Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
We hebben binnen het clusterbeleid de dronecluster European UAV Knowledge Area (EUKA) door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) erkend als een innovatief bedrijvennetwerk. Het ging van start op 1 januari 2017 en het heeft als doel om de drone-industrie in Vlaanderen op de kaart te zetten. Op de website van EUKA zien we een indrukwekkende lijst van partners en actuele topics aangaande het dronegebeuren.
EUKA werkt ook zeer intensief samen met DronePort. Dat is een naamloze vennootschap en een incubator voor startende bedrijven en organisaties actief in de sector van de industriële drones. Dat is gevestigd op het terrein van de oude luchtmachtbasis van Brustem in Sint-Truiden. Het project is een samenwerking tussen de stad Sint-Truiden en de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) in de vorm van een vennootschap.
DronePort nv ging van start met 4,5 miljoen euro aan kapitaal, naast de inbreng in onroerende goederen: 2,5 miljoen euro van LRM, 1 miljoen euro van Vlaamse subsidies via het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) en 1 miljoen euro via het Autonoom Gemeentebedrijf voor de Ontwikkeling van Sint-Truiden (AGOST). Het is de ambitie van DronePort om een campus te worden die onderzoek en ondernemerschap in deze nieuwe sector stimuleert, door de juiste infrastructuur en ondersteuning aan te bieden aan bedrijven en organisaties actief in deze sector of aanverwante sectoren.
Naast kantoren, een incubator voor startups en testfaciliteiten, biedt de site ook toegang tot een dronecommunity.
Dronepiloten kunnen er immers experimenteren in gecontroleerde indoor- of outdoortestzones. Er zijn ook nog terreinen waarop bedrijven en organisaties zich kunnen vestigen en kunnen doorgroeien. Geïnteresseerden kunnen ook een aanvraag indienen om een atelier, een kantoor, een vergaderzaal of een ‘incubator seat’ te huren. Een aantal weken voor de officiële opening van campus DronePort, die voorzien is op 21 december, heeft DronePort een belangrijke stap gezet door in te stappen in het internationale SAFIR-consortium. SAFIR staat voor 'Safe and Flexible Integration of Initial U-space Services in Real Environment'. Dat is een hele mondvol om eigenlijk te zeggen dat momenteel de dertien leden van dit consortium hun technologie, toepassing en kennis van drones gaan testen in levensechte omstandigheden. Ik denk dat daarvan recent ook een test was in Antwerpen tussen de verschillende ziekenhuizen. Dit was met ondersteuning van de Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques (SABCA), dat ik toevallig een paar weken eerder was gaan bezoeken. Dat was wel indrukwekkend. DronePort in Sint-Truiden wordt daarvoor de eerste uitvalsbasis. In een tweede fase zal er uitgeweken worden naar de haven van Antwerpen.
Vlaanderen positioneert zich op deze manier als hotspot voor drone-activiteiten. Daar heb ik de volgende vragen bij.
Wat is de exacte relatie tussen DronePort nv enerzijds en EUKA? Welke meerwaarde vinden partners van DronePort bij EUKA?
Wat zijn de ambities van DronePort voor 2019?
Hoe hebben de partners van het SAFIR-consortium elkaar gevonden, of met andere woorden, wie heeft hier de lead genomen om deze internationale spelers bij elkaar te brengen? Hoe sterk is de link met EUKA en wat is de rol van Flanders Investment & Trade (FIT) hierin geweest?
SAFIR wordt voor 50 procent gesubsidieerd door de EU, de overige 50 procent dient gefinancierd te worden door de deelnemende partners. Kunnen SAFIR-projecten ook Vlaamse steun krijgen buiten deze Europese subsidies, bijvoorbeeld vanuit het innovatief bedrijfsnetwerk EUKA of via andere interregionale clusterprojecten?
Europa werkt aan vernieuwde spelregels voor dronevluchten met de bedoeling deze volgend jaar te implementeren. EUKA reageert voorzichtig positief op de tekstvoorstellen tot nu toe. Mits aandacht voor een aantal kanttekeningen, zoals een aantal tegenstrijdigheden en juridische hiaten die erin zouden zitten, kunnen deze regels voor de nodige ademruimte zorgen voor de eindgebruikers en innovatoren uit de industrie. De belangrijkste partners uit de dronewereld hebben recent afgesproken om de krachten te bundelen om de industrie-eisen te bewaken. Op welke manier houdt de Vlaamse overheid mee de vinger aan de pols in deze regelgeving die vanuit Europa zou komen? Hoever staan we in België met het KB rond het gebruik van drones?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Gryffroy, ik zal hier en daar een aantal dingen zeggen die u al naar voren hebt gebracht.
EUKA is het innovatief bedrijvennetwerk dat vooral samenwerkingsverbanden in de brede drone-sector moet creëren. DronePort is dan een incubator. De doelstelling is om een ‘drone valley’ te creëren als aantrekkingspool voor alles wat met innovatieve luchtvaarttechnologie te maken heeft. Vermits EUKA al sinds 2014 een netwerk aan het uitbouwen is voor de Vlaamse drone-industrie, is het een natuurlijke partner voor DronePort. EUKA zal bovendien vanaf 2019 ook gevestigd zijn op de DronePort-campus in Brustem. DronePort kan hierdoor onmiddellijk koppelen met het EUKA-netwerk. Ook wat betreft de ondersteuning van een ‘startup community’ en het adviseren van de stakeholders, heeft EUKA de nodige expertise opgebouwd, en eigenlijk moet ik vaststellen dat ze complementair zijn aan wat DronePort doet. Men zou kunnen zeggen – als ik het wat plastisch beschrijf: DronePort is de hardware en EUKA als dronecluster is de software van de innovatiegedreven ecosystemen rond die drone-industrie.
