Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ongeveer vier jaar geleden heb ik u mijn eerste schriftelijke vraag gesteld over de lopende aanbesteding voor nieuwe enkelbanden in Vlaanderen. De vorige overheidsopdracht liep immers af in maart 2015 en binnen drie maanden is ook dat vier jaar geleden. We moeten vaststellen dat we vandaag nog niet veel verder staan dan toen.
Ik schets nog even kort de historiek van dit dossier. In juli 2014 wordt Vlaanderen bevoegd voor het elektronisch toezicht en begin 2015 zouden de nieuwe enkelbanden moeten worden geleverd. In januari wordt de uitbesteding uitgesteld door de complexiteit van de situatie. In februari van datzelfde jaar is de eerste aanbesteding gelanceerd maar in februari 2016 vernamen we dat die aanbesteding een vijftal keren is bijgesteld ‘en cours de route’. Dat is ook het tijdstip waarop de aanbesteding wordt stopgezet omdat de Raad van State alle beslissingen heeft geschorst.
In augustus 2016 wordt een nieuwe aanbesteding gepubliceerd waarbij drie offertes worden ingediend waarvan er geen enkele wordt geselecteerd. Vervolgens wordt een onderhandelingsprocedure gestart zonder bekendmaking en in juli 2017 worden drie offertes ingediend. In oktober en november van datzelfde jaar vinden er dan technische testen van het materiaal plaats en tegen de zomer van 2018, zo werd eind vorig jaar gezegd, zou er witte rook moeten zijn.
– Katrien Schryvers treedt als voorzitter op.
Eind 2017 wordt de aanbieders gevraagd om hun offertes te verlengen tot juni 2018 en in juni wordt opnieuw gevraagd om de offertes nogmaals te verlengen tot 31 december 2018. Dat is vanaf vandaag dus nog een tiental dagen.
Minister, nu blijkt dat u opnieuw aan die drie aanbieders hebt gevraagd om hun offerte te verlengen tot juni 2019. Zij krijgen de kans om op basis van de technische testen die een jaar geleden hebben plaatsgevonden, hun offertes bij te stellen.
Dit is toch een bijzonder vreemde historiek van de bestelling van die enkelbanden. Eind april 2019 start de pre-electorale periode. Zondag 26 mei 2019 zijn er verkiezingen. U hebt zelf aangegeven dat u stopt met de actieve politiek.
Zult u het nog zijn die deze aanbesteding ondertekent of wordt dat een opdracht voor uw opvolger?
Waarom duurt het zo lang voor die bestelling kan worden afgerond? Wanneer men technische testen doet in oktober 2017, waarom vraagt men dan in december 2018 aan die aanbieders om hun offertes bij te stellen op basis van die technische testen van een jaar eerder. Waarom zit daar een jaar tussen?
Intussen bestelt u extra enkelbanden bij in het oude systeem. Hoeveel waren dat er sinds 2014 en wat was de totale kostprijs daarvan?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik heb daarover nog niets beslist want dit zijn procedures die volledig op het niveau van de administratie plaatsvinden. Bovendien gaat het niet enkel over de Vlaamse administratie, dit is een gemeenschappelijk traject met de Franse Gemeenschap. Wij zijn dus niet alleen bevoegd en kunnen ook niet alleen toewijzen of beslissingen nemen. Het dossier geniet wel nog altijd prioriteit binnen mijn administratie.
De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor het ter beschikking stellen van een applicatie voor het beheer van het elektronisch toezicht alsook de levering van uitrustingen voor het elektronisch toezicht van justitiabelen is nog lopende.
De ingediende offertes werden onderzocht en er werden indicatieve praktijktesten op stalen van het elektronisch bewakingsmateriaal en de applicatie voor het beheer van elektronisch toezicht uitgevoerd.
Momenteel wordt aan de inschrijvers de mogelijkheid geboden om een verbeterde offerte in te dienen. Tevens hebben de inschrijvers de mogelijkheid om nieuwe stalen van het voorgestelde elektronisch bewakingsmateriaal in te dienen.
Met het oog op de regels inzake overheidsopdrachten en om het dossier zeker niet te schaden, kan ik niet verder uitweiden over de precieze stand van zaken van het dossier.
Intussen blijft de continuïteit van het elektronisch toezicht verzekerd. Mijn administratie heeft regelmatig operationeel overleg met de huidige leverancier om dat zo te houden.
Het beheer van het materiaal maakt voorwerp uit van een co-beheer tussen de drie gemeenschappen. Dit is geregeld in het samenwerkingsakkoord van 10 december 2014.
Over de stand van zaken van het materiaal heb ik in het verleden al gedetailleerd geantwoord, zowel in deze commissie als via schriftelijke vragen. Sinds midden 2016 zijn geen bijkomende bestellingen meer gebeurd, aangezien de buffercapaciteit die toen werd opgebouwd, tot op heden nog altijd volstaat. Dit wil echter niet zeggen dat we daarnaast geen nieuw elektronisch bewakingsmateriaal ontvangen. De overeenkomst met de leverancier voorziet immers in permanente vervangingen van materiaal binnen de bestaande buffercapaciteit.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik had u heel specifiek gevraagd welke kosten er zijn gemaakt voor enkelbanden sinds 2014 maar daar hebt u geen antwoord op gegeven. Ik begrijp dat er zijn bijgekocht met het oog op die buffercapaciteit, ik begrijp ook dat er een aantal in een soort van inwisselingsprogramma zitten, maar die kostprijs is een specifieke vraag die ik had gesteld en daar zou ik graag een antwoord op krijgen.
