Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Een nieuwe nota van federaal minister Bellot voor de verduidelijking van de windnormen doet stof opwaaien in de Vlaamse Rand. Het plan zou immers impliceren dat een pak vliegbewegingen opnieuw naar de noordrand verplaatst zouden worden. Critici stellen dat er met de windnormen gemorreld wordt om de oostrand van Brussel te ontlasten.
De burgemeesters van Wemmel, Grimbergen, Meise, Vilvoorde en Machelen trekken aan de alarmbel en eisen dat er snel een stabiel wettelijk kader komt met een federale Vliegwet – waar we al lang op wachten – en een globaal samenwerkingsakkoord over de evenwichtige verdeling van het vliegverkeer.
Minister, wat is de stand van zaken in het dossier van de luchthaven? Welke overlegmomenten hebben de afgelopen maanden plaatsgevonden met federaal minister Bellot? Is de materie nog aan bod gekomen op het Overlegcomité?
Zijn de ministers op de hoogte van het zogenaamde nieuwe plan voor de verduidelijking van de windnormen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Klopt het dat dit voornamelijk een negatieve impact zal hebben op de Vlaamse noordrand? Zo neen, zijn de ministers bereid dit nieuwe element te agenderen op het Overlegcomité?
Welke stappen zijn er vanuit de Vlaamse Regering in de afgelopen maanden gezet om een samenwerkingsakkoord over de evenwichtige verdeling van het vliegverkeer te faciliteren?
Minister Weyts heeft het woord.
Op het Overlegcomité is deze materie niet meer ter sprake gekomen omdat er enkel zaken ter sprake kunnen worden gebracht wanneer er beslissingen of maatregelen worden genomen. Dat is in dezen niet het geval.
Ik heb ook in de krant gelezen dat federaal minister Bellot een oefening aan het maken was omtrent de verduidelijking van de windnormen. Wanneer de wind draait of zich aanpast op een snelheid van ongeveer 6,5 knopen, dan wijzigen de routes.
We weten natuurlijk dat heel het verhaal van de vliegroutes een zero-sum game is. De capaciteit die we op een route wegnemen, moeten we op een andere route toevoegen.
Heel concreet gaat het erom dat de wind wijzigt als het zeer warm of zeer koud is. We hebben dat de afgelopen dagen gezien ten gevolge van de warmte. Hierdoor komt er een aanpassing van de routes. Concreet betekent dit dat dan nog meer gebruik wordt gemaakt van de banen 25R en 25L. In het andere geval wordt meer gebruikgemaakt van de banen 07R en 07L, alsook van de dwarsbaan 01.
Indien de dwarsbaan en de banen 07R en 07L meer wordt gebruikt, wordt de facto meer gevlogen over Waals-Brabant en over de route Leuven Rechtdoor. Het voorstel houdt in dat de windnormen zouden worden aangepast. De routes zouden dan pas wijzigen indien de windsnelheid 7 knopen in plaats van 6,5 knopen bedraagt. In die zero-sum game zou dit meer overlast betekenen voor de Noordrand, want de opstijgroute 25R zou dan meer worden gebruikt. De bocht naar rechts leidt naar de noordrand en de bocht naar links leidt naar de ringroute en de kanaalroute. Langs de ringroute wordt meer over de Vlaamse Rand gevlogen en langs de kanaalroute wordt meer over een stuk van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gevlogen. De netto som is dat vooral Vlaams-Brabant en de route Leuven Rechtdoor winnen en dat de verliezers zich vooral in de noordrand en een klein stukje van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevinden. Als we de hoeken er wat afrijden, is dat de conclusie voor die zero-sum game.
Indien mijn mening hierover zou worden gevraagd, zal ik die uiten zoals ik hier heb gedaan. Ik denk niet dat het een oplossing is hier en daar in de marge aan de normen te prutsen. Het eindresultaat is dat diegenen die nu al veel overlast moeten dragen, nog wat meer overlast krijgen. Het is geen structurele oplossing. Het is altijd het uitgangspunt van het federaal regeerakkoord geweest dat er een structurele oplossing moet komen en dat we moeten stoppen met het gepruts in de marge. Dit is nu bij uitstek een voorbeeld van gepruts in de marge, met heel wat verliezers en enkele winnaars.
