Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, Dirk Pauwels van vzw Zero Plastic Rivers wil op een wetenschappelijk onderbouwde manier de plasticvervuiling in onze rivieren op een gestructureerde manier aanpakken: meten, opruimen en sensibiliseren.
– Bart Nevens treedt als voorzitter op.
De Universiteit Antwerpen ondersteunt dit project en onderzoekt nu hoeveel plastic door de Schelde naar de zee stroomt, welke soorten plastic dit zijn, op welke dieptes het plastic wordt meegevoerd en waar het plastic eventueel blijft hangen. Hiervoor worden op geregelde tijdstippen netten en fuiken in de Schelde uitgezet.
Als er een manier is waarop Vlaanderen een steentje kan bijdragen aan de strijd tegen plasticvervuiling, is het door middel van onze waterzuiveringsinstallaties. Door de rioleringen stroomt het afvalwater naar de waterzuiveringsstations. Met dat water komt veel afval van de straat mee. Als de stukken plastic groter dan 3 millimeter zijn, worden ze door de roosters tegengehouden. Onze meer dan 300 Vlaamse waterzuiveringsinstallaties zijn echter niet ontworpen om microplastics te verwijderen. Dit staat in tegenstelling tot heel wat andere landen, waaronder ook buurlanden, waar dit wel het geval is.
Door het afvalwater of onze waterlopen dringen microplastics binnen in ons zeewater en op die manier ook in onze voedselketen. De waterzuiveringsinstallaties moeten ons water zuiveren, maar uit een onderzoek van de Universiteit Gent dat al verschillende keren in de media is verschenen, blijkt dat de verwijderingsefficiëntie gemiddeld slechts een schamele 47 procent bedraagt. Wat de verwijdering van microplastics uit afvalwater betreft, is in Nederland een efficiëntie van 90 procent waargenomen, en ook landen als Duitsland gaan ons ruim voor.
Ik ondersteun alle initiatieven om microplastics tegen te houden. We weten dat onze waterzuiveringsinstallaties heel belangrijk kunnen zijn om microplastics tegen te houden. De grote stukken plastic worden al tegengehouden. Wat we echter nog niet kennen, zijn de gevolgen voor onze gezondheid, voor het leefmilieu en voor de vissen in het water.
Minister, ik zou u hierover een aantal pertinente vragen willen stellen. Enkele jaren geleden hebben we, over alle partijgrenzen heen, in het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie ingediend waarin een van de belangrijkste aandachtspunten erin bestond de waterzuiveringsinstallaties aan te pakken, studies uit te voeren en dit eens te bekijken. Hoever staat u hiermee? Welke rol zult u spelen of kan de Vlaamse overheid spelen in het project van de vzw Zero Plastic Rivers? Hoe verhoudt dit project zich tot de optimalisatie van de efficiëntie van onze waterzuiveringsinstallaties, die zeer cruciaal zijn voor het milieu?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, we delen de grote bezorgdheid om de plasticvervuiling van onze rivieren en de zeeën terug te dringen. Gelukkig is dit iets wat maatschappelijk op de agenda staat. De projecten die de vzw Zero Plastic Rivers met De Vlaamse Waterweg opzet, zorgen ervoor dat de grotere fracties, de meest zichtbare vorm van plastic, worden verwijderd. Die grotere fracties worden trouwens nu al door de waterzuiveringsinstallaties verwijderd.
De initiatiefnemer van dit project heeft eerder al contact opgenomen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Er is ook overleg geweest met de Universiteit Antwerpen. Er zal trouwens in samenwerking met Zero Plastic Rivers een doctoraatsonderzoek worden uitgevoerd. In dat onderzoek worden alle plastic afvalstromen, zowel de grote fracties als de microplastics, in kaart gebracht. De beschikbare gegevens over de aanpak van de VMM om zwerfvuil met roosterreinigers, oppervlakkige ruimingen en dergelijke uit de waterlopen te verwijderen, zijn natuurlijk aan de Universiteit Antwerpen bezorgd. Er is recent geen terugkoppeling meer geweest, maar we hebben, zoals ik al heb gezegd, uiteraard hetzelfde doel.
De aangehaalde efficiëntie van 90 procent in Nederland is gebaseerd op de resultaten van een welbepaalde waterzuiveringsinstallatie waarin onderzoek wordt uitgevoerd naar technieken om deze specifieke stoffen te verwijderen. Het is dus zeker geen algemeen geldend verwijderingsrendement.
De VMM is niet op de hoogte van de details van het project van de Universiteit Gent. Ik kan niet inschatten hoe dit rendement zich verhoudt tot het te verwachten rendement na een optimalisatie van de waterzuiveringsinstallaties.
De plasticvervuiling van de rivieren zal door middel van verschillende initiatieven worden aangepakt. Naast een brongerichte aanpak, zullen ook maatregelen op de waterlopen en in de waterzuiveringsinstallaties nodig zijn. Daar wordt ook volop in geïnvesteerd.
