Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, over de toekomst van de hbo5-opleiding Verpleegkunde hebben we in de commissie al meerdere vragen gesteld en van gedachten gewisseld. Er is een kamerbrede consensus dat we in Vlaanderen nood hebben aan een apart profiel van verpleegkundigen op niveau 5 van de leerladder (hbo5) naast het niveau 4 van de zorgkundige en het niveau 6 van de bachelor verpleegkunde. Ik wil nog even wijzen op het belang hiervan, zelf komende uit een school personenzorg en zelf kijkend naar het veld. Er zijn taken en jobs genoeg om iedereen in zijn kunnen en kennen, van niveau 4, niveau 5 en niveau 6, aan de slag te laten. Meer zelfs, als we het aantal afgestudeerden in een van die niveaus zouden verlagen, dan zijn er problemen in ouderenzorg, in gezondheidszorg, in pediatrie, in familiehulp enzovoort. Het lijkt mij geen wijs idee. Dat we ervoor moeten zorgen dat al die profielen de juiste competenties hebben zodat ze weten wat ze wel kunnen, maar minstens even belangrijk, dat ze ook weten wat ze niet kunnen, daar ben ik het absoluut mee eens.
Iets wat we soms ook vergeten in onze drift over al die niveaus, is Europa. Europa, dat gaat over Europese mobiliteit. Ik ben daar niet tegen en als fractie zijn we er zelfs voor, maar we moeten ook realistisch zijn en onze eigen arbeidsmarkt en noden op het vlak van zorg maximaal afdekken.
Minister, tijdens de commissievergadering van 9 november 2017 gaf u onder meer het volgende mee: “De contacten met minister De Block over dit thema zijn veelvuldig. Het standpunt van de Vlaamse Regering is trouwens gebaseerd op zaken die expliciet aan bod zijn gekomen tijdens de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid: een juridische analyse van de diensten van de federale minister die de principiële mogelijkheid bevestigt om in meer dan één soort verpleegkundige te voorzien in de federale wetgeving, en het antwoord van de bevoegde eurocommissaris op vragen die tijdens de interministeriële conferentie zijn geformuleerd en aan de Europese Commissie zijn gesteld. In dat antwoord kwam ook de expliciete bevestiging dat een lidstaat de mogelijkheid heeft om naast de Europees gereglementeerde verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger ook nog andere verpleegkundigen in te zetten in de zorgsector.”
Tijdens de commissievergadering van 26 april jongstleden gaf u onder meer mee: “De federale wet voorziet op dit ogenblik evenwel nog steeds in één enkel profiel voor verpleegkundigen, waar beide opleidingen aan moeten voldoen. Wij hebben in onze nota gepleit voor een eigenstandig profiel voor beide, zodat de differentiatie en complementariteit die er bestaat – in het onderwijs en op de werkvloer is er een verschil in taken door bachelors of door hbo5-verpleegkundigen – ook in de wetgeving wordt overgenomen. We hebben minister De Block daarvan in kennis gesteld, maar tot nu is een dergelijke wijziging niet opgenomen in de hervorming van het zogenaamde koninklijk besluit nummer 78, een zeer grote werf.”
Collega's, ik wil er toch op wijzen dat de inschrijvingen in hbo5 bezig zijn. De mensen die geïnformeerd zijn, vragen wat er nu mee gaat gebeuren. Ziekenhuizen vragen zich af hoe ze de aanwervingen gaan doen. De scholen secundair onderwijs die zorgkundigen opleiden – zowel de zesdejaars bso maar ook de zevendejaars thuis- en bejaardenzorg, kinderzorg, animator enzovoort – keken ook naar deze ontwikkelingen.
Minister, wat is de stand van zaken betreffende het overleg met de federale minister van Volksgezondheid en de aanpassing van het KB 78?
Welke reden of redenen geeft de federale minister als knelpunt of knelpunten aan?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, sinds de vorige vragen die ik beantwoordde in deze commissie, is er nog geen nieuwe situatie in het dossier over de hbo5-opleiding Verpleegkunde. Het Vlaamse standpunt blijft dat in een eigenstandig profiel voor de hbo5-verpleegkundige in de federale wetgeving zou moeten worden voorzien, zodat de differentiatie die bestaat in de opleidingen hbo5 en bachelor, ook weerspiegeld zou worden in de gezondheidszorgberoepen.