De winnaars zijn trouwens ook niet enthousiast. De burgemeesters langs de route Leuven Rechtdoor en alle Vlaams-Brabantse burgemeesters hebben zich verenigd uitgesproken tegen de oefening die momenteel aan de gang is. Ik weet niet in welke mate die oefening nog zal worden voortgezet, want er is ondertussen natuurlijk een nieuw gegeven.
Vroeger heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de zaak aanhangig gemaakt bij de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Het vonnis dat toen is uitgesproken, was negatief voor de Vlaamse Rand. Gelukkig hebben verschillende partijen uit de Vlaamse Rand een tegenrechtzaak aangespannen, die eind mei 2018 heeft geleid tot een positievere uitspraak van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Het betreft een zeer uitvoerig vonnis, waarin staat dat alle maatregelen die uiteindelijk zijn genomen door de rechtbank allemaal worden geschrapt. Daar komt het op neer. Ik heb het vonnis gelezen en het is een heel lange opsomming. De facto worden alle aanpassingen uit het plan-Wathelet geschrapt. De rechtbank voorziet echter in een overgangstermijn van negentig weken. Ondertussen heeft de rechter wel gevonnist dat in september 2018 een staten-generaal moet plaatsvinden waaraan de federale overheid, de gewesten en alle gemeenten in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant moeten deelnemen. Het wordt een drukke bedoening. We zullen hierbij worden betrokken, maar de vraag is of dit het meest geschikte medium is om tot een voldragen resultaat en conclusie te komen. Dit is nu eenmaal wat is opgelegd en het Vlaamse Gewest zal hierbij worden betrokken. Zodra we een uitnodiging ontvangen, zullen we beslissen wie daar namens de Vlaamse Regering naartoe zal gaan. Ik houd me ter beschikking.
Dat is de stand van zaken. Ik ga ervan uit dat alle activiteiten zich zullen concentreren. Ik ga ervan uit dat de gestarte oefening in verband met de windnormen een stille dood zal sterven. Dat is mijn aanvoelen, maar ik heb geen concrete conclusies gezien. Ik denk dat we ons nu moeten concentreren op de organisatie van de door de rechtbank van eerste aanleg in Brussel opgelegde staten-generaal.
Minister, mijn fractie is ook van oordeel dat er niet moet worden gerommeld in de marge, maar dat structurele maatregelen moeten worden gezocht. Helaas kent dit dossier natuurlijk al jaren een complete stilstand. Dit is onbegrijpelijk, vooral omdat uw partij ook deel uitmaakt van de Federale Regering.
Ik vind het eigenlijk een beetje cynisch: er moest een uitspraak zijn van een Nederlandstalige rechter van Brussel. Die heeft inderdaad op 31 mei geoordeeld in kort geding dat de Federale Regering die vliegroutes moet hertekenen. Men krijgt daarvoor inderdaad negentig weken, maar ondertussen kunnen er dwangsommen, tot 50.000 euro per inbreuk, worden geëist. Nog veel belangrijker is natuurlijk dat die rechter ook heeft gezegd dat men werk moet maken van overleg, van een overlegplatform – hij noemt het een staten-generaal – waar alle belanghebbenden, de politieke, maar ook alle andere belanghebbenden – hij is heel precies wat die samenstelling van dat forum betreft – bij elkaar worden gebracht en tot een echte luchtvaartwet komen. Dat zou een pact voor de toekomst van de luchthaven moeten worden.
