Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister, we hadden daarnet al een vraag over museum Kanal. Ik denk dat dit museum hier nog vaker ter sprake zal komen. Het is een gewestelijk project waarmee men het culturele leven in Brussel meer op de kaart wil zetten. Hoewel de stichting opgericht werd door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, merk ik dat men dit toch wat promoot als een bijhuis van het Centre Pompidou in Parijs. Dat staat in grote letters op het gebouw, waar ik elke dag voorbij rijd. Ik zie dat de Vlaamse Gemeenschap voor dit project een niet geringe ondersteuning heeft gegeven van maar liefst 750.000 euro via het Vlaams Brusselfonds.
Ik was begin september 2018 dan ook ter zeerste verwonderd over een advertentie in de cultuurbijlage van De Morgen, een krant die ik normalerwijze niet koop. Daarin stond een advertentie voor Kanal en voor bepaalde tentoonstellingen die werden aangekocht. Het betrof reclame voor nieuwe bezienswaardigheden. Wat evenwel opviel, was niet enkel de programmatie waarvoor men reclame maakte, maar ook het adres van Kanal.
Ik dacht dan toch wel, en we ijveren daar beiden voor, we zijn een tweetalige stad. Dan zou men toch denken dat de aankondiging voor de vele bezoekers in het Nederlands zou gebeuren. Dan bleek dus dat Brussel, alvast volgens degenen die de advertentie geplaatst hebben, …
In de publicatie stond er bij het adres te lezen: “Quai des Péniches, 1000 Bruxelles”, zonder Nederlandstalige toevoeging, in een Nederlandstalige krant. Als gewestinstelling, want Kanal is een instelling van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, lijkt mij dit strijdig met de taalwetgeving. Bovendien is de kans reëel dat de Vlaamse Gemeenschap deze promotie, minstens gedeeltelijk, betaalde. Ik hoop alvast dat er geregeld overleg is met u. Wanneer u in 750.000 euro voorziet, dan zou ik bijna denken dat het een evidentie is dat die advertentie aan u of aan uw diensten werd voorgelegd.
Op een vraag van collega Willy Segers antwoordde u dat u 100.000 euro had uitgetrokken voor de promotie van Kanal in de Vlaamse Gemeenschap. Dan denk ik dat die advertentie in De Morgen daar onder zou vallen.
Ik heb dan ook de volgende heel concrete vragen aan u, minister.
Werd de promotie voor Kanal, heel specifiek deze advertentie in De Morgen, gefinancierd met middelen van de Vlaamse Gemeenschap?
Gaat het hier om een inbreuk tegen de taalwetgeving? Ik weet dat daar nog altijd wat lacherig over gedaan wordt, maar het gaat over het principe dat men respect moet tonen tegenover Vlamingen, tegenover Nederlandstalig die misschien Kanal willen bezoeken.
Hebt u dat ondertussen ter sprake gebracht? Zult u daar maatregelen tegen treffen, in overleg met de stichting Kanal? U weet dat het een orgaan is met drie directeurs, die elk vanuit het gewest een bepaalde benoeming, een bepaalde kleur hebben.
Indien het museum zelf instaat voor de promotie en u daar dus niet bij betrokken zou zijn, hoe kan u er dan voor zorgen dat de stichting in de toekomst het nodige respect en de naleving van de taalwet zal nastreven?
Minister Gatz heeft het woord.
Het klopt dat de stichting Kanal onder de taalwetgeving valt. Ik schets u even de juridische situatie.
Overeenkomstig artikel 1, §1, 2°, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken zijn deze wetten, zoals we weten, van toepassing op de natuurlijke en de rechtspersonen die concessiehouder zijn van een openbare dienst of die belast zijn met een taak die de grenzen van een privaat bedrijf te buiten gaat en die de wet of de openbare machten hun in het belang van het algemeen hebben toevertrouwd.
De stichting Kanal werd opgericht bij het besluit van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 28 september 2017. Het Brusselse Gewest stelt, zoals u weet, een aanzienlijke som ter beschikking van de stichting met het oog op de verwezenlijking van de doelen van de stichting.
Het hoofddoel van de stichting is de ontwikkeling, in de vroegere Citroëngarage aan het IJzerplein, van een cultuurpool van regionale dimensie, door onder andere een museum van moderne en hedendaagse kunst op te richten en plaats te bieden aan het Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap (CIVA). Dit moet ook zorgen voor een nieuwe dynamiek en een heropleving van de Brusselse Kanaalzone en voor een uitbreiding van het toeristische aanbod van Brussel.
Verder benoemt het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest twee regeringscommissarissen die erop moeten toezien dat het beheerscontract en de wettelijke bepalingen worden nageleefd. Deze regeringscommissarissen hebben geen stemrecht, maar wel de mogelijkheid om aan de bevoegde minister te vragen om de voorgestelde beslissing van de raad van bestuur of van een comité nietig te verklaren in voorkomend geval.
Hieruit kan zeker worden geconcludeerd dat de stichting Kanal een dermate band vertoont met het Hoofdstedelijke Gewest waardoor de haar toegewezen taak de grenzen van een privaat bedrijf overstijgt en de stichting als een dienst moet worden beschouwd in de zin van de bestuurstaalwet.