Tot vandaag heeft de federale minister deze vraag echter nog niet meegenomen in de hervorming van KB 78. Waarom dat zo is, moet u eigenlijk aan haar vragen. In haar antwoorden op onze brieven, en ook ten aanzien van de Vlaamse Onderwijsraad, geeft zij enkel aan dat ze niet de intentie heeft om tussen de zorgkundige en de verpleegkundige in een ‘intermediair beroep’ te voorzien. Het Vlaamse standpunt heeft echter niets te maken met een intermediair beroep, wat eigenlijk iets heel anders is.
Collega Daniëls, u hebt zeer correct onze argumentatie tegenover minister De Block weergegeven. Wij vragen enkel om het federale beroep van verpleegkundige uit te splitsen in de twee beroepen zoals die vandaag, tot ieders tevredenheid, in Vlaanderen bestaan: een hbo5- en een bachelorprofiel. De federale raad vraagt daarentegen om het beroep van verpleegkundige enkel nog te behouden voor de bachelors, en van de hbo5-gediplomeerden ‘zorgassistenten’ te maken.
Collega's, ik ben het daar helemaal niet mee eens, laat dat duidelijk zijn. Het is ook niet het Vlaamse standpunt. Wij willen dat de zorgkundigen behouden blijven, op niveau 4, en wij willen dat de hbo5-opleiding een verpleegkundeopleiding blijft, op niveau 5, maar dan wel complementair aan de bacheloropleiding, op niveau 6.
We gaan dus akkoord als minister De Block aan de federale raad laat weten dat ze geen ‘zorgassistent’ in het leven zal roepen als bijkomend echelon tussen de zorgkundige en de verpleegkundige. Ik heb daar totaal geen probleem meer want dat is niet onze vraag. Maar we blijven wel aandringen dat binnen het brede beroep van verpleegkundige de differentiatie die er is aan de kant van de opleiding, kan worden doorgetrokken. Zolang de federale wetgeving niet verandert, blijft de situatie wat ze is, ook voor het onderwijs. In de sector bestaat daar soms ongerustheid over, maar dat is niet nodig. Daarom heb ik samen met collega Vandeurzen een brief gestuurd naar de twintig scholen die de hbo5-opleiding Verpleegkunde aanbieden. Daarin maken we duidelijk dat er voor de huidige opleiding en de diploma’s die daaruit voortvloeien, niets is gewijzigd. Het traject om tot aanpassingen te komen, vergt overleg, maar zolang dat overleg loopt, blijft de bestaande situatie gelden en zijn er twee verschillende opleidingen, hbo5 en bachelor, die allebei leiden tot het ene federale beroep van verpleegkundige.
Ik heb ook uitgebreid contact gehad met de Franstalige en Duitstalige minister van Onderwijs. Wij zijn een gezamenlijk standpunt aan het uitwerken. Men heeft in Wallonië een stageperiode van een paar maanden extra toegevoegd aan de hbo5-opleiding. Het is een tijdelijke situatie. Zij blijven met hetzelfde probleem zitten als in Vlaanderen en ook zij willen de beide niveaus absoluut behouden, hbo5 en bachelor.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik dank u ook om onze visie te delen en kracht bij te zetten.
Als er zulke dingen gebeuren, vraag ik me altijd af hoe dat komt. Waarom wil men dat niet? Ik vind het moeilijk om het te begrijpen. Er is een uitdaging met verpleegkundigen hbo5 en nu plots gaat men zorgkundige niveau 4 problematiseren.
Collega's, ik geef u even de cijfers mee. Er zijn 1729 opleidingen zorgkundige en er zijn 4436 vacatures zorgkundige. Bij de knelpuntberoepen staat zorgkundige op nummer één. Er zijn historisch lage werkloosheidscijfers voor zorgkundige. Mijn oproep aan iedereen die met dit dossier bezig is, is: laat ons alstublieft eindelijk die leerzorgladder maken. Misschien kun je bij zorgkundige een negatieve lijst voor handelingen maken en zeggen wat ze niet mogen doen. Dat is duidelijk voor die profielen. Voor hbo5 kan dit ook. Zo maken we tenminste duidelijk wie wat kan en wie wat niet mag doen.
