Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, volgens de laatst gerapporteerde emissiecijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft huishoudelijke houtverwarming – ‘houtstook’ in de volksmond – anno 2016 nog steeds een zeer belangrijke bijdrage aan de luchtverontreiniging: 36 procent aan PM10, 45 procent aan PM2,5, alsook aan kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstof (pak) en dioxines, maar ook aan roet, dat rechtstreeks en onrechtstreeks bijdraagt aan de opwarming van de aarde. De belangrijkste oorzaken zijn het stoken met hout in oudere en vervuilende toestellen en het slecht gebruik van toestellen. Er is niet alleen een negatief effect op de luchtkwaliteit maar er zijn ook grote gezondheidseffecten.
Om deze negatieve effecten van houtstook te verminderen, heeft de Vlaamse overheid enige tijd geleden een Green Deal gesloten met de houtkachelsector en verschillende milieuverenigingen. Die wordt opgenomen in het Vlaams Luchtbeleidsplan en werd op maandag 22 oktober voorgesteld.
Er is onder meer overeengekomen dat houtkachels tegen 2030 de helft minder mogen uitstoten in vergelijking met 2016 en er wordt naar gestreefd om alle verouderde stooktoestellen tegen dan buiten gebruik te stellen. Verder wil men ook de uitstoot door houtstook beter in kaart brengen, wordt er onderzocht hoe houtkachels kunnen worden geregistreerd en hoe er controles kunnen komen op een beter gebruik en installatie van huishoudelijke verwarmingstoestellen.
Minister, naar aanleiding van deze Green Deal, en met de winter voor de deur, heb ik enkele vragen. Het meest in het oog springende streefdoel is de halvering van de uitstoot tegen 2030. Er is echter ook nog meer kennisopbouw nodig rond onder meer de reële emissies van stooktoestellen. Wanneer mogen we die resultaten verwachten, die toch wel cruciaal zijn voor de monitoring en evaluatie van dat streefdoel?
Hieraan gekoppeld: de Green Deal stelt dat voor de operationele doelstellingen waar nodig ook een nulmeting wordt opgenomen. Hebt u een zicht op hoeveel van die nulmetingen nodig zullen zijn voor welke doelstellingen en wanneer we die mogen verwachten?
De houtstook als bijverwarming wint de laatste jaren aan populariteit, net zoals het aantal hinderklachten over houtrook. Op welke manier zal deze Green Deal ervoor kunnen zorgen dat een afname van oudere kachels niet teniet gedaan wordt door de toename van nieuwere toestellen?
Volgens modelberekeningen van de VMM is gemiddeld 70 tot 80 procent van het fijn stof dat we meten in de omgevingslucht afkomstig van andere gewesten en Europese landen of uit niet-Europese bronnen. Hoe zult u met deze Green Deal ook andere landen betrekken in de reductie van fijn stof via houtstook?
De Green Deal stelt dat conform de Vlaamse energievisie, de toekomstige rol van houtstook in huishoudelijke verwarming zal afnemen. Er wordt in het document echter niet verwezen naar specifieke vervanging van houtkachels door andere technologieën, een kritiek van onder andere de Bond Beter Leefmilieu (BBL). Op welke manier denkt u de rol van houtstook te verminderen en hoe reageert u op de kritiek van BBL?
De resultaten van de Green Deal zullen steeds publiek worden gemaakt. Dat is uiteraard een heel goede zaak. Op welke manier zal dat gebeuren en op welke manier zal dat worden geëvalueerd, eventueel op een frequentere basis dan opgenomen in de Green Deal?
Zult u voor deze winter reeds een specifieke communicatiecampagne rond houtstook opzetten?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, er is inderdaad een impact op het leefmilieu, zeker wat oude toestellen betreft en de manier waarop wordt gestookt, met vervuild hout bijvoorbeeld. Dat heeft een significante negatieve impact op het leefmilieu, maar ook op de gezondheid.
We weten dat houtstook in Vlaanderen wijdverspreid is. Het is een problematiek die de nodige nuance vraagt, maar ook een aanpak die heel breed gedragen wordt, want anders kun je nooit resultaat boeken. Dat is ook de reden waarom we deze Green Deal hebben afgesloten. Het voordeel van zo’n Green Deal is dat alle partijen mee aan tafel zitten.
