Bij 2 andere heeft dat te maken met een aantal stappen die men ook op het vlak van de lokale politiezone nog moet nemen om die volledig operationeel te krijgen.
Momenteel zijn er ook 45 trajectcontrole-installaties in uitvoering op het terrein. Die kunnen de komende maanden operationeel worden. 24 daarvan zullen niet operationeel kunnen worden zolang het probleem van de connectoren niet is opgelost. Hetzelfde probleem stelt zich nog bij 53 installaties, maar die zijn nog in voorbereiding. Ik maak dus een onderscheid tussen die 45 en 53 installaties: die laatste staan minder ver in de realisatie.
Om onze ambitie op het vlak van meer verkeersveiligheid en inzake trajectcontroles te kunnen realiseren, overleggen we natuurlijk met de politiediensten. Vroeger gebeurde dat in de zogenaamde Taskforce Handhaving. Maar dan hebben we het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid opgericht, waar ook de politie in vertegenwoordigd is en ook meewerkt. Wij hebben dat ingekanteld in een van de kamers van het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid, namelijk in de kamer Handhaving. Daar wordt ook gesproken over de locaties voor de ANPR-sites (Automatic Number Plate Recognition). We hebben destijds de opmaak van een federaal ANPR-contract besproken, waarvan AWV ook gebruikmaakt voor de bestelling van die trajectcontrolesites. Dat overleg verloopt trouwens goed. Er is wederzijds begrip en focus op kwaliteit en resultaat. Dat gaat goed.
Het is niet zo dat de federale politie die technische beperkingen niet zag aankomen. Er is al in 2016 een overheidsopdracht uitgeschreven om bijkomende connectoren te kunnen aankopen, alleen heb ik daar niet veel zicht op en krijg ik er niet veel detailantwoorden op, maar dat is ook niet zo nodig. Wel heb ik geleerd dat die overheidsopdracht niet kon worden gegund vanwege allerhande bemerkingen, onder andere van de Inspectie van Financiën op federaal niveau. Dat heeft natuurlijk tot gevolg dat er momenteel voor de federale politie geen mogelijkheid is om bijkomende connectoren aan te kopen om het huidige tekort aan te vullen.
Het is wel zo dat de federale politie aan een structurele oplossing werkt om de verwerkingsfunctionaliteit volledig in het Centraal BeheerSysteem (CBS) te integreren. In het CBS van de federale politie komen alle data samen. Het is de nationale backoffice waarin alle ANPR-gegevens binnenkomen. Zodra deze verwerkingsfunctionaliteit gerealiseerd is, zal men niet meer afhankelijk zijn van die connectoren of licenties per traject. Dat zou op veel vlakken een absolute verbetering zijn.
De federale politie werkt aan deze duurzame oplossing. Ze heeft daarvoor ook een studie op poten gezet die ten laatste tegen eind januari 2019 zou worden afgerond. Zo is ons meegedeeld. De realisatie hiervan wordt verwacht tegen het einde van 2019.
De Vlaamse overheid heeft een plafond voor aanbestedingen van 135.000 euro. We moeten daarbij zelf geen aanbestedingen in de markt zetten. Ik heb gevraagd of wij zelf die connectoren of licenties kunnen aanschaffen, zonder de lange weg van openbare aanbestedingen te moeten volgen. Afhankelijk van de prijszetting zouden we dan ten minste voor die acht tracés die perfect in orde zijn en alleen nog op die connectoren wachten, kunnen optreden. Daarop verwacht ik nog een antwoord. Ik hoop dat dat een heel praktische, pragmatische oplossing zal zijn.
Ik weet wel dat daar even een discussie is over ontstaan. Het is niet zo dat er in het verleden geen initiatief is genomen om een aanbesteding in de markt te zetten om op mogelijke problemen te anticiperen. Dat is gebeurd, maar er is hiervoor geen goedkeuring gekomen vanuit de federale Inspectie van Financiën.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Uw antwoord heldert een en ander op. Het was inderdaad niet nodig om tussen u en minister De Crem een welles-nietesspelletje te spelen. Het belangrijkste is dat het probleem wordt opgelost.
Ik begrijp dat u op korte termijn zelf het initiatief hebt genomen om die acht locaties toch operationeel te krijgen. We staan met de commissie volop achter de uitrol van bijkomende trajectcontroles. Ik hoop natuurlijk dat in functie van de verkeersveiligheid die connectorloze oplossing waarover u sprak, snel gerealiseerd kan worden zodat dit zich niet meer kan herhalen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Het zal zonder gedicht zijn. Ik sluit mij volledig aan bij het gedicht over de bloemen van de heer Ceyssens. Dat vond ik persoonlijk beter dan het gedicht over de sla.
Minister, zoals u wel kunt denken, rijd ik heel regelmatig langs de trajectcontrole tussen Wetteren en Erpe-Mere. Het viel mij na de werken aan de brug in Erpe-Mere op dat er maanden later nog altijd geen nieuwe camera’s voor die trajectcontrole hingen. In december heb ik een schriftelijke vraag ingediend over de stand van zaken van alle trajectcontroles in Vlaanderen. Ik vond het dan ook wat raar dat vorige week een collega uit het federale parlement via de pers met deze problematiek naar buiten kwam met een toch wel redelijk gedetailleerd antwoord op mijn vragen.
