Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dit probleem is hier al diverse keren aan bod gekomen. Ik stel deze vraag omdat er op 9 oktober weer een debat is geweest in Nederland over dit item. De aardbevingen in Groningen houden aan en daardoor is er ook absoluut geen draagvlak meer voor gaswinning in Nederland. De vraag is niet langer of dat zal worden afgebouwd, maar wanneer het zal worden afgebouwd. De Nederlandse Eerste Kamer heeft daarover een wetsvoorstel goedgekeurd. Ondertussen buigt het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zich over de concrete afbouw van aardgasverbruik in de regio van de Drechtsteden met 85 procent tegen 2035, en heeft men de toestemming gegeven om in oktober 2019 te starten met de bouw van een nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek. Die zou af zijn in 2022 en 500 miljoen euro kosten.
In verband met de afbouw van het aardgasverbruik in de regio van de Drechtsteden zou het de bedoeling zijn dat mensen een premie krijgen als ze zich loskoppelen van het aardgasnet. Men zou de aardgasteller echter niet verwijderen maar gewoon verzegelen, omdat men hoopt dat er in de toekomst een oplossing zou zijn door te werken met synthetisch gas. Dan heeft men die leidingen, die teller, die infrastructuur opnieuw nodig.
De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) heeft berekend dat Nederland mogelijk al vanaf 2021 zal moeten overschakelen op de import van gas. Eerdere scenario’s gingen uit van 2030 als kantelpunt. Dat heeft natuurlijk niet alleen te maken met het eigen verbruik, maar ook met het feit dat er contracten zijn tussen Nederland, Duitsland en Frankrijk. Dat Nederland moet invoeren, heeft ook voor ons een enorme impact want een derde van ons aardgasverbruik betreft laagcalorisch gas dat uit Nederland komt. Vanaf 2024 zou de levering stelselmatig worden afgebouwd. Dat betekent dat alle installaties moeten worden aangepast, van laagcalorisch naar hoogcalorisch aardgas. De duidelijke en heldere website www.gasverandert.be moet de burgers hierover informeren.
In het federale regeerakkoord werd ook beslist om een nationaal fonds op te richten om die kosten te financieren. Daarover blijkt er ook discussie te bestaan. De distributienetbeheerders zeggen dat ze wel iets moeten doen aangezien ze niet weten wie dat zal betalen. Ze vragen zich af of de regulator zal aanvaarden dat ze dat mee opnemen in hun investeringskosten. Voor het transportnet is dat minder een probleem want die kosten komen sowieso in de transportkosten terecht. Dat is een federaal gegeven. Wat de distributienetkosten betreft, was het echter de bedoeling om dat via dat nationaal fonds te kunnen laten verlopen.
Ik heb in het verleden al meermaals mijn bezorgdheid geuit over de haalbaarheid van de vooropgestelde timing en de impact voor gezinnen en bedrijven. Ik zeg ook al heel lang dat het van langsom meer een knelpunt wordt om mensen te vinden die kunnen werken aan een aardgastinstallatie, aan de ketel bij mensen thuis enzovoort. Als men dat niet vervroegt, zodat de periode langer wordt en dit meer over de tijd wordt uitgesmeerd, vrees ik dat we in de problemen zullen komen omdat we niet voldoende technici zullen vinden om de installaties om te bouwen. Naar aanleiding daarvan werd in deze commissie al gesteld dat het moeilijk zal zijn om de huidige omvormingsagenda, zoals opgesteld door Synergrid, te herbekijken. Minister, dat was ook uw antwoord. U zei dat dat wel juist is, maar dat men die omvormingsagenda moeilijk kan veranderen.
Minister, wat is nu de impact van de beslissing van de Nederlandse Eerste Kamer om de aardgaswinning af te bouwen en van de studies die aangeven dat dat versneld moet gebeuren? Zal de vooropgestelde timing voor de afbouw behouden blijven, of zal dit naar voren worden geschoven? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de huidige projecten voor de omschakeling van laagcalorisch naar hoogcalorisch aardgas? Kunnen we daaruit al lessen trekken met betrekking tot de timing en de geraamde kostprijs? Tot nu toe is die kostprijs ongeveer 500 miljoen euro, met een zeer grote marge plus of min. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het aangekondigde nationaal fonds voor de financiering van deze overschakeling? Welke afspraken werden gemaakt in functie van de modaliteiten, de timing en de verdeling van de kosten?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, dank u wel voor uw vraag. Ik zou willen beginnen met te benadrukken dat deze opvolgingsvraag vooral over een probleem van bevoorradingszekerheid gaat en dat dit, zoals u weet, een federale bevoegdheid is. We kunnen daarbij helpen, indien nodig. Daar gaat het niet over. Als we hier sneller vergunningen kunnen geven, dan is er geen enkel probleem. Dat hebben we hier ook beslist.
Ik ga er echter vooralsnog van uit dat de contractuele afspraken met Nederland zullen worden gerespecteerd en dat hierdoor het omschakelingsplan wel nog steeds voldoet. De directeur-generaal van de FOD Economie heeft regelmatig contact met de bevoegde collega uit Nederland. In de marge van een vraag van Nederland of België versneld kan omschakelen, heeft België aangegeven de conversie niet te kunnen versnellen.