Berekeningen zijn heel belangrijk om de impact in te schatten. Het doorrekenen van de uitstoot in de emissierapporteringscijfers vereist dat gebruik wordt gemaakt van specifieke emissiefactoren, minstens per type en leeftijd van stooktoestel. De VMM maakt gebruik van deze gedetailleerde berekeningsmethode, namelijk een combinatie van enerzijds gebruiksdata inzake het kachelpark en de brandstof en anderzijds emissiefactoren. Voor de gebruiksdata plant de VMM in 2019 een onderzoek dat een soort nulmeting zal uitvoeren en ook in een opvolging voorziet voor de toekomst. Deze studie heeft tot doel het kachelpark te actualiseren. Om de evolutie van het kachelpark te kennen, zal een dergelijke studie op geregelde tijdstippen herhaald moeten worden, bijvoorbeeld om de vier jaar.
Het bepalen van de reële emissiefactoren gebeurt binnen Vlaanderen door de opvolging van wetenschappelijk onderzoek en inzonderheid van de werkzaamheden van de Task Force on Emission Inventories and Projections (TFEIP). Dit orgaan van de United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) bepaalt emissiefactoren en methodologieën op basis van het meest recente internationale onderzoek. Voor de nulmetingen die de VMM volgend jaar op punt zal stellen, zal men zich baseren op de cijfers van 2016.
Het streefdoel van de Green Deal is een reductie van minstens 50 procent van de uitstoot tegen 2030. De halvering verkrijgen we door te werken op verschillende fronten: niet enkel via de buitengebruikstelling van de oude, vervuilende toestellen, maar ook via de vervanging naar nieuwe en meer performante en emissiearmere toestellen, namelijk houtgestookte of alternatieve verwarmingssystemen, zoals warmtepompen en zonnewarmte, en via acties, onder andere communicatie, sensibilisering en regelgeving specifiek wat betreft stookgedrag en onderhoud. Het moet duidelijk zijn dat in de Green Deal geen vervangingsdoelstelling van oude toestellen werd opgenomen, maar wel een buitengebruikstellingsdoelstelling.
Artikel 7.2 van de Green Deal voorziet erin dat de initiatiefnemers zich gedurende de loop van de Green Deal engageren tot samenwerking en informatie-uitwisseling met onze buurgewesten en andere omringende landen. Op die manier zullen we kunnen opvolgen wat die acties hebben opgeleverd, zowel informeel als op bilaterale basis en via workshops. Ter verbetering van de luchtkwaliteit hebben de overheden in de buurlanden en -gewesten de voorbije jaren ook al initiatieven, acties en maatregelen genomen om de uitstoot van de stook te verminderen. Nederland heeft ook interesse getoond om op korte termijn samen te zitten over de aanpak van de uitstoot en de schadelijke gevolgen van huishoudelijke houtstook. Daarnaast is de aanpak van huishoudelijke houtstook opgenomen als prioriteit en actiepunt in het werkprogramma van de UNECE-conventie inzake grensoverschrijdende luchtverontreiniging op lange afstand, waarin wij uiteraard ook partner zijn. Op Europees niveau zijn er in de recente Commissieverordeningen inzake milieueisen voor verwarmingsketels en lokale toestellen in uitvoering van de Ecodesignrichtlijn strengere normen afgesproken. In onze Green Deal verwijzen wij daar al naar. Dat zal pas in 2022 op Europees vlak van kracht zijn, maar wij verwijzen in onze Green Deal al naar die Europese aanpak.
Bij de voorbereiding van de Green Deal werden ook het kabinet van minister Tommelein en zijn diensten betrokken. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) is een partner in de Green Deal en heeft die ook mee ondertekend. Dat toont dat er absolute afstemming is met het energiebeleid.
Er was oorspronkelijk een ontwerpversie van de Green Deal. Die hebben wij besproken in het stakeholdersoverleg. Er werd een opmerking geformuleerd door de Bond Beter Leefmilieu (BBL), die een vervangingsdoelstelling van 50 procent niet zag zitten. Daarom zijn wij daarvan afgestapt en staat het niet meer in de huidige Green Deal. We zijn dus niet uitgegaan van een vervanging maar van een buitengebruikstellingsdoelstelling, waar de focus dus op komt te liggen.
Ik wil ook benadrukken dat de Green Deal een instrument is om tot samenwerking tussen de overheid, de kachelsector en andere stakeholders te komen, sectoren die uiteenlopende belangen hebben. Dat is juist zo typisch aan een Green Deal, het zorgt ervoor dat je op die manier een bijzondere meerwaarde hebt.
