Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, in de Septemberverklaring werd aangekondigd dat het Flanders Future Techfund zal worden opgericht, een nieuw fonds voor toptechnologie om onze Vlaamse strategische onderzoekscentra en speerpuntclusters sneller naar de markt te laten doorstromen. Zodoende zorgen wij ervoor dat het potentieel van onze Vlaamse technologie zo breed mogelijk benut wordt en leggen we de basis voor een nieuwe generatie Vlaamse wereldspelers in het digitale tijdperk. Het fonds krijgt een startkapitaal van 75 miljoen euro, dat op termijn met 300 miljoen euro kan aangroeien.
Ik vind het op zich een goed idee om dat te doen, het vermarkten van innovatie die aan speerpuntclusters en onderzoekscentra via de universiteiten ontwikkeld wordt. Ik heb een aantal vragen omdat het voor mij nieuw was. Het is iets dat ik ontdekt heb tijdens de Septemberverklaring. Ik wist niet dat het op komst was en dat we daaraan aan het werken waren. 75 miljoen euro is geen groot fonds maar het wordt op termijn 300 miljoen euro. Dat is natuurlijk van een totaal andere orde, zo zijn er niet zoveel fondsen in Vlaanderen.
Bestaat die 300 miljoen euro enkel uit publieke middelen of gaat het over private middelen die toegevoegd worden aan de 75 miljoen euro die, vermoed ik, door Vlaanderen op tafel wordt gelegd? Wat zijn de beweegredenen voor de oprichting? Wat is de positie van het nieuwe fonds ten aanzien van publieke en private fondsen die al bestaan of in oprichting zijn? Er is onder andere het initiatief van federaal minister Van Overtveldt voor scale-ups en dergelijke meer. Er zijn ook private initiatieven zoals Scaleups.eu. Hoe moeten we dat zien in het veld? Hoe zal de governance van dat fonds verlopen?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, u weet dat we vanuit Vlaanderen al tientallen jaren investeren in onze strategische onderzoekscentra (SOC’s). Zij bouwen een mooie technologieportfolio uit. We merkten dat wanneer men deze technologie wil valoriseren, het vaak moeilijk is om voldoende kapitaal op te halen om de technologie voldoende breed te ontwikkelen. De technologie van onze SOC’s is immers bij uitstek platformtechnologie die ingezet kan worden voor verschillende doelstellingen of producten. Ik zal u een voorbeeld geven. Zo kan een molecule uit onderzoek van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) vaak ingezet worden voor de behandeling van een bepaald ziektebeeld, maar wellicht kan dat ook bij een totaal ander ziektebeeld worden ingezet.
Omdat het echter bijzonder kapitaalintensief is en omwille van het hoog innovatiegehalte en dus ook hoog risicogehalte, vonden de SOC’s moeilijk investeerders om dergelijke platformen verder te ontwikkelen of wanneer een investeerder gevonden werd, werd de technologie snel verengd tot een van de mogelijke toepassingen om het investeringsbedrag en het risico te beperken. In plaats van het platform volledig te blijven uitspitten, ging men in op een mogelijke commercialisering. Dit betekent wat mij betreft een duidelijke suboptimale return voor Vlaanderen aangezien daarmee investeringen in andere mogelijke toepassingen van een technologieplatform stil werden gelegd of in het slechtste geval nooit verder werden opgenomen, en concurrerende initiatieven uit het buitenland de tijd kregen om bij te lopen.
We willen echter deze platformtechnologie van onze SOC’s zo breed mogelijk ontwikkelen en naar de markt brengen, zodat we alle mogelijke toepassingen van het onderzoek kunnen valoriseren. Om die brug te maken, de technologieplatformen meer matuur te maken alvorens er marktinvesteerders mee gemoeid zijn, en de verschillende producten uit te kunnen bouwen, was een initiatief nodig om dit gat te dichten. Het is zoals u zegt zeer innovatief. Het bestond nog niet. Het is naar voren gekomen vanuit de SOC’s.
Dit initiatief is het Flanders Future Techfund, in het Engels omdat we uit het buitenland bijkomende investeerders willen aantrekken op termijn. De doelstelling is de technologieplatformen van onze SOC’s en speerpuntclusters breed te ontwikkelen zodat alle onderzoekstoepassingen parallel gevaloriseerd kunnen worden in plaats van na elkaar of soms helemaal niet.
