Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Sinds de vrijmaking van de energiemarkt op 1 juli 2003 kiezen consumenten zelf hun energieleverancier. Dit moet het mogelijk maken dat gezinnen en bedrijven opteren voor de beste voorwaarden en de beste tarieven.
De energiefactuur blijft een belangrijk aandachtspunt, zowel voor gezinnen als voor bedrijven. Het bedrag dat men effectief betaalt, is onder meer afhankelijk van het contract dat wordt gesloten.
In de praktijk stellen we vast dat de kleine lettertjes vaak over het hoofd worden gezien. Niet iedereen is zich voldoende bewust van de betere voorwaarden van het contract, het eigen verbruik of de eindafrekening. Vaak vraag ik aan mensen of ze weten hoeveel ze betalen. Ze kennen meestal wel het bedrag van de totaalfactuur voor elektriciteit en aardgas samen, maar niet voor elk apart en ze weten ook niet hoe hoog hun verbruik is. Vaak gaat het dat om de groep mensen die vaak kritiek uit op het feit dat het allemaal te duur is.
Mensen die er wel mee bezig zijn en die geregeld wisselen van leverancier, kunnen daar hun voordeel mee doen. De Vlaamse overheid stimuleert gezinnen en bedrijven om steeds te kiezen voor het meest voordelige contract. De V-test is daarvoor een handig instrument. Uit de cijfers van begin dit jaar stellen we vast dat Vlamingen steeds vaker wisselen van energieleverancier, maar we zien ook dat het vooral steeds dezelfde mensen zijn die dat doen. Er blijft een grote groep passieve gezinnen, bedrijven zouden nu iets actiever zijn geworden. Wat ook blijkt, is dat wanneer men een groepsaankoop heeft gedaan, men langer bij die leverancier blijft omdat men denkt dat men een goed tarief blijft krijgen, maar dat klopt niet altijd.
Volgens een analyse van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) blijkt dat veel consumenten nog kiezen voor de duurste energiecontracten. Men stelt vast dat de tien duurste elektriciteitsproducten voor gezinnen nog steeds 66 procent van de markt in Vlaanderen vertegenwoordigen. Voor de tien goedkoopste producten ligt dat op amper 24 procent. Voor de bedrijven zijn de cijfers nog meer uiteenlopend, namelijk de tien duurste elektriciteitsproducten zijn goed voor 70 procent en de tien goedkoopste producten voor 19 procent van de markt.
Een soortgelijke tendens zien we voor de aardgascontracten. Bij de gezinnen stellen we vast dat de tien duurste aardgasproducten 47 procent van de markt innemen, tegenover 27 procent voor de tien goedkoopste producten. Bij de bedrijven gaat het over 50 procent voor de tien duurste en 18 procent voor de tien goedkoopste producten in Vlaanderen.
De CREG geeft ook aan dat het vooral dezelfde groep is van consumenten die regelmatig van contract en leverancier veranderen. Voor een belangrijke groep van de consumenten met oudere en vaak duurdere contracten wijzigt de markt amper.
Minister, op welke manier kunnen we de bedrijven en de gezinnen die amper tot niet wisselen van energieleverancier sensibiliseren om bewuster om te gaan met het energiecontract? Hoe kunnen wij hen aansporen om steeds te kiezen voor het meest voordelige energiecontract? Welke stappen kunnen we daar vanuit Vlaanderen bijkomend voor ondernemen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Al jaren leveren we grote inspanningen om klanten te sensibiliseren, en met succes, gelet op de hoge activiteitsgraad van zowel bedrijven als gezinnen op het vlak van het overstappen naar een ander energiecontract. Sensibilisering inzake energie verloopt in de eerste plaats via de website van het Vlaams Energieagentschap (VEA) en via de website van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). Daar is heel wat relevante informatie terug te vinden zowel voor kmo’s als voor particulieren. Instrumenten als de V-test, de Servicecheck en de Herkomstvergelijker zijn ondertussen breed bekend en worden actief gebruikt. Consumenten en bedrijven kunnen met vertrouwen van energieleverancier wisselen.
