Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijn vraag gaat over het meerjarenplan voor de ontsnippering van Vlaanderen. Want er is goed nieuws voor de fauna, maar dan vooral voor de fauna in Nederland. Want Nederland is, wat men noemt, ‘ontsnipperd’. Dit betekent dat belangrijke knelpunten voor wilde dieren in het verkeer werden weggewerkt. Hierdoor kunnen wilde dieren veel veiliger verkeersaders oversteken, met als gevolg dat er veel minder wilde dieren worden doodgereden.
Ook in Vlaanderen is al dikwijls over ontsnippering gesproken, ook door de ministers Schauvliege en Weyts. In België is de ruimtelijke versnippering des te acuter omdat we na Malta het dichtste wegennetwerk van Europa hebben. We hebben hier meer dan 5 kilometer weg per vierkante kilometer en zijn zo een van de meest versnipperde regio’s van Europa qua ruimtelijke ordening.
Waar leidt die versnippering toe? Natuurpunt monitort al tien jaar hoeveel dieren doodgereden worden op de Belgische wegen. 10 miljoen wilde dieren per jaar worden gedood in het verkeer. Dat betekent 27.000 per dag! Een nefaste uitwerking dus op natuur en biodiversiteit.
In Nederland werd een meerjarenplan met tijdslijn opgesteld. Het heeft zijn tijd geduurd, maar er werd aan gewerkt, met ontsnippering tot gevolg. In Vlaanderen daarentegen bestaat een dergelijk meerjarenplan nog niet en gaat het wat trager. In dezelfde periode werden in Nederland 178 knelpunten weggewerkt en 66 ecoducten aangelegd, in Vlaanderen amper 5 ecoducten, weet Natuurpunt te vertellen. Hier lijkt een mooie kans te liggen voor Vlaanderen.
“In Vlaanderen is wel al ontzettend veel voorbereidend werk verricht. Er werden tal van ontsnipperingsstudies gemaakt en voor heel wat snelwegen in Vlaanderen (E40 Oostende-Brussel en snelwegen in provincie Antwerpen) is al onderzocht waar er knelpunten en kansen liggen. Door oefeningen als het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) is ook bekend waar de belangrijke groene verbindingsstructuren in Vlaanderen zijn of zouden moeten komen. Er is recent ook een modelmatige ontsnipperingstool ontwikkeld door het VITO. Kortom de meeste informatie is er. Tijd om dit om te zetten in concrete plannen met een concrete timing en concreet budget.” Dit schrijft Natuurpunt dat de ministers zo warm wil maken.
Minister, wat zijn tot op heden de verschillende initiatieven om de versnippering in Vlaanderen aan te pakken in het kader van knelpunten voor wilde dieren? Wat ligt er op dit vlak nog in het verschiet? Wilt u de ontsnippering van Vlaanderen in een omvattend uitvoeringsplan gieten, met concrete tijdslijn en budget?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Meuleman, u zegt terecht dat het om een gedeelde verantwoordelijkheid gaat. Dat is al vaak in deze commissie aan bod gekomen. Er is ook al veel gebeurd. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en het Departement Omgeving werken samen. Ze kijken waar er knelpunten zijn en waar actie moet worden ondernomen op het terrein. Ze hebben ook prioritaire gebieden aangeduid. Er is een totaalplan samen met lokale besturen en actoren. Ik geef als voorbeeld de ontsnipperingsplannen en structuurvisies die werden opgemaakt voor het Nationaal Park Hoge Kempen, Bosland, Meerdaalwoud en de regio Lanaken-Voeren.
Kleinere maatregelen, zoals aanpassing van duikers en plaatsing van amfibieën- of kleinwildtunnels worden zoveel mogelijk meegenomen binnen onderhouds- en inrichtingswerken aan de weginfrastructuur. Voor grotere infrastructurele werken, zoals ecoducten en ecovalleien met begeleidende ecorasters, worden tussen de drie instanties afspraken gemaakt over de kostenverdeling. Op dit ogenblik wordt een ecoduct over de N25 ter hoogte van het Meerdaalwoud gerealiseerd. De ecovallei ter hoogte van de N771, een ecorecreaduct over de N75 en een ecoduct over de N71 in Bosland zijn projecten in voorbereiding.
