Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, in uw beleidsbrief zegt u dat de fiets een belangrijke plaats zal krijgen binnen het concept van basisbereikbaarheid, meer bepaald het vervoer op maat. U hebt hier ook al de overname door De Lijn van de aandelen van de NMBS bij Blue-bike toegelicht. Dat toont aan dat we het belangrijk vinden dat mensen een deelfiets kunnen nemen in combinatie met het openbaar vervoer.
Verder zegt u in uw beleidsbrief dat u de komende maanden zult onderzoeken hoe de samenwerking tussen de deelsystemen voor fietsen en wagens kan leiden tot synergieën, in functie van een geïntegreerd aanbod voor de reizigers en in functie van een efficiënt management en gezamenlijke onderliggende hard- en software.
In Nederland hebben elf deelfietsaanbieders nu het convenant OpenBike getekend, in aanwezigheid van de staatssecretaris. Ze zullen meer samenwerken om het gebruik van deelfietsen gemakkelijker te maken. Nu is het voor de gebruiker niet evident om zijn weg te zoeken in het aanbod van deelfietsen. Dat is ook het geval hier in Vlaanderen. Een gelijkaardig convenant zou dan ook heel interessant kunnen zijn. Met OpenBike willen de bedrijven ervoor zorgen dat je met één account elke deelfiets in het land kunt huren. Daarvoor gaan ze de data delen over de lokale beschikbaarheid van deelfietsen. Die data kunnen dan worden opgenomen in de bestaande routeplanners/apps.
Die interoperabiliteit wordt ook ondersteund door de overheid in Nederland, door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven zullen die interoperabiliteit als voorwaarde stellen voor het toelaten van deelfietsen in de stad. De gemeenten helpen om de deelfietsaanbieders op één lijn te krijgen en de intentieverklaring om te zetten naar een convenant.
Hoe gemakkelijker je het systeem van deelfietsen maakt, hoe meer mensen er gebruik van zullen maken, dus hoe meer mensen gebruik zullen maken van het openbaar vervoer in Vlaanderen, in combinatie met die deelfiets.
Minister, ik heb dan ook de volgende vragen voor u. Hoe ver staat uw onderzoek naar de mogelijkheid van een samenwerking tussen de deelsystemen voor fietsen en wagens, in functie van een geïntegreerd aanbod aan de reizigers en in functie van een efficiënt management en gezamenlijke onderliggende hard- en software? Zijn er in Vlaanderen plannen om een dergelijk convenant af te sluiten? Zo ja, in welke fase zit dat? Hoe wordt dat verder door u ondersteund? Ondersteunt u verder zo’n mogelijke ontwikkeling van interoperabiliteit bij deelfietsaanbieders?
Minister Weyts heeft het woord.
U weet natuurlijk van onze plannen, die ondertussen werkelijkheid zijn geworden, met betrekking tot de overname van Blue-bike door De Lijn, of alleszins het meerderheidsaandeelhouder zijn daarin. Daardoor kunnen we niet alleen het Blue-bikeaanbod uitbreiden, maar ook gestalte geven aan combimobiliteit door een integratie van het deelfietssysteem in het abonnement van De Lijn, ook nog eens in de wetenschap dat we bovendien via De Lijn aandeelhouder zijn van Cambio. Dat biedt vanuit de idee van combimobiliteit toch heel wat perspectieven: je kunt een combinatie maken van fiets, tram en bus en deelwagens.
Ik sprak op dat vlak al over het integreren in het vervoersbewijs en het abonnement van De Lijn. Dat geeft natuurlijk de mogelijkheid om een efficiëntieoefening te doen wat het management en gezamenlijke onderliggende hard- en softwaresystemen betreft. We willen nu eerst wel die overname ordentelijk afronden. Dat heeft wel wat voeten in de aarde gehad. Daar zijn we nog wel mee bezig, maar we bekijken nu alleszins samen met het management van De Lijn hoe we meer synergieën tot stand kunnen brengen.
U verwees naar de Nederlandse case. Die is interessant voor ons. Hij toont wel aan dat men daar ook wel zoekende is. Er was uw vraag of we in Vlaanderen ook zo’n convenant tot stand willen brengen. Eigenlijk hebben we dat gedaan, misschien in veeleer embryonale vorm, in het kader van de Green Deal Gedeelde Mobiliteit, waarbij we heel breed, met het bedrijfsleven, maar ook met diverse spelers uit de fietssector, enkele engagementen zijn aangegaan, trouwens met minister Schauvliege en minister Tommelein. Heel wat spelers uit de fietssector hebben die overeenkomst mee ondertekend. Daar zitten heel wat acties in, onder andere in het kader van het promoten van gedeelde mobiliteit.
Als het over interoperabiliteit gaat, kan ik in eerste instantie naar het voorontwerp van decreet betreffende de basisbereikbaarheid verwijzen, waarin er ook een speciaal artikel is opgenomen dat toelaat dat de Vlaamse Regering de regels vastlegt voor interoperabiliteit, open data, real time data en de standaarden voor de informatie over het personenvervoer. Dat maakt het ook mogelijk dat we dat ruimer bekijken, en niet enkel ten aanzien van de vervoersmodus fiets, maar ook ten aanzien van de andere vervoersmodi.
Tegelijk ben ik natuurlijk van mening dat wat we momenteel in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en in andere gemeenten in Nederland zien, namelijk dat interoperabiliteit wordt meegenomen als voorwaarde voor het toelaten van deelfietsen in de stad, ook perfect bij ons kan. In het kader van de vervoerregiowerking denk ik dat dat perfect mogelijk is. Het is dan wel op een hoger niveau, maar het lijkt me interessant om dat in eerste instantie op dat niveau te bekijken. Dus dat we binnen de vervoerregio’s bekijken of dat daar vanuit de idee van interoperabiliteit het een en ander inzake het deelfietsensysteem kan worden opgenomen en dat daarbij bepaalde voorwaarden worden geformuleerd.
De heer de Kort heeft het woord.
Ik vind het uiteraard al heel goed wat u voor de overname van Blue-bike door De Lijn hebt gedaan, en om op die manier verder voor een goede samenwerking en integratie te zorgen.
Buiten de green deal die u al effectief hebt ondertekend, denk ik, minister, dat u hieraan nog een belangrijke duw kunt geven. De aanbieders van bijvoorbeeld deelfietsen denken heel gemakkelijk dat hun dienstverlening alleen maar een rol kan spelen in steden. Als er echter meer samenwerking zou kunnen komen tussen alle vervoersmodi, dan kun je dat veel gemakkelijker uitrollen in heel Vlaanderen.
Ik denk dat het dan voor heel wat lokale besturen toch wel interessant gaat kunnen zijn om in het kader van vervoer op maat op dergelijke initiatieven mee te kunnen inspelen. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat je dan meer mensen zult hebben die gebruikmaken van die deelfiets en de trein of van die deelfiets en de bus. Ze zullen meer die combinaties maken, want als je je verplaatst, is dat niet alleen vanaf je thuis belangrijk, maar het is zeker en vast ook belangrijk dat je weet dat er voor die laatste kilometer van de plek waar je aankomt een deelfiets of dergelijke ter beschikking staat.
Ik denk dat u op dat vlak nog een belangrijke rol kunt vervullen. Op die manier kunnen er bij de vervoersregio’s of bij de lokale besturen heel wat meer initiatieven worden genomen in het kader van vervoer op maat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.