Uw antwoord is altijd heel kort wanneer het gaat over enkelbanden en de lopende aanbestedingsprocedure. We hebben daarover al een aantal keren van gedachten gewisseld. Maar kunt u dan op zijn minst aan dit parlement vertellen dat de reden waarom dit vier jaar of langer duurt, te maken heeft met het feit dat de samenwerking met de andere gewesten stroef loopt? Is dat een element dat daarin meespeelt?
De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waar we nu in zitten, is gelanceerd voor de zomer van 2017. Als we in 2019 tot een bestelling zouden komen, kunnen we er dan zeker van zijn dat we het laatste model of materiaal hebben en dat dit materiaal dus geen twee jaar oud is? Is daar rekening mee gehouden in de aanbesteding?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
U en een aantal collega’s hebben in dit parlement een aantal vragen gesteld over het aantal extra enkelbanden dat er sinds 2014 is bijgekomen. Ik heb hier een vraag van 16 februari 2016 van mevrouw Taelman waarin staat dat het aantal enkelbanden op 30 september 2016, 456 bedraagt voor de drie gemeenschappen samen.
Die cijfers zijn er inderdaad maar mijn vraag was specifiek wat de kostprijs was. Wat hebben wij daar sinds 2014 aan uitgegeven?
Dat moet ik aan de administratie vragen.
Als die informatie er komt, zullen we dat wel vernemen via de commissiesecretaris.
Ik ga ervan uit dat we het beste materiaal kunnen kopen maar dat is natuurlijk niet altijd hetzelfde als het meest innovatieve. Daar is wel een verschil tussen. Ik zou graag iets kopen waarvan de administratie me verzekert dat het duurzaam en stabiel is. Het materiaal moet intensief gebruik kunnen doorstaan, wat niet altijd hetzelfde is als innovatief.
Dat begrijp ik. Maar stel dat er intussen een nieuw model op de markt is dat innovatiever en duurzamer is, missen we dat dan door de aanbesteding die nu loopt?
Maar we zullen dat moeten beoordelen op het moment dat de administraties gemeenschappelijk aan de betrokken regeringen voorstellen om toe te wijzen. Elke keer dat ik daarin zal tussenkomen... Ik weet dat er van die bedrijven zijn die mensen contacteren. Het gebeurt langs alle kanten. In een dossier waarbij er internationale belangen kunnen gemoeid zijn van sommige van de kandidaten die aan de competitie deelnemen, kunnen we er enkel voor proberen te zorgen dat we op het einde van het verhaal een advies krijgen van de administratie dat dit sluitend is en door de regeringen op een correcte manier kan worden toegewezen.
Ik heb het u al meerdere keren gezegd: mijn reactie aan de administratie is dat ik dat liever veel sneller tot een goed einde zou willen brengen. Maar de continuïteit van de dienstverlening is cruciaal. Ik ga pas naar de regering met de dossiers als de administratie bevestigt dat alle betrokken administraties het erover eens zijn dat we een degelijke en tegen de reeds voorspelbare beroepen bij alle organisaties bestaande beslissing kunnen nemen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik word er nooit veel wijzer van wanneer ik u daarover een vraag stel. Ik vind dat jammer. Ik heb u ook gevraagd of dat dan bij die gemeenschappen zit, waar het zo moeilijk is....
Ik heb er geen aanduiding van dat het daar zou moeten worden gezocht.
Oké, dat vind ik al een interessant element om te weten.
Ik heb alle vragen bekeken die we daarover al hebben gesteld. Ik zag dat mevrouw Schryvers in 2015 zei: “Strafuitvoering is het sluitstuk van een geloofwaardige justitie.”
Ik ben het daarmee uiteraard eens. Maar dan moeten we ook laten zien dat we in staat zijn om nieuw materiaal te kopen en om ervoor te zorgen dat we dat op een ordentelijke manier doen.
Minister, ik wil er nogmaals op aandringen dat u de minister zult zijn die zijn handtekening zet onder de nieuwe aanbesteding. Dat levert ons nog maar een periode van een aantal maanden op.
Wat moet ik daaruit afleiden? Dat u graag hebt dat ik nog een termijn blijf?
Als u daaruit afleidt dat ik daaruit afleid dat u nog een termijn zult blijven, minister, dan maak ik mij zorgen over wanneer die aanbesteding zal landen. Ik hoop alleszins nog voor 2024. (Opmerkingen van minister Jo Vandeurzen)
Minister, ik hoop alleszins dat u uw handtekening zet onder die aanbesteding. Dat zou goed zijn voor de geloofwaardigheid van Vlaanderen wat strafuitvoering betreft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.