U vraagt dan naar de positie van dat fonds ten opzichte van initiatieven als Scaleups.eu en dergelijke. Ik denk dat het, in de uitleg die ik u gegeven heb, heel duidelijk is dat dit fonds een zeer specifieke doelstelling heeft, die helemaal niet te vergelijken is met de doelstelling van het scale-upfonds, namelijk om meer doorgroei van scale-ups mogelijk te maken. Het gaat hier over die specificiteit van een technologieplatform en het benutten van alle mogelijkheden daarvan.
Wie zal het fonds beheren? Wij voeren discussie met de PMV om te bekijken of ze het fonds in fiduciair beheer kunnen nemen.
Collega Van Rompuy, ik hoop dat mijn uitleg duidelijk genoeg was. Ik denk dat het een heel specifieke zaak is, gekoppeld aan onze SOC’s, onze speerpunten en brede technologieplatformen, waarvan we vandaag merkten dat niet alles benut werd wat nodig en zinvol was.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik wil er toch nog iets aan toevoegen. Ik vind het een nuttig initiatief, zonder enige twijfel. Ik vind ook dat het doorgang moet vinden. Ik wil wel herhalen wat ik vorige week al zei, namelijk dat we op termijn wel riskeren om te komen tot een zekere versnippering van de investeringsmiddelen die we hebben voor verschillende fondsen. Ik probeer deze materie goed op te volgen. Voor mij was dit fonds toch wel een verrassing. Het was een positieve verrassing, maar niettemin een verrassing.
Daarom wil ik opnieuw oproepen om die versnippering tegen te gaan of in goede banen te leiden. Ik roep er daarom toe op om in het parlement toch eens een debat te hebben over welke strategische keuzes we maken op het vlak van investeringsfondsen. Waarom zeg ik dat? Er is nu een startkapitaal van 75 miljoen euro. Dat betekent dat je toch met relatief kleine tickets zit. Als je daarmee verschillende projecten wilt steunen, dan heb je al snel tickets die onder de 10 miljoen euro zitten. Dat is voor verschillende van die projecten niet altijd optimaal.
Er zijn ook andere initiatieven. Dit is een initiatief van federaal minister van Financiën Van Overtveldt, in samenwerking met Vlaanderen, denk ik. Op zich is dat positief, maar we spreken ook over grote bedragen of zouden willen doorgroeien naar grote bedragen. Ik heb zelf een voorstel op tafel gelegd, een conceptnota ingediend, over een verankeringsfonds. U hebt vorige week in de commissie gezegd dat u nadenkt over een verankeringsfonds. Het zou goed zijn als we daar eens een debat over hebben, een hoorzitting, om na te gaan waar die middelen juist zitten, wat voor Vlaanderen de prioriteiten zijn en hoe we grosso modo de bedragen zien die we daarin investeren. Ik denk dat dat wel een nuttige oefening zou zijn bij debatten als deze.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik kan deels de bijkomende vraag van collega Van Rompuy bijtreden, maar deels ook niet, omdat ik denk dat er hier toch ook een opportuniteit zit in die context, omdat de Vlaamse overheid hier, tenzij u dit tegenspreekt, de lead neemt in het fonds. We zien inderdaad dat er een tekort is in het segment van ‘ik doe aan fundamenteel onderzoek en ik wil het op een bredere manier naar de markt brengen’.
Het fonds van minister Van Overtveldt gaat eigenlijk over een verdere scale-up, waar men spreekt over tientallen miljoenen die soms nodig zijn en waar buitenlandse bedrijven dat dan meestal eerder doen dan wij. Vandaar ook mijn vraag.
Het leidt tot versnippering, maar ik denk dat het versnippering ook net kan tegengaan. Want bijvoorbeeld imec heeft ook zijn eigen fonds, imec.xpand, waarin de overheid volgens mij niet de lead neemt. Is het dan de bedoeling dat dat bijvoorbeeld wel geïntegreerd wordt in dit nieuwe techfonds? Want dan ga je juist wel wat versnippering tegen en kom je deels tegemoet aan de vraag van de heer Van Rompuy.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Ik vind het op zich wel een interessante discussie. We moeten ons inderdaad de vraag stellen: moeten we ons qua fondsen meer specifiek richten op bepaalde doelgroepen, in dit geval de technologie op zich? Ik vind het een goed initiatief, ook in het kader van Vlaanderen als kennisregio en zo, waarop we ook een antwoord moeten bieden. Er was sowieso ook al een gap rond innovatie en eigenlijk realisatie, zodanig dat dat een meerwaarde kan betekenen voor de Vlaamse economie.