De bevoorrading zal aan Nederlandse kant worden verzekerd, bijvoorbeeld door een nieuw te bouwen stikstofinstallatie, waarnaar u trouwens ook verwijst in uw vraag.
Synergrid, de federatie van netbeheerders van elektriciteit en aardgas in België, heeft een indicatieve tijdslijn uitgewerkt voor de omschakeling van de gasinfrastructuur in ons land van laag- naar hoogcalorisch aardgas. Met dat plan is de omschakeling reeds dit jaar gestart, om eind 2029 afgerond te zijn. Het bevat de timing van de omschakeling per gebied. Daarbij werd concreet rekening gehouden met noodzakelijke aanpassingen aan de infrastructuur en de officiële timing die werd opgelegd door Nederland. Zolang de vooropgestelde timing voor de afbouw aan Nederlandse kant behouden blijft, houden wij ook vast aan de kalender zoals die door Synergrid is uitgewerkt.
Voor de komende drie jaar is er al een definitieve planning. Elk jaar wordt de planning goedgekeurd voor de volgende drie jaren. Dat is dus een roll-outproces. De eerste conversies van de planning hebben plaatsgevonden op 1 juni 2018. Informatie daarover is terug te vinden op de centrale website gasverandert.be. De gedetailleerde planning kan worden geraadpleegd op de websites van Infrax en Eandis.
Een belangrijk deel van de investeringen situeert zich op het niveau van Fluxys, dat ook buiten mijn bevoegdheid valt. De Vlaamse distributienetbeheerders staan in voor de aanpassingen van hun netwerk. Ik reken er nog altijd op dat er een nationaal fonds komt, aangezien dat opgenomen is in het federale regeerakkoord en gezien de afspraken die daarover gemaakt zijn binnen het Overlegcomité. Als dat er toch niet zou komen, wat tegen de afspraken zou zijn, dan zal de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) moeten overwegen om die kosten in de tariefmethodologie op een andere wijze te behandelen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil er eerst en vooral op wijzen dat deze opvolgvraag misschien gemakkelijkheidshalve, vanwege de bevoorradingszekerheid, naar het federale niveau wordt gestuurd, maar als je kijkt naar de kaart op gasverandert.be, zie je dat 80 procent van het blauwe oppervlak in Vlaanderen ligt. 80 procent van het probleem bevindt zich dus in Vlaanderen. Het zijn Vlaamse burgers die erbij betrokken zijn. Het zijn de Vlaamse distributienetbeheerders die erbij betrokken zijn. Het is de Vlaamse burger die zal moeten betalen. Het is ook de Vlaamse burger die ervoor zal moeten betalen als die fabriek van 500 miljoen euro gebouwd wordt in Zuidbroek tegen 2020, want de Nederlanders zullen dat niet gratis doen. Ze zullen daar niet plots zelf 500 miljoen euro in stoppen. Een Nederlander is een Nederlander. Die verkoopt zijn aardgas duurder, en wij kunnen niet anders dan dat aardgas in te nemen. Met andere woorden, de burgers in het blauwe gedeelte op de kaart zullen de rekening betalen.
Synergrid wil niet tornen aan de omvormingsagenda. Ik begrijp dat niet. Je ziet dat probleem toch komen? We zien het probleem in Nederland, en wij gaan halsstarrig zeggen: niets aan de hand, we doen gewoon verder tot 2029. Ik vind dat hallucinant. Ik vind het ook hallucinant dat ik vandaag nog altijd niet weet over welke kostprijs we precies spreken. Er zijn ondertussen werken uitgevoerd door Fluxys. Die kostprijs is gekend. Er zijn ondertussen proefprojecten geweest door de distributienetbeheerders. Die kostprijs is gekend. Maar het doorrekenen naar de totale blauwe oppervlakte op de kaart, daarvan kunt u niet zeggen hoeveel het kost. Ik begrijp dat niet.
Wanneer krijgen we een exacte kostprijs voor de komende jaren? En waarom in godsnaam kan Synergrid niet geconvoceerd worden om deze programmatie te herbekijken?
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb ook al een paar keer een vraag gesteld over het Groningse gas. Als je de Nederlandse pers een beetje volgt, merk je dat ze het echt wel menen. Ze hebben ook aan hun gasintensieve bedrijven gevraagd om hun gas af te bouwen en op relatief korte termijn een andere energiebron te zoeken. Ze menen het dus echt heel hard.
Ik deel voor een stuk de verontwaardiging van collega Gryffroy over de omvormingsagenda. Nederland gaat immers sneller afbouwen dan de agenda van Synergrid voorziet. Het is niet zo dat Nederland zich zal aanpassen aan ons. Wij moeten ons aanpassen aan wat zij kunnen leveren. Ik heb de indruk dat zij het menen en dat zij wel planmatig te werk gaan en met tussentijdse doelstellingen werken. Ook vanuit de Groen-fractie is er dus een grote bezorgdheid, en de vraag om daar bijkomende stappen in te zetten, minister.
