Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Op 29 en 30 november wisselden de Europese lidstaten in Wenen van gedachten over de Europese kaderrichtlijn Water (KRW). Deze richtlijn is een van de belangrijkste milieurichtlijnen voor water en tekent een uniform waterbeleid uit voor de hele Europese Unie. Het doel van deze waterwet is de watervoorraden en -kwaliteit in Europa veilig te stellen en de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte af te zwakken. De richtlijn wordt door velen als zeer positief en vooruitstrevend bestempeld voor het herstellen van vervuild oppervlaktewater en grondwater en om te komen tot een goede waterkwaliteit.
De Europese richtlijn ondergaat momenteel een grondige evaluatie. In het kader daarvan was er de bijeenkomst in Wenen waarbij informeel zou worden gediscussieerd over die richtlijn en een eventuele herziening. Ik denk dat de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de spreekbuis is namens België.
Blijkbaar zijn er verschillende lidstaten die deze doelstellingen zouden willen afzwakken en de lat wat lager zouden willen leggen. 2027 is de uiteindelijke limiet om de doelstellingen te halen. Men zegt dat ook Vlaanderen gewonnen is om die lat wat lager te leggen. Ik zou van u willen horen of dat effectief zo is. Ook andere lidstaten willen dat blijkbaar. De milieubewegingen waarschuwen daarvoor maar ook drinkwaterorganisaties en bepaalde sectoren en bedrijven die belang hebben bij een voldoende waterkwaliteit en -kwantiteit.
Minister, hoe zit het met de positie van Vlaanderen? Wat is er in Wenen gezegd of niet gezegd en steunen wij de richtlijn zoals die vandaag is? Of willen wij een versoepeling?
Wanneer wij daar optreden namens België moet er eerst een consulatie zijn van de andere gewesten. Hoe zit het met de verschillende standpunten? Zitten Vlaanderen en Wallonië op dezelfde lijn?
Indien wij zouden pleiten voor een versoepeling, in hoeverre strookt dat dan nog met de doelstellingen die deze regering en die u in uw beleidsbrieven naar voren hebt geschoven?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, het antwoord is neen. Noch Vlaanderen noch België stelt in een of andere nota voor om de ecologische of biologische milieudoelstelling van de kaderrichtlijn Water of te zwakken, integendeel, ik heb hier een verslag van een vergadering van de Waterdirecteuren waar ook de directeur van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) in zit namens Vlaanderen en waarin uitdrukkelijk staat: “They emphasized that the level of ambition of the WFD and its objectives should be maintained.”
Het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) stuurgroep Water behartigt de waterdossiers binnen de CCIM-structuren. Ze vergaderen voorafgaandelijk aan elke Waterdirecteurenvergadering. Hierdoor wordt de intra-Belgische afstemming verzekerd.
Voor de opvolging en implementatie van de KRW is een samenwerkingsstructuur opgericht tussen de Europese Commissie, de lidstaten en de stakeholders. Daar gebeurt de uitwisseling en voor ons zit daar het hoofd van de CIW.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik dank u voor dit korte maar heldere antwoord. Wanneer Vlaanderen en bij uitbreiding België niet pleiten voor een afzwakking van de normen, is dat een goede zaak. U weet dat sommigen daarvoor waarschuwden maar als u dat nu ontkent, zijn wij daar blij mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.