Met het oog op verkeersveiligheid is er ook aandacht voor de plaatsing van wildspiegels, -rasters en -passages om de risico’s voor mens en dier te beperken. Het wildwaarschuwings- en detectiesysteem langs de N73 in Bosland, waarvan de realisatie in een eindfase zit, is daar een mooi voorbeeld van.
Ook veel bevaarbare waterlopen en kanalen werken in Vlaanderen erg versnipperend. Er worden afspraken gemaakt samen met nv De Waterweg over bijvoorbeeld fauna-uitstapplaatsen en natuurvriendelijke oevers.
Meer informatie over de reeds uitgevoerde en op korte termijn geplande ontsnipperingsprojecten vindt u in het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 1139 van 17 mei 2016. Verder kwam ontsnippering in detail ook aan bod in het antwoord op de schriftelijke vraag nummer 929 van 8 maart 2017.
Wat ligt er op dit vlak nog in het verschiet? Het ANB, het AWV, het Departement Omgeving en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) zitten samen om op Vlaams niveau een ontwerp van ‘meerjarenplan ontsnippering’ op te stellen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen prioritaire maatregelen op korte termijn, waarover al langere tijd met diverse partners onderhandelingen lopen, en een planning op langere termijn om de structurele missing links volledig in beeld te brengen en aan te pakken. Dit initiatief kadert ook binnen de actie A6 opgenomen in het Europese LIFE+-project ‘Belgian Integrated Nature Project’ waarvan het ANB trekker is.
Het is belangrijk dat alle infrastructuurbeheerders hierin participeren. Zo is ook een belangrijke taak weggelegd voor de lokale besturen, want er is ook kleine lokale infrastructuur die moet worden aangepast.
De opmaak en uitvoering van die plannen zitten verdeeld over diverse bevoegdheden. Daarom is het ook goed dat we dat plan op die manier opmaken. Het is natuurlijk ook een kwestie van centen, collega Meuleman. Het wordt gespreid in de tijd om het betaalbaar te houden voor iedereen. Want als de bomen tot in de hemel zouden groeien, dan zouden we dat allemaal heel snel kunnen realiseren, maar dat is niet zo. Er moeten een aantal keuzes worden gemaakt en een aantal prioriteiten gelegd.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ten opzichte van de 66 ecoducten die in Nederland zijn aangelegd, waren er 5 in Vlaanderen. U hebt er nog 4 extra opgesomd die in voorbereiding zijn. Dan komen we aan 9. Dat zijn helemaal niet de aantallen die in onze buurlanden mogelijk zijn, waar effectief en consequent werk wordt gemaakt van die ontsnippering.
Het is wel zeer goed om te horen dat er een ontwerp van meerjarenplanning in opmaak is, dat u bezig bent om prioriteiten op korte termijn en acties op langere termijn op poten te zetten, en dat er zelfs op langere termijn een volledig overzicht in kaart wordt gebracht van alle bestaande knelpunten.
Minister, u zegt dat u daarmee bezig bent, dat daar centen voor nodig zijn en dat u eraan werkt over een bepaalde termijn, maar preciezer bent u niet geweest. Welke budgetten zullen daarvoor worden vrijgemaakt? Hebt u daar een zicht op? Kunt u al zeggen wanneer we zo'n meerjarenplan of een ontwerp mogen verwachten? Wanneer zal dat klaar zijn?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik wil u uitnodigen om samen met mij dit pleidooi te houden in een andere commissie. Ik heb het daar al meerdere keren gehouden. We focussen hier op de ecoducten en oversteken, maar die leiden tot niks zolang je niet naar een heel brede uitrastering gaat. Dit is een heel duidelijke bevoegdheid voor de minister van Openbare Werken om dat aan te pakken.
