Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, het aantal langdurig zieken blijft toenemen, en die toename situeert zich dubbel zo veel bij vrouwen als bij mannen. Er zijn ondertussen al meer zieken dan werklozen. Een belangrijk aandeel in de groep van langdurig zieken zijn mensen die kampen met psychische problemen en meer bepaald met een burn-out.
Dat veel vrouwen daarmee te maken krijgen, kan verklaard worden door het feit dat ze vaak in sectoren werken waar de psychische belasting vrij groot is, zoals het onderwijs of de ouderen- en ziekenzorg. Er zijn zeker en vast al heel wat nieuwe mannen, maar het blijft in het algemeen wel zo dat de meeste vrouwen het grote deel van de zorg voor kinderen, hulpbehoevende ouders en schoonouders en het huishouden op zich moeten nemen.
Op federaal niveau werden er reeds initiatieven genomen om de re-integratie van langdurig zieken op de arbeidsmarkt te bevorderen. De materie is uiteraard voor een groot deel een federale aangelegenheid, al is voor de concretisering van het beleid ook de inbreng van VDAB nodig.
Om mensen opnieuw aan de slag te krijgen of langdurige afwezigheid op het werk te voorkomen, is het belangrijk dat er actie ondernomen wordt op het vlak van werkbaar werk. Dat moet ook op Vlaams niveau gebeuren.
De sociale partners hebben niet stilgezeten en stelden op 6 november 2017 het actieplan Werkbaar Werk voor. Als antwoord op de tegenvallende werkbaarheidscijfers voor werknemers en zelfstandige ondernemers pakken ze uit met 32 acties en engagementen om de kwaliteit van de jobs in Vlaanderen aan te pakken. Zo stellen ze een werkbaarheidsscan voor, een laagdrempelige doorlichting op maat van ondernemingen en organisaties die uitwijst waar het werkbaarheidsschoentje precies knelt. De resultaten kunnen helpen om een traject en acties op poten te zetten. Een nieuw werkbaarheidsfonds moet voor een financieel duwtje in de rug zorgen. Verder geloven de sociale partners sterk in kwaliteitsvol leiderschap en willen ze meer aandacht voor een coachende en waarderende leiderschapsstijl.
Uiteraard is er niet één oplossing of aanpak, maar is er nood aan een meersporenaanpak.
Hoe schat u de nieuwe cijfers inzake de stijging van de langdurig zieken in? Welke resultaten kan VDAB voorleggen inzake de re-integratie van langdurig zieken op de arbeidsmarkt? Zal de uitvoering van het actieplan Werkbaar Werk worden versneld? Wat is daar de stand van zaken?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik kan ook alleen maar vaststellen dat er een stijging is van de cijfers en dat dit natuurlijk geen positief nieuws is. Ik ben ook blij dat mijn federale collega’s initiatieven hebben genomen.
Het is niet zo – Vlaanderen heeft het goede voorbeeld gegeven alvorens het federale niveau nog maar iets had gedaan – dat langdurig zieken niet kunnen bijdragen aan de arbeidsmarkt. Het is niet omdat je één ding niet meer kunt, dat je niet van alles nog kunt doen in een andere job. Er is nog een enorm potentieel aan competenties als we deze mensen kunnen re-integreren. Op die manier kunnen we een ‘win’ hebben voor zowel die mensen zelf als voor de werkgevers en de maatschappij.
Zoals u weet, heeft VDAB reeds een jarenlange samenwerking met het RIZIV en de verzekeringsinstellingen die ervoor zorgt dat er een betere activering is naar werk van personen die kampen met gezondheidsproblemen en hierdoor als arbeidsongeschikt erkend zijn. We zien dat het aantal personen dat vanuit deze samenwerking instroomt in een traject naar werk al enkele jaren heel sterk stijgt. In het eerste kwartaal van 2018 stroomden 1404 arbeidsongeschikte personen in de dienstverlening van VDAB in. Dat is niet weinig. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017 betekent dit een stijging met 11 procent. Als deze trend zich voortzet, zullen we tegen het einde van 2018 een totale instroom hebben van 4200 arbeidsongeschikte werkzoekenden naar de VDAB-werking.
Wat de inhoud van de trajecten betreft, zien we dat een derde van deze arbeidsongeschikte werkzoekenden in een traject naar werk een opleiding volgt. VDAB zal ook meer inzetten op re-integratie van mensen met gezondheidsproblemen naar knelpuntberoepen via ondersteuning van opleidingsprojecten op de werkvloer.
Als we kijken naar de uitstroom voor deze doelgroep zien we het tewerkstellingspercentage licht stijgen doorheen de jaren. Daarmee volgt dit de positieve trend op de arbeidsmarkt. Het uitstroompercentage is gelijklopend met andere personen, die VDAB begeleidt met gezondheidsproblemen. 24 maand na de instroom in VDAB-dienstverlening is een kleine 30 procent van deze arbeidsongeschikte personen aan het werk. We krijgen er dus 4200 binnen en na 2 jaar is 30 procent uitgestroomd naar werk. Dat kan nog altijd beter, maar u weet dat dit een moeilijke groep is.
Ik sta achter de uitdaging van het actieplan van de sociale partners. Ik heb dat ook opgenomen, maar zoals u weet, worden daardoor meerdere beleidsdomeinen gevat. De Vlaamse Regering heeft eerst bilaterale contacten gehad met de sociale partners en heeft dan een reactie opgesteld. We hebben deze nu overgemaakt aan de sociale partners. Onze bedoeling is om samen met de sociale partners te proberen te landen met een tripartite gedragen tekst. Ik hoop dat we dit kunnen afronden tegen het einde van dit jaar en dat we dan volgend jaar met acties kunnen beginnen.
Zoals u weet, neem ik liever wat meer tijd tot de tekst door alle partners wordt gedragen. Dit is niet alleen mijn domein, er zijn vele andere domeinen bij betrokken. Ik denk aan Onderwijs, Welzijn en minister Weyts. We moeten proberen om met de sociale partners, met onze reactie die ze hebben gekregen, te landen.
Ondertussen hebben we nog altijd de ESF-projecten en de oproepen rond werkbaar werk die openstaan. We werken eraan. De hogere versnelling bij de sociale partners wordt nog besproken.
We weten allemaal waar het schoentje knelt, minister, en waar heel veel potentieel zit. Ik ben heel blij met uw antwoord en de positieve stappen die al worden gezet. Het is een ‘win-win’ voor heel wat partijen, niet alleen de werknemer en de werkgever, maar ook de samenleving, ons gezondheids- en welzijnsniveau. U zegt dan ook heel terecht dat u over de verschillende beleidsdomeinen wilt samenwerken.
Het overleg met de sociale partners en de SERV staat op de rails. U zegt dat dit wordt afgerond eind dit jaar om volgend jaar tot acties te komen. Ik kan daar nu niet verder in detail op ingaan. Ik weet dat er elementen waren waar jullie het niet helemaal over eens waren. Ik hoop dat jullie in de komende maanden elkaar kunnen vinden. Het is te belangrijk om over kleine zaken of onenigheden te struikelen. We moeten vooruit, werkbaar werk is de toekomst. Het moet er gewoon komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.