Minister, u weet dat ik al twee jaar pleit voor een soortgelijke aanpak, namelijk dat men een intendant aanstelt, want iemand zal die staten-generaal ook moeten voorzitten, en een gedragen oplossing zoekt met alle belanghebbenden. Eigenlijk zegt die rechter nu wat ik al twee jaar zeg: we moeten komen tot een gedragen oplossing, maar er moet vooruitgang in worden geboekt. Vorig jaar of twee jaar geleden heeft minister-president Bourgeois me gezegd dat zo’n intendant aanstellen en zo’n participatief proces veel te lang zou duren. Het is bijna twee jaar later en we staan geen stap verder. U antwoordt me dat dit nooit aan bod kan komen binnen het Overlegcomité, omdat er geen aanleiding is. Wel, er is wél een heel precieze aanleiding. Er was eerst de beslissing van minister Bellot, en nu de beslissing van de rechter. Ik denk dat dat aanleiding genoeg is om dit dossier daadwerkelijk nu eens eindelijk voor één keer op de agenda van het Overlegcomité te zetten, want het is daar nooit aan bod gekomen, zodat de stilstand kan worden doorbroken.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Ik wil enkel de vraag naar een intendant echt ondersteunen. Minister, dit is een moeilijk dossier. Ik zal u niet zeggen dat u dat op uw eentje kunt oplossen. Dat ligt niet aan uw capaciteiten. Dit is gewoon een heel moeilijk dossier, waarin diverse mensen, ministers en regeringen moeten samenwerken. Het zal de federale overheid zijn die een antwoord moet uitwerken, en de belangen van diverse partijen, van diverse regeringen, van diverse regio’s, zowel economische belangen als de leefbaarheid voor de bewoners, moeten allemaal met elkaar in evenwicht worden gebracht. Dat is een moeilijke oefening. Een onafhankelijk intendant kan zo’n oefening waarmaken. We blijven er dus voor ijveren om dat te doen, zodat je een structurele oplossing hebt op federaal niveau die ervoor zorgt dat alles in evenwicht is. Daarvoor zal zo’n intendant cruciaal zijn.
De heer Doomst heeft het woord.
Zo’n ‘staten-generaal’, dat hoor ik niet zo graag. Dat lijkt me een ‘staten-terminaal’ te zijn. Dat weet je op voorhand. Daar geloof ik dus niet geweldig in. Ook met de intenties van een intendant zullen we er niet komen. Minister, elke keer hoogmissen en zo, daar geloof ik dus niet in, maar is er ook in tussenmissen voorzien waarbij u meer zou voorgaan, met uw neiging om tussenbeide te komen en de zaak opgelost te krijgen? Gebeurt er ter zake iets? Ik heb nu immers het gevoel dat we de kat uit de boom kijken, maar bent u ook van plan om de kat mee uit de boom te halen?
De heer Nevens heeft het woord.
Ik wil daar toch enkele dingen aan toevoegen. We moeten toch ook de geschiedenis eens onder ogen zien. Het is de facto niet juist te zeggen dat dit dossier nog maar twee jaar oud is. Dit dossier bestaat al langer. Het is eigenlijk een misbaksel van opbod van diversen om het die luchthaven onmogelijk te maken om te functioneren. Door een aantal beslissingen is dat ook helemaal een warboel geworden. Willen we die warboel ontwarren, want we moeten dit positief benaderen en oplossingen zoeken, dan moet er ook een politieke beslissing worden genomen. Als morgen een intendant een politieke knoop kan doorhakken, dan is dat de geschikte man op de geschikte plaats, maar vandaag hebben we politieke moed nodig, op federaal niveau. Het is minister Bellot die voor eens en voor altijd rechtszekerheid moet scheppen. Die moet er zijn voor de luchthavenuitbater. Iedereen verliest immers soms uit het oog dat we, met wat er vandaag bezig is van rechtszaak na rechtszaak na rechtszaak, op een einde komen. Daar komt een einde aan.