Ze werken in team, wat ook vaak wordt vergeten. Ik vind dat die profielen te veel eigenstandig worden bekeken. Mensen werken in team. Zowel in het belang van de opleidingen als in het belang van de zorgsector, is het cruciaal dat we ervoor zorgen dat het er zo snel mogelijk komt. We moeten druk uitoefenen op alle fronten in het belang van de kwaliteit, weliswaar met een realistische kijk op het veld en op het leerlingenprofiel dat instroomt in die taken. Ik denk dat het mogelijk moet zijn om zorgkundige, zorgassistent, verpleegassistent, verpleegkundige hbo5 en een bachelor niveau zes in die sector te kunnen realiseren door op te sommen wie welke taken wel kan doen en wie welke taken niet mag doen.
Minister, ik ben wat verbaasd dat het overleg – ofwel heb ik het fout begrepen – wat is stilgevallen, want dan geraken we natuurlijk niet vooruit.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, u hebt niet alleen perfect geformuleerd wat onze fractie over dit thema denkt, maar u hebt ook geformuleerd wat Vlaanderen breedgedragen over dit thema denkt. Ik denk dan aan de ziekenhuizen, aan de rusthuizen, aan de scholen. Natuurlijk, de oplossing van dit probleem zit bij minister De Block, en ik vermoed dat bepaalde collega's van ons iets dichter bij haar staan om hun overtuigingskracht in dit dossier nog even te gebruiken.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, het overleg is helemaal niet stilgevallen. Collega Vandeurzen heeft het maandag op de agenda van de interministeriële conferentie gezet samen met minister De Block. We botsen op dit ogenblik op een muur. Ik heb het gevoel dat zij volledig het standpunt van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België steunt. Dit is een ramp voor onze ziekenhuizen. De hele sector vraagt dat de situatie van vandaag, waarbij er twee profielen zijn, hbo5 en bachelor, zou kunnen blijven bestaan. Het is echt van belang dat de partijen op het federale niveau daarover tot een oplossing komen.
De helft van de verpleegkundigen die vandaag afstuderen, zijn hbo5. Zij doen goed werk, maar hebben een ander profiel dan de bachelors. Wij hebben er teamverpleegkundigen van gemaakt. Ze stellen bepaalde handelingen wel en bepaalde niet, maar we moeten wel de leerladder volledig kunnen behouden. Vandaar onze uitdrukkelijke vraag om dit te behouden.
Het is dus helemaal niet zo dat het overleg stilvalt, maar wij zijn nog niet tot een oplossing gekomen. In Vlaanderen bestaat er een kamerbrede consensus over hoe we het dossier in de toekomst moeten oplossen, maar op dit ogenblik is die consensus er niet op het federale niveau.
De heer Daniëls heeft het woord.
Volgens onze fractie gaat kwaliteit van zorg en leerzorgniveau met mensen die opgeleid zijn op niveau 4, 5 en 6, hand in hand. Hand in hand, omdat we denken dat we via KB 78 duidelijk kunnen aangeven wie wat kan en van wie we verwachten dat hij dat kan. Er zijn takendiensten in de verzorging, in kinderzorg, in thuis- en bejaardenzorg. We kunnen diezelfde lijst maken in hbo5 en we kunnen diezelfde lijst te maken in hbo6, zodat een aantal zaken die uit een studie zijn gekomen van handelingen door mensen die er eigenlijk niet toe bekwaam zijn, kunnen worden ondervangen.
Er moeten overgangsbepalingen kunnen worden gemaakt. We doen altijd alsof iemand die afgestudeerd is, dat voor de rest van zijn dagen moet doen. Neen, we moeten ook aan vervolgtrajecten kunnen werken zodat mensen nog bijkomende taken zouden moeten mogen doen als ze met bijkomende opleidingen die zaken verwerven.
Ik vind het jammer dat zorgkundigen die zeer goed werk leveren maar soms door een gebrek aan verpleegkundigen taken doen die ze niet mogen doen en dat diezelfde Unie van Verpleegkundigen… Die vacatures zijn er. Ik snap niet waarom dat beroep zo moet worden beschermd. 673 vacatures voor verpleegkundigen in de woonzorgcentra: we hebben ze niet. Ik begrijp nog altijd niet wat de achtergrond daarvan is.
Ik zou de oproep willen doen om vanuit Vlaanderen een krachtig signaal te geven: én de Zorgladder, én kwaliteit, én duidelijk afgebakende taken die men wel kan doen en niet mag doen, per niveau, en dit dan omzetten in ons onderwijs. Dat is het ideale scenario.
De vraag om uitleg is afgehandeld.