Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Deze vraag was een jaar of vier geleden ook al aan de orde: wat doet Vlaanderen in het kader van het afschakelplan? Dat plan was helaas de voorbije weken en maanden opnieuw aan de orde, als gevolg van het gevreesde of te vrezen stroomtekort de komende winter, door het gelijktijdig uitvallen of in onderhoud zijn van een aantal van onze grote kerncentrales.
Het net moet uiteraard steeds in evenwicht zijn. Maar wanneer op een bepaald moment de vraag naar elektriciteit groter wordt dan de hoeveelheid elektriciteit waarin op dat moment kan worden voorzien, raakt het uit evenwicht. Dit kan aanleiding geven tot een volledige stroomuitval of black-out. Het afschakelplan was uitgewerkt om een dergelijke volledige stroomuitval te voorkomen. Het afschakelplan deelt Vlaanderen op in acht zones. Wanneer een stroomtekort dreigt, worden eerst de gemeenten uit zone 8 afgeschakeld. Wanneer dit niet voldoende zou blijken om het onevenwicht te herstellen, volgen de gemeenten uit een of meerdere andere zones.
Bij de vorige editie van het bespreken van het afschakelplan was er ook vanuit Vlaanderen een sterke inbreng bij het herbekijken van dat afschakelplan. Er was ook een campagne en dergelijke meer. Ook nu komt het afschakelplan in de actualiteit, en hopelijk wordt het niet geactiveerd als gevolg van het gevreesde stroomtekort.
Ik heb een aantal vragen: hoe en op welke manier draagt Vlaanderen bij aan de bevoorradingszekerheid? Welke concrete plannen hebt u in dezen? Vier jaar geleden werd een on/off-campagne gelanceerd, om mensen aan te zetten tot rationeler energieverbruik, omdat energieverbruik verminderen ook kan bijdragen tot het voorkomen van stroomuitval. Plant u een soortgelijk initiatief, nu er opnieuw een stroomtekort dreigt? Worden er initiatieven genomen naar bedrijven om hen ertoe aan te zetten hun elektriciteitsverbruik te verminderen wanneer er een piekverbruik wordt verwacht bij gezinnen? Zal er aan lokale overheden worden gevraagd om initiatieven die aanleiding geven tot een hoger elektriciteitsverbruik, zoals tijdelijke schaatspistes en dergelijke meer, deze winter niet te nemen? En hebt u zich op welke installaties uitgesloten zijn van afschakeling in Vlaanderen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Zoals u weet, is het verzekeren van de bevoorradingszekerheid een bevoegdheid van de federale overheid. Ik heb binnen de Vlaamse energiebevoegdheden geen specifieke plannen om in deze federale bevoegdheid te interveniëren. Wij blijven naarstig verder werken aan de bevordering van de energie-efficiëntie bij onze eigen overheidsgebouwen, bij onze gezinnen en bij onze bedrijven, en wij werken verder aan de uitbouw van hernieuwbare-energieproductie, waaronder ook warmte-krachtkoppelingen (WKK’s), in Vlaanderen. In de toekomst zullen opnieuw de digitale meter en het faciliteren van flexibiliteit op het distributienet ongetwijfeld een bijdrage leveren – zeker voor de mensen die twijfelen aan het nut van een digitale meter.
Navraag bij de FOD Economie heeft uitgewezen dat de federale overheid momenteel geen grootscheepse sensibiliseringscampagne heeft gepland om mensen aan te zetten tot spaarzaam energiegebruik. In functie van de actualiteit kan dit natuurlijk wel veranderen. Om de bevolking te informeren over het moment waarop men moet beginnen het elektriciteitsverbruik te verminderen, heeft Elia een indicator ontwikkeld, vergelijkbaar met de indicator die in de zomer tijdens weerberichten gebruikt wordt om de hoeveelheid smog in de lucht aan te duiden. Elke dag toont de indicator met een eenvoudige kleurcode de beschikbaarheid van elektriciteit aan in ons land. Deze indicator is overigens ook uitgebracht in de vorm van een gratis app, ‘Elia 4cast’, die tot doel heeft de algemene bevolking te informeren over de situatie op het Belgische elektriciteitsnet, in verband met het risico op stroomtekort in België tijdens de winter. Ook de ‘on/off-website’, met onder meer tips om energie te besparen, is online.
