Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, u hebt in uw beleidsbrief veel aandacht aan combimobiliteit geschonken. Deze week hebben heel wat mensen de nieuwsbrief van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken ontvangen, die ook veel aandacht aan gedeelde mobiliteit besteedt.
Een aspect van de deelmobiliteit is carpooling. De vraag om uitleg die ik u over dit aspect wil stellen, houdt verband met de carpoolstroken. U hebt al eerder aangegeven dat u geen voorstander bent van een carpoolstrook op de E411. Blijkbaar zal vanaf maart 2019 tijdens de ochtend- en avondspits toch in die strook worden voorzien tussen Waver en Brussel. Een carpoolstrook houdt in dat een rijstrook wordt voorbehouden voor auto’s met minstens drie personen aan boord. Dit stimuleert mensen om meer te carpoolen en zo efficiënter de weg te gebruiken dan wanneer iedereen alleen in de auto zit. Op die manier kunnen we het fileprobleem gedeeltelijk terugdringen, met een betere doorstroming tot gevolg. Het is de bedoeling om met slimme camera’s te controleren of in de wagens op de carpoolstrook ook echt minstens drie mensen zitten.
In het buitenland worden carpoolstroken voor wagens met minstens twee, drie of vier personen al jaren gebruikt. Ook Taxistop heeft zich in Vlaanderen al een voorstander getoond van carpoolstroken voor wagens met minstens twee personen.
Minister, bent u van plan nog te onderzoeken of carpoolstroken ook in Vlaanderen nuttig kunnen zijn voor een betere doorstroming? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe ziet u dat precies gebeuren? Zijn er plannen voor carpoolstroken in Vlaanderen? Om welke trajecten gaat het dan? Wat is de timing?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, we hebben er in deze commissie al regelmatig over gediscussieerd. Ik krijg regelmatig de vraag rijstroken te laten innemen door of te reserveren voor carpoolers, motorfietsrijders of taxi’s. Indien ik aan al die vragen tegemoet moet komen, komen we veel rijstroken te kort.
Daarnaast is er het element van de handhaving. We zouden politiecapaciteit moeten inzetten om na te gaan of er mensen van vlees en bloed en geen kartonnen poppen of zo in die wagens aanwezig zijn.
Naast de handhaving vormt het veiligheidsaspect een ander probleem. Als tragere of stilstaande voertuigen op de normale rijstroken door carpoolers aan een hogere snelheid langs rechts worden voorbijgestoken, is er een probleem, zeker als er op- en afritten mee gemoeid zijn, wat bij ons in Vlaanderen regelmatig het geval is.
Dat zijn de bezwaren, maar de buitenlandse praktijkvoorbeelden zijn ook niet eensluidend. Nederland heeft zich ter zake een pionier getoond, maar is hierop teruggekomen en heeft het afgeschaft. Er zijn andere voorbeelden, onder meer Madrid, waar dit systeem is behouden. Ik ken de concrete casuïstiek niet, maar ik weet dat het daar succesvol wordt gehandhaafd. Ook in de literatuur zijn de meningen niet eensluidend of eenduidig positief.
Mijn belangrijkste probleem is dat er dermate vraag naar capaciteit is dat ik de extra capaciteit die ik kan creëren vooral ten dienste wil stillen van iedereen in plaats van deze of gene aparte doelgroep.
Het algemeen principe van carpooling is an sich natuurlijk zeer aantrekkelijk. Er is een persoonlijk voordeel en een maatschappelijk voordeel. Ik heb me echter laten vertellen dat de slimme kilometerheffing voor personenwagens een absolute stimulans is, die veel efficiënter zal zijn. Dit blijkt ook uit de literatuur. De verwachting is alleszins dat de slimme kilometerheffing de grootste stimulans voor carpooling zal zijn.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw toelichting. Waarom heb ik toch nog die vraag in verband met carpooling gesteld? Omdat ik ook wel merk dat u het thema carpooling ook zelf wel genegen bent. U hebt recent ook nog een actie daaromtrent gesteund in het kader van de Rode Neuzen Dag. Ook blijkt uit contacten met het bedrijfsleven, met mensen van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) dat carpooling er eigenlijk sterker op achteruitgaat, in plaats van dat het toeneemt. Dat heeft ook te maken met het feit dat steeds meer mensen flexibiliteit op de werkvloer krijgen en dat het blijkbaar moeilijker is om verder afspraken te maken. Daarom, denk ik, moet verder worden onderzocht hoe carpooling verder kan worden gestimuleerd, want voor de wegcapaciteit is het natuurlijk veel beter dat mensen meer samen de wagen gebruiken indien dat de enige modus is die kan worden gebruikt, indien de alternatieven niet onmiddellijk voorhanden zijn. Vandaar mijn vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.