U zegt dat het fonds er komt op federaal niveau. Dat zeggen we al een aantal jaren, maar ik stel vast dat het er nog niet is. Denkt u nu echt dat wij voor mei zo’n fonds zullen hebben?
Minister Tommelein heeft het woord.
Wat de omschakeling betreft, mijnheer Gryffroy, gaat het op dit moment voornamelijk over twee provincies, die inderdaad in Vlaanderen liggen. Het gaat om de Kempen, in Limburg en Antwerpen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de bevoorradingszekerheid en de afspraken die met Nederland gemaakt worden, absoluut geen Vlaamse bevoegdheid zijn. Dat is de bevoegdheid van de federale overheid. Het is trouwens ook in het federale regeerakkoord dat een afspraak gemaakt is rond dat fonds, en niet in het Vlaamse regeerakkoord. Ik heb er als Vlaams minister op gewezen dat het een nationaal fonds moest zijn, omdat dat in het regeerakkoord staat. Ik doe dus de dingen die ik moet doen.
De Bijzondere Wet tot Hervorming der Instellingen regelt de bevoegdheden. Er worden altijd maar pogingen ondernomen, zeker op het vlak van energie, om mij als Vlaams minister verantwoordelijk te stellen voor de uitoefening van de federale bevoegdheden. Dat is niet alleen met deze materie zo. Dat is in de voorbije jaren op heel veel vlakken zo geweest. Als er geen Energiepact was, was het de Vlaamse minister die de leiding moest nemen. En als de Vlaamse minister de leiding nam en een Energiepact afsloot, was het uitgerekend het Vlaamse gedeelte dat het langst heeft getreuzeld om dan uitvoering te geven aan dat Energiepact.
Dus, ik wil wel. Ik stel voor dat u aan uw collega, mijnheer Wollants, voorstelt om een vraag te stellen aan minister Marghem daarover. Bij mijn weten maken de Vlaamse partijen van deze meerderheid ook deel uit van de Vlaamse meerderheid in het federale parlement. Zij moeten dan maar de vraag stellen aan federaal minister van Leefmilieu Marghem.
Ik begrijp uw bezorgdheid. Daar gaat het niet om. Ik wil daar gerust alles voor doen, maar finaal blijft dit mijn bevoegdheid niet. Ik zal opnieuw bij minister Marghem de zaak aankaarten omdat u mij attent maakt op het feit dat het moet vooruitgaan. Ik weet dat ook en ook dat er in Nederland een aantal vragen zijn. Nederland moet daarover rechtstreeks met België overleg plegen en niet met mij. Ik ben daar tot nu toe nog niet door gevat.
Dat fonds is samen met de andere gewesten. Mijnheer Gryffroy, u zegt dat ik eens naar het kaartje moet kijken. Ik kan u zeggen dat datzelfde kaartje dan ook gebruikt wordt in de discussie over wie het gaat betalen. Datzelfde kaartje, hé. Dat speelt in twee richtingen. Ik gebruik dat kaartje nooit als ik ga discussiëren over dat fonds.
De heer Gryffroy heeft het woord.
De berekeningen omtrent dat fonds zijn heel duidelijk. U zegt dat ik dat kaartje niet mag gebruiken.
Ik gebruik het niet. U mag het gebruiken zoveel als u wilt. Maar ik zeg u dat het in twee richtingen gaat. U stelt heel duidelijk met zo'n kaartje dat het een Vlaams probleem is. Als u wilt discussiëren over dat nationaal fonds – wat in het regeerakkoord staat dat uw partij ook heeft ondertekend –, dan zeg ik u dat u duidelijk maakt dat het in feite een probleem is van zaken op het Vlaamse grondgebied. Dan moeten uw ministers in de Federale Regering minister Marghem maar op haar verantwoordelijkheid wijzen.
Het is nog altijd voor een stuk een Vlaamse bevoegdheid.
Ik ben het beu, mijnheer Gryffroy, om telkens opnieuw de taak van uw federale ministers in de Federale Regering over te nemen op Vlaams niveau!
Het blijft deels een Vlaamse bevoegdheid want het gaat ook over kosten voor de distributienetbeheerders. Ook zij moeten zich organiseren. Dit is een Vlaamse bevoegdheid.
Mijnheer Gryffroy, ik herhaal: een federaal bestuursakkoord is gemaakt door de Federale Regering en ondertekend door de federale regeringspartners. Het kan niet dat ik hier telkens opnieuw ondervraagd wordt over wat ik zal doen om het federale regeerakkoord tot uitvoering te laten komen! Het zijn uw federale collega's in het federale parlement die de Federale Regering tot de orde moeten roepen!
Ik heb de vraag gesteld en de vraag is aanvaard. Er was dus blijkbaar geen bevoegdheidsprobleem.
Ik zal mij daarover niet verder uitspreken, want dan zullen we hier mogelijk nog lang zitten over de behandeling van de vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.