Ik heb nog twee vragen. Collega Van Rompuy spreekt over 75 miljoen euro. Op zich is dat niet veel. Hij leidt onmiddellijk af dat het dan wellicht gaat over kleine tickets. Voor mij wil dat niet onmiddellijk zeggen dat het kleine tickets zijn. Ik vermoed, of ik hoop, dat jullie toch een behoefteanalyse hebben uitgevoerd. Hebben jullie een idee – en ik ga u zeker niet vastpinnen op een cijfer achter de komma – over hoeveel projecten het op jaarbasis gaat? Is dat dan bijvoorbeeld 1 miljoen euro per project? Kunt u daar een indicatie van geven?
Op mijn tweede vraag hebt u tussen de lijnen door al een antwoord gegeven. Voor de financiering van spin-offs van de SOC’S werd de vorige legislatuur het SOFI-fonds (spin-offfinancieringsinstrument) opgericht. Hoe verhoudt dit nieuwe fonds zich ten opzichte van het SOFI-fonds? U hebt heel duidelijk gezegd: dit is heel specifiek voor technologie. Wil dat dan zeggen dat vanuit het SOFI-fonds niets meer voor technologie wordt gegeven? Kunt u daar een woordje uitleg over geven?
Minister Muyters heeft het woord.
Over debatten die hier gevoerd worden, kan ik niet beslissen. Dat was waarschijnlijk ook niet uw vraag, collega Van Rompuy.
Ik wil toch nog eens duidelijk maken dat wat wij hier doen iets heel anders is dan wat bijvoorbeeld collega Van Overtveldt doet. Daar gaat het naar fondsen voor scale-ups. Hier gaat het naar een technologieplatform, alleen bij onze SOC’s en onze speerpuntclusters. Hoe groot die tickets zijn, zullen we nog ondervinden. Die kunnen wat groter zijn, misschien zijn er ook een paar kleinere bij. Maar het moet ook voldoende leverage hebben. Er moet voldoende draagvlak zijn om te zeggen: hier zit zoveel in.
Het is ook vaak heel kapitaalintensief, dus het gaat toch wel over wat geld. Dat is mijn aanvoelen. Het idee is gekomen vanuit een aantal SOC’s. We hebben het opgenomen omdat we aanvoelden dat het iets is wat nog niet bestond en waar we iets mee moesten doen. Dat is iets heel anders dan bijvoorbeeld xpand van imec. Dat zijn technieken die al veel rijper zijn dan waar we het nu over hebben.
De ervaring van imec met de brede technologieplatformen is dat je vanaf het moment dat je daar fondsen van externen bij betrekt, men snel naar één toepassing gaat en niet meer het hele palet bekijkt omdat die commerciële partner wil dat zijn fondsen zo rap mogelijk renderen.
Collega Van Rompuy, wat we wel willen doen, is altijd een private partner meenemen, maar voor een kleiner percentage om zekerheid te hebben dat er ook interesse is voor dat brede technologieplatform op de markt. Die combinatie willen we maken. Het is de bedoeling om meer vanuit de overheid te werken omdat het niveau nog zeer risicovol is en met een zeer hoog innovatiegehalte.
Collega Vanwesenbeeck, het SOFI-fonds was anders. Daar zat je al aan het moment van de spin-off vanuit de universiteit. Daar was het al rijp om naar de markt te gaan. Hier zitten we nog in een vroegere fase. Stel je voor dat je een chip hebt die je al kunt toepassen en je maakt een spin-off, wat zag je dan? Dat al de rest bleef hangen en gedaan was terwijl er nog potentialiteit was. Er wordt dan niet meer verder in geïnvesteerd. Dat willen we nu juist wel bereiken.
Minister, u hebt nog één vraag niet beantwoord: wie zal het nieuwe fonds beheren?
We voeren momenteel een discussie met PMV om dit te bekijken. Daarop heb ik wel geantwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.