Ik deel echter uw mening dat we niet op onze lauweren mogen rusten. We stellen inderdaad vast dat bepaalde groepen moeilijker tot een actieve houding aan te zetten zijn, ondanks bijvoorbeeld campagnes die in het verleden gevoerd werden om de V-test te promoten. Het VEA en de VREG werkten in het verleden al samen om kwetsbare gezinnen, ouderen en gezinnen met een migratieachtergrond te informeren. Hierbij werken ze samen met organisaties zoals Samenlevingsopbouw, Netwerk tegen armoede en Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Ze zetten daarbij maximaal in op het netwerk van doorverwijzers die persoonlijke contacten hebben met kwetsbare gezinnen. Ook voor de Energiehuizen is hier een taak weggelegd. Ook zetten we in op instrumenten die de kwetsbare klanten rechtstreeks ten goede komen, zoals bijvoorbeeld de energiesnoeiers. Op dit moment is bij de VREG een campagne in voorbereiding gericht op nieuwkomers in de samenleving.
Ik geef toe dat ik, net zoals u, merk dat er buiten die groepen heel wat mensen zijn die onvoldoende gemotiveerd zijn en onvoldoende kennis van zaken hebben. Op vergaderingen van de Rotaryclub, de Kiwanis of de Lions zal wat u daarnet beschreef zich op dezelfde manier voordoen.
Als je daar vraagt hoeveel men betaalt, dan krijg je als antwoord: 'veel'. Is dat voor gas en elektriciteit samen? 'Dat weet ik niet.' Hoeveel is je verbruik? 'Dat ik het bij God niet weet.' De enige uitzondering in deze rij zijn de mensen die over een PV-installatie beschikken. Die weten het meestal wel, als het al niet de partner is die zich daarmee bezighoudt. Ik wil niet zeggen dat kwetsbare groepen niet moeten worden gemotiveerd en gesensibiliseerd, maar ik wil de fout niet maken dat het enkel die groepen zijn die met dat probleem zitten.
De komst van de digitale meters zal, net zoals PV, een impuls geven aan de innovatie en zo nieuwe klantengroepen aanspreken om een actieve houding aan te nemen. De website, de nieuwsbrieven en ook steeds meer de socialemediakanalen van de VREG bereiken veel mensen met neutrale, nuttige informatie. Ook de samenwerking met de lijn 1700 voor telefonische vragen wordt sterk benut.
De beste prijsvoorwaarden zijn inderdaad meestal voor de klanten die actief op zoek gaan, maar dankzij deze mededinging worden ook de prijzen voor andere klanten gedrukt. Uit de enquêtes van de VREG blijkt dat zowel de gezinnen als de bedrijven erg tevreden zijn over hun energieleverancier wat de juistheid van de facturen betreft, de prijs – mijnheer Schiltz, u stoort uw collega. Als u koffieklets wilt houden… Ik ben hier niet de voorzitter, maar… –, de informatieverlening en de ondersteuning op het vlak van energiebesparingen. Dit heeft natuurlijk een invloed op de marktdynamiek.
Minister, ik ben blij dat u hetzelfde ervaart als u soms gaat spreken. Het is een vaststelling: de onbekende factuur zit overal. Gisteren stond in Het Nieuwsblad een artikel: 'Meer gezinnen hebben moeite met het betalen van de energiefactuur'. Bijna 100.000 afbetalingsplannen zijn opgestart, ze stijgen met bijna een vijfde. De VREG vindt dat zorgwekkend. Wellicht komt dat door de stijging van de elektriciteitsfactuur in de voorbije jaren. Anderzijds hoopt men dat die dit jaar weer zal dalen omdat de prijzen weer gezakt zijn.
Het is een bijzondere vaststelling dat heel veel mensen niet weten wat ze precies betalen, maar dan toch plots in de problemen komen. Ik hoop dat de uitrol van de digitale meter heel wat zal kunnen bijdragen omdat je dan beter kunt volgen. Leveranciers zullen daar zeker op inpikken omdat ze met gemakkelijke apps zullen kunnen zien wat er gebeurt met het verbruik, waardoor mensen bewuster bezig zullen zijn met hun elektriciteitsfactuur en dus ook met de kosten, en misschien ook met de kandidaat-leveranciers.
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, excuseer dat ik even aan het overleggen was met mijn medewerker, maar we waren aan het zoeken naar nog meer methodes om mensen nog gemakkelijker te kunnen doen switchen, want dat is echt een keibelangrijk probleem. Daar moeten we volle bak op inzetten. Exact een jaar geleden of zelfs minder was dat ook al een probleem toen u die vraag om uitleg hebt ingediend, net zoals drie, vier andere vragen die op de agenda staan en die u een half jaar geleden ook al hebt gesteld.