De FOD Economie is naar eigen zeggen voorbereid om aan de bevolking te vragen om energie te besparen, wanneer Elia aan de federale ministers van Energie en Economie laat weten dat een risico op afschakeling reëel is. De sensibilisering zal dan plaatsvinden in de periode van zeven tot en met twee dagen voor de afschakeling. De FOD Economie is naar eigen zeggen ook wel bereid om dan de gewestelijke overheden hierin te betrekken. Het is vanzelfsprekend dat wij – in het geval van een crisis – alles zullen doen om samen met de federale overheid een afschakeling te vermijden. Zo is er reeds een decreet goedgekeurd om in uitzonderlijke gevallen de plaatsing van extra capaciteit tijdelijk toe te laten zonder vergunningsprocedure. U hebt daar als parlementsleden al uw medewerking aan verleend, bij hoogdringendheid.
Elia heeft ook het initiatief genomen om extra, dagelijkse biedingen te vragen inzake flexibiliteit van bedrijven en aggregatoren die de resources van vraagbeheer van bedrijven en van opslag groeperen. Hierdoor kan alle flexibiliteit die nog niet gecontracteerd werd, aangeboden worden in geval van een noodsituatie. Het gaat hier om bedrijven die aangesloten zijn op het hoogspanningsnet en het middenspanningsnet.
Er werden ook initiatieven genomen naar de overheden toe. Zo wordt er overleg gevoerd met de gebouwbeheerders van de overheden, die onder federale, maar ook onder gewestelijke bevoegdheid vallen, om procedures of maatregelen voor te bereiden, die ertoe kunnen leiden om het elektriciteitsverbruik van de gebouwen te kunnen verminderen, wanneer de transmissienetbeheerder voor een bepaalde periode een dreiging op elektriciteitsschaarste detecteert en notificeert aan de overheid. Het zou dus kunnen dat we dikketruiendagen moeten organiseren in dit Vlaams Parlement.
Er werd ook een bevraging georganiseerd aan de hand van een checklist, die door de gebouwbeheerders ingevuld moet worden, om zo een zicht te krijgen op de maatregelen die al werden voorbereid sinds eind 2014, en welke maatregelen er al dan niet nog mogelijk zijn in periodes van schaarste.
Tot slot: ziekenhuizen, beheerscentrales van noodoproepen, technische hulpsystemen en andere zogenaamde prioritaire klanten – volgens het ministerieel besluit dat het afschakelplan vastlegt – zullen niet worden afgeschakeld in geval van selectieve afschakeling, of zo snel mogelijk worden hervoed in geval van niet-selectieve afschakeling.
De heer Bothuyne heeft het woord.
De bevoorradingszekerheid is uiteraard een federale bevoegdheid. Maar ik denk dat ook de gewestelijke overheid hier een belangrijke rol in te spelen heeft; u dus ook. Ik had nog een paar vragen. U verwijst naar het overleg met gebouwbeheerders. Dat gaat dan over gebouwbeheerders op federaal, Vlaams en lokaal niveau, want heel veel overheidsgebouwen zijn natuurlijk in handen van lokale besturen. En ik weet dat u een groot voorstander bent van het betrekken van lokale overheden in het beleid, en dat u een echte ‘communalist’ geworden bent, zeker de laatste weken. Wat het overleg met het lokale niveau betreft: wie voert dat overleg, en welk doel heeft men voor ogen?
Wat betreft de installaties die al dan niet afgesloten worden: uiteraard is het voor ziekenhuizen en andere cruciale infrastructuur belangrijk dat die niet afgesloten worden, of zo snel mogelijk heropgestart worden. En dan zijn er natuurlijk ook de installaties die hernieuwbare energie produceren – dat ligt in het hart van uw bevoegdheid. In het afschakelplan zoals het nu is gedefinieerd, is bijvoorbeeld gepland om meer dan de helft van de biogasinstallaties af te sluiten van het net. Dat is natuurlijk behoorlijk contradictorisch: op het moment dat er een stroomtekort is, gaan we installaties die stroom produceren gaan afsluiten van het net. Voorziet u daaromtrent nog overleg met uw federale collega, of met Elia, om ervoor te zorgen dat we maximaal installaties van hernieuwbare energie blijvend in werking houden in tijden van stroomschaarste?
De heer Danen heeft het woord.
Het lijkt me dat in heel de discussie rond het afschakelplan de nood tot energiebesparing en rationeel energiegebruik onder de radar blijft. Als ik zie dat collega Bothuyne vraagt of u die campagne plant, terwijl ze er al is, wil dit toch zeggen dat die campagne toch niet echt breed gedragen is of breed bekend is gemaakt. Dus ik wil u echt oproepen om dit alsnog wel te doen, want ik denk echt dat overheden, burgers en bedrijven hun bijdrage kunnen leveren om het energieverbruik te verminderen, zeker tussen 17 uur en 22 uur, en op die manier een mogelijke afschakeling minder noodzakelijk te maken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik ga niet helemaal akkoord met wat collega Danen zegt, omdat je met energie-efficiëntie de zaak niet oplost. Als we naar het vriespunt gaan, hebben we 100 megawatt meer elektriciteit nodig per graad dat we zakken. Dat los je niet op door eventjes wat minder elektriciteit te verbruiken. Je kunt wel verschuiven in de tijd. Vandaar dat de digitale meter daarin een belangrijke tool kan zijn, als die op een deftige manier kan uitgerold worden.
