Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is een korte vraag, maar persoonlijk vind ik ze wel belangrijk. Het is een thema dat al verschillende keren aan bod is gekomen in de commissie, maar ik heb het gevoel dat het niet erg opschiet, vandaar mijn vraag.
Minister, u hebt al meermaals aangekondigd dat u zonnepanelen nog meer wilt stimuleren. Vorig jaar in juli stelde u nog dat u een ‘fiscaal gunstregime’ zou willen uitwerken om burgers en bedrijven nog meer in zonnepanelen te laten investeren.
Ook het Limburgse Nuhma stelde onlangs dat burgers binnenkort kunnen investeren in zonnedaken op overheidsgebouwen in hun gemeente. Het rendement van die groene energie zou dan rechtstreeks als korting op hun stroomfactuur kunnen worden ingebracht.
Minister, kunt u mij de stand van zaken geven betreffende het lang geleden aangekondigde ‘gunstregime’ betreffende PV-installaties voor bedrijven en gezinnen? Is het decretaal mogelijk rendement van groene energie op andermans dak als korting op de eigen factuur in te brengen? Zo ja, graag meer duiding hierrond. Zo neen, wat dient er nog te gebeuren om dit mogelijk te maken?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, ik ben er inderdaad een zeer grote voorstander van – en ik denk zelfs dat het cruciaal is – om mensen die geen geschikt dak hebben of die een andere reden hebben om niet te investeren in hun dak, te laten mee-investeren in projecten op andere daken. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om werknemers of klanten die investeren op het dak van een bedrijf, ouders die investeren op het dak van de school, parochianen die investeren op het dak van de kerk, gemeentepersoneel of inwoners die investeren op het dak van een gemeentegebouw, voetbalsupporters die investeren op het dak van hun voetbalstadion.
Vandaag kan dit al. Zo heb ik onlangs in Kortrijk een grote PV-installatie op het dak van een drukkerij geopend. Ik heb ook de lancering gegeven voor een groot project in Hooglede bij een vrij belangrijke firma, Deceuninck Plastics, die van plan is om via een derdepartijinvestering te werken en ervoor te zorgen dat werknemers mee kunnen participeren in het project.
Wat mij betreft, zijn er dus niet echt decretale beperkingen om particulieren mee te laten investeren in hernieuwbare-energieprojecten, want het gebeurt vandaag al. Het klopt dat ik echter nog een stap verder wil gaan. Indien we de link met de energiefactuur van de mensen thuis kunnen maken, dan zullen ze onmiddellijk het effect van hun investeringen kunnen zien. Het wordt dan ook duidelijk dat hernieuwbare energie niet enkel een kost heeft, maar ook een rendement, en dat als men investeert in iets, het ook een return geeft, om dan nog maar te zwijgen van het belang van de groene economie.
Dit is echter niet zo evident. Om na te gaan hoe dergelijke projecten kunnen worden uitgewerkt, is begin dit jaar een proefproject zonnedelen gestart met een oproep aan leveranciers om deel te nemen. Op dit moment wordt nagegaan en besproken welke leveranciers bereid zijn om in dit project te stappen. Het concept bestaat erin dat zonnedelers een deel van de productiecapaciteit van een zonneproject kunnen kopen. Voor de overeenstemmende productie wordt dan een vermindering in rekening gebracht van de energiecomponent op hun factuur. Ook wat dit laatste betreft, is mijn inschatting dat er geen aanpassingen nodig zijn aan de regelgeving. Het komt er op dit moment op aan om leveranciers te vinden en te motiveren die het systeem willen toepassen. Tegen het najaar zal hierover meer bekend zijn.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U vindt in ons een partner om dit soort dingen te realiseren. Ik wist wel dat mensen mee kunnen investeren in zonnedaken, en dat is maar goed ook dat het kan via een coöperatieve of iets anders. Mijn vraag ging specifiek over de vermindering van de factuur. Ik heb begrepen, ook van de mensen van Nuhma, dat zij dat maar kunnen omdat ze ook leverancier zijn. Als mensen bij hen klant zijn, is het makkelijk. Als klanten zowel investeren in een zonnedak als klant zijn bij hen als leverancier, kunnen ze dat makkelijk realiseren omdat ze dan alles in één hand hebben. Het probleem is dat het afhangt van de goodwill van de leveranciers. Als een leverancier niet mee wil werken, dan is het onmogelijk om een korting op de factuur te krijgen.
Minister, u zegt dat er nog een paar dingen moeten gebeuren en dat we afspraken moeten kunnen maken. Hoe wilt u leveranciers zover krijgen dat ze in zo'n project meestappen? Als het maar een beperkt groepje is, ontstaan er weer andere problemen namelijk dat mensen geen vrije keuze van leverancier meer hebben en dan begint het weer van vooraf aan met te dure prijzen enzovoort. Wat gaat u concreet nog doen om zo veel mogelijk leveranciers te overtuigen om in dit soort projecten mee te stappen? Ik heb begrepen dat u toch een aanhanger bent van sensibiliseren, motiveren, overtuigen. Hoe gaat u dat doen?
De heer Nevens heeft het woord.
Collega Gryffroy is vandaag niet aanwezig, net nu het gaat over zonnedelen, een van zijn stokpaardjes. Hij heeft daarover ook een conceptnota ingediend.