De resultaten worden uiteraard publiek gemaakt. Het is de bedoeling om daarover te rapporteren. Er is in evaluatiemomenten voorzien. Er is ook een stuurgroep. Dat zal zeker naar buiten toe gerapporteerd worden. De eerste vergadering van de stuurgroep is gepland voor januari 2019.
Via de Green Deal komen er verschillende communicatieproducten op verschillende tijdstippen, die steeds zullen worden herhaald. Nu lopen er al acties die we blijven voortzetten: de campagne ‘Stook slim!’ en het uitvaardigen van een stookadvies door de VMM bij overschrijding van de informatiedrempel voor fijn stof. Dat gebeurt vandaag al en wordt voortgezet.
Collega, ik denk dat het een evenwichtige aanpak is om iets te doen aan de significante impact op leefmilieu, ook rekening houdend met de realiteit zoals die is in Vlaanderen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. De Green Deal is uiteraard een heel goed instrument om op korte, middellange en lange termijn maatregelen te nemen en doelstellingen uit te werken met betrekking tot de houtstook. Het is positief dat de houtsector meewerkt en meedenkt en dat men is gekomen tot die Green Deal, waar er effectief belangrijke engagementen werden aangegaan, zoals de reductie met 50 procent van de uitstoot tegen 2030.
Minister, ik had graag nog twee bijkomende vragen gesteld. In verband met de evaluaties staat er in de Green Deal dat er pas in oktober 2020 een eerste schriftelijke stand van zaken zal worden opgemaakt met betrekking tot de acties die u daarnet mooi hebt opgesomd. Ik denk persoonlijk echter dat het nuttig is dat wij als parlementsleden eventueel op een informele manier op de hoogte kunnen worden gehouden van tussentijdse resultaten of eventuele wijzigingen. Daarom mijn vraag daarnet. Ik wens dit opnieuw te herhalen en te vragen hoe u daartegenover staat.
In het verleden werd er meermaals gesproken over een premie ter promotie van een nieuwere, milieuvriendelijkere houtkachel.
Minister, dat zijn uitspraken die u hier hebt gedaan. Op pagina 12 van de Green Deal wordt hier kort naar verwezen. Het maakt deel uit van het onderzoek, maar ook de voor- en nadelen van andere zaken zullen worden onderzocht om tot een snelle uitfasering of vervanging van die houtkachels te kunnen komen.
Ik heb gemerkt dat de houtkachelbedrijven zelf met een premiestelsel komen. De sector doet hier zelf iets aan. Bent u hiervan op de hoogte? Hoe staat u daartegenover? Hoe staat u tegenover de uitspraken uit het verleden waarin u hebt gesteld dat u een voorstander van een eventuele premie bent?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik wil me bij de laatste vraag van mevrouw De Vroe aansluiten. Een tijdje geleden hebt u verklaard dat we misschien premies moeten instellen om de oudere kachels door nieuwe, performantere kachels te vervangen. Wij vonden dat toen geen goed idee. Indien ik me goed herinner, staat in de beslissing van de Vlaamse Regering van juli 2018 dat er premies komen om een houtkachel door een andere bron te vervangen. In de Green Deal is dit niet als zodanig opgenomen.
In de rest van uw toelichting hebt u op een bepaald moment gezegd dat we moeten nakijken hoe we oudere toestellen kunnen vervangen door betere houtgestookte toestellen of toestellen met andere bronnen. Ik heb dan ook dezelfde vraag als mevrouw De Vroe. Wat zijn uw actuele inzichten op dit gebied?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, de Green Deal is een afspraak met verschillende stakeholders. Ik denk dat het belangrijk is dat u de sector mee hebt gekregen. Het lijkt me echter ook belangrijk dat u de milieuverenigingen, die op het vlak van de luchtkwaliteit belangrijke stakeholders zijn, kunt overtuigen.
Daarover is weer eigenaardig gecommuniceerd. In uw eerste communicatie leek het alsof de milieuverenigingen met de door u voorgestelde Green Deal akkoord waren gegaan. De volgende dag hebben zij echter in krantenartikelen ontkend deze deal te hebben ondertekend. Het lijkt er dan ook op dat de Green Deal vooral een eenzijdige deal met de sector en niet zozeer met de milieuverenigingen is.