Er is ook nogal wat discussie over wat te doen met bijvoorbeeld de biovergisting en biogas-WKK’s. Vroeger heeft men gezegd dat dit probleem opgelost was. Maar ik heb vroeger ook gevraagd mij eens technisch uit te leggen hoe je dat gaat oplossen, want dat is niet zo simpel. Als je een feeder afschakelt, en daarachter zit ook een biogasinstallatie of een windmolen, en je wilt hem terug in het net brengen, betekent dit wel dat die tijdelijk afgeschakeld wordt. Dan kun je de feeder weer inschakelen, maar dan moet je weer alle andere niet-hernieuwbare-energie-installaties loskoppelen, om die twee te laten werken. Daarin is niet voorzien bij de distributienetbeheerder. Men zegt wel dat dat het geval is, maar volgens mij werkt het technisch niet. Ik heb al vaker soms al lachend gezegd dat ik eigenlijk graag eens een brown-out georganiseerd zou willen zien, om te kijken of we inderdaad krijgen wat we verwachten te krijgen, namelijk dat de windmolens kunnen blijven produceren, dat de zonneparken en de WKK’s kunnen blijven werken enzovoort. Maar anderzijds vind ik het wel erg dat we in dit land moeten spreken over een mogelijk afschakelplan.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik heb nog een concrete vraag die voortbouwt op een aantal opmerkingen van de collega’s. Is er voldoende overleg tussen uzelf en de federale minister van Energie wat betreft de potentiële impact en de afwikkeling van een potentieel afschakelplan?
Ik wil zelf aansluiten bij deze vraagstelling. Het is een vraag die ik ook al een aantal jaar geleden heb gesteld, bij de eerste grotere communicatie rond het afschakelplan, waar alle gemeenten de communicatie kregen om te zorgen dat hun crisisplannen en dergelijke meer klaar stonden. We komen dan terug op het verhaal van de decentrale energieproductie. Ik moet wel vaststellen dat de energievoorziening inderdaad een federale bevoegdheid is. Maar onze alternatieve, groene energievoorzieningen zullen groter worden, en hopelijk zullen ze alleen maar stijgen. Dit is een cruciaal element in de hele energievoorraad. Maar we moeten vaststellen dat in het afschakelplan die wel effectief allemaal ook mee uitgeschakeld worden. Ik stel vast dat de regio’s die meer produceren door hun hernieuwbare energie dan dat ze verbruiken, ook effectief in het afschakelplan zitten en dus afgeschakeld gaan worden. Dat krijg ik niet uitgelegd, of begrijp ik althans niet, en ik wil geen technische discussie. Ik heb dat een aantal jaar geleden al aangehaald en ik moet vaststellen dat er eigenlijk nog altijd geen wijziging is. Ik veronderstel dat er daar inderdaad infrastructurele aanpassingen voor nodig zijn. Zijn die dan ook gepland? Gaat men dan daar effectief ook aan werken? De uitbreiding van hernieuwbare energie zal alleen maar groter worden – daar rekenen we althans op, dat is ook de Vlaamse uitdaging. Wordt er dan ook in voorzien dat in de toekomst die hernieuwbare energie wel met een maximumproductie gebruikt kan worden?
Minister Tommelein heeft het woord.
Het is logisch dat wij verantwoordelijk zijn voor onze eigen gebouwen van de Vlaamse overheid. Het Facilitair Bedrijf coördineert dat in Vlaanderen. Volgens mij is dat de bevoegdheid van minister Homans. Als we spreken over de lokale besturen, is het logisch dat de coördinatie gebeurt vanuit Vlaanderen. We zijn ook bevoegd voor de lokale besturen. Het lijkt me dan logisch dat ik als Vlaams minister van Energie samen met de Vlaamse Regering ook daar de coördinatie zal doen. Het is logisch dat dit in goed overleg zal zijn met de steden en gemeenten.