Bijgevolg moeten de berichten en mededelingen van de stichting Kanal die verspreid worden via de privépers, in de taal van de publicatie opgesteld zijn. De lezer die een bepaalde publicatie koopt of ontvangt, dient zich normalerwijze te verwachten aan teksten die in één taal zijn gesteld. Anderzijds was de advertentie waarnaar u verwijst – gelukkig – wel degelijk in het Nederlands opgesteld en werd enkel de straatnaamvermelding niet naar het Nederlands vertaald.
Als ooit zou blijken dat het hier over een overtreding van de taalwetgeving zou gaan, wat op zichzelf voor de straatnaamvermelding volgens mij zeker het geval is, denk ik wel dat we hier geen bewust opzet moeten zoeken in hoofde van de organisatoren van Kanal. Ik ga ervan uit dat dit een vervelend foutje is, zoals ik er ook al gezien heb in publicaties van de Vlaamse Gemeenschap. Het gebeurt dus bij de beste. Maar ik zal uw bezorgdheid, en mijn bezorgdheid, voor correct taalgebruik in verhouding tot de bestuurstaalwetgeving, zeker doorgeven aan Kanal.
In feite zou ik hier mijn antwoord kunnen stoppen, want het is niet omdat de Vlaamse Gemeenschap bij dit initiatief nu ook betrokken is, dat men de taalwetgeving niet moet respecteren. Men moet de taalwetgeving respecteren zoals ik nu geschetst heb.
Maar wat uw tweede vraag betreft: de Vlaamse Gemeenschap verleent een subsidie voor een onderdeel van de werking en staat uiteraard niet rechtstreeks in voor de promotie of communicatie van Kanal. De Vlaamse Gemeenschap heeft de advertentie waarvan sprake dan ook niet gefinancierd. Het gaat – ik zeg het nog eens – om een geïsoleerde fout. In alle andere communicatie van de stichting, zoals in de brochures en op de website en bijvoorbeeld op de grote affiches die momenteel in Brussel en de Brusselse treinstations hangen, is het adres wel degelijk in beide talen opgenomen.
Ik zal contact opnemen met Kanal met betrekking tot uw bezorgdheid die op dat vlak ook de mijne is, en juridisch ook de mijne moet zijn, laat dat duidelijk zijn.
Ik wens anderzijds wel te benadrukken dat, inhoudelijk bekeken, de bezoekerscijfers en de uitstraling van Kanal in de startfase zeer positief te noemen zijn, en ook dat verhoudingsgewijs zeer veel Nederlandstaligen de weg vinden naar dit nieuwe initiatief. Dat is natuurlijk ook belangrijk om te onderstrepen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, u verwijst naar de taalwetgeving. We zijn er inderdaad van overtuigd dat die moet worden nageleefd. De advertentie was inderdaad in het Nederlands, maar het adres werd in het Frans afgedrukt. Opnieuw wordt op die manier de perceptie gecreëerd dat Brussel bijna een Franstalige stad is waar Vlamingen faciliteiten hebben, en dat moeten we natuurlijk blijven bestrijden.
Het was inderdaad een overtreding van de taalwetgeving, maar het zomaar omschrijven als een vervelend foutje… Ik ken in Brussel heel wat vervelende foutjes, ik kom die bijna elke dag tegen. We moeten daar blijven de aandacht aan besteden, vooral omdat de Vlaamse Gemeenschap, op uitdrukkelijke vraag van het Brusselse Gewest via het Vlaams Brusselfonds, toch een bijzondere inspanning doet. U zegt zelf dat het betrekking heeft op promotie. Ik denk dat erop moet worden gelet dat dat niet gebeurt in de toekomst.
Ik ben zelf nog niet in Kanal geweest, ik ga dat binnenkort zeker eens doen. Ik stel inderdaad vast dat er heel wat bezoekers zijn, niet alleen uit Brussel maar ook uit Vlaanderen. Ik heb het al gezegd: we mogen zeker niet de indruk doen ontstaan dat dit opnieuw een initiatief is enkel van de Franse Gemeenschap of van het Brusselse Gewest, maar vooral dat Brussel een Franstalige stad is waar Vlamingen, als ze erop staan, enkel in het Nederlands kunnen worden bediend.
Ik hoop dat u dat aan de stichting en de operationele leiding zult meedelen en zult zeggen dat dit in de toekomst niet meer mag gebeuren.
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, zoals u weet, vindt CD&V Kanal een goed project. Het heeft een enorm potentieel voor de Kanaalzone in het bijzonder en voor Brussel in het algemeen. Het is evident dat de taalwetgeving volledig moet worden nageleefd. Wij zitten volledig op de lijn van de minister: ik denk dat dit om een vergetelheid gaat.
Ik ben er zelf al een aantal keren geweest en ik ben daar altijd in het Nederlands ontvangen. Ik zou het jammer vinden, mocht dit vervelend foutje worden gebruikt om het grotere project aan te vallen. Daar willen wij in elk geval niet aan meedoen, maar nogmaals, de taalwetgeving moet worden gerespecteerd en wij geloven in dit project.
De vraag om uitleg is afgehandeld.