Als u naar de toekomst vraagt, kan ik alleen maar vaststellen dat we op een paar maanden tijd zien dat al een twintigtal bedrijven, kennisinstellingen, pilotencoöperaties en partners hebben ingetekend om plaats te nemen in die incubator DronePort. Toonaangevende Vlaamse dronebedrijven zoals Unifly en Airobot zullen eveneens een deel van hun activiteiten naar DronePort verplaatsen. Op middellange en langere termijn wil DronePort binnen- en buitenlandse consortia aantrekken om het volle testpotentieel van deze unieke site te gaan benutten.
Het SAFIR-consortium bestaat uit een resem Belgische en internationale topspelers uit de drone- en technologiewereld en de luchtvaart. Ik noem u er enkele: Unifly, Proximus, Haven van Antwerpen , SABCA, Elia en nog een aantal andere. Die spelers hebben elkaar gevonden in de verschillende internationale kanalen die onder meer opgezet zijn door FIT, dankzij de verschillende internationale handelsreizen – zij gingen samen op bezoek naar bijvoorbeeld Las Vegas, Amsterdam en Denver – maar ook dankzij de inzet van Vlaamse bedrijven zoals Unifly, die zich zeer sterk engageren in het internationale luchthavennetwerk. DronePort is bovendien formeel projectpartner in het internationale consortium en zorgt dan ook nog eens voor de nodige links naar de bedrijven.
In verband met uw vierde vraag moeten, zoals u zelf al aangaf, de SAFIR-partners 50 procent eigen middelen financieren. Ik heb geen weet van vragen voor Vlaamse cofinanciering. Maar uiteraard kunnen bedrijven een beroep doen op onze reguliere dienstverlening en steuninstrumenten, en uiteraard ook op de ondersteuning door EUKA voor mogelijke projecten.
Tot slot uw laatste vraag: er is al sinds 2016 een KB dat onze bedrijven in staat stelt om economisch actief te zijn in de dronetechnologie. EUKA heeft zich geëngageerd om samen met de belangrijkste Belgische industriepartners een gezamenlijke aanpak te hanteren in dit wetgevende proces op Europees niveau. Uit contacten van EUKA met de verschillende instanties op federaal niveau blijkt dat men bereid zou zijn om te werken aan een flexibele en op Europa afgestemde wetgeving indien het beslissingsproces in Europa vertraging zou oplopen.
Ik kan u garanderen dat de Vlaamse overheid dat proces uiteraard ook opvolgt.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt voor uw duidelijke antwoorden.
Ik denk inderdaad dat DronePort een mooi voorbeeld is van onze internationalisering en een erkenning is van Vlaanderen als innovatiehub. Dat ligt ook in lijn van het memorandum van de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) dat deze voormiddag in de Schelp is voorgesteld. Ik denk dat dat wel een heel mooi voorbeeld is.
Ik heb nog een paar kleinere vragen bij mij. Ik las ergens dat International Business Machines Corporation (IBM) een octrooi aangevraagd zou hebben voor een koffiedrone. Blijkbaar is dat een systeem waarbij men probeert te achterhalen of u er wat vermoeid uitziet of vermoeid bent en waarbij een drone u dan een koffietje komt brengen. Natuurlijk zitten we dan al in de levenssfeer van artificiële intelligentie (AI), in combinatie met drones. Ik weet dat we binnen onze strategische onderzoekscentra (SOC’s) en binnen de innovatieve clusters zeker die kennis hebben om daarrond te werken. Ziet u in de kruisbestuiving tussen de dronecluster en de cluster rond AI een bron van intellectuele eigendommen voor Vlaanderen? Dat is immers waar het uiteindelijk om gaat. Intellectuele eigendommen kunnen financiën genereren.
Ook in de cluster van de Noordzee zullen er heel wat toepassingen zijn voor drones. Wordt dat ook hierin geïncorporeerd? Wat je eigenlijk ziet en wat u ook altijd hebt proberen na te streven, is de horizontale verbinding tussen de verschillende speerpuntclusters. Die drones kunnen zowel toegepast worden bij energie als bij de blauwe cluster en waarschijnlijk ook bij chemie, metaal en voedsel. Ik denk dat er wel verschillende toepassingen zijn. Is er specifiek aandacht om ze tussen al de verschillende speerpuntclusters te verbinden?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik kan eigenlijk heel kort zijn. Wat AI betreft, zie ik het zelf ook. Dat is geen cluster, maar eerder een horizontaal gegeven, net zoals drones. Wat die dronecluster doet, is de bedrijven samenbrengen die rond die cluster werken, maar de toepassing is horizontaal. Wat we natuurlijk wel hebben gedaan is die speerpuntclusters effectief een horizontaal verband geven, zodat die elkaar ontmoeten en gezamenlijk projecten kunnen indienen. Die horizontale bestuiving hebben we dus gepland en mogelijk gemaakt. Ik denk dat ik daarmee een compleet antwoord heb gegeven op uw vragen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Hopelijk hoeven we de mensen hier straks niet te vervangen door koffiedrones. Dat zou de toekomst kunnen zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.