Wat de afschakeling van hernieuwbare energie betreft: die worden ofwel niet afgeschakeld, ofwel zeer snel hervoed. De feeders daarvan zijn gedetecteerd. Ik ga het voor alle zekerheid nog eens navragen bij de netbeheerder, maar volgens mijn informatie zijn de feeders voor hernieuwbare energie nu gedetecteerd. Het kan zijn dat dat in het verleden onvoldoende duidelijk bekeken werd. Maar als we met een stroomtekort zullen zitten, moeten we alles op alles zetten om de hernieuwbare-energieproductie gaande te houden. Dat lijkt me logisch. Tussen het oorspronkelijke afschakelplan van vijf jaar geleden en de situatie vandaag – het is de tweede keer op korte tijd dat men met afschakelplannen bezig is – is er natuurlijk ook heel wat veranderd, is er ook heel wat bijgestuurd en zal er ook heel wat gedetecteerd zijn. In de voorbije vijf jaar is er wat betreft hernieuwbare-energie-installaties nogal wat bij gekomen, niet alleen op het Vlaamse grondgebied, maar ook op de Noordzee, zoals u weet, waar de capaciteit van hernieuwbare-energieproductie vrij sterk is gestegen en toch al heel wat megawatt bedraagt.
Ik denk dat er het best alleen campagne wordt gevoerd als er een tekort is. We hebben dat in de laatste weken ook weer meegemaakt: op een bepaald moment begin je een crisissituatie te krijgen over een situatie die zich zou kunnen voordoen. We hebben een paar weken geleden gesproken over de maand november. Gisteren hebben we de warmste 6 november gehad sinds het begin van de metingen. Men spreekt dus altijd in veronderstellingen. Het is goed dat we voorbereid zijn. Het is goed dat we klaar staan. Het is goed dat we niets aan het toeval overlaten. Maar campagne voeren in geval van crisissituaties vind ik wel wat anders dan een constante bezorgdheid. Er is geen enkele toespraak, geen enkel betoog van mij, geen enkel interview dat ik geef, ook niet in korte quotes, waarin ik niet spreek over energie-efficiëntie en energiebesparing. Dat is nog altijd prioriteit nummer een, ook in Vlaanderen. Dat doen we constant. Sommige mensen hebben misschien de indruk dat ik alleen maar over productie bezig ben, maar dat is niet waar. Al mijn speeches mogen onderzocht worden, ik begin altijd met energie-efficiëntie en energiebesparing. Dat is het belangrijkste. Voor de rest moeten wij geen constante crisissituatie aanhouden.
U vraagt of er voldoende overleg is. Ik zie mijn collega van Energie op federaal niveau regelmatig. Ik heb vanmorgen mijn federale collega Marghem gezien op het Overlegcomité, ik heb ook mijn Waalse collega daar gezien. Er is dus wel degelijk contact. En in deze moderne tijden maken wij ook gebruik van moderne technieken om met elkaar te communiceren, zoals WhatsApp en sms. We hebben dus wel degelijk contact met elkaar, en dat gebeurt zelfs zonder crisissituaties. We zijn een maand geleden opnieuw met de andere overheden door het draaiboek gegaan. Met andere woorden: we laten duidelijk niets aan het toeval over.
Mevrouw Rombouts, u verwees naar de regio's die zelfvoorzienend zijn. U hebt daar gelijk in. Wij hebben die ook doorgegeven aan de federale overheid. Er zijn nu eenmaal locaties waar toch heel wat energievoorziening is via hernieuwbare energie. We gaan opnieuw, in samenwerking met de netbeheerders, waar we nog eens zullen vragen hoe het zit met de feeders, bekijken hoe dat verder kunnen optimaliseren.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik ben blij, minister, dat u ervaart dat u voldoende overleg hebt met uw federale en andere collega's – op alle mogelijke manieren, heb ik begrepen. Ik hoop dat dat effectief tot een goed resultaat en goed beleid leidt, want het energiebeleid in dit land lijdt al lang onder een gebrekkig overleg tussen de verschillende niveaus. Maar dat zou ons in dit bestek misschien wat te ver leiden.
Wat betreft het overleg met de gebouwenbeheerders, heb ik begrepen dat u het initiatief neemt, samen met uw bevoegde collega's, om alle betrokkenen, dus ook de lokale overheden, hierin te betrekken. Ik denk dat het een goed initiatief is om dat te doen, niet alleen met het oog op het organiseren van dikketruiendagen, maar misschien ook nog eens opnieuw om te sensibiliseren rond structurele energiebesparende investeringen.
Met betrekking tot de installaties van hernieuwbare energie: dat hebt u doorgegeven aan de federale collega. Ik denk dat het goed is dat u dat ook nog eens gaat opvolgen. Het zomaar afschakelen van installaties die hernieuwbare energie produceren, blijft, in tijden van stroomschaarste, een anomalie. Ik hoop dat u er, in goed overleg met uw federale collega, voor kunt zorgen dat dat niet gebeurt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.