Ik weet niet wat we nog meer kunnen doen, mijnheer Gryffroy. Er is toen ook al gezegd dat de digitale meters waarschijnlijk soelaas zouden bieden. Ik ben dus blij dat de minister nog altijd vindt dat de digitale meters mogelijks zullen bijdragen aan een hoger switchgedrag, en dat dat de markt opent voor derde partijen, die inderdaad zien dat daar een slapend kapitaal ligt, en die met digitale meters inderdaad dat kapitaal zullen activeren, en dus meer mensen zullen kunnen motiveren om over te stappen van energieleverancier en zodoende de juiste prijs betalen. Let op, de laagste prijs is niet altijd de juiste prijs. Je moet ook alle verborgen kosten in rekening brengen, maar de VREG is daar allemaal mee bezig, en zet ook de servicepunten in zijn V-test.
Ik weet eerlijk gezegd niet wat we nog kunnen vragen of doen of bedenken om het switchgedrag van de mensen te motiveren, buiten, zoals goede parlementsleden, overal in onze omgeving mensen vragen om eens te kijken naar hun energiefactuur. Dat kunnen we nog doen, maar voor de rest zou ik het niet weten, tenzij een leger ambtenaren bij het Vlaams Energieagentschap (VEA) inhuren om overal aan te bellen en te vragen aan de mensen of ze hun energiefactuur al eens hebben gecheckt en gecorrigeerd.
Ik denk dat de doorbraak hierin, na de liberalisering van de leveranciersmarkt, de digitale meter zal zijn. Voilà.
De heer Beenders heeft het woord.
Het zal moeilijk zijn om de sterke tussenkomst van collega Schiltz te overtreffen, vooral het feit dat er inderdaad een soort van systematiek in de vragen om uitleg van collega Gryffroy opvalt. Dit zijn bijna herhalingscommissies aan het worden. Maar oké, we zullen constructief meewerken.
Minister, ik denk dat uw antwoord al gekend was, maar in Limburg hebben we de afgelopen maanden nogal veel klachten gekregen, niet van energieleveranciers die mensen op pad sturen om aan te bellen bij klanten om hun contract te herbekijken, maar van firmaatjes die blijkbaar als paddenstoelen uit de grond schieten en met legertjes personeel aanbellen om mensen te overtuigen om van contract te veranderen.
Ik heb een groot deel van die documenten gezien en daar krijg je wel schrik van. De contracten die de mensen voor ogen krijgen zijn niet juist uitgelegd en zorgen er net voor dat hun tarief omhoog gaat. Minister, u hebt in het verleden gezegd dat u met federaal minister Peeters overlegd hebt om vooral de malafide deur-aan-deurverkoop van energiecontracten aan te pakken. Die overlegstructuren verliepen niet altijd even vlot, maar ik heb de indruk dat we dat gevecht aan het verliezen zijn omdat er nog heel wat andere firma's ontstaan die exact hetzelfde doen. Ik weet niet onder welke regie die vandaag precies vallen. Als u morgen de energieleveranciers onder controle hebt, zijn er wel andere firma's die we overmorgen niet onder controle hebben.
Minister, bent u op de hoogte van de problematiek? Komt er schot in de zaak over die deur-aan-deurverkoop om ervoor te zorgen dat we de mensen via die weg niet naar contracten sturen die duurder zijn, om dan na een jaar vast te stellen dat ze hun energiefactuur misschien niet meer kunnen betalen?
De heer Danen heeft het woord.
In de vraagstelling staat dat mensen kiezen voor de duurste energiecontracten. Ik denk dat die woordkeuze op zijn minst wat tendentieus is. Mensen kiezen daar vaak niet voor. Mensen gaan vaak in op een goedkoop contract, dat inderdaad dat jaar goedkoop is, maar het jaar erna bestaat het niet meer, wordt het veranderd, krijgt het een andere naam en dan komen ze automatisch terecht in een heel duur contract. Mensen kiezen daar niet voor.
Minister, u zult misschien zeggen dat dat de vrijemarktwerking is. Dat is inderdaad de vrijemarktwerking, maar voor zo’n belangrijk en essentieel product of dienst als elektriciteit en gas – en water trouwens ook – is het belangrijk dat we die marktwerking een stukje corrigeren. Dat kan deels door de deur-aan-deurverkoop aan banden te leggen. Vandaag stond in de media dat sommige leveranciers blijkbaar vaste jaarkosten aanrekenen, ook al is men maar een paar maanden klant. Dat zijn zaken die er echt wel uit moeten. Dat geeft ook aan dat mensen zich soms bedrogen voelen. Mensen gaan in op een goedkoop contract, ze doen de V-test in jaar X. In jaar X+1 bestaat dat contract niet meer en komen ze terecht in een duurder tarief. Vervolgens zeggen ze dat die V-test niet werkt. Ik weet niet wat we nog veel meer kunnen doen, maar we kunnen wel een aantal malafide praktijken aan banden leggen. Ik weet dat dat vooral federale materie is, maar we moeten dat echt wel doen. Ik roep u op om daarover met uw federale collega minister Peeters in overleg te gaan.