Zoals al is aangehaald, vinden toch wat milieuverenigingen, zoals de Bond Beter Leefmilieu (BBL), dat in het plan te weinig op andere verwarmingsbronnen wordt ingezet. Op langere termijn zouden een forser uitdovingsscenario en de zoektocht naar alternatieven een prominentere rol in uw plan moeten krijgen. Ik vraag me af hoe dit is misgelopen. In de communicatie leek het zelfs tot op het allerlaatste moment alsof er een akkoord was dat nadien leek te zijn ingetrokken. Waar komt dat misverstand vandaan? Waarom hebt u de milieuverenigingen niet over de streep kunnen trekken?
Ik denk dat de milieuverenigingen voor een gefaseerde aanpak te vinden zijn. Niemand vindt dat alle houtkachels van vandaag op morgen moeten worden verboden. Ik denk dat iedereen een zekere redelijkheid aan de dag legt. Waar liggen dan de grote twistpunten? Was het echt niet mogelijk tot een vergelijk te komen? Hoe komt dat?
Minister, ik sluit me aan bij de vraag over de premies. Een premie voor een veel properder alternatieve houtverwarmingskachel lag op tafel, maar de vraag is dan wat daarvoor in aanmerking zou komen. Hoe ziet u dat precies? Zouden we die premie niet veeleer inzetten voor alternatieve verwarmingsbronnen, zoals warmtepompen? Ik zou graag uw visie hierop horen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, eerst en vooral heb ik er absoluut geen probleem mee dat de stuurgroep de verslagen zou meedelen van de evaluaties die tijdens de vergaderingen worden gemaakt. Ik heb er geen probleem mee dat over te maken en ik zal dit ook aan de leden van de stuurgroep doorgeven.
De beslissing van de Vlaamse Regering komt niet zomaar uit de lucht gevallen. In het actieplan met betrekking tot fijn stof staat dat er een premie komt voor de vervanging van houtverwarming door milieuvriendelijke alternatieven. Die tekst is klaar en bevindt zich op dit moment bij de minister van Begroting. De tekst is bij de Inspectie van Financiën geweest en ligt momenteel ter goedkeuring bij de minister van Begroting. Ik hoop dat we hiermee snel vooruit kunnen gaan.
Wat de partners in de deal betreft, heb ik daarnet al gezegd dat mijn diensten aanvoelden dat de BBL een probleem met de formulering had. De nadruk lag nogal sterk op een vervanging van 50 procent. De BBL wilde eigenlijk een uitdoofscenario waarin de kachels buiten gebruik zouden worden gesteld. De tekst is aangepast en iedereen ging ervan uit dat de BBL akkoord zou gaan. Op het laatste moment heeft de BBL verklaard hiermee niet akkoord te gaan. Meer uitleg hierover moet u aan de BBL vragen.
Ik vind het een gemiste kans. De BBL is nog steeds welkom om zich hierbij aan te sluiten. Ik denk dat het de eerste keer is dat dit wordt aangepakt en dat actie wordt ondernomen om mensen bewust te maken van de uitstoot van houtstokerij en om iedereen hierbij te betrekken. Ik vind het jammer dat niet iedereen aan boord is, maar een Green Deal is niet iets wat te nemen of te laten is. Iedereen kan zich daar altijd bij aansluiten en op die manier voor een groter draagvlak zorgen.
Er zijn natuurlijk altijd organisaties die drastisch te werk willen gaan en alles van vandaag op morgen zouden willen verbieden. Ik denk dat dit de slechtste manier is om met dit dossier om te gaan. We zouden een enorme weerstand krijgen en het draagvlak zou helemaal weg zijn. Omdat ik dat geen goed idee vind, denk ik dat de aanpak in de Green Deal, waarbij we op een realistische manier stap voor stap te werk gaan, de enige juiste weg is die we in dit verband moeten volgen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Het is inderdaad een eerste belangrijke stap om de uitstoot te verminderen. Ik wil u ten eerste bedanken omdat u de opdracht zult geven om de tussentijdse resultaten aan ons, leden van deze commissie, op regelmatige basis over te maken.
Ten tweede hebt u gezegd dat het premiestelsel op tafel ligt. We gaan dat uiteraard goed opvolgen. Ik denk dat het wat dat betreft heel belangrijk is dat men naar de milieuvriendelijke alternatieven kijkt, uitgebreider dan alleen nieuwe kachels, en dus ook naar warmtepompen en andere milieuvriendelijke verwarmingssystemen, want we weten toch allemaal dat een houtkachel niet de milieuvriendelijkste manier is om te verwarmen. Ik zou graag hebben dat ook dat heel zeker wordt bekeken.
We volgen dat uiteraard verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.