Gisteren heb ik dan uiteindelijk mijn antwoord gekregen op mijn schriftelijke vraag. Ik zou het kunnen herhalen, maar u hebt die cijfers nu net allemaal vermeld. Die cijfers zijn toch heel opmerkelijk, omdat er in totaal 135 trajectcontroles zouden zijn, waarvan er maar 25 actief zijn. Nochtans hebt u in juni 2018 in de kranten gemeld dat er toen al in totaal 55 trajectcontroles actief waren. De cijfers in uw communicatie van 2018 en de effectieve cijfers die ik gisteren heb gekregen, verschillen opmerkelijk.
Ik wil het over West-Vlaanderen hebben als ik een provincie mag vermelden. In het krantenartikel van Focus WTV stond dat er in West-Vlaanderen drie trajectcontroles actief waren. In de tabel zie ik dat er maar een actief is.
Vorige week werd er ook gemeld dat dat bijna allemaal de schuld van de Federale Politie was, dat er bijna geen connectoren en dergelijke waren. Dat klopt niet. Er zijn maar zes trajectcontroles waarvoor die connectoren niet beschikbaar zijn. Ik vind het heel gemakkelijk om de schuld aan de federale minister te geven. Ik denk dat ook u, minister, verantwoordelijkheid moet opnemen en dat u ook samen met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) stappen kunt ondernemen om die trajectcontroles sneller te doen werken. U zou die sneller moeten terughangen als er een defect is of als er werken zijn zoals in Erpe-Mere.
In een artikel wordt er ook naar verwezen dat het echt wel veiliger is met trajectcontrole. Er is niemand in de commissie die daarover twijfelt. Trajectcontroles zijn nodig. Ik vind het een beetje jammer dat uw communicatie nogal groots was. Als men dan op het terrein kijkt, blijkt dat er momenteel amper 25 in werking zijn.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik wil nog even terugkomen op mijn actuele vraag over trajectcontroles die ik u op 27 juni heb gesteld. Ik heb u toen gefeliciteerd met de invoering van heel wat nieuwe trajectcontroles.
Los van het technische debat over de mankementen, wil ik het hebben over de gemeenten die niet werden betrokken bij het invoeren van trajectcontroles. Het ging zelfs zover dat men in West-Vlaanderen het protocolakkoord dat daarover werd voorgesteld, niet wilde ondertekenen. U hebt dan gezegd dat u er nooit uit zou komen indien u met alle gemeentebesturen aan tafel zou moeten zitten, want iedereen wil natuurlijk trajectcontroles. Ik ben het met u eens. Maar ik vind het toch goed dat als u een voorstel hebt, u dat ten minste bij de gemeentebesturen toetst. Ik zie toch een aantal trajectcontroles waarvan ik denk dat elders de noden hoger zijn. U hebt het toen ook gehad over de trajectcontroles die nog ingepland zullen worden.
Hebt u mijn vraag van toen opgepikt en is er nog overleg met gemeentebesturen en of politiezones bij de planning van nieuwe trajectcontroles?
Minister Weyts heeft het woord.
Er wordt mij soms verweten dat ik u met allerhande cijfers rond de oren sla, maar u doet mij nu hetzelfde aan. Ik kan niet onmiddellijk op alle vragen een antwoord formuleren. U overvalt er mij mee.
Het minste wat ik kan zeggen, is dat er een absolute vooruitgang is, zowel inzake de trajectcontrole als wat er nog allemaal op stapel staat.
Hoe kiezen we die trajectcontroles? Als we op jaarbasis bijvoorbeeld twintig nieuwe trajectcontroles willen aanduiden en die vervolgens gaan uitrollen, dan kiezen we die op basis van een combinatie van ongevallenstatistieken en mobiele data. Die mobiele gps-data kopen we aan zodat we kunnen zien of er op tracés waar veel ongevallen gebeuren, ook sprake is van een overmatige overschrijding van de maximaal toegelaten snelheid. Daarvoor kopen we die gps-gegevens in. Dat is al een slimme toepassing. Op basis van prioriteit duiden we die twintig nieuwe tracés voor trajectcontroles aan.
In een tweede fase wordt er wel met lokale besturen en politiezones besproken waar die palen moeten komen.
Er is een perimeter, en daar zit wat speling op. Dat dient mijns inziens altijd voorwerp te zijn van een gesprek met de lokale besturen. De lokale politiezone is in dezen niet het meest essentiële. Ik heb de vraag gesteld aan AWV over de finetuning en de bepaling van de exacte locatie. Als men een voorstel heeft, moet men dat even voorleggen aan de politiezone in kwestie. Dat is het belangrijkste.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag.
Ik kan u niet verder helpen. U zult het op een andere manier moeten aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.