Dat wil zeggen dat er binnenkort nergens meer zal kunnen worden gevlogen, want iedereen zal wel ergens een dwangsom of een rechtszaak hebben, of een milieu-impact die altijd strenger zal zijn dan wat er vandaag kan voor de luchthaven. Dat is voor onze fractie zeer belangrijk. Aan de andere kant zal men een keuze moeten maken: wat kan, waar kan het en hoe kan het? Als dat niet in een vliegwet wordt gebetonneerd, dan zal dat dat pingpongspel van rechtszaken en dwangsommen nog blijven duren, tot het helaas waarschijnlijk te laat zal zijn voor de luchthaven zelf, en dat zou de spijtigste zaak zijn, zowel voor de mensen die daar vandaag hun boterham verdienen als voor heel onze regio. Ik vraag dus dat we sereen naar een oplossing zoeken, maar we moeten de verantwoordelijkheid leggen daar waar ze moet liggen, en vandaag ligt die bij minister Bellot. Ik kan me aansluiten bij het volgende: het feit dat men in de marge rommelt en daar links en rechts probeert een boordje af te vijlen, is niet voldoende in dezen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal blijven doen wat ik voorheen altijd heb gedaan, namelijk maximaal wegen op beslissingen en initiatieven op federaal vlak, om enerzijds de vooruitgang te bespoedigen ten voordele van de Vlaamse Rand en Vlaams-Brabant en anderzijds achteruitgang te verhinderen. Om die achteruitgang te verhinderen, zal ik er ook alles aan doen om te proberen te verhinderen wat men federaal doet inzake het gepruts in de marge en de aanpassing van de windnormen. Mevrouw Segers, er is ook de zaak die door de Brusselse Gewestregering aanhangig is gemaakt bij de Brusselse rechtbank, en sp.a heeft die zaak eigenlijk toch ook mee aanhangig gemaakt. Ook dat vonnis heeft geleid tot achteruitgang. Ons antwoord daarop is geweest dat wij ook als Vlaamse overheid zelf als partij tussenbeide zijn gekomen in een procedure gedragen door diverse burgemeesters van de Vlaamse Rand, die wél een positief vonnis voor Vlaanderen heeft opgeleverd. Ik moet u ook wat dat betreft dus toch wel meegeven dat u voor de verkeerde priester prevelt. Ik neem graag de biecht van u af, maar zou u vooral aanraden om, als u vooruitgang wilt in dit dossier en achteruitgang wilt vermijden, u dan in eerste instantie te richten tot partijgenoten van u die uw partij vertegenwoordigen in de Brusselse Gewestregering. Dan zouden we al heel wat achteruitgang in het dossier kunnen verhinderen, wat een goede zaak zou zijn.
Tot slot, wat de vraag naar een intendant betreft: ik weet niet of het de intentie van de rechter van eerste aanleg is geweest om een soort intendant aan te duiden. Hij heeft alleszins voor die staten-generaal in een voorzitter voorzien, in de persoon van de Senaatsvoorzitter. Ik zou dat nu niet onmiddellijk verheffen tot een soort intendant, maar wie weet heeft de rechter uw gebeden aangehoord en gedacht dat het een goed idee zou zijn om de Senaatsvoorzitter de staten-generaal te laten voorzitten.
Wat dat laatste betreft: ik weet niet of de Senaatsvoorzitter de goede oplossing is. Ik denk dat we iemand nodig hebben die met de nodige onafhankelijkheid en in alle objectiviteit, dus die het liefst niet in die streek woont, een gedragen oplossing kan zoeken. Bij Oosterweel is het op die manier gelukt. Ik denk dat dat voor de luchthaven ook moet lukken.
Diverse collega’s hebben het ook gezegd: we gaan in dit dossier van rechtszaak naar rechtszaak. De politieke stilstand is uiteindelijk compleet. De zwartepiet wordt doorgeschoven. U schuift hem door naar Brussel. Alle gewesten zijn betrokken bij dit dossier. Het is een uitermate belangrijk dossier. Dit is de tweede grootste werkgever van ons land. Collega Nevens verwijst ook naar het belang van Brussels Airport Company. We moeten dat evenwicht zoeken tussen de belangen van de luchthaven en de belangen en de gezondheid van de omwonenden, van iedereen. Je moet dus iedereen in het bad blijven trekken.
U zegt dat u zult blijven wegen op dat dossier, maar dat is dan toch bijzonder licht, want de stilstand is enorm. We moeten stoppen met daar politieke-communautaire spelletjes over te spelen. Minister, agendeer dit gewoon op het volgende Overlegcomité en zet mee uw schouders onder die staten-generaal. Verdedig daar de belangen van het Vlaamse Gewest en van de Rand en Vlaams-Brabant. Wij kijken uit naar uw inspanningen ter zake.
De vraag om uitleg is afgehandeld.