Minister Tommelein heeft het woord.
Dat is niet vooral federale materie, dat is federale materie. Ik heb het eens nagekeken. Dit zijn vragen die ik gekregen heb in oktober 2017, waarop ik heel duidelijk heb gezegd dat ik er groot voorstander van ben om de malafide zaken bij deur-aan-deurverkoop van energie aan te pakken en aan banden te leggen. Mijn federale collega Peeters heeft gezegd dat dat niet zomaar kan, maar hij ging overleggen met de sector en de mensen die dat aanklagen. Ik herhaal dat ik vind dat energiecontracten deur aan deur verkopen, gemonitord en aan banden gelegd moet worden, maar ik heb daar geen bevoegdheid toe. Dat is geen materie die je deur aan deur verkoopt. Er zijn mogelijkheden genoeg.
Ik herhaal opnieuw dat de Energiehuizen, die ik een nieuwe rol wil geven, daar in de komende jaren een belangrijke rol in kunnen spelen. Steeds meer blijkt dat de Energiehuizen zich voornamelijk hebben toegespitst op het verstrekken van leningen, wat in feite grotendeels door de private sector kan worden gedaan en wordt gedaan. Hun actieradius en waar zij zich voornamelijk mee moeten bezighouden is inderdaad dergelijke zaken monitoren en zien dat er voldoende informatie op lokaal niveau aan de burgers wordt gegeven en hen op die manier begeleiden. Ik vind dat er voldoende mogelijkheden zijn om dat te doen.
We kunnen natuurlijk de mensen blijven waarschuwen dat ze dat het best niet doen en dat ze het best geen contracten afsluiten aan de deur. Maar goed, als de mensen het dan toch doen, dan kun je daar niet zomaar tegen optreden. Er bestaat ook nog altijd zoiets als vrijheid van ondernemen, vrijheid van handel drijven en vrijheid om contracten af te sluiten. Laat ons proberen om de krachten te bundelen en te kijken waar wij zoveel mogelijk die malafide praktijken kunnen tegenhouden en ervoor zorgen dat we de mensen zo goed mogelijk informeren. Ik ben daar althans toe bereid. Ik vind trouwens dat we met de beweging die wij hebben gemaakt naar de Energiehuizen om hun daar een taak te geven, de goede richting uitgaan. Maar ja, het is niet allemaal op één dag geregeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Schiltz, ik vind uw opmerking er een beetje over. Ik ben nog zo beleefd geweest om op basis van nieuwe cijfers mijn parlementaire taak te volbrengen om zaken op te volgen. Ik zie namelijk geen enkele vooruitgang in dit dossier. Dit wordt ook bevestigd door nieuwe cijfers. Ik heb u ook niet verplicht om tussen te komen. Dat is dan uw zaak. Maar om dan zo op de man te spelen? Mijn excuses, maar ik denk constructief mee aan een beleid. Misschien moet u de volgende keer maken dat u beter voorbereid bent, want daarnet in de bespreking van de conceptnota EPB bent u tussengekomen maar was u totaal niet voorbereid. Als dat dan uw manier is om uw parlementaire taak op te nemen, dan is dat uw zaak, maar dat is niet mijn methodiek.
Alle vragen die hier vandaag worden gesteld, alle vragen van gelijk wie die hier in de commissie zit, zijn allemaal opvolgingsvragen. Waarom? Omdat bepaalde zaken inderdaad niet vooruitgaan. (Opmerkingen van de voorzitter)
Hij heeft mij persoonlijk aangevallen, dus daar mag ik toch een antwoord op geven. (Opmerkingen van de voorzitter)
Mijn slotbemerking is: wat we al vroeger hebben gevraagd en wat is afgeschaft door de vorige minister van Energie, is de koppeling met het rijksregister. Dat zou maken dat we veel meer informatie hebben over doelgroepen die bereikt worden of niet bereikt worden en die eventueel in energie-armoede zitten. Wat men toen om privacyredenen heeft afgeschaft, is misschien een mogelijkheid. Maar daar kan de minister niet meer op antwoorden. Misschien moet ik daar dan een nieuwe vraag over stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.