Minister, wij vinden dat u goed bezig bent en dat de stimulans die u geeft om zonnepanelen te plaatsen, zeer groot is in vergelijking met de dip die we hebben gekend nadat de groenestroomcertificaten weggevallen zijn. Toch zijn er nog een aantal hindernissen. Er is de zonnekaart, die heel aantrekkelijk en heel visueel is voor burgers om na te gaan of hun woning in aanmerking komt voor zonnepanelen.
Voor sommige mensen is er echter nog altijd een financiële drempel om die investering te doen. Voor hen is dat zonnedelen heel interessant. Opvallend is dat ook de Europese importheffing nog altijd een struikelblok is. Die zorgt ervoor dat zonnepanelen nog altijd 20 procent duurder zijn dan strikt nodig is. Misschien kan de minister eens nagaan of daar iets aan gedaan kan worden.
Bovendien moeten we voldoende garanties geven dat het minimale rendement van zonnepanelen op lange termijn behouden blijft. Langs de andere kant is er natuurlijk ook het gevaar dat we te gul worden. We mogen niet zoals in Nederland en Frankrijk een systeem op poten zetten dat we dan achteraf moeten terugdraaien. We hebben ons lesje al geleerd. We weten dat dat eigenlijk contraproductief werkt. (Opmerkingen van Johan Danen)
Neen, het gaat inderdaad over dat zonnedelen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Danen, ik ben heel blij dat u weet dat ik probeer te motiveren en te stimuleren, dat ik niet houd van verbieden en verplichten. Dat klopt. Ik vind dat zonnedelen inderdaad heel belangrijk en ik zal dus ook het nodige doen, met het van mij gekende optimisme, voluntarisme en streverigheid – al wat u wilt – om de leveranciers ervan te overtuigen om die stappen te zetten. Zoals ik al zei, is dat namelijk cruciaal.
Het project is nu in handen van de distributienetbeheerders die daarmee bezig zijn. Het is nu de taak van de distributienetbeheerders om de nodige stappen te zetten om de leveranciers te overtuigen. Het komt erop aan om een aantal leveranciers mee te krijgen met het verhaal, en daarna zal de rest wel volgen.
Mijnheer Nevens, ik heb in de plenaire vergadering al uitgebreid geantwoord op de vraag over het rendement van de zonnepanelen. Ik heb u, of alleszins de heer Bothuyne, toen ook gezegd dat dat niet mijn bevoegdheid is. Met andere woorden: ik kan mijn eigen mening hebben over de importheffingen vanuit Europa. Ik heb er wel onmiddellijk aan toegevoegd dat het rendement van de zonnepanelen op dit moment heel goed is. Als het rendement nog kan verbeteren, kunnen we uiteraard nog meer de boodschap brengen dat ze echt rendabel zijn. Ze zijn echter al rendabel. Met andere woorden: de prijs van de zonnepanelen is de laatste tien jaar sterk gezakt en het rendement is sterk verbeterd. Als de importheffingen uit Europa afgeschaft zouden worden, dan zou dat rendement nog hoger worden, en daar kan ik alleen maar gelukkiger mee zijn. Het is echter niet mijn bevoegdheid. Of ik daar nu voor of tegen ben, dat zal Europa niet echt beïnvloeden.
Als u mij vraagt of het rendement van de zonnepanelen nog beter mag zijn, met de nadruk op ‘nog’, dan ben ik daar absoluut een voorstander van. Ik denk inderdaad dat wij ons op een kantelmoment bevinden wat zonne-energie betreft en dat het potentieel nog bijzonder hoog is. Ik herhaal nogmaals mijn steeds weerkerende boodschap, mijnheer Danen, die u bijzonder veel plezier moet doen. In Limburg is 6,6 procent van de geschikte daken op dit moment met zonnepanelen belegd. Dat betekent dat er nog een potentieel is van ruim 93 procent. Ik ga er niet van uit dat we 100 procent moeten halen. In mijn eigen provincie is echter slechts 3,8 procent van de geschikte daken belegd. Mochten alle provincies het niveau halen van Limburg, dan hadden we nu al onze doelstellingen inzake hernieuwbare energie voor 2020 behaald. Mijnheer Vandaele, als we in West-Vlaanderen een tandje bij zouden steken en zouden doen wat de Limburgers doen, dan waren we er al.
De heer Danen heeft het woord.
Ik ben natuurlijk benieuwd naar de proefprojecten die zullen plaatsvinden. Een aantal Limburgse gemeenten zullen daaraan meedoen. Ik hoop dat men bij de bouw van nieuwe gebouwen door gemeentebesturen en stadsbesturen, de moeite zal doen om de daken vol zonnepanelen te leggen, waarin de burgers kunnen participeren en waarvan de opbrengst in vermindering gebracht wordt van de factuur, zeker in die gemeenten die in een proefproject zullen stappen. Ik hoop ook dat we daarvan kunnen leren en dat we dat daarna kunnen uitrollen over heel Vlaanderen. Ik hoop ook dat de meeste of alle leveranciers mee in bad komen. U zegt terecht dat, als er een soort van kritische massa is van leveranciers die meedoen, de anderen dan wellicht zullen volgen. Ik hoop dat u daar de nodige inspanningen voor zult leveren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.