De eerste pijler bestaat erin op grootschalige wijze in kaart te brengen wat de specifieke problematiek van de microplastics is. Hiertoe wordt een omvangrijke studie, getiteld ‘Verspreiding, effecten en risico’s van microplastics in het Vlaamse oppervlaktewater’ voorbereid. Die studie zal in het vierde kwartaal van 2018 van start gaan. We zullen dit uiteraard afstemmen op het onderzoek van de Universiteit Antwerpen.
De studie van de VMM valt uiteen in verschillende onderdelen. Een eerste onderdeel behelst een literatuurstudie, een internationale benchmark en het opstellen van een meetprogramma. De concrete metingen zullen vanaf 2019 starten en zullen een jaar duren.
Deze data zullen ook worden gebruikt om het Water Emissions Inventory Support System-model (WEISS-model) uit te breiden. Dit model is met Europese steun ontwikkeld en wordt gebruikt om de blootstellings- en transportwegen van polluenten in kaart te brengen.
Een tweede pijler bestaat erin praktijkervaring op te doen met technieken om microplastics te verwijderen. Hiervoor wordt, onder meer in de waterzuiveringsinstallatie van Aquafin in Aartselaar, een fullscaleproject voor de verwijdering van micropolluenten als geneesmiddelenresten en microplastics voorbereid. Dit project zal worden begeleid door een begeleidingsgroep waarin ook een aantal kennisinstellingen zetelen. De Universiteit Antwerpen is momenteel nog niet bij deze begeleidingsgroep betrokken, maar we zullen de Universiteit Antwerpen uiteraard heel graag uitnodigen en we zullen haar expertise in die werkgroep introduceren.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, u hebt de heer Beenders daarnet verteld dat hij uw antwoord had voorbereid. Heel het eerste gedeelte van dit antwoord is echter een opsomming van zaken die ik ook al had opgesomd en die we al kennen. Ik maak me een beetje ongerust, want ik krijg een beetje een déjà-vugevoel. Na lange en uitgebreide debatten hebben we twee jaar geleden een resolutie goedgekeurd. Ik herhaal graag dat dit over alle partijgrenzen heen is gebeurd. U hebt toen verklaard dat we echt het voortouw zouden nemen, dat we erin zouden vliegen, dat we initiatieven zouden nemen, dat we studies zouden uitvoeren, dat u met Aquafin rond de tafel zou zitten en dat u veel zou doen.
We zijn ondertussen ruim twee jaar later en ik hoor weer hetzelfde verhaal. Het zal gebeuren. We zullen het bekijken. We zullen het doen. We zullen de studie aanvatten en de metingen verrichten.
Er is al heel wat research naar deze problematiek gedaan. Er zijn studies uit het buitenland. Volgens u gaat het in Nederland slechts om één waterzuiveringsinstallatie, maar we kunnen nog een aantal landen aanhalen. Zo weten ze in Duitsland, bijvoorbeeld, heel duidelijk hoe ze het moeten aanpakken om tot 90 procent te komen. We hebben al heel wat literatuurinformatie daarover. Ik zal een naam aanhalen. Professor Janssen is hier al jaar en dag dagelijks mee bezig. Indien u overleg zou plegen, zou hij voor u een enorme ondersteuning kunnen vormen.
Minister, we krijgen twee jaar later weer hetzelfde verhaaltje te horen. We zullen het doen. We zullen ermee bezig zijn. Straks stellen mevrouw Meuleman en ik nog vragen om uitleg waarop we waarschijnlijk weer hetzelfde antwoord zullen krijgen. We zijn bezig met een plan. We zullen het bekijken. Ondertussen stappen we allemaal in een plas en blijft het een beetje zoals het was. Aangezien we vandaag nog onvoldoende studiemateriaal hebben over de evolutie van microplastics en over de invloed op onze voeding, het milieu en onze kinderen, verliezen we elke dag tijd. Ik vind dat u daar nogal apathisch tegenover staat. U hebt gezegd dat u het zult bekijken en dat u het zult onderzoeken, maar dat blijft algemeen en subjectief. Er is een gebrek aan directheid. We stappen weer naar buiten met de belofte dat u ernaar zult kijken, maar ondertussen merken we dat in de twee jaar sinds het debat hier is gevoerd, bijzonder weinig vooruitgang, om niet te zeggen geen vooruitgang, is geboekt.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mijnheer Vandenberghe, we kennen en delen natuurlijk uw bezorgdheid. Ik weet echter niet of Vlaanderen nu de grote trekker moet zijn op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek naar die microplastics. Het is natuurlijk geen Vlaams probleem, maar een probleem dat zich in heel de wereld stelt en waar wel degelijk onderzoek naar wordt verricht. We kunnen ongetwijfeld ons steentje bijdragen, maar ik heb niet de pretentie te denken dat wij daarover de bevrijdende wetenschappelijke onderzoeken zullen afleveren.