Mijnheer Sanctorum, u kunt getuigen dat we daar al meerdere keren over hebben gesproken. Op dit moment zijn er zelfs middelen om dat wat goedkoper te doen met wilddetectiesystemen. Toegegeven, dat zal nooit zo ideaal zijn als een ecoduct, maar je kunt daardoor meer oversteekplaatsen maken en je kunt meer doen voor ontsnippering.
Die vraag moeten we blijven stellen aan de minister van Openbare Werken. Daar kunnen we zelfs twee keer ons voordeel mee doen. Het kan de verkeersveiligheid verhogen als het gaat over het oversteken van grote dieren, en ook voor de ontsnippering van al onze andere fauna kan het een enorme stap vooruit zijn. Ik nodig u dan ook uit om deze vraag mee te stellen en te steunen in die andere commissie.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik ben het opnieuw helemaal eens met collega Ceyssens.
Mevrouw Meuleman, dank om nog eens de aandacht te vestigen op alle dieren die in het verkeer sterven. Het verkeer is inderdaad de grootste doder van wilde dieren, meer nog dan jacht en visvangst samen, althans in Vlaanderen. Het is een enorme doodsoorzaak van dieren.
Ontsnipperingsinitiatieven zijn inderdaad welkom, minister, want de initiatieven zelf om te ontsnipperen zijn versnipperd. Waar het vandaag vooral aan ontbreekt, is systematiek. In die zin is Nederland inderdaad nog een gidsland. Daar is een meerjarenprogramma opgesteld en gerealiseerd.
Minister, ik ben blij te horen dat men die aanpak ook in Vlaanderen aanneemt, maar daar moet inderdaad voldoende budget bij komen, en een duidelijk tijdskader dat iedereen zal respecteren.
Het volgende Vlaams regeerakkoord, daar gaat verdorie veel in staan, als ik de engagementen hoor inzake milieu en natuur. Ik hoop dan ook dat ook dit een belangrijk hoofdstuk wordt in het volgende regeerakkoord.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er werd gevraagd naar een specifieke timing, maar ik heb daar geen zicht op. Ik zal het navragen en ik hoop dat het zo snel mogelijk is. Wanneer we een duidelijk overzicht hebben, kunnen de budgetten daar opgekleefd worden. Hoeveel dat zal zijn, weet ik niet. Ik denk dat we er van in het begin bij de ontwerpen, ook van nieuwe infrastructuur, voldoende aandacht voor moeten hebben, dat het van in het begin wordt meegenomen. De bestaande infrastructuur moeten we systematisch doen.
Mevrouw Meuleman, u verwijst naar andere lidstaten. Dat klopt, maar het is historisch juist – dat gaf u ook mee in uw inleiding – dat het daar iets eenvoudiger is omdat er bij ons veel meer wegen zijn, die in een wirwar door elkaar liggen. In Nederland is de ruimtelijke ordening historisch veel recenter in gang getreden, waardoor ze het soms iets gemakkelijker hebben om die zaken te realiseren dan wij. Het is gewoon iets dat wij meeslepen en dat het moeilijker maakt, en het zorgt ervoor dat we meer centen nodig hebben om het te realiseren.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, in de nieuwsbrief van Natuurpunt stond dat Nederland na België en Malta het meest dense wegennetwerk heeft. Het is dan ook niet zo dat het daar stukken gemakkelijker is omdat er niet veel wegen zouden zijn. Ook zij hebben drie kilometer weg per vierkante kilometer.
Ik weet niet of dat het zoveel moeilijker maakt, maar ik wil zeker niet negatief zijn. Ik ben tevreden dat er een meerjarenplan in opmaak is. Ik zal ook de suggestie opnemen om minister Weyts hierover eens aan de tand te voelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.