U hebt het gehad over de rol van de waterzuiveringsinstallaties in de verwijdering van microplastics. We weten dat dit een zeer dure aangelegenheid is. Het kan, maar het is duur om dit te doen. Als we het rioolwaterzuiveringsinstallaties hebben, hebben we het natuurlijk vooral over huishoudelijk afvalwater. Ik vraag me af of we met preventie niet verder kunnen geraken. De bronnen zijn redelijk bekend. Het gaat om de microplastics in tandpasta, shampoos enzovoort.
We weten dat bepaalde landen dit al verbieden via productnormering. Misschien is daar wel sneller winst te boeken dan door het aanpassen van al die rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s).
Wat Nederland doet om die microplastics te verwijderen, is vooral omgekeerde osmose, als ik het goed begrepen heb. Het is een proces dat zeer veel energie vreet. Het is een proces dat zeer duur is. Je moet altijd bekijken of het sop de kool waard is – dat is hier een gepaste uitdrukking. Als afvalwater namelijk zo ver gezuiverd wordt, heeft het bijna drinkwaterkwaliteit. Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn van een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Ik vind de problematiek dus wat complexer dan de heer Vandenberghe voorstelt. Ik zou me kunnen voorstellen dat we via preventie, via het aanpassen van onze producten, wat helaas nog geen Vlaamse bevoegdheid is, meer winst kunnen boeken. Misschien moeten we daarvoor in de richting van Europa kijken.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik kan de redenering van collega Vandaele helemaal niet volgen. Er beweegt inderdaad ontzettend veel nu. Het maatschappelijk draagvlak is enorm groot. Heel wat mensen zijn bijvoorbeeld bezig geweest met ‘Mei plasticvrij’, een bewustmakingscampagne die losstaat van de overheid maar heel wat teweeggebracht heeft. Er is nu ook de vzw Zero Plastic Rivers, die erin slaagt om universiteiten en bedrijven rond de tafel te brengen. Er is Fujitsu, dat aan de hand van artificiële intelligentie een project wil ontwikkelen om microplastics in het water op te sporen. Imec wil datamonitoring en camera’s inzetten. Er zijn bedrijven die waterzuiveringsinstallaties willen ontwikkelen.
Wat innovatieve economie betreft, moet Vlaanderen mee op die kar springen als het iets wil betekenen. We moeten dit aangrijpen en niet de vraag stellen of we dat wel moeten doen omdat het een Europees probleem is. Er is hier nu een markt voor. De pap wordt bijna in de mond gegeven, ook aan de overheid. Er zijn burgers en vzw’s die sensibiliseren om op te ruimen enzovoort. Waar blijft de overheid? Wat een afwachtende houding nemen wij nu aan? We worden overal voorbijgestoken door mensen op het veld, door burgers, door bedrijven. Het blijft wachten op een afvalplan.
Minister, hoe zit het met dat afvalplan? Wanneer zal het klaar zijn? Zullen we het voortouw nemen in plaats van achter de feiten aan te hollen? Wanneer komt het afvalplan op de ministerraad?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, wij nemen geen afwachtende houding aan. We doen twee dingen. Ten eerste rusten we, net als in Nederland, één installatie uit en bekijken we de resultaten. We voeren ook een grondige studie uit. Daarnaast is preventie inderdaad belangrijk. Daarom voeren we inderdaad ook besprekingen binnen de Vlaamse Regering om zoveel mogelijk in te zetten op preventie.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik vind dat we in dit parlement niet arrogant mogen zijn. Ik verwijs naar een artikel in Knack, waarin professor Colin Janssens, een specialist, duidelijk zegt dat Vlaanderen te weinig inspanningen levert om microplastics uit het afvalwater te zuiveren. Wie zijn wij – ik wil dat alvast niet doen – om die experts tegen te spreken?
Collega Vandaele, u zegt dat het een dure aangelegenheid is. Dat is een kwestie van keuzes maken. In een beleid moeten keuzes gemaakt worden. Dan merk je wel dat de keuzes voor een gezond leefmilieu niet echt een prioriteit zijn bij jullie, dat voor jullie het sop de kool niet waard is. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
Ik ben het ermee eens dat het verbieden van microplastics al een grote stap vooruit zou zijn. Het is niet louter een Vlaamse aangelegenheid, het is de verantwoordelijkheid van diverse ministers. Minister, het is aan u om op Vlaams niveau de nodige stappen te zetten, om die gesprekken aan te gaan en de dingen te doen die u kunt doen.
Na het stellen van deze vraag is het duidelijk dat dit voor de N-VA-fractie absoluut geen prioriteit is. We houden dat in het achterhoofd, dat voor andere zaken het sop de kool meer waard is. Verder worden wat de waterzuiveringsinstallaties en het gebruik van microplastics betreft, de adviezen, studies en kennis van